• No results found

2. Polderen met Kernwapens

2.5 Lubbers wordt minister-president

Hoewel Van Agt na zijn mislukte kabinetten gewoon lijstrekker bleef en het CDA door de kiezer bij de Tweede Kamerverkiezingen van 1982 niet zwaar werd afgestraft, besloot Van Agt zich vlak na de verkiezingen terug te trekken uit de landelijke politiek. Hij werd Commissaris van de Koningin in Noord-Brabant. Ruud Lubbers werd vervolgens naar voren geschoven als fractievoorzitter en beoogd premier.

Uiteindelijk werd het eerste kabinet- Lubbers gevormd. Ideologisch gezien was het een vervolg op het eerste kabinet- Van Agt. Vanwege de economische malaise en oplopende werkloosheid moest het kabinet-Lubbers grote bezuinigingsmaatregelen nemen op sociale uitkeringen andere overheidsuitgaven en lonen. Ondertussen moest ook het bedrijfsleven worden gestimuleerd en de werkgelegenheid bevorderd zonder daar grote uitgaven voor te doen. Deze lastige maatregelen waren in samenwerking met de VVD eenvoudiger te realiseren

dan met de PvdA. Het tegengeluid van de oppositie zou echter heviger worden, net als tijdens het kabinet Van Agt I. Dit zou ook gelden voor het moderniseringsbeleid van de kernwapens. Het was duidelijk dat tijdens deze kabinetsperiode op dit punt beslissingen moesten worden genomen en de Nederlandse regering heel moeilijk nog een keer uitstel kon vragen bij de

NAVO-partners. Tegelijkertijd bleef het dubbelbesluit een precaire kwestie, zeker binnen het

118 Zie: www.verkiezingsuitslagen.nl.

49

CDA en zijn achterban, waar nog lang niet iedereen voorstander was van de komst van de

kruisraketten.119

Het CDA leverde, behalve natuurlijk de minister-president, ook de minister van

Buitenlandse Zaken en de minister van Defensie. Hans van den Broek, die al in de kabinetten Van Agt II en III staatssecretaris van Buitenlandse Zaken was, werd gepromoveerd tot minister. De zeer ervaren CDA-bewindspersoon Job de Ruiter – minister van Justitie in de drie kabinetten van Agt – kreeg Defensie onder zijn hoede. Staatsrechtelijk is het gehele kabinet verantwoordelijk voor ieder kabinetsbesluit, de regering spreekt immers met één mond, maar in de praktijk waren het CDA’ers die op cruciale posities zaten wat betreft het beleid ten

aanzien van de kernwapens.120

Bij aanvang van het kabinet was dus duidelijk dat er beslissingen moesten worden genomen over het uitvoeren van het NAVO-dubbelbesluit. Wat deze beslissingen precies

zouden zijn, was afhankelijk van enerzijds de internationale ontwikkelingen en anderzijds het verloop van het debat in Nederland zelf. De internationale ontwikkelingen bestonden uit de onderhandelingen tussen de VS en de Sovjet-Unie over het verminderen van het aantal

kernwapens in Europa en daarnaast uit hoe de NAVO-landen hun beleid hier op wilden

aanpassen. Bij succesvolle afspraken over het ontmantelen van SS-20 raketten door de Sovjet-

Unie, zou voor de NAVO de druk op het plaatsen van kruisvluchtwapens met kernkoppen

afnemen. Het doel van het dubbelbesluit was immers door het plaatsen van kruisraketten de druk op de Sovjet-Unie op te voeren zodat de NAVO (d.w.z. de VS) bij onderhandelingen

sterker zou staan. Aan de andere kant was het kabinetsbeleid van Lubbers I afhankelijk van binnenlandse politieke ontwikkelingen die op hun beurt weer beïnvloed zouden worden door de actuele internationale ontwikkelingen.

In het hoofdstuk ‘Vrede en veiligheid’ van het concept-regeerakkoord van 19 oktober 1982 staat het voornemen om voor het begin van het parlementaire jaar 1983-1984 een defensienota te ontwikkelen:

[…] waarin een volledige uiteenzetting zal worden gegeven van de politiek en strategie van oorlogvoorkoming en verdediging en de daarmede samenhangende problematiek met betrekking tot de verhouding tussen de conventionele bewapening en de kernbewapening. De defensienota 1983 legt een gezonde basis voor een

119

Woltjer, Recent Verleden, 592-596

120

Zie: www.parlement.com, lemma Kabinet Lubbers I, te vinden op:

50

toereikende defensie-inspanning voor de jaren 1984/1993. In deze nota zal een visie op een samenhangend kernwapenbeleid worden ontwikkeld.121

Verderop in het regeerakkoord staat dat deze nota ‘het ijkpunt zal zijn voor een beslissing over al dan niet plaatsing van kernwapens in Nederland.’122

Het dubbelbesluit wordt specifiek genoemd in de nota, weliswaar niet met andere inzichten dan van de vorige kabinetten, maar het is duidelijk dat het kabinet dit traject wilde volgen en niet – anders dan de PvdA – unilateraal wilde afwijken van het afgesproken beleid.

Samengevat kan gesteld worden dat het kabinet Lubbers dus niet van plan was om gehaast beslissingen te nemen. Er werd met de mogelijkheid rekening gehouden dat tot plaatsing zou moeten worden overgegaan, maar zover was het nog niet. De onderhandelingen in Genève tussen de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie over de Intermediate-range Nuclear Forces (INF) – de middellange afstandsraketten die de Sovjet-Unie geplaatst had en die de

NAVO volgens het dubbelbesluit beloofde te gaan plaatsen over ontwapening, hadden prioriteit

en de Nederlandse regering verbond het Nederlandse beleid met de resultaten die daar zouden worden behaald.

Het dubbelbesluit van december 1979 is een feit en daarop zijn de onderhandelingen in Genève gebaseerd. Het welslagen van deze onderhandelingen vormt thans de centrale doelstelling. Daarom zal Nederland, zonder dat reeds nu een principebesluit tot al dan niet plaatsing van kruisraketten op zijn grondgebied wordt genomen, voorbereidingen treffen om de mogelijkheid van feitelijke plaatsing open te houden. Een regeringsbeslissing over de te nemen operationele maatregelen wordt niet uitgevoerd dan nadat is gebleken dat de Tweede Kamer in de gelegenheid is geweest zich daarover uit te spreken.123

Deze opstelling was al een voorbode van de wijze waarop (het kabinet-) Lubbers politieke ontwikkelingen in binnen- en buitenland aan elkaar verbond. Deze strategie, die in dit geval Lubbers vooral in Nederland een sterkere positie bezorgde, wordt beschreven in het reeds genoemde artikel van Robert Putnam: ‘Diplomacy and domestic politics: the logic of two-

121 Kamerstukken II (1982/1983), 17555, aldaar 12-88. 122 Ibidem. 123 Ibidem.

51

level games’.124 Hoewel de rol van Nederland bij deze onderhandelingen niet overschat moet worden – Nederland en andere West-Europese NAVO-landen benadrukten voornamelijk bij de VS hoezeer zij belang hechtten aan deze onderhandelingen – was het vooral dat de reikwijdte

van het Nederlandse beleid door deze strategie van Lubbers werd beperkt. Het gevolg hiervan was, zoals Putnam’s theorie beschrijft, het versterken van de positie van het kabinet wat betreft het moderniseringsbeleid.125

2.6 ‘Let them sweat first’126

In januari 1983 reisden premier Lubbers en minister van Buitenlandse Zaken Van den Broek af naar Washington. Doel van het bezoek was om kennis te maken met elkaar, maar ook om te overleggen over de plaatsing van de kruisraketten in West-Europa en in het bijzonder de 48 rakketten met kernlading die Nederland volgens het dubbelbesluit zou moeten stationeren.

De kwestie was in Nederland toen niet alleen meer in de politiek of bij de fanatieke tegenstanders een heet hangijzer, een groot deel van de Nederlandse bevolking had een mening over de kwestie en voor- en tegenstanders volgden de premier met argusogen. Lubbers had als fractievoorzitter, zoals al eerder beschreven, al wel met de politiek rond het dubbelbesluit te maken gehad en in de Nederlandse besluitvorming wel degelijk een belangrijke rol gespeeld, maar als premier werd zijn rol toch anders. Lubbers zou, dat wist hij, tijdens deze kabinetsperiode een beslissing moeten nemen. Peilen hoe de Amerikaanse president erover dacht en een band met de leider van het Vrije Westen opbouwen, was daar een niet onbelangrijk onderdeel van.

‘Let them sweat first’, vertrouwde Reagan de kersverse premier toe, doelende op de Russen en de te gebruiken onderhandelingstactiek. Op een goed moment tijdens het bezoek waren Reagan en Lubbers samen in de tuin van het Witte Huis, en daar zei Reagan tegen Lubbers: ‘Jij lijkt te denken dat ik van kernwapens houd. But I don’t like them at all. […] En nu vraag ik jou, Ruud, om mij te steunen bij deze aanpak. Maar weet dat mijn doel is om van alle atoomwapens af te komen.’ In hoeverre de Amerikaanse president dit meende, of goed begreep hoe hij Lubbers voor zich moest winnen, zullen we nooit weten, maar Lubbers was onder de indruk en geloofde de ontboezeming van Reagan onmiddellijk, zo verklaarde hij in

124

Putnam, ‘Diplomacy and domestic policy’.

125

Ibidem, 450-451.

126

Van Weezel en Alberts, ‘Lubbers’ stille strijd voor ontwapening’. ‘Let them sweat first’ is een uitspraak van Ronald Reagan tegen Ruud Lubbers over de onderhandelingen met de Russen.

52

een interview in Vrij Nederland.127 Reagan had dus aan de ene kant wel degelijk bezwaren tegen het verder opbouwen van een enorm kernwapenarsenaal, maar aan de andere kant was hij een zeer fel anticommunist die vond dat de Sovjet-Unie moest worden bestreden en de communistische invloed van de Sovjets ingedamd.128 Het beleid van de Amerikaanse regering was er daarom wel op gericht om het kernwapenarsenaal verder uit te bouwen en te verbeteren. De strategie achter het beleid was vergelijkbaar met die van het NAVO- dubbelbesluit, namelijk enerzijds het evenaren of voorbijstreven van de militaire macht van de Sovjet-Unie en anderzijds het afdwingen van onderhandelingen over het verkleinen van de arsenalen.129

In de Verenigde Staten ontstond net als in West-Europa weerstand tegen het ontwikkelen van nieuwe categorieën kernwapens, zeker toen in 1981 Reagan aankondigde de productie van de neutronenbom weer op te starten. Zo werd de Nuclear Weapons Freeze Campaign opgericht die ook bij de Democratische Partij steun vond. Als reactie daarop ontwikkelde de regering-Reagan beleid om de bevolking duidelijk te maken wat de achterliggende gedachte van de VS was. Op 17 april 1982 hield Reagan vanuit Camp David

een radiotoespraak:

Today, I know there are a great many people who are pointing to the unimaginable horror of nuclear war. I welcome that concern. Those who've governed America throughout the nuclear age and we who govern it today have had to recognize that a nuclear war cannot be won and must never be fought. So, to those who protest against nuclear war, I can only say, ‘I'm with you.' Like my predecessors, it is now my responsibility to do my utmost to prevent such a war. No one feels more than I the need for peace.130

Het ideaal van nucleaire ontwapening bleken Reagan en Lubbers dus – stiekem – te delen. In hoeverre ze ook dezelfde politiek zouden volgen om dichterbij hun ideaal te komen zou nog moeten blijken.

127

Ibidem.

128 Lawrence S. Wittner, ‘Reagan and Nuclear Disarmament’, Boston Review (april 2001). Te vinden op:

http://bostonreview.net/us/lawrence-s-wittner-reagan-and-nuclear-disarmament

129

Ibidem.

130

Ronald Reagan, ‘Radio Address to the Nation on Nuclear Weapons’ (april 1982), te vinden op: https://www.reaganlibrary.archives.gov/archives/speeches/1982/41782a.htm.

53

Het toekomstige kabinetsbeleid in Nederland werd in eerste instantie afhankelijk gemaakt van het al dan niet succesvol verlopen van de onderhandelingen met de Sovjet-Unie. De gesprekken in Genève tussen de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie over de Intermediate- range Nuclear Forces (INF) – de middellange afstandsraketten die de Sovjet-Unie geplaatst had en die de NAVO volgens het dubbelbesluit beloofde te gaan plaatsen – begonnen in november 1981. Een half jaar later, vanaf juni 1982 werd ook begonnen met START (Strategic Arms Reduction Treaty), bilaterale gesprekken over het afbouwen van de strategische kernwapenarsenalen van de twee supermachten.131

In november 1983 trok de Sovjet-Unie zich terug uit de onderhandelingen over het

INF-verdrag. Als reactie op het terugtrekken van de Russen uit deze onderhandelingen kwamen de ministers van Buitenlandse Zaken van de NAVO in december nog bijeen. Onder voorzitterschap van Joseph Luns (op dat moment ruim twaalf jaar secretaris-generaal van de

NAVO) kwam er een communiqué uit waarin werd geconcludeerd dat de NAVO-landen zich

zorgen maakten over de militaire opbouw van de Sovjet-Unie en dat het onacceptabel was dat de Sovjet-Unie de eigen veiligheid wilde baseren op een machtsoverwicht. Bovendien werd nogmaals onderstreept dat het NAVO-dubbelbesluit een machtsevenwicht en een vermindering

van het aantal middellangeafstandsraketten moest bewerkstelligen en zodoende de weg naar een vreedzaam Europa was.132

De INF-gesprekken werden overigens stilgelegd toen de Russen zich terugtrokken op

23 november 1983 als reactie op het arriveren van de eerste kruisraketten in het Verenigd Koninkrijk. Even later trok de Sovjet-Unie zich ook eenzijdig terug uit de START-

onderhandelingen. De directe oorzaak hiervan (althans volgens de Sovjet-Unie) waren de plannen van Reagan voor het Strategic Defense Initiative (SDI), beter bekend als Star Wars,

vernoemd naar de bekende films van George Lucas. Het SDI was een plan voor een raketschild dat vanuit de ruimte zou opereren en de VS onkwetsbaar moest maken voor vijandelijke raketten. Hoewel het slechts om een plan ging waarvan de haalbaarheid nog maar bewezen moest worden, zagen critici hierin een gevaar omdat dit het einde van het MAD- systeem zou bewerkstelligen.

131

‘NATO summary 1983’, te vinden op: http://www.nato.int/docu/update/80-89/1983e.htm.

132

‘North Atlantic Council Final Communiqué’ (december 1983) te vinden op: http://www.nato.int/docu/comm/49-95/c831209a.htm.

54

2.7 Defensienota 1984-1993

Aan de ene kant wilde Lubbers uiteindelijk de rol van de kernwapens verkleinen, in Nederland, in Europa en in de wereld. Tegelijkertijd werd het kabinet-Lubbers geconfronteerd met de ‘situatie op de grond’, de realiteit van de bewapening van de Sovjet-Unie, en de strategische noodzakelijkheid van een afschrikking die de West-Europese NAVO-landen en de

VS nog meer met elkaar verbond. Daarnaast zag Lubbers zich genoodzaakt een besluit te nemen over de uitvoering van het NAVO-dubbelbesluit. Na het eerdere uitstellen was het tegenover de andere bondgenoten niet langer te verdedigen opnieuw om uitstel te vragen.

Zoals in de regeringsverklaring in 1982 door het kabinet-Lubbers was beloofd, kwam in november 1983 de defensienota 1984-1993 uit.133 Dat was later dan oorspronkelijk gepland vanwege een conflict tussen de twee CDA-ministers Van den Broek van Buitenlandse Zaken

en De Ruiter van Defensie. Naast het plaatsingsbesluit van de kruisraketten speelde zijdelings in de discussie over kernwapens de vraag hoe en of Nederland de andere nucleaire taken van de NAVO moest verminderen. De Ruiter, die vooral steun vond aan de linkerkant van de CDA-

fractie, was voor vermindering daarvan, terwijl Van den Broek niets wilde weten van deze plannen vóór er een besluit genomen was over de plaatsing van kruisraketten.134 Hierop greep Lubbers in en hij wist zijn twee partijgenoten weer op één lijn te krijgen: het kabinet zou niets besluiten over de status van de nucleaire taken van de Nederlandse krijgsmacht totdat er duidelijkheid was over het Nederlandse beleid over de kruisraketten. Hoewel Job de Ruiter uiteindelijk gewoon in zou stemmen met de uitvoering van het NAVO-dubbelbesluit en de

plaatsing van kruisraketten zou verdedigen, werd het door sommigen gezien als opmerkelijk dat iemand die zich op de linkerflank van het CDA bevond, minister van Defensie werd

gemaakt. Hans Gualthérie van Weezel, op dat moment Kamerlid namens het CDA, zei daar later over dat de benoeming van De Ruiter een ‘typisch voorbeeld was van Lubbers’ onnavolgbare werkwijze: ‘Dat was voor mij een signaal dat Lubbers op termijn tot plaatsing van de kruisraketten zou overgaan. Want Lubbers deed altijd rechtse dingen met linkse mensen en linkse dingen met rechtse mensen.’135

Lubbers zei hier zelf later over:

133

Kamerstukken II (1983/1984), 18.169, aldaar 1-44.

134

Bloem, Nederland en de kernwapens, 164.

135

Gualthérie van Weezel, Rechts door het midden; Kees Versteegh, ‘Lubbers heeft in ogen van echte Atlantici nooit gedeugd’, NRC Handelsblad, 3 november 1995.

55

Vanaf de dag dat ik Dries van Agt opvolgde in 1982 was het mij duidelijk dat het land én het CDA zeer verdeeld waren over het al of niet plaatsen van kruisvluchtwapens. Dat was ook de reden om bij de kabinetsformatie naast Hans van den Broek als minister van Buitenlandse Zaken te gaan voor Job de Ruiter op Defensie. Met deze voortreffelijke jurist, ook bekend om zijn empathie voor ethiek, bevorderde ik uitzicht op een breed gedragen oplossing.136

Het uiteindelijke besluit over de plaatsing van kruisraketten zou pas op 1 november 1985 worden genomen en werd dus over de defensienota heen getild. Wel stonden er in de Defensienota 1984-1993 verschillende gedachten die inspeelden op het aanstaande besluit en een goed overzicht geven van de ideeën over kernbewapening en militaire strategie van het kabinet Lubbers. In de Defensienota stond dat het stabiliseren van een nucleair evenwicht tussen Oost en West op een zo laag mogelijk niveau het streven moest zijn. De regering aanvaardde dus als voorheen de politiek-strategische rol van kernwapens.137

Daarnaast benadrukte de Defensienota 1984-1993 de strategie van de NAVO. In het

kort staat daarover:

De tegenstander moet worden duidelijk gemaakt dat de NAVO bereid en in staat is een doeltreffend militair antwoord op ieder niveau te geven. Ieder gewin dat de tegenstander mocht hopen te behalen moet worden teniet gedaan door het risico van een voor hem onaanvaardbare mate van verwoesting. Daarbij blijft het doel steeds het conflict zo snel mogelijk te beëindigen.138

Uit dit citaat blijkt dat Nederland met het kabinet-Lubbers, zoals te verwachten was, geen andere ideeën over militaire strategie ontwikkelde en voorstander bleef van de nucleaire defensie van West-Europa. De Defensienota voerde daarvoor een drietal redenen aan: de aanwezigheid van kernwapens is op korte termijn niet te beëindigen, kernwapens hebben een afschrikwekkende werking en voorkomen oorlogen en tot slot zijn er voor de nucleaire afschrikking geen conventionele alternatieven.139

136 Ruud Lubbers, ‘Eenheid in mijn land en eenheid in mijn partij’, in: Thijs van Veghel, ‘Bijzondere momenten in

35 jaar CDA’ (2015), aldaar 32-33.

137

Defensienota 1984-1993 vergaderjaar 1983-1984 nr. 18 169, aldaar 40.

138

Ibidem, 48.

56