• No results found

De foto’s van de kinderen

In document Scriptie (pagina 57-61)

22 Ook bij deze foto’s kun je wat betreft het commentaar twee kanten op.

2.9 De foto’s van de kinderen

De kinderen hebben met veel enthousiasme foto’s gemaakt. Dat enthousiasme heeft ook door- gewerkt in de foto’s zelf. Ik vind namelijk dat ze erg hun best gedaan hebben om tot een goed resultaat te komen. Er was niemand waarvan ik dacht: die heeft zich er even snel vanaf gemaakt. Je kan zien dat de kinderen geprobeerd hebben het onderwerp zo goed mogelijk in beeld te bren- gen. De compositie en de belichting waren niet altijd helemaal juist, maar over het algemeen zijn de beelden goed gelukt. Er was slechts een kind, waarvan de foto’s allemaal te donker waren, de rest had op zijn minst één goed gelukte foto in hun reeks zitten. We mogen echter ook niet verge- ten dat de meeste kinderen nog nooit op deze wijze met fotografi e bezig zijn geweest. Misschien ook zelden een fototoestel vastgehouden hebben. Het is dus een heel nieuwe ervaring voor ze. Daarnaast heb je ook te maken met kinderen die net van de kleuterschool af komen. En wanneer je die twee punten in je achterhoofd houdt, vind ik het resultaat echt niet slecht.

Wanneer je de ‘mislukte’ foto’s bekijkt, is er wel één lijn in fouten te trekken. Ik vind het overi- gens moeilijk om over mislukt te spreken, omdat de kinderen erg hun best gedaan hebben en een aantal fouten ook heel moeilijk te voorkomen waren. Denk hierbij aan de onderbelichte foto’s. Een aantal foto’s zijn namelijk niet goed gelukt omdat de ruimte te donker was. Als kinderen een ruimte zelf niet als donker ervaren, kan deze voor het fotograferen wel te donker zijn. Dat is voor hen moeilijk om vast te stellen. Vooral ook omdat ze sterk visueel ingesteld zijn. Zij ervaren de ruimte zelf niet als donker, dus is hun

conclusie dat deze ook niet te donker is voor een foto. Zo eenvoudig ligt dat natuurlijk niet. Een meisje zei het zelfs letterlijk tegen mij. Ze vroeg me of ik nog een foto van haar in mijn bezit had, want ze miste er een. Ik vertelde haar dat de foto te donker was, en dat deze daarom niet afgedrukt was door de centrale. Waarop zij zei: ‘Oh, dat is raar. Het was helemaal niet donker toen ik deze foto maakte. Er brandde licht.’

Een andere ‘fout’ was, dat de foto niet altijd goed gekaderd was, waardoor een groepje kinde- ren maar half in beeld stond bijvoorbeeld. Maar ik denk dat ik daar wel een verklaring voor kan geven. Het viel mij namelijk op dat een aantal kinderen tijdens het fotograferen regelmatig over het fototoestel heen keken. Daardoor bewogen ze het toestel. Vervolgens kwam het nog al eens voor dat een aantal kinderen vergaten te controleren of het onderwerp nog goed in beeld stond en toch gewoon op de ontspanknop drukten.

Waarschijnlijk is dat dan ook de reden dat het onderwerp niet altijd op de juiste wijze in beeld stond. Ze hadden niet in de gaten dat het fototoestel bewogen was, en het beeld er mogelijk niet meer uit zag zoals ze het van tevoren hadden vastgesteld. Daar- naast kon deze beweging ook nog wel eens leiden tot bewegingsonscherpte.

een voorbeeld van een foto waarbij de maker niet meer in de gaten hield hoe het beeld eruit zag

Bovendien waren de kinderen het ook niet gewend om door een fototoestel heen te kijken. En dan valt het niet mee om dit te doen. Door een kader kijken is toch een heel andere ervaring dan gewoon (zonder fototoestel) om je heen kijken.

Over het algemeen waren de foto’s echter goed geproportio- neerd. Het onderwerp werd goed in beeld gebracht en grove afsnijdingen werden er niet gemaakt. Ook het aantal foto’s waarbij sprake was van bewegingsonscherpte was beperkt. Vaker gebeurde het dat er vingers voor de lens gehouden werden.

Maar eigenlijk hadden deze ‘fouten’ ook wel hun charmes. Het maakte de foto’s toch wat speelser en ongebonden.

58

Wat me wel opviel was dat de kinderen een aantal theoretische aspecten die ik in de les had toe- gelicht, niet in acht genomen hadden. Een goed voorbeeld is het fotograferen in een spiegel. Tij- dens de les droeg een kind het voorbeeld aan om een zelfportret in een spiegel te maken. Op zich een goed idee, maar niet uitvoerbaar met een camera met flits. Ik heb aan de kinderen uitgelegd dat dit niet mogelijk is omdat de toestellen

een flits hebben. Daarnaast heb ik ook

uitgelegd wat er gebeurt als je op deze wijze een foto maakt. Echter, toen ik de foto’s zag, waren er heel veel kinderen die toch nog via een spiegel een foto van zichzelf hebben willen maken.

een portret in de spiegel

Ook over bewegingsonscherpte heb ik het gehad. Ik heb de kinderen voorbeelden van bewogen foto’s getoond en verteld dat hun onderwerp stil moet blijven zitten, en dat ze zelf de camera stil moeten houden tijdens het fotograferen. De kinderen hebben hun uiterste best gedaan de camera stil te houden, maar het lukte niet altijd even goed. Ik heb gezien dat het voor kinderen in het algemeen heel lastig is een voorwerp stil te houden. Ze doen heel erg hun best, maar vaak maken ze toch een heel minieme be-

een bewogen foto weging met hun hand. Deze minieme be-

weging is echter bij een camera al genoeg om bewegingsonscherpte te krijgen. Met betrekking tot de bewegingsonscherpte kan ik me voor- stellen dat de kinderen dit niet altijd in de hand hebben. En dat dit onbewust niet in acht is genomen.

Maar over de zelfportretten in de spiegel was ik wel verbaasd. Vooral ook omdat we het er zo uitgebreid over gehad hebben in de klas. De kinderen zaten op dat moment ook niet met elkaar te kletsen, waardoor ze de uitleg gemist kunnen hebben. Ze waren juist heel stil.

Ik vroeg me af, of mijn uitleg wellicht niet duidelijk genoeg geweest was. Tijdens de uitreiking van de foto’s, ben ik op dit punt teruggekomen. Ik heb de kinderen verteld dat het me opgeval- len was dat er een aantal kinderen toch nog een foto in de spiegel hebben gemaakt, ondanks mijn uitleg. Op dat moment vielen een aantal kinderen me in de reden. Zij vertelden aan de andere kinderen dat we het daar inderdaad over gehad hadden en konden ook perfect omschrijven wat er gebeurt als je een foto in een spiegel maakt. Hieruit bleek dat mijn uitleg dus wel goed geweest was. Een aantal kinderen heeft deze uitleg simpelweg vergeten op het moment van fotograferen, want nu we het er in de klas over hadden, herinnerden ze zich de uitleg wel weer.

Dit waren eigenlijk de meest opvallende zaken die als ‘kritiek’ op de foto’s gegeven konden wor- den. Maar eigenlijk vind ik niet dat je echt van kritiek kunt spreken. Behalve dan bij ‘het spiegel- verhaal’. Dat vind ik dan nog het meest een punt van kritiek, aangezien ik het hier uitgebreid met de kinderen over gehad heb. Van de andere punten, zoals de onderbelichting en bewegingson- scherpte, vind ik dat niet omdat het dingen zijn die de kinderen moeilijk in kunnen schatten. Wat voor hen licht is, is voor een foto misschien donker. En een bepaalde beweging registreren zij wel- licht niet als beweging, maar de camera wel. Daardoor wordt het voor de kinderen heel moeilijk om hier op te letten. Dat in tegenstelling tot het fotograferen in de spiegel, dat is gewoon een regeltje dat ze in hun hoofd moeten houden.

60

In document Scriptie (pagina 57-61)