• No results found

4. Politieke affaires en groeiende belangstelling Politieke acties, grotere achterban en de oprichting van de AABN, 1966-

4.3 Kwestie Bakker

Na de ‘ton van Luns’ is er een grote toename te zien in de politieke activiteiten van het CZA. Voornamelijk de CZA-leden die tevens deel uitmaakten van de Tweede Kamer kwamen hierbij goed van pas. Er werden veel Kamervragen gesteld naar aanleiding van de internationale gebeurtenissen rondom de apartheid. In 1970 stond een reis naar Zuid- Afrika in de planning voor minister van Verkeer en Waterstaat Joop Bakker (ARP), vicepremier in het kabinet-De Jong. Bakker had meermalen kritiek op dit geplande bezoek gekregen. In juni 1970 werden door de leden van de PvdA al Kamervragen gesteld naar aanleiding van de aanvaarding van de uitnodiging van Zuid-Afrika, bijvoorbeeld door de heer Wierenga op 10 juni 1970. De nadruk binnen deze reeks Kamervragen van de heer                                                                                                                

115 IISG, Stichting Comité Zuid-Afrika, ARCH03104, 40. Notulen vergadering (waarschijnlijk januari

1971).

116 Zie bijvoorbeeld: IISG, Stichting Comité Zuid-Afrika, ARCH03104, 41. Brief van het Humanistisch

Verbond aan het CZA (1967).

117 IISG, Stichting Comité Zuid-Afrika, ARCH03104, 30. Notulen van de vergadering 6 mei jl. van de

Wierenga lag op een eventueel bezoek aan slachtoffers van de apartheid, het duidelijk maken aan de Zuid-Afrikaanse regering dat Nederland stellig tegen apartheid is en of de vicepremier eventueel de uitnodiging voor het bezoek toch nog zou willen afslaan. Bakker beantwoorddee al deze vragen afwijzend.118 Het besluit van minister Bakker leek vast te staan. Ook zou hij niet alleen als minister Zuid-Afrika bezoeken, maar ook als vicepremier. Kamervragen haalden niets uit. Het CZA wilde het daar echter niet bij laten zitten.

Het bezoek van Bakker was een belangrijk onderwerp binnen het CZA en studentenorganisatie Stucoza. In de vergaderingen van deze comités werd meermalen over deze kwestie gesproken en er werden meerdere acties op touw gezet om het bezoek af te wenden. In de eerste plaats werd getracht via politieke wegen invloed uit te oefenen op het besluit. Dit werd bijvoorbeeld gedaan in de vorm van een brief aan de heer Bakker waarin geschreven werd dat het CZA met ‘droefenis kennis heeft genomen van dit gebaar’ en ‘mocht u echter menen toch te moeten gaan, dan zal uw argument wellicht zijn, dat juist de gediskrimineerde en door de onmenselijke apartheidswetten getroffen bevolkingsgroepen van Zuid-Afrika hiermee geholpen kunnen worden.’ Naast deze woorden voegde het Comité een cheque van 5.000 gulden bij dat bestemd was voor de slachtoffers van apartheid en een aantal adressen van gedupeerden zodat Bakker deze kon bezoeken.119 Minister Bakker reageerde echter afwijzend op deze brief. Hij stelde dat hij niet van plan was slachtoffers van de apartheid te bezoeken en stuurde de cheque dan ook terug.120

Toen bleek dat het bezoek door zou gaan richtte het CZA zich minder op de politiek en meer op de publieke opinie. In samenwerking met andere organisaties als het Angola-comité werd een protestbijeenkomst georganiseerd. Met behulp van flyers met leuzen als: ‘Gaat Bakker ook namens Suriname en de Antillen naar Zuid-Afrika?’121 werd geprobeerd op de Nederlandse publieke opinie in te spelen. Verder hield het CZA een handtekeningenactie. Dit bleek een groot succes. Meer dan 15.000 handtekeningen werden                                                                                                                

118 Staten-Generaal Digitaal, ‘Aanhangsel Tweede Kamer 1969-1970 nummer 1315’,

http://www.statengeneraaldigitaal.nl/document?id=sgd%3A19691970%3A0002025&zoekopdracht%5Bverg aderjaar%5D%5Bvan%5D=1969+-+1970&zoekopdracht%5Bvergaderjaar%5D%5Btot%5D=1971+- +1972&zoekopdracht%5Bzoekwoorden%5D=bakker+zuid- afrika&zoekopdracht%5Bkamer%5D%5B0%5D=Eerste+Kamer&zoekopdracht%5Bkamer%5D%5B1%5D= Tweede+Kamer&zoekopdracht%5Bkamer%5D%5B2%5D=Verenigde+Vergadering&zoekopdracht%5Bka mer%5D%5B3%5D=UCV%2FOCV&zoekopdracht%5BdocumentType%5D=Alle+document+types&zoeko pdracht%5Bpagina%5D=1&zoekopdracht%5Bsortering%5D=relevantie (Geraadpleegd op 6 mei 2015).

119 IISG, Stichting Comité Zuid-Afrika, ARCH03104, 40. Brief van het CZA aan minister Bakker omtrent het

bezoek aan Zuid-Afrika (14 juni 1970).

120 IISG, Stichting Comité Zuid-Afrika, ARCH03104, 40. Overzicht van aktiviteiten van 1-10-69 tot 1-1-71

(waarschijnlijk januari 1971).

verzameld en overhandigd aan de Tweede Kamer. Dit alles ging gepaard met grote publiciteit. Uit de notulen van het CZA blijkt:

‘De gehele aktie heeft veel publiciteit gekregen, evenals de overhandiging, die gepaard ging met een demonstratie met protestborden en een pop met oogkleppen, (dankzij grote aktiviteiten van Stucoza). Een open brief over de uitlatingen van de heer Bakker tijdens zijn reis kreeg veel publiciteit. Hoewel de aktie naar zijn doelstellingen gemeten, zeer teleurstellend is verlopen, kregen wij, en krijgen wij nog, zoveel positieve reakties van veel mensen, die tot nu toe van ons bestaan nauelijks op de hoogte waren, dat wij alleen al daarom ervan overtuigd zijn, dat wij op de een of andere manier geld en mensen moeten kunnen inzetten om meer van dit soort aktiviteiten te kunnen ondernemen.’122

Niet alle acties in dit kader bleken een even groot succes te zijn: ‘tav. Bakker. Demonstratie op Schiphol is een afgang geworden; Er waren te weinig mensen, de aktie was niet hard genoeg. De aktie moet voortgezet worden…’123 Toch wist het CZA zich met deze protestacties in de kijker van de Nederlandse bevolking te spelen.

Het bezoek van Bakker zorgde echter niet in alle kringen van de samenleving voor een grotere afkeer tegen Zuid-Afrika en de Nederlandse regering. Opvallend is dat in november 1970 in verschillende Nederlandse kranten een artikel stond over de verhouding tussen blank en zwart in Zuid-Afrika. Echter is de boodschap hierbij geen negatief bericht over grote ongelijkheid. Een bericht in de kranten van 17 november stelt dat Bakker een gesprek had gevoerd met opperhoofd Matanzima, tevens premier van Transkei, het gebied waar de grootse groep gekleurde bevolking woonde. Matanzima zou tegen Bakker hebben gezegd dat álle mensen in Zuid-Afrika gelukkig met elkaar samenleefden. Hij zou zelfs hebben gezegd dat: ‘Nooit eerder […] is er zoveel samenwerking tussen blank en zwart in Zuid-Afrika geweest als nu. De premier van Transkei kon niet begrijpen waarom er zoveel herrie in de Verenigde Naties is over de binnenlandse politiek van Zuid-Afrika.’124 Opvallend is dat dit bericht voornamelijk in kranten met een gereformeerde inslag vermeld staan. Kranten die zich qua gezindte in het linker politieke spectrum bevonden vermeldden                                                                                                                

122 IISG, Stichting Comité Zuid-Afrika, ARCH03104, 40. Overzicht van aktiviteiten van 1-10-69 tot 1-1-71

(geen datum, waarschijnlijk januari 1971).

123 IISG, Stichting Comité Zuid-Afrika, ARCH03104, 29. Stucoza notulen (9 november 1970). 124 Koninklijke Bibliotheek, Nederlands dagblad. Gereformeerd gezinsblad 17 november 1970.

dan ook geheel andere berichten. Zo stelt het democratisch-socialistisch nieuwsblad Het Vrije Volk, dat het bezoek van Bakker ‘alles behalve onschuldig’ is.125 Het is dan ook niet

zo gek om te bedenken dat het CZA in haar anti-Bakker activiteiten vooral politieke steun kreeg vanuit de linker hoek van de Tweede Kamer, voornamelijk van PvdA-leden.