• No results found

Mededeelingen en allerlei Vredesprijs voor de Jeugd 1914

In document Neerlandia. Jaargang 18 · dbnl (pagina 119-152)

De Algemeene Nederlandsche Bond ‘Vrede door Recht’ en de Nederlandsche R.-K. Vereeniging tot Bevordering van den Wereldvrede hebben gemeenschappelijk voor het jaar 1914 twee Prijsvragen voor de Jeugd uitgeschreven.

De eerste Prijsvraag is een uitnoodiging, om een opstel in het Nederlandsch te schrijven over één der volgende onderwerpen:

1. De Opening van het Vredespaleis; 2. Roode Kruis en Vredesbeweging;

3. Waarom is de Duif gekozen als symbool voor den Vrede?

De tweede Prijsvraag is een uitnoodiging, om in te zenden een schets voor een al of niet geïllustreerden Maandkalender. Ieder der twaalf bladen van dezen kalender moet bevatten één of meer zinnen, de Vredesbeweging betreffende. Deze zinnen mogen voor iedere maand bestaan uit hoogstens vijftig woorden en moeten in het

Nederlandsch geschreven worden.

Aan de Prijsvragen kunnen deelnemen alle meisjes en jongens, die geboren zijn tusschen 1 Januari 1896 en 1 Januari 1900, onverschillig of zij nog schoolgaan of niet meer.

De antwoorden moeten vóór 15 Maart worden ingezonden; de inzendingen uit Oost-Indië, West-Indië en Zuid-Afrika vóór 10 April.

Voor uitvoeriger inlichtingen wende men zich tot den heer Jhr. Mr. B. de Jong van Beek en Donk, Theresiastraat 51, Den Haag.

De heer C.A.J. van Dishoeck te Bussum heeft de vorige maand zijn zilveren uitgevers-jubileum gevierd. Vooral voor de Vlaamsche schrijvers en dichters is hij een krachtige steun geweest. Zij zonden hem dan ook een prachtig hulde-adres.

Hulde aan Holland en het Ned. lied.

De correspondent van de N.R. Ct. te Weenen schreef de vorige maand:

De gewezen Minister van Spoorwegen, Dr. Von Wittek, heeft op het oudejaarfeest van de zangvereeniging der beambten bij de Staatsspoorwegen hulde gebracht aan Holland en de oud-Nederlandsche volksliederen. Hij vertelde hoe hij tijdens een verblijf in ons land de liederen van Valerius weer eens gehoord had; gezangen, die door hun kracht en innigheid op alle kenners zoo'n diepen indruk maken. Hij noemde de Hollanders een muziekliefhebbend volk, wees daarbij op het klokkenspel in de torens, de belangrijke concerten en op onze groote zangkunstenaars. Hij sprak over de Maatschappij t.b. der Toonkunst, die zooveel voor de wederopluiking van de muziek in ons land gedaan heeft en over de pogingen om de oude volksliederen op school weer in te voeren. Hij vertelde voorts de geschiedenis van die liederen, waarbij hij wat langer stilstond bij het Wilhelmus, het volkslied, dat zoozeer getuigt van de liefde van het Hollandsche volk voor het Huis van Oranje, gevoelens, ‘welche uns Oesterreicher um so sympathischer berühren als sie in unsern Herzen verwandte Empfindungen auslösen.’

Scheepvaarttentoonstelling te Londen.

Dit jaar zal te Londen van 25 Sept. tot 17 Oct. een internationale

scheepvaart-tentoonstelling gehouden worden (Shipping, Engineering and Machinery Exhibition).

Op voorstel van den Minister van Landbouw is van Regeeringswege een commissie ingesteld voor het bijeenbrengen van een waardige Nederlandsche inzending op die tentoonstelling.

De gemeenten Amsterdam en Rotterdam hebben reeds haar medewerking toegezegd.

De eerste staalgieterij in ons land.

Naar de IJzer en Staalkroniek verneemt, zal de firma Muinck Keizer te Martenshoek, die reeds op kleinere schaal dat bedrijf uitoefende, een groote staalgieterij oprichten aan het Merwedekanaal bij Zuilen.

Ook de Nederlandsche Fabriek van Werktuigen en Spoorwegmaterieel vestigt hier een fabrieksafdeeling.

Nederland is nu in Albanië vertegenwoordigd door een aantal officieren. Zij zouden er de gendarmerie, het leger van het nieuwe rijk, inrichten en drillen. Maar de omstandigheden zijn er niet naar om daar rustig aan te werken. Het land is, zoo al niet in oorlog, toch vol van beroering en gevecht. Onder aanvoering van onze officieren - kolonel de Veer heeft het opperbevel - is de gendarmerie reeds in het vuur geweest. Het is een hachelijke taak, waarvoor onze landgenooten zijn gesteld. Maar zij slaan er zich goed doorheen. Buitenlandsche bladen zijn vol lof over de deugdelijke leiding, die zij de gendarmerie geven. Het vaderland had niet anders verwacht, maar niettemin is het trotsch op die officieren. Het volgt hun

wederwaardigheden met groote belangstelling.

De bioskopen.

Te Pera, de vreemdelingenwijk van Konstantinopel zoo meldt een krantebericht -gaat het tegenwoordig avond aan avond in bioskopen woelig toe, doordat Turken uit het publiek kabaal maken, als de verklarende tekst van de lichtbeelden niet in het Turksch wordt gegeven. Op een keer wierp iemand een stoel door het doek heen.

Een Hollandsch publiek zal nog heel wat moeten veranderen voor het in opstand komt, als het hier te lande ziet, dat de verklaringen, bij de kinematografische voorstellingen op het doek verschijnende,

42

geen Hollandsch te lezen geven. En dat gebeurt nog al eens!

Onlangs klaagde een Engelsch blad er over, dat de bioskopen, die veel met Amerikaansche films werken, een menigte Americanismen onder het Engelsche volk brengen. Maar waarop onthalen de bioskopen hier te lande niet ons publiek! De Engelsche (Amerikaansche), Fransche en Duitsche bijschriften van de films worden blijkbaar in het Hollandsch vertaald door menschen, die van onze taal de eerste beginselen niet schijnen te kennen. Soms lijkt 't wel of het aan vreemdelingen, die een mondje vol Hollandsch verstaan, is toevertrouwd. En men krijgt dan een Hollandschje te lezen, zooals Duitsche of Engelsche clowns in een paardespel of komieken in een tingeltangel er, tot vermaak van het publiek, uitslaan.

Maar het is veel bedenkelijker dan dat geradbraakte Hollandsch van clown of komiek, want er is een talrijke menigte, waarvoor de bioskoop bijna de plaats inneemt van de krant. Zoo wordt de bioskoop een gevaarlijke haard voor taalbederf.

Meer en meer worden de bioskopen tegenwoordig aan toezicht onderworpen. Commissies waken reeds en zullen in toenemende mate waken tegen zedenkwetsende en de verbeelding prikkelende voorstellingen. Uitnemend! Maar zouden die

commissies dan niet meteen willen zorgen, dat de bijschriften in dragelijk Hollandsch zijn gesteld?

Een Naturalisatie.

Wij lezen in de Hervorming:

‘Neerlandia heeft zich verkneuterd, omdat in het Bibliografisch Jaarboek 1913 ‘Van het wondere Ambt’ opgegeven staat onder de rubriek: Vertaalde romans, novellen en vertellingen, en noemt dit een straf voor den schrijver, omdat hij een Duitschen naam heeft gekozen.

‘Dit is geenszins het gevolg van voorliefde voor Duitschland en de Duitschers: enkel een noodlottig toeval. Toen ik om een schuilnaam zocht voor ‘Van het wondere Ambt’ kwam mij een figuur voor den geest, waarvan het familieregister van mijn geslacht gewag maakt. Van Georg Grünenwald Kannengiesserszoon wordt verhaald, dat hij ‘op 12-jarigen leeftijd met het zwaard onthoofd en daarna verbrand werd.’ De overlevering voegt hieraan toe, dat dit geschiedde om des geloofs wille. Is het wonder, dat ik dezen jeugdigen martelaar van jongs af als een merkwaardige figuur heb beschouwd, en dat hij mij vooral voor den geest kwam, toen ik mijzelf ook gevoelde als met het zwaard onthoofd en daarna verbrand, in zekeren zin eveneens om des geloofs wille en in ieder geval ten gevolge mijner jeugdige argeloosheid. Het was een onzer voortreffelijkste predikanten, die zijn eersten brief uit de pastorie naar een studievriend inleidde met te zeggen: ‘Het oudste Christendom had zijn martelaars en het jongste Christendom heeft ze nog. Vroeger wierp men hen voor de wilde dieren: thans werpt men hen voor de gemeente.’ Van deze ervaring getuigt ook ‘Van het wondere Ambt’; was er derhalve beter schuilnaam voor den schrijver te vinden dan de gekozene?

‘Toch heeft deze keuze mij naderhand wel gespeten. De heer de Buisonjé is niet de eenige geweest, die door haar schuld aan vertaalwerk heeft gedacht. Zelfs onder

mijn onmiddellijke geestverwanten is deze dwaling voorgekomen. Derhalve heb ik besloten aan alle verwarring een eind te maken, door mij te laten naturaliseeren, en mij van nu af te noemen J o r i s G r o e n e n w o u d K z n .’

Nu de schrijver van de fijne schetsen, die onder den titel: Van het wondere Ambt, zijn uitgegeven, zich zelf al half heeft verraden, mogen wij wel zijn volledigen naam noemen, trouwens in wijden kring reeds geen geheim meer. Het is Ds. H.G.

Cannegieter Dzn. te Lutjebroek, in Noord-Holland.

Overigens hebben wij ons niet over de straf verkneuterd, zoomin als wij ons zullen verhoovaardigen op de naturalisatie, die immers niet aan onze opmerking te danken is: de Hollandsche schuilnaam Joris Groenenwoud Kzn. naast dien van Georg Grünenwald Kzn. zijn wij al eenige malen tegengekomen. Misschien hebben wij alleen bewerkt, dat de Duitsche naam nu heeft afgedaan. Wij ‘verkneuteren’ er ons alleen over, of zijn er, liever, blij om, dat wij den schrijver aanleiding hebben gegeven tot zijn aardig stukje in de Hervorming.

Wat is een kleinauto?

De Auto stelt de vraag en antwoordt er op als volgt: ‘Het woord “kleinauto” is feitelijk een afschuwelijk germanisme, dat wij zelf in de wereld hebben gebracht, ten einde deze automobieltjes te kunnen onderscheiden van de cyclecar, het “Ding für sich”, dat zich in verschillende hoofdpunten van den normalen automobiel onderscheidt. Wij zouden de kleinauto's ook “kleine auto's” kunnen noemen, wat beter Hollandsch is, maar hierdoor zouden we de bedoelde categorie te sterk uitbreiden en bovendien achten wij een specialen naam voor deze speciale wagentjes noodzakelijk: reden, waarom wij ons maar bij den Duitsch klinkenden naam zullen houden, tot er misschien een beter Hollandsch woord voor gevonden wordt.’

Verderop in het artikel lezen wij: ‘Resumeerende, zouden wij dus als definitie van een kleinauto willen stellen: Een vierwielige automobiel, wegende in marschvaardigen toestand met tweepersoonscarrosserie ten hoogste 600 K.G. en voorzien van een watergekoelden motor van hoogstens 1300 c.M3. cylinderinhoud, koppeling gangwissel met tandwielen en cardantransmissie.’

Na lezing van het artikel was onze eerste indruk een lichte verwondering, dat de Auto zich nog verontschuldigt over het germanisme ‘kleinauto’, terwijl het blad zonder eenige merkbare gewetenswroeging nog wel meer schrijft dat niet door den beugel kan, - waarmede wij geen algemeen gebruikelijke technische namen bedoelen.

Maar verder: waar ‘kleinauto’ zoo weinig uitdrukt wat het, blijkens de

omschrijving, moet beteekenen, wat heeft men dan aan dien naam? Het eenige wat dat germanisme te kennen geeft is, dat het een kleine auto is, en dat is te weinig bepalend, zegt de Auto. Maar dan deugt de naam ‘kleinauto’ evenmin als ‘kleine auto’. Laat men dit soort tuffen noemen naar den uitvinder, of de fabriek die ze het eerst heeft gemaakt, of er onverschillig welken mythologischen naam aan geven. Alles beter dan het ‘afschuwelijk germanisme’ kleinauto, dat zich hier wel weer zal vastklampen, zoodra het een tijd gebruikt is.

In een der December-weeknummers van de Indische Mercuur, waarin hulde werd gebracht aan D r . H.C. P r i n s e n G e e r l i g s , bij gelegenheid van diens benoeming tot eeredoctor aan de Amsterdamsche Universiteit, vonden wij vermeld, dat diens werk ‘D e f a b r i c a t i e v a n s u i k e r u i t s u i k e r r i e t o p J a v a ’ vormende een deel van diens ‘Handboek ten dienste van de Suikerriet-Cultuur enz.’ vertaald is in het E n g e l s c h , S p a a n s c h en J a p a n s c h , zoodat het tot voorlichting dient aan de suikerplanters op de Sandwich-eilanden en Trinidad, zoowel als aan die op Cuba en Tucuman en aan de fabrikanten op Formosa.

Dr. Prinsen Geerligs houdt de in Nederland beoefende wetenschap, ditmaal meer in het bizonder de scheikunde, hoog tegenover het buitenland.

43

Nederland op zijn best.

Over het physiologencongres, onlangs te Groningen gehouden, schrijft o.m. het Journal Médical de Bruxelles:

‘Laten wij dadelijk maar zeggen, dat men niet met te veel lof kan spreken over de schitterende, ja wat het wetenschappelijk gedeelte aangaat vorstelijke wijze, waarop het congres geregeld was. Op dat punt was er slechts één meening en nergens hebben de congressisten, zooa's te Groningen, een zoo prachtige wetenschappelijke inrichting gevonden, buiten alle vergelijking, verwonderlijk van rijkdom en moderniteit. En ook het wetenschappelijk en technisch personeel verdient den hoogsten lof.

Holland heeft hiermee een diepen, een zeer diepen indruk gemaakt: men heeft het recht trotsch te zijn en als voorbeeld genoemd te worden. Het Physiologisch Instituut is voor de specialisten een wonder van orde, organisatie, intelligente opstelling, oneindige vervolmaking van instrumenten en practische toepassing van hulpmiddelen.’

Studie aan Nederlandsche Hoogescholen.

Inlichtingen betreffende de studie aan Nederlandsche Hoogescholen worden kosteloos verstrekt door onderstaande commissie van Nederlandsche studenten:

Voor algemeene inlichtingen en tevens voor de Rijks-Universiteit te Leiden: A.H. Nooij van der Kolff, Oegstgeesterlaan 21;

voor de Gemeentelijke Universiteit te Amsterdam: mejuffr. M.J. Kuiper, 1e Helmersstraat 106;

voor de Vrije Universiteit te Amsterdam: J. Post, Heerenstraat 36;

voor de Rijks-Universiteit te Utrecht: H.E. Loen, Lange Nieuwstraat 73 bis; voor de Rijks-Universiteit te Groningen: H.H. Mallinckrodt, Praedeniussingel 37; voor de Technische Hoogeschool te Delft: A. Brzesowsky, Van Leeuwenhoeksingel 16;

voor de Rijks Hoogere Land-, Tuin- en Boschbouwschool te Wageningen: D. Burger, Hoogstr. 95;

voor de Rijks-Veeartsenijschool te Utrecht: P. de Jong, Weistraat 70.

Wij verwijzen ook naar de boekjes van den heer A. Welcker: ‘Het studeren van Zuid-Afrikaanders aan Nederlandse Universiteiten en aan de Rijks Inrichtingen voor Land-, Tuin- en Boschbouwonderwijs te Wageningen’ en ‘Verzameling van

onderwijsgidsen voor Zuid-Afrikaners’, beide reeksen uitgegeven door de Ned. Zuid-Afrikaansche Vereeniging, Keizersgracht 389, Amsterdam.

Vereenvoudigers-Arsenaal.

Onder dezen titel is bij de Hollandia-Drukkerij te Baarn een vlugschrift verschenen, waarin Dr. R.A. Kollewijn heeft bijeengebracht ‘een tamelijk volledig stel argumenten voor vereenvoudiging van onze spelling’.

‘'t Gebeurde al te dikwels dat wij, na een aantal bedenkingen van tegenstanders te hebben beantwoord, te horen kregen: Ja, dat is allemaal goed en wel, maar er zijn andere bezwaren... Werden die andere bezwaren weerlegd, dan kwam men aandragen met een derde groep. En hadden we die uit de weg geruimd, dan stond men weer klaar met de eerste. Het scheen daarom niet ongewenst dat al de gewone grieven tegen de Vereenvoudigde Schrijftaal eens bij elkaar werden geplaatst met een verdediging er bij.’

Hoewel Neerlandia zijn onzijdig standpunt handhaaft, vestigt het gaarne de aandacht op dit in geestigen gesprekvorm gestelde werkje, dat veel misverstand uit den weg kan ruimen en veel noodeloos twistgeschrijf kan voorkomen.

Ontvangen boeken:

In Zuid-Nederland tot aan de Belgische Omwenteling van 1830, door Prof. Paul Fredericq. Uitg. Kon. Academie van België. Brussel.

Twee en twintigste Jaarverslag der Ned. Kamer van Koophandel in Londen. J.H. de Bussy, Amsterdam.

De Voetbalzege Holland-Engeland, door Aug. Heyting. N.V. de Pers, Den Haag. Jaarverslag 1912/1913 Nationale Vereeniging voor den Volkszang.

Wie man in Holland reist. Verkeers-Bureau, Den Haag.

Een en ander uit de Geschiedenis der Nederlandsche Literatuur voor de Jeugd, door H.N. van Kalken. Uitg. Van der Linden, Brussel.

De Studie aan de Universiteit van Amsterdam. J. Clausen, Amsterdam.

Vergeet mij nietjes. Kinderliedjes van O.S. van der Veen, getoonzet door L. Blaauw Jr., P. Noordhoff, 1914, Groningen. Prijs f 0.45.

Catalogus van Wandkaarten en Wandplaten. P. Noordhoff, Groningen.

Verkrijgbaar

aan het Kantoor van het A.N.V., tegen inzending der prijzen: 1.50 gld. Oude jaargangen van Neerlandia 1900, 1901, 1902,

1905, 1906, 1909, 1910, 1911, 1912, 1913

0.10 gld. Propagandaboekje: Doel, Werking en Inrichting van

het A.N.V., door C. van Son

0.05 gld. bij ten minste 10 exempl.

0.15 gld. Rede Prof. G.J.P.J. Bolland: Het Nederlandsch als taal

0.10 gld. Een Schets van den Nederlandschen stam en van

Neêrlands plaats onder de Volken in het verleden en in het heden, door Fred. Oudschans Dentz, 32 blz.

0.10 gld. Lied van het Alg. Ned. Verbond, door Em. Hullebroeck

en Willem Gijssels

0.05 gld. bij ten minste 10 exempl.

0.10 gld. Het gebruik onzer taal in Ned. Indië, door Prof. Dr. H.

Kern

0.10 gld. De Ned. taal in Zuid-Afrika, door Prof. Dr. J. te Winkel

0.10 gld. De Toekomst van den Ned. Stam, door Prof. Paul

Fredericq

0.25 gld. Ambtelijke verslagen van Generaal J.H. de la Reij en

Generaal J.C. Smuts

0.25 gld. Een nieuw rapport van Generaal Smuts, Staatsprocureur,

aan Z.H.Ed. Staatspresident Kruger

1.00 gld. De afkomst der Boeren, door Dr. H.T. Colenbrander

0.55 gld. Tien Oude Ned. Liederen, bewerkt door Fl. v. Duyse,

2e druk, voor leden

1.00 gld. voor niet-leden

0.10 gld. Wat wil het A.N.V.?, door Prof. Dr. J. te Winkel

0.10 gld. Twee voordrachten over Zuid-Afrika, door Dr. H.J.

Kiewiet de Jonge

0.20 gld. Lijst van Nederlandsche Woorden ter vervanging van

op bureaux gebruikelijke vreemde termen, voorgesteld en aanbevolen door het A.N.V.

0.30 gld. Curaçao-nr 0.30 gld. De Ruijter-nr 0.30 gld. Batak-nr 0.30 gld. Aruba-nr 0.30 gld. Zuid-Afrika-nr 0.25 gld. De Regeering der Zuid-Afr. Republiek en het onderwijs

44

Ons propagandaboekje.

Lidmaatschap eener vereeniging veronderstelt natuurlijk instemming met haar beginselen en den wil om die mede te helpen verbreiden.

Maar hoevelen der meer dan 13000 leden van ons Verbond zijn daarvan overtuigd? Hoevelen overtuigden ook anderen?

Het is in onze dagen, waarin zoo herhaaldelijk een beroep wordt gedaan op medewerking voor verschillende mooie doeleinden zeker geen dankbare taak met beginselen te koop te loopen. Maar dat ontslaat onzen leden nog niet van den plicht de aandacht hunner omgeving te vestigen op het zoo bij uitstek nationaal en

veelomvattend streven van ons Verbond, dat terecht A l g e m e e n N e d e r l a n d s c h heet.

Wil men ontslagen zijn van de mondelinge overreding, dan kan men voor het minst nog-niet-aangeslotenen verzoeken ons propagandaboekje eens met belangstelling in te zien.

Kaartjes uit het Propagandaboekje van het Algemeen Nederlandsch Verbond.

Kort geleden is de d e r d e d r u k verschenen in handig zakformaat, een boekje van 24 bladz., dat met woord en beeld een beknopt overzicht geeft van doel, werking en inrichting van het A.N.V.

Wie daarin leest welke mannen in Noord en Zuid het Verbond hebben gesticht, wat het wil, waar het zijn vertakkingen heeft over de geheele wereld, wat het reeds tot stand bracht enz., kan niet achterblijven en zal ook zijn steentje, zij het slechts in den vorm van het minste lidmaatschap, willen bijdragen om mede het gebouw van den Nederlandschen Stam hecht en sterk te maken.

Natuurlijk zijn groote steenen nog meer welkom; want zonder een ruime beurs kan het Hoofdbestunr onmogelijk voldoen aan het veelvuldig b e r o e p , d a t meer en meer op het Verbond wordt gedaan ter behartiging der velerlei belangen van Nederlanders en stamverwanten over de geheele wereld.

Laten dan vele propagandaboekjes word e n a a n g e vraagd en mogen deze een flinken aanwas van 't ledental in 1914 ten gevolge hebben.

45

Nederlanders te Sydney.

Men schrijft ons uit Sydney:

‘Geen woorden maar daden’. Aldus hebben de Nederlanders te Sydney de historische Novembermaand gevierd met de feestelijke opening van het nieuwe lokaal der Vereeniging ‘Hollandia’ op Zaterdagavond 29 November.

Toen deze Vereeniging in September werd opgericht, scheen het eenigszins twijfelachtig of een eigen lokaal wel mogelijk was, doch met vereende krachten is dat doel nu dan toch bereikt, en hebben onze landgenooten hier thans een

gemeenschappelijk Tehuis. Een bewijs dat aan zulk een lokaal werkelijk behoefte was is het feit dat het ledental der jonge Vereeniging reeds tot 50 is gestegen.

Het lokaal is gunstig gelegen op de tweede verdieping van een nieuw gebouw in Oxford Street (in het midden der stad), met drie vensters aan de straat. Groot is het nog wel niet, doch voorloopig is het voldoende. Er wordt een leestafel en een Hollandsche boekerij ingericht, terwijl voorts gelegenheid bestaat tot dammen, schaken en andere spelen. Eens in de maand zullen gezellige bijeenkomsten worden gehouden, en dat hiertoe de krachten niet ontbreken bleek op den openingsavond. Nadat de aanwezigen waren verwelkomd door den president, den heer Van Dijk,

In document Neerlandia. Jaargang 18 · dbnl (pagina 119-152)