• No results found

De lesmethode van Lobke Neggers

In document Scriptie (pagina 67-71)

Een vergelijking van mijn lesmethode met de lesmethode van Wendy Ewald

3.2 De lesmethode van Lobke Neggers

Mijn methode bestaat uit een les- en werkboek. Deze dienen als uitgangspunt voor fotografie- projecten op scholen. Waar het mij om gaat, is de kinderen kennis bij te brengen op fotografisch gebied. Dat gebied is heel breed. Het loopt van de geschiedenis van fotografie tot een uitleg over de werking van een camera. En van een beschrijving van portretfotografie tot het afdrukken van een foto.

Ik heb aan de hand van mijn lesboek, les gegeven aan dertig kinderen, in de leeftijd van zes tot en met acht jaar. De kinderen zaten in dezelfde klas.

Voordat ik op de lessen in ga, zal ik kort iets over de school vertellen. De school waar ik les gege- ven heb, is een openbare jenaplan school, gelegen in een Brabants dorp.

Jenaplan houdt in dat elk kind als uniek gezien wordt en daarom ook het recht heeft een eigen identiteit te ontwikkelen waarbij ras, nationaliteit, geslacht, sociaal milieu, seksuele geaard- heid, religie, levensbeschouwing of handicap geen verschil uitmaken. Iedereen is welkom op deze school.

De kinderen wordt onder meer geleerd dat ze respect dienen te hebben voor alles en iedereen om zich heen. Binnen de lessen wordt elk kind op zijn eigen niveau ondersteund door de docenten. Ook wordt er met hetrogene groepen gewerkt, zodat kinderen ook een en ander van elkaar kun- nen leren.

De kinderen die samen met mij aan het project gewerkt hebben, zijn dus uit verschillende lagen van de bevolking afkomstig en kennen daarnaast verschillende nationaliteiten en religies. De eerste les heb ik de kinderen een aantal foto’s voorgelegd met de vraag of ze hun mening over deze beelden wilden geven. In de eerste plaats ging het er mij om, te weten te komen, op welke wijze kinderen naar een foto kijken. Daarnaast vind ik het belangrijk dat kinderen zich bewust worden van de werking en betekenis van beelden. Vandaar ook dat ik ze vraag de foto’s op een aandachtige wijze te bekijken.

Het formuleren van een mening is overigens niet alleen binnen deze opdracht functioneel. Het is een training op het gebied van sociale en communicatieve vaardigheden die ook in het dagelijkse leven goed van pas kunnen komen.

In de andere lessen heb ik de kinderen uitleg gegeven over de werking van een camera en heb ik ze verteld waar ze op moeten letten als ze zelf foto‘s gaan maken. Die lessen waren gericht op de praktijk. Als afsluiting van de theorielessen heb ik de kinderen een wegwerpcamera gegeven, waarmee ze in staat gesteld werden zelf foto’s te gaan maken.

In het werkboek wordt deze les overigens nog uitgebreid met opdrachten waarin de kinderen le- ren rolletjes te ontwikkelen en foto’s af te drukken. Deze onderdelen heb ik binnen de praktijkles noodgedwongen achterwege moeten laten, omdat ik er simpelweg de middelen en de ruimte niet voor had. Om de kinderen zelf te laten ontwikkelen en afdrukken, had ik gebruik moeten maken van zwart-wit rolletjes. Aangezien deze niet in een wegwerpcamera zitten, zou dat betekenen dat ik ook voor een aantal analoge fototoestellen moest zorgen. En daar kon ik niet over beschik- ken. Ik heb zelf maar één fototoestel en de ouders lenen liever niet hun camera uit. Ik heb de kinderen wel uitgelegd hoe je een rolletje ontwikkelt en een foto afdrukt, maar kon het helaas niet in de praktijk uitvoeren.

Het ontbrak me echter niet alleen aan middelen, ook de ruimte was beperkt. Binnen de reguliere lesuren was er één middag in de week ruimte om aan het project te werken. Van die lessen vielen er ook een aantal af omdat de kinderen andere taken hadden. Om de kinderen toch -ondanks de beperkte middelen en tijd- de mogelijkheid te bieden zelf te fotograferen, zijn wegwerpcamera’s op zo’n moment de meest ideale uitkomst. Vandaar dat ik ze op pad heb gestuurd met een weg- werpcamera.

De kinderen hebben zowel thuis, als in de les foto’s gemaakt. Thuis was de opdracht foto’s te maken van hun leven, daar hoorden in ieder geval ook een of meer familiefoto’s bij. Voor de kinderen is het woord familie heel breed, ook huisdieren en knuffels zijn familie. Maar hierover heb ik al eerder een en ander ge- schreven. Binnen de les was de opdracht foto’s van elkaar te maken. Per tafelgroepje kregen de kinderen een fototoestel en mochten ze elk één of meerdere foto’s maken van hun groepje. De manier waarop ze dat vorm wilden geven, was hun eigen keuze.

Op het moment dat de rolletjes vol waren, Iris van Straalen: ‘Jasmijn in bad met Virge’

heb ik de camera’s ingenomen en deze naar de fotograaf gebracht.

68

Toen de foto’s afgedrukt waren, heb ik deze mee naar school genomen. Samen met de kinderen heb ik de foto’s besproken. Ik heb uitgelegd waarom sommige foto’s niet goed gelukt waren. Om een voorbeeld te noemen: een groot aantal kinderen had een onderbelichte foto gemaakt. Aan de hand van zo’n onderbelichte foto, heb ik uitgelegd wat er bij het fotograferen fout gegaan is. Daarna heb ik de kinderen verteld waar ze in het vervolg op moeten letten om onderbelichting te voorkomen.

Het tweede deel van deze les bestond uit een toelichting van de slotopdracht waarbij de kinderen een fototentoonstelling in gingen richten. Elk kind ontfermde zich over zijn eigen foto’s en zorgde ervoor dat deze op een mooie manier gepresenteerd werden. Voorwaarde was wel, dat alle kinderen een soortgelijk papier als achtergrond gebruikte, zodat er een eenheid in het geheel bleef bestaan. Daarnaast heb ik de kinderen gevraagd de foto’s te voorzien van een bijschrift. Dit om de toeschouwers enige

Wessel’s broertje en moeder uitleg te geven over datgene wat er ge-

fotografeerd was. Als laatste werden er door de kinderen uitnodigingen en affiches gemaakt. De voorbereiding van de tentoonstelling heeft uiteindelijk een week in beslag genomen.

70

In document Scriptie (pagina 67-71)