• No results found

Landschapsarchitecten en bouwmeesters

In document Oranjerie van Beerschoten (pagina 49-52)

3 Beerschoten en zijn oranjerie

3.4 Wie was de architect?

3.4.1 Landschapsarchitecten en bouwmeesters

De landschapsarchitecten die beschreven worden, zijn: J.D. Zocher jr, N.J. Kamperdijk, H. & S.A. van Lunteren en H.Copijn. Dit waren indertijd bekende tuin(architecten) die engelse

landschapstuinen aanlegden in de omgeving van Utrecht. J.D. Zocher jr. was ook landelijk bekend en was daarom de meest bekende van deze architecten. Tevens komt hij het meeste in aanmerking als architect van de oranjerie.

Afstudeer scriptie f Dennis Elbersen Oranjerie van Beerschoten Jitse de Hoogh

3.4.1.1 J.D. Zocher jr.

Johan David Zocher Junior (1791-1870) was een afstammeling uit een vermaard geslacht van tuinarchitecten. De ontwerpen van zijn vader Johan David senior, zijn broer Carl Georg en zijn zoon Louis Paul Zocher genoten landelijke faam. Hijzelf verwierf tevens bekendheid als architect. Op achttienjarige leeftijd won hij Prix de Paris, een jaarlijks terugkerende prijsvraag uitgeschreven door koning lodewijk Napoleon voor jonge getalenteerde kunstenaars. Als winnaar kon hij als ‘pensionaire’ gaan studeren aan de ‘Ecole dezs Beaux Arts’ in Parijs. Hier won hij de door deze school uitgeschreven ‘Prix de Rome’ die hem in de gelegenheid stelde aansluitend in Rome te gaan studeren. Omstreeks 1815 keerde hij terug in Nederland om zich in 1817 voorgoed in Haarlem te vestigen, waar hij de vervallen kwekerij Rozenhagen van zijn vader overnam. In 1817 werd hij ook benoemd tot architect van Soestdijk, als opvolger van zijn aldaar overleden vader. Dat Zocher jr. een gevierd en hoog gewaardeerd architect en tuinarchitect was, bewijzen zijn lidmaatschappen van diverse instellingen zoals de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten te Amsterdam, het Koninklijke instituut, de latere Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen, het Royal Institute of British Architects, het Genootschap Kunsten en Wetenschappen te Utrecht en zijn benoeming tot Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw (in 1845). J.D.Zocher jr., was gefascineerd geraakt door de zogeheten Engelse landschapsstijl, die in de tweede helft van de 18de eeuw in Groot-Brittannië was opgekomen. Langzamerhand ging de familie Zocher over op de zogeheten 'late landschapsstijl', die soberder en vloeiender van lijn was, zonder kunstmatige 'stemmingselementen' als ruïnes of tempeltjes. Door hun werkzaamheden bij het naar de laatste mode herinrichten van de in geometrische barokstijl aangelegde buitenplaatsen en parken brachten zij de 'late landschapsstijl' in Nederland tot verdere ontwikkeling en tot grote bloei.

Daarbij probeerden zij hun ontwerpen steeds in overeenstemming te brengen met de landschappelijke omgeving en de grondsoort ter plaatse. De door hen aangelegde tuinen sluiten hierdoor goed aan bij de omringende akkers en bospercelen. Veel tuinen en parken werden door de Zochers aangelegd tussen Haarlem en Den Haag, in Utrecht en Doorn, in het Gooi en op de Veluwe. In Haarlem, Utrecht en Amersfoort waren zij bovendien betrokken bij het herscheppen van de geslechte bolwerken in fraaie wandeldreven. Vanaf ongeveer 1855 beperkte vader J.D. Zocher jr. (inmiddels 65 jaar oud) zich tot het ontwerpen van de tuinen, terwijl zijn zoon Louis Paul zich belastte met de vermoeiende reizen om toezicht te houden op de werkzaamheden ter plaatse. In 1864 ontvingen zij de opdracht om een aanvankelijk acht hectaren groot rij- en wandelpark ten zuiden van Amsterdam te ontwerpen, dat later de naam Vondelpark

zou krijgen.34

Afbeelding 3-26 Portret van J.D. Zocher jr. uit het boek “De architectuur als sieraad van de natuur.’’(ca 1830, door I. Wouter Mol)

Afstudeer scriptie f Dennis Elbersen Oranjerie van Beerschoten Jitse de Hoogh

3.4.1.2 N. J. Kamperdijk (1815-1887)

De Utrechtse architect Nicolaas J.Kamperdijk werd geboren op 3 maart 1815 te Utrecht. Hij werd waarschijnlijk ziek rond 1878, waardoor hij zijn beroep niet meer kon uitoefenen, en hij overleed te Voorburg, op 8 februari 1887. Kamperdijk volgde particuliere lessen bij de, destijds bekende, Utrechtse architect C. Kramm en waarschijnlijk was hij later ook enige tijd in dienst bij de Utrechtse tuinarchitect S.A van Lunteren. Hij was waarschijnlijk lid van de gemeenteraad van Utrecht. Kamperdijk was als architect actief vanaf rond 1840 tot ca. 1872. In de jaren dertig bouwde hij twee kerken in neogotische stijl, waarvan de Hervormde kerk te Zeist de meest bekende is. Later ontwierp Kamperdijk veel in neoclassicistische stijl, waarvan zijn stationsontwerpen het beste voorbeeld zijn. In 1863 ontwierp hij drie klassen standaardstations in classicistische stijl voor de spoorlijn tussen Utrecht en Zwolle en later de stations van Zwolle en Dordrecht. Kamperdijk was ook als restauratiearchitect werkzaam. Hij was opzichter bij de herstelwerkzaamheden aan Utrechtse Dom van rond 1840 tot 1875. Rond 1860 bracht hij advies uit over het herstel van een aantal kerken, waaronder de Catharijnekerk te Utrecht. Of Kamperdijk daadwerkelijk als landschapsarchitect werkzaam was is nooit duidelijk geweest. Kamperdijk lijkt dus een typisch negentiende-eeuwse architect geweest te zijn waarvan geen vernieuwende opvattingen of werken bekend zijn. Er is echter nog geen echt archiefonderzoek naar Kamperdijk of zijn ontwerpen gedaan. Wellicht dat zo'n onderzoek meer interessante informatie oplevert, bijvoorbeeld over de aard van zijn opleiding, zijn werk als landschapsarchitect en zijn samenwerking met Van

Lunteren.35

3.4.1.3 H. van Lunteren en S.A. Van Lunteren

Hendrik van Lunteren werd op 3 september 1780 geboren en op 15 oktober 1780 gedoopt te Doorn. Er zijn geen gegevens bekend omtrent zijn ouders en zijn vroege jaren. Waarschijnlijk kwam hij rond 1795 te werken als tuinjongen op Schoonoord, gelegen bij Doorn. De eigenaar van de buitenplaats Schoonoord, Mr. H. Swellengrebel, stelde hem door een legaat in staat zich verder te bekwamen in de tuinarchitectuur. In het jaar 1806 vestigde Van Lunteren zich in Utrecht en gaf als beroep architect en boomkweker op. Kort na 1806 vertoefde Van Lunteren `ter vermeerdering zijner wetenschappelijke kennis der horticultuur en ter vorming van zijner smaak in het aanleggen van buitengoederen' een jaar in Engeland. In 1810 opende Hendrik van Lunteren samen met een zekere D. van Lunteren (het is onduidelijk of het hier zijn vader betreft of een broer) een kwekerij in Utrecht aan de Servetsteeg te Utrecht, 'Flora's Hof' geheten. Deze kwekerij lag op de voormalige bisschopshof te Utrecht. Uit het huwelijk met zijn vrouw Maria Estopey kreeg Van Lunteren één zoon Samuel Adrianus van Lunteren (1813-1877). S.A. van Lunteren werd evenals zijn vader (tuin)architect. Bij hem lag echter het accent op de architectuur, waarbij hij in vele gevallen ook de tuinaanleg ontwierp. Samuel ontwierp behalve landhuizen ook enkele serres van Artis en de ijskelder van Soestdijk. De kwekerij van zijn vader zette Samuel voort onder de naam H. van Lunteren en Zoon. Hendrik van Lunteren overleed op 18 mei 1848 te Utrecht. Naar alle waarschijnlijkheid zullen de ontwerpen van Hendrik van Lunteren en zijn smaak op het gebied van de (tuin)architectuur georiënteerd zijn op Engelse voorbeelden, daarnaast mogelijk zelfs op Engelse tuintheoretische geschriften. Het feit dat er tot nu toe nog maar weinig ontwerpen van zijn hand zijn gevonden, maakt dat een werkelijke analytische beschrijving van zijn ontwerpen nog

Afstudeer scriptie f Dennis Elbersen Oranjerie van Beerschoten Jitse de Hoogh

3.4.1.4 H. Copijn

Hendrik Copijn werd geboren in 1842 als zoon van Jan Copijn, boomkweker en architect. De kwekerij van vader deed belangrijke leveringen aan buitenplaatsen langs de Utrechtse Heuvelrug en ook aan de bekende tuinarchitect J.D. Zocher jr. Vanaf omstreeks 1885 ging Copijn met zijn halfbroer, de boomkweker P.G. Copijn, een compagnonschap aan onder de naam Gebroeders Copijn. Hendrik Copijn trad in dit duo op als tuinarchitect terwijl P.G. Copijn de bomen leverde. Vanaf 1900 werkte H. Copijn samen met zijn zoon L.W. Copijn in de firma H. Copijn en Zoon. Veel buitenplaatsen langs de Utrechtse Heuvelrug en de Zuidelijke Veluwezoom werden door H. Copijn ontworpen, aangelegd of gereorganiseerd. Zijn favoriete stijl was de late landschapstijl. Maar Copijn maakte ook moderne ontwerpen in gemengde stijl en in

eclectische stijl.37

Afbeelding 3-27 Hendrik copijn (afb. uit Gids voor de Nederlandse tuinarchitectuur)

In document Oranjerie van Beerschoten (pagina 49-52)