• No results found

Ervaringen met en ontwikkelingen van identifica tiemiddelen in Spanje

Informatie Systeem

5 Elektronische identificatie en I&R: ervaringen onderzoek en implementatie

5.4 Ervaringen met en ontwikkelingen van identifica tiemiddelen in Spanje

Deze informatie is verzameld tijdens een bezoek, dat in juli 2002 aan Spanje werd gebracht. Daarbij werden bezoeken gebracht aan de universiteit van Barcelona (prof. Caja), Gesimp- ex (producent van bolussen en readers), en een proefbedrijf, een tweetal praktijkbedrijven en een slachthuis

5.4.1 Onderzoek aan de Universiteit van Barcelona

Het onderzoek van professor Caja (Universitat Autónoma de Barcelona) is vooral gericht op het gebruik van bolussen en injectaten. Er wordt gewerkt met bolussen met verschillen- de afmetingen en diameters. Onderkend wordt dat de applicatie van bolussen op jonge leeftijd een probleem kan vormen. Een kleinere bolus zou hiervoor een oplossing kunnen zijn. In onderzoek is echter aangetoond dat bij deze bolussen de kans op verlies toeneemt. Het verlies worden twee oorzaken genoemd:

• De bolus wordt niet op de juiste wijze aangebracht waardoor deze niet in de pens te- rechtkomt en kort na het aanbrengen weer wordt uitgebraakt. Het is dan ook van het grootste belang dat na aanbrengen wordt gecontroleerd dat de bolus is doorgeslikt; • De kans bestaat dat de bolus via het darmstelsel naar andere magen wordt getranspor-

teerd en uiteindelijk in de ontlasting terechtkomt. Dit kan volgens Caja mogelijk worden voorkomen door de bolus langer te maken. Dit heeft tevens als voordeel dat de bolus dunner kan worden gemaakt terwijl het totale gewicht niet verandert (diameter van 21 mm terugbrengen naar 19 mm). De bolus applicatie levert hierdoor echter minder pro- blemen op. Ervaringen met sommige schapenrassen die alleen gras eten laten ook hoge- re verliespercentages van de bolussen zien.

Er is een methode ontwikkeld voor het inbrengen van injectaten op een plaats waarbij het risico voor het in de voedselketen komen nagenoeg afwezig is. Tevens wordt er gewerkt aan een behuizing voor injectaten, die de kans op breken verkleind en ervoor dat het injec- taat beter op de plaats van aanbrengen blijft zitten. In verband met nog lopende patent aan- vragen kon de methode en plaats van aanbrengen nog niet bekend worden gemaakt. Basis voor de RFID systemen is in alle gevallen het TIRES 32 mm injectaat (ook in de bo- lussen). Hiervoor is gekozen omdat de configuratie van dit injectaat een voldoende uitlees- bereik garandeert. Bovendien is de hoek van het injectaat ten opzichte van de antenne bij een bolus (en ook bij een injectaat) veel beter voorspeld kan worden dan bij het gebruik van oormerken.

Op het schapen proefbedrijf werd een weegbox getoond waarin de dieren met behulp van een RFID uitlezing van een bolus herkend werden. Tevens werd er een demo gegeven van het uitlezen van bolussen van de dieren met een stationaire reader. De antenne van de reader was gepositioneerd aan het einde van een smalle gang waar de dieren vrij doorheen konden lopen. De readersoftware was zodanig ingericht dat herkenning een veel hogere prioriteit heeft dan het wegschrijven van de gegevens zodat er niet door de traagheid van de compu- terverwerking diernummers gemist zouden worden.

Tevens werd een bezoek gebracht aan een afdeling die werd gebruikt voor onderzoek aan

varkens. Hier werd gedemonstreerd dat injectaten op verschillende plaatsen bij een dier

kunnen worden ingebracht. Één varken werd getoond waarbij injectaten waren ingebracht in iedere poot, in de buikholte (met de nieuwe methode) en in het oor.

5.4.2 Ervaringen van het bedrijfsleven

De belangrijkste fabrikant van bolussen voor elektronische identificatie is Gesimpex Commercial S.L. in Spanje. Het bedrijf dat naast bolussen ook readers produceert, heeft een vestiging voor R&D en marketing in het centrum van Barcelona. Tevens beschikt het over een productievestiging buiten Barcelona.

Gesimpex benadrukte dat het succes van de uitleesbaarheid van de transponders sterk afhankelijk is van het veld dat de transponders terugzenden naar de reader. Het veld dat door de reader in de transponder kan worden opgewekt, is afhankelijk van de samenstelling van de anten- ne (luchtspoel / ferriet kern), het type transponder (HDX of FDX-B), maar ook van de kwaliteit van de componenten. Door Gesimpex werd de bezorgdheid uitgesproken met name over de kwaliteit van de componenten.

De problemen van toepassing van een bolus bij lammeren kunnen worden opgelost door het gewicht te verminderen. Drie dagen na geboorte wordt een bolus van 9 gram bij het lam ingebracht. De ervaring heeft geleerd dat deze bolus de eerste drie levensmaanden goed in het dier blijft. Bij oudere dieren gaat circa 17% van de bolussen verloren. Deze dieren zijn dan inmiddels oud genoeg voor toepassing van de 72 grams bolus. Bij deze bo- lussen treden geen of nauwelijks verliezen op. Naar de gebruikers van bolussen komt Ges- impex met het volgende advies:

• 15 gram bolus aanbrengen bij een lichaamsgewicht van 10-12 kg • 72 gram bolus aanbrengen bij een lichaamsgewicht van 25-30 kg

De ervaringen met een 60 gram bolus lieten verliespercentages zien van 3-5% daarom is het gewicht van deze bolus verhoogd naar 72 gram.

Het bedrijf heeft een jarenlange ervaring opgebouwd met het gebruik van diverse bolussen. Het heeft inmiddels 1,6 miljoen bolussen geproduceerd en verkocht. In Spanje zijn er een groot aantal bedrijven die in eerste instantie in het kader van proeven gebruik maakten van bolussen, maar naar aanleiding van goede ervaringen besloten hebben bedrijfsmatig verder te gaan met deze manier van RFID. In Spanje stuit het gebruik van oormerken op veel pro- blemen vanwege de klimatologische omstandigheden in met name de zomer. Op het ge- bied van de portable readers is het bedrijf bezig op twee sporen namelijk enerzijds de een- voudige reader die ook in het IDEA project door verschillende landen is toegepast en an- derzijds een complexe reader (kostprijs € 6.000) die voor management doeleinden gebruikt kan worden. Beide systemen maken gebruik van een contactloze verbinding voor het over- zenden van de data. De statische readers die het bedrijf produceert kunnen op een accu worden aangesloten, zodat deze ook toepasbaar zijn op plaatsen waar geen elektriciteits- voorzieningen aanwezig zijn. In het kader van het EU project wordt er gewerkt aan een sta- tische reader die enerzijds het RFID nummer van het dier kan lezen en dit vervolgens ge- bruikt om een aantal RFID labelnummers te programmeren (13,56 MHZ labels) die op de verpakkingen van de vleesproducten kunnen worden aangebracht. De prijs van de bolus met daarbij een oormerk bij grootschalige toepassing wordt ingeschat op € 2,00.

Gesimpex heeft een drieweg selectie systeem ontwikkeld. Dit systeem wordt dit najaar voor het eerst getoond op een landbouwtentoonstelling in Spanje. Verder zijn er plannen om eind dit jaar een Nederlands schapenbedrijf met 500 schapen te voorzien van bolussen.

5.4.3 Ervaringen op praktijkbedrijven

Bezoek schapenbedrijf in Palencia (National farmer assosiation of Churra breed)

Op dit moderne schapenbedrijf worden 1000 Churra melkschapen gehouden. De dieren worden gedurende de zomerperiode binnengehouden, de rest van het jaar lopen ze in de weide rondom het bedrijf. Bij de schapen wordt de 72 gram bolus toegepast, die pas op latere leeftijd wordt ingebracht. Het inbrengen van de bolus wordt gecontroleerd met een Hokofarm portable reader (vanwege het grote uitlees bereik). Bij melkcontrole werkzaam- heden worden de bolussen in de 2 x 12 zij aan zij melkstal uitgelezen met een Gesimpex reader. De uitlezing van de bolus met een reader is veel eenvoudiger dan de uitlezing van een oormerk omdat de positie van de bolus erg gemakkelijk benaderbaar is vanuit de melk- put. De data van de dieren wordt bijgehouden op de management pc van het bedrijf. De mannelijke dieren worden gedurende een half jaar gemest en daarna worden deze lam- meren geslacht. De verschillende delen van een lam worden voorzien van een label met een nummer dat via internet kan worden gelinkt aan het bedrijfsnummer van het dier.

Bezoek slachthuis in Palencia (National farmer assosiation of Churra breed)

Er werd een bezoek gebracht aan een klein slachthuis waar zowel runderen als schapen worden geslacht. Gedurende de zomerperiode wordt er alleen ‘s ochtends geslacht. Er wa- ren twee statische antennes opgesteld: één voor de runderen en één voor de schapen. De antenne voor de schapen had een groot bereik, de slachtapparatuur was echter op het mo- ment van controle buiten gebruik, zodat de invloed van eventuele storende omgevingsfac- toren niet bepaald kon worden. De antenne voor de runderen bleek nog niet te functione- ren. Het bezoek aan het slachthuis gaf aan dat de attitude van het slachthuispersoneel ten opzichte van de RFID apparatuur minstens even belangrijk is als de performance van de apparatuur. Tijdens latere gesprekken werd door Gesimpex gemeld, dat in het noordwesten van Spanje 80 slachthuizen zullen worden voorzien van RFID uitleesapparatuur.

Bezoek Rundveebedrijf in Avila (National breeder association of Avileña breed)

In de Spaanse hoogvlakten in de buurt van het nostalgische plaatsje Avila werd een bezoek gebracht aan één van de veehouderijbedrijven die aangesloten is bij Avila fokvereniging. Het Avila ras wordt uitsluitend gehouden voor extensieve vleesproductie. In totaal zijn er 120.000 dieren van dit ras, van dit aantal worden er van 27.000 genetische gegevens bijge- houden en hiervan zijn er 10.000 dieren voorzien van een Gesimpex bolus. De bolussen worden aangebracht als de dieren circa een half jaar oud zijn. Het bezochte bedrijf is eigen- dom van een grootgrondbezitter en de werkzaamheden op het bedrijf worden uitgevoerd door een tweetal herders (circa 25% van de bedrijven die aangesloten zijn bij de fokvereni- ging zijn eigendom van grootgrondbezitters). Het grondoppervlak van het bedrijf is 1000 ha en er worden 400 moederdieren en in totaal 800 dieren gehouden. De moederdieren kalven ieder jaar. De kalveren blijven een half jaar bij het moederdier. Daarna worden de stierkalveren naar mestbedrijven afgevoerd en de vaarskalveren worden aangehouden of doorverkocht voor de fokkerij. De moederdieren worden aangehouden totdat ze niet meer geschikt zijn voor reproductie (soms zelfs meer dan 15 jaar). De dieren worden gehouden onder ruige en extreme omstandigheden die veel problemen met zich mee brengen voor het gebruik van oormerken (gescheurde oren doordat dieren achter takken e.d. blijven haken) Daarom is het gebruik van een bolus voor deze dieren een identificatie methode die veel minder problemen met zich meebrengt. Het bezochte bedrijf maakt al sinds 1997 gebruik van bolussen. Soms wordt van gestorven dieren alleen het geraamte en de bolus terug gevonden.

De uitlezing van de bolussen vindt plaats met een portable reader of een batterij gevoede stationaire reader. De uitlezing vindt in beide gevallen in een nauwe drijfgang plaats. Door de fokvereniging zelf is er een database ontwikkeld waarin de genetische gegevens van de dieren van de aangesloten bedrijven worden bijgehouden.

5.4.4 Conclusies

Het bezoek aan de onderzoekgroep van professor Caja van de Universitat Autónoma de Barcelona heeft een duidelijk beeld gegeven van de mogelijkheden die elektronische iden- tificatie nu en in de toekomst kan bieden.

De bedrijven die bezocht zijn, waren erg enthousiast over het gebruik van bolussen. Onder Spaanse omstandigheden brengt het gebruik van bolussen grote voordelen met zich mee. Vooral in de warme zomerperiode is het aanbrengen van oormerken problematisch door- dat de kans op ontstekingen veroorzaakt door vliegen veel groter is. Bovendien is de kans op verlies van oormerken in het struikgewas in de uitgestrekte weidegebieden groter. Daar staat tegenover dat het aanbrengen van bolussen op zeer jonge leeftijd vooralsnog in veel gevallen een probleem is en dat nog er verliesproblemen zijn bij sommige specifieke dier- rassen. De firma Gesimpex heeft door hun medewerking aan vele onderzoeksprojecten veel ervaring opgedaan met het gebruik van bolussen. De indruk bestaat dat het bedrijf de huidige problematiek en verder ontwikkelingsmogelijkheden op een realistische manier benadert. Het is dan ook raadzaam de ontwikkelingen die het gebruik van bolussen en de nieuwe injectaten toepassing doormaken op de voet te volgen omdat deze onder bepaalde omstandigheden waarschijnlijk met aanzienlijk minder problemen toepasbaar zijn dan oormerken.

5.5 Andere gebruikservaringen

5.5.1 Engeland

In Engeland is een groep van 100 vooral vleesveehouders en enkele melkveehouders be- trokken bij de opzet van een project (Cornwall EID), waarbij zowel de geboortes als de verplaatsingen van de runderen in een centrale database worden vastgelegd. Daarbij wor- den de dieren geïdentificeerd met elektronische oormerken (Allfex). De voornaamste re- denen om met dit project te starten waren: 1) Het reduceren van de tijd die nodig is voor Identificatie en registratie op boerderij niveau; 2) Om een marktvoordeel te creëren door volledige traceerbaarheid; 3) Voor betere technische prestaties op boerderijniveau door beter management.

In de proef zijn ongeveer 4500 runderen uitgerust met elektronische identificatie op basis van oormerken van fabrikant Allflex. Verder zijn voor dit project handreaders (Oxley Anilog Readers), software (Oxley Anidata Software) en weegsystemen (Weighwell) ontwik- keld. Het project wordt uitgevoerd in samenwerking met Duchy college (Cornwall’s Colle- ge of the Countryside. Melkvee- en vleesveehouders in Cornwall kunnen tot 50% subsidie

andere elektronische oormerken, aanbrengtangen, elektronische readers, weegsystemen, barcode readers, melkstal readers (stationair), management software en PC’s

Het systeem maakt het mogelijk dieren elektronisch te identificeren en data vast te leggen, die wettelijk verplicht zijn en eveneens voor management doeleinden kunnen worden ge- bruikt. Deelnemers aan dit project krijgen een kostenloze training en ondersteuning bij het gebruik van het officieel goedgekeurde systeem. Het ligt in de bedoeling om het aantal deel- nemende bedrijven in de komende jaren uit te breiden tot circa 300 (www.farm-manage- ment-sw.co.uk.).

5.5.2 Botswana

In Botswana is een project opgestart om een nationaal Livestock Idendtification and Trace- back System (LITS) op te zetten voor 4 miljoen stuks vee. De reden om dit systeem op te zetten is dat Botswana voor 90 % van zijn rundvlees export afhankelijk is van de Europese Unie. Nieuwe regels voor de import in de Europese Unie vereisen dat vlees dat wordt geïmporteerd in de Europese unie moet kunnen worden terug getraceerd tot aan het in- dividuele dier waar het vlees van afkomstig is. De 4 miljoen runderen in dit project zullen worden uitgerust met bolussen gefabriceerd door Alfa Laval uit Zweden. De uitleesappara- tuur komt van Aleis international uit Australië en de software voor het project is afkomstig van Microsoft. Daarnaast zijn er nog twee bedrijven bij het opzetten van het project be- trokken dit zijn Inala Identification and Control en AST Botswana.

5.5.3 Canada

In Canada is in 2002 in de deelstaat Quebec een project begonnen om een traceback sys- teem voor de rundvleesketen op te zetten met behulp van elektronische identificatie. De overheid van Quebec heeft in het voorjaar van 2002 regelgeving opgesteld die het verplicht maakt om al het vee dat na 1 juli 2002 wordt geboren te voorzien van oornummers met elektronische identificatie. In eerste instantie zullen er in dit project in 2002 ongeveer 1.2 miljoen runderen voorzien worden van EID. In de loop van 2003 zullen alle runderen in Quebec voorzien moeten zijn van EID.

De overheid van Quebec heeft voor de uitvoering van dit project een speciaal onafhanke- lijk bureau opgericht Agri-tracabilite Quebec. Een andere organisatie die bij het project be- trokken is, is Canadian Cattle Identification Agency (CCIA) (www.cattle.ca/ccia). Informa- tie over dit project is ook te vinden op www.agweb.com.

5.5.4 Verenigde Staten

In de verenigde staten is in het jaar 2000 een pilot gestart voor de identificatie en registratie van runderen gedeeltelijk met gewone oornummers en voor de rest van de deelnemers met behulp van EID. Deze pilot wordt uitgevoerd door de National Farm Animal Identication and Records (F.A.I.R.) in de volgende staten Michigan, New York, Pennsylvania en Wis- consin. In mei 2001 waren er inmiddels 75 bedrijven met rundvee in de pilot betrokken met in het totaal 66.000 stuks vee. De belangrijkste reden voor de invoering van EID zijn ook hier het kunnen terugtraceren en een effectievere bestrijding van veeziekten. Meer in- formatie over deze pilot is te vinden op de volgen sites www.nationalfair.com,

6 Het gebruik van elektronische identificatie in het I&R