• No results found

6 Landbouwverbreding en dienstverlening, als volwaardige activiteit in land en tuinbouw, zal verder ondersteund en gestimu

-leerd worden.

Landbouwverbreding en dienstverlening omvatten een ruime waaier aan activiteiten:

I hoeveproducten;

I bezoekboerderijen en educatieve boerderijen;

I hoevetoerisme en –recreatie;

I groene diensten (bv. onderhoud van landschap en behoud van biodiversiteit);

I blauwe diensten (waterbeheer en –kwaliteit);

I rode diensten (energieproductie);

I gele diensten (sociale en recreatieve diensten, o.a. zorgboerderijen);

I enzovoort.

Belangrijk bij dit thema en de voorbeelden is dat al deze activiteiten verbonden zijn aan de land- of tuinbouwactiviteit. Dit zal ook een kernelement zijn in de provinciale werking bin-nen deze actie.

In West-Vlaanderen blijkt 18 % van de land- en tuinbouwers aan landbouwverbreding te doen en/of leveren ze bepaalde diensten. De meest voorkomende vormen zijn natuurbe-heer, verkoop en verwerking op de hoeve van groenten en fruit, hoeveverkoop en -verwer-king zuivel en dagrecreatie. Een groot aantal bedrijven combineert de verschillende vormen van verbreding. Hierbij onderscheiden we marktgerichte en niet-marktgerichte verbreding.

Met de eerste vorm realiseert de land- of tuinbouwer een bijkomend inkomen uit de markt.

100

De initiatieven rond landbouwverbreding bieden vaak een antwoord op een maatschappelij-ke vraag naar nieuwe producten en diensten. Onder impuls van het Europees en Vlaams beleid maar ook door de provinciale ondersteuning, krijgen dergelijke activiteiten meer mogelijkheden.

Landbouwverbreding richt zich bij uitstek op lokale markten. Bovendien maakt landbouw-verbreding niet alleen gebruik van het potentieel van de land- en tuinbouw zelf, maar ook heel vaak van de omgevingsfactoren. Voorbeelden hiervan zijn de extra mogelijkheden voor verblijfstoerisme in de omgeving van de kust, afzetmogelijkheden voor hoeveproducten nabij grotere stedelijke centra, waarde van een mooi landschap. Landbouw nabij stedelijke centra dreigt enerzijds in de verdrukking te komen, anderzijds zijn er daar meer mogelijk-heden voor verbreding en dienstverlening. Het beleid in zake landbouwverbreding zal dan ook rekening moeten houden met deze regiospecifieke elementen.

In de provinciale werking rond landbouwverbreding zal er bijzondere aandacht gaan naar:

innovatie en het verhogen van de kwaliteit, het stimuleren van samenwerking tussen land-bouwers onderling, samenwerking met andere maatschappelijke sectoren en het leveren van beleidsvoorbereidend werk.

6.1 Een cel Landbouwverbreding

Vandaag zijn er reeds een aantal provinciale medewerkers actief rond verbreding. Zij vor-men de huidige cel Landbouwverbreding. Deze medewerkers kovor-men savor-men in de regionale landbouwteams, gekoppeld aan de gebiedswerking landbouw. Deze werking gebeurt echter met projectmiddelen. Na afloop van de verschillende projecten zal het noodzakelijk zijn om een cel Landbouwverbreding structureel te verankeren. Deze basisverankering is toch wel een noodzaak. Een eerste aanzet daartoe zal gegeven worden door het heroriënteren van een functie binnen het wetenschappelijk kader van het POVLT naar verbreding en innovatie.

De cel Landbouwverbreding is de uitwerking van een actie uit het ‘Navigatieplan voor een vitaal West-Vlaams platteland’. Deze cel zal instaan voor:

I onderzoek naar deze nieuwe vormen van landbouw;

I advisering op bedrijfsniveau;

I vorming;

I stimuleren van de samenwerking tussen land- en tuinbouwers onderling, maar ook met andere maatschappelijke actoren;

I organisatie van platforms voor uitwisseling van ervaringen, ideeën, technieken…

I begeleiding inzake kwaliteit;

I promotie van het aanbod;

Er zal werk geleverd worden op de volgende terreinen: algemene landbouwverbreding, toe-ristisch-recreatieve verbreding, hoeveproducten, groene zorg, groene verbreding.

De werking van deze cel zal nauw aansluiten bij de werking rond innovatie, maar ook bij landbouweducatie. De koppeling met de gebiedsgerichte werking moet verzekerd blijven, enerzijds vanwege de lopende initiatieven bij de gebiedswerking en anderzijds omdat heel veel landbouwverbreding een duidelijke regiospecifieke invulling krijgt. De gebiedswerking

landbouw zal de cel Landbouwverbreding ook in de toekomst mee blijven aansturen. 101

6.2 Netwerken en samenwerkingsvormen

De voorbije jaren kregen de volgende netwerken gestalte:

I ‘Met de klas de boer op’: schoolbezoeken aan land- en tuinbouwbedrijven;

I ‘Samen de boer op’: groepsbezoeken aan land- en tuinbouwbedrijven;

I drie regionale netwerken hoeveproducten;

I ’t Boerenlandschap vzw

De provincie wil de verschillende netwerken rationaliseren en versterken, maar ook verzelf-standigen.

Voorbeelden:

I bezoekboerderijen en educatieve boerderijen worden geïntegreerd tot één provinciaal net-werk;

I de drie huidige netwerken rond hoeveproducten worden samengebracht in één vereniging op West-Vlaams niveau met in haar schoot een regionale werking.

De oprichting van samenwerkingsvormen inzake duurzame landbouw en landschapsonder-houd verdienen de nodige ondersteuning, in het bijzonder als ze ontstaan uit lokaal initiatief van boeren en tuinders.

Samenwerkingsvormen spelen in op een aantal noden en potenties. Via samenwerkingsvor-men kan de rentabiliteit verbeterd worden (gezasamenwerkingsvor-menlijke aankoop van goederen, werkver-deling, inbreng private financiering). In deze samenwerkingsverbanden kunnen ook niet-landbouwers deelnemen, waardoor er overleg met en participatie van de burgers ontstaat.

Samenwerken betekent ook dat er samen kan worden nagedacht over nieuwe diensten en financieringsvormen, dat de participatie aan het beleid vlotter kan verlopen. De provincie kan eveneens beleidsvoorbereidend werk leveren om (administratieve) knelpunten weg te werken die een vlotte oprichting van samenwerkingsverbanden in de weg staan.

6.3 Zorgboerderijen

Inzake zorgboerderijen is het grote knelpunt vandaag de afstemming van het aanbod van de zorgboerderijen op de vraag van de zorgvragers (zowel op kwantitatief als kwalitatief vlak).

Dit moet gebeuren door de creatie van een platform met zorgboerderijen en zorgvragers (zorginstellingen). Dit gebeurt in samenspraak met de Dienst Welzijn.

De taken richten zich op het stimuleren van het aanbod zorgboerderijen door het sensibili-seren, informeren en begeleiden van de landbouwers. Hierbij moet er een uitdrukkelijke aandacht zijn voor kwaliteit. Ook de welzijnssector moet geïnformeerd en gesensibiliseerd worden. Daarnaast zal er ook werk gemaakt worden van een verbreding van het thema zorgboerderijen (bijzondere jeugdzorg, bejaarden, leefloners, herbronningactiviteiten…).

102

4 Strategische doelstelling ‘Kwaliteit’

De provincie streeft ernaar dat kwaliteitszorg een basisgegeven