• No results found

Kritiek op de berichtgeving van burgercorrespondenten.

In document De burgercorrespondent van RTVNH (pagina 33-37)

3.7.1 Inleiding

De meningen over de opkomst van burgerjournalistiek verschillen enorm. Sommige journalisten zijn het er totaal niet mee eens dat er gebruik wordt gemaakt van

burgercorrespondenten en zijn van mening dat het de benaming ‘journalistiek’ niet verdient. Ze vinden allereerst de inhoud te simplistisch en de foto’s of films van lage kwaliteit. Bovendien is er kritiek op de transparantie, objectiviteit en evenwichtigheid van de berichtgeving van burgercorrespondenten. Er zijn echter ook tegengeluiden die het omgekeerde beweren.

3.7.2 Genuanceerde inhoud

Door de professionele journalisten wordt vaak gezegd dat burgercorrespondenten voor simplistische inhoud zorgen. Volgens hen schrijven burgercorrespondenten geregeld nieuwsitems die alleen maar ‘wie, wat, waar’-onderwerpen bevatten, zoals: "er is een overval gepleegd bij de McDonald's op het Leidseplein". Verder worden volgens deze critici regels die normaliter wel gelden voor professionele journalisten, zoals hoor- en wederhoor, niet toegepast door de burgercorrespondent. Burgercorrespondenten worden dan ook vaak amateurs genoemd die de expertise van een professionele journalist missen. Hierdoor vinden critici het werk van burgercorrespondenten over het algemeen oppervlakkig en kwalitatief niet te vergelijken met nieuws afkomstig van een echte nieuwsredactie (Hoffman, 2009).

Aan de andere kant zijn er ook journalisten die vinden dat de burgercorrespondenten juist wél op een waardevolle manier een bijdrage leveren, door de lokale kijk die zij hebben op het nieuws. Zo komen er onderwerpen aan bod die door grote mediabedrijven niet zouden zijn uitgezonden. Rozane de Cock hield een enquête onder 110 beroepsjournalisten en hieruit kwam naar voren dat driekwart van deze beroepsjournalisten vindt dat het werk van burgercorrespondenten daadwerkelijk een aanvulling is op wat professionele journalisten doen. Volgens De Cock zorgen zij er bijvoorbeeld voor dat de berichten van de

professionele journalist vollediger zijn en ze zorgen voor nieuwsitems die vernieuwend en apart zijn (Toekomst van de journalistiek, 2009).

3.7.3 Transparantie van de berichtgeving

De identiteit van burgercorrespondenten blijkt vaak moeilijk te achterhalen en te controleren en dit zorgt voor weinig transparantie in berichtgeving. Met de groei van het gebruik van social media is er ook een groei van het aantal nepgebruikers op social media. Iedereen kan namelijk onder een valse identiteit social mediapagina’s aanmaken.

3.7.4 Betrouwbaarheid van de berichtgeving

Kijkt men naar de betrouwbaarheid van de berichtgeving, dan blijkt dat professionele mediabedrijven feiten van burgercorrespondenten vaak niet checken en klakkeloos overnemen (Kaskazi, 2014). De betrouwbaarheid van de berichten valt ook moeilijk te controleren, doordat er geen professionele journalisten ter plekke aanwezig waren.

Professionele journalisten checken bij het plaatsen van een bericht altijd of alles klopt en betrouwbaar is. Daarnaast moet het bericht ook nog goedgekeurd worden door een hoofdredacteur, voordat het geplaatst mag worden. Burgercorrespondenten en Twittergebruikers kennen dergelijke controles niet en zijn volgens critici vrij in wat ze plaatsen. Volgens deze Twittergebruikers is er namelijk niemand die de

burgercorrespondent aanspreekt op wat hij of zij doet. Als een professionele journalist berichten verspreidt die niet waar zijn, dan kan dit ontslag tot gevolg hebben.

Burgercorrespondenten kennen dit gevaar niet en zouden daarom nonchalanter omgaan met informatie die zij verspreiden via het internet (Drok, 2006).

Aan de andere kant kunnen berichten van Twittergebruikers via Twitter ook vaak weer door anderen worden gecorrigeerd. Ook twitteraars kunnen namelijk worden beoordeeld door anderen op de betrouwbaarheid van hun berichten. Hierdoor neemt volgens sommigen de transparantie en betrouwbaarheid juist toe. Veel gebruikers van het internet beseffen niet dat elk bestand dat zij leveren aan een nieuwsgroep wordt gecontroleerd door de lezers en gebruikers van het internet zelf. Dit heeft een grote impact op de persoonlijke levenssfeer. Bijna alles wat geplaatst wordt via websites en social media sites is voor iedereen toegankelijk. Daarnaast wordt eenmaal gegenereerde content vaak lang bewaard op het internet (Goldberg, 1997). Volgens journalist Jaap Stronkers valt het daarom wel mee met de ‘onbetrouwbaarheid’ van de burgerjournalistiek. Twitter is volgens Stronkers namelijk niet anoniem, dus als mensen leugens gaan verspreiden en men komt daar achter, dan zullen de volgers een volgende keer niet meer deze tweets gaan volgen (Andel, 2009).

Ook vinden critici dat burgercorrespondenten de feitelijkheid en objectiviteit van hun nieuws onvoldoende checken. Het nieuws wordt soms klakkeloos overgenomen door de media. Met de komst van het WK in 2010 in Zuid-Afrika leek het veel mediabedrijven leuk om aanwezig te zijn in de verschillende landen die deelnamen aan het WK. Voor bijvoorbeeld het relatief onbelangrijke voetballand Japan was dit voor veel mediabedrijven niet haalbaar, omdat het te veel kosten met zich mee zou brengen. Vandaar dat het Algemeen Dagblad (AD) met het idee kwam om burgercorrespondenten in Japan te werven. Het AD zocht hierbij

Nederlandse immigranten in Japan, die het voetbalnieuws in Japan zouden gaan verslaan. Hiervoor meldde zich Luuk Koelman, een Tilburgse columnist, aan, die helemaal niet in Japan woonde maar benieuwd was of het AD een verzonnen verhaal klakkeloos zou overnemen. Zo verzon hij het verhaal dat bondscoach Van Marwijk een slechte relatie zou hebben met de Japanse bondscoach. Tot zijn verbazing werd het stuk meteen op de website van het AD geplaatst. Ook hierna stuurde Koelman nog vele andere verzonnen verhalen naar het AD. Het AD kwam er echter pas na lange tijd achter, dat de verhalen van Luuk niet klopten en stopte de samenwerking (Koelman, 2010). Met deze actie wilde Koelman laten zien dat het als burger gemakkelijk is zomaar verhalen te verzinnen en te verspreiden via de media. Hij pleit er dan ook voor dat mediabedrijven bij het gebruik van burgercorrespondenten goed moeten nagaan of de bronnen kloppen.

3.7.5 Evenwichtigheid van de berichtgeving

Critici van burgerjournalistiek vinden dat de berichtgeving van burgercorrespondenten vaak onevenwichtig is. Vaak zijn burgercorrespondenten bijvoorbeeld actief als actievoerder en zouden daardoor soms feiten verdraaien. Aan de andere kant vinden anderen juist dat de inzet van burgercorrespondenten de evenwichtigheid van de berichtgeving kan verbeteren. Zo pleit Paul Lewis, een Amerikaanse onderzoeksjournalist van The Guardian, dat het gebruik van burgercorrespondenten juist verhalen van meerdere kanten kan belichten. Zo gebruikte hij voor het eerst de hulp van burgers in 2009 in Londen na de dood van de 47- jarige krantenverkoper Iam Tomlinson. Er waren protesten geweest bij de G20-top en de politie beweerde dat de dood van de krantenverkoper niets te maken had met de oproer. Toen de familie van Ian echter twijfels kreeg over de dood van de man, ging Lewis op onderzoek uit. Via het internet riep hij hulp van het publiek in om meer informatie te

verkrijgen over wat er bij de protesten precies was gebeurd. Naar aanleiding hiervan stuurde een zakenman een filmpje naar Lewis waarop duidelijk te zien was dat de politie de

krantenverkoper in elkaar sloeg. Later bleek dat de verwondingen die Tomlinson hieraan overhield tot zijn dood hadden geleid (De Nieuwe Reporter, 2013)

3.7.6 Kwalitatief goede foto’s en films

Naast het feit dat critici het nieuws dat burgercorrespondenten genereren vaak simplistisch vinden, vinden zij ook de kwaliteit van de gebruikte foto’s en video’s slecht. Volgens deze critici maken burgercorrespondenten vaak amateuristische opnames. Veel

burgercorrespondenten hebben volgens hen namelijk onvoldoende ervaring met het gebruik van film- en fotoapparatuur. Volgens hen kan vrijwel iedereen een film met de mobiele telefoon maken, maar ze hebben niet de kwaliteit van een professionele journalist die daar wel voor is opgeleid (Hoffman, 2009).

Voorstanders beweren echter dat de mogelijkheden om als amateur kwalitatief goede beelden te maken steeds meer toenemen door nieuwe technologische ontwikkelingen. Daarnaast komen er steeds meer mensen, met name hobbyisten die hier hun vrije tijd aan besteden en hierdoor het gebruik van een camera onder de knie krijgen (Hoffman, 2009).

4 Praktijkonderzoek

In document De burgercorrespondent van RTVNH (pagina 33-37)