• No results found

Kring der verzekerden voorstel Commissie Borstlap

In document Masterscriptie Rechtsgeleerdheid (pagina 17-0)

2. Het voorstel van de StAR betreffende de verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering voor

2.2. Kring der verzekerden

2.2.2. Kring der verzekerden voorstel Commissie Borstlap

De Commissie Borstlap stelt, afwijkend van hetgeen de StAR voorstelt, voor een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering voor alle werkenden tot stand te brengen, waaraan iedereen meebetaalt. Naar het oordeel van de Commissie Borstlap sluit een brede verzekering voor alle werkenden goed aan bij de moderne arbeidsmarkt waarop de werkenden steeds vaker, afwisselend of gelijktijdig, werknemer en zelfstandige zijn.62 De verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering zoals voorgesteld door de Commissie Borstlap geldt dus niet alleen voor zelfstandigen zonder personeel, wat wel het geval is bij het voorstel van de StAR. Indien de verzekering alleen voor zelfstandigen zonder personeel zou gelden, zouden er twee systemen naast elkaar bestaan: de werknemersverzekeringen voor werknemers en de nieuwe verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zelfstandigen. Switches tussen het

60 HR 25 maart 2011, ECLI:NL:HR:2011:BP3887, r. 3.3.2.

61 Dekker, 2013, p. 16.

62 Commissie Regulering van Werk, 23 januari 2020, p. 80.

18

werknemerschap en het zelfstandig ondernemerschap, of combinaties van beide werkvormen, zouden bij het bestaan van de twee systemen naast elkaar betekenen dat er gewisseld dient te worden van systeem of dat beide systemen van toepassing zijn. Er bestaan andere landen waarin beide systemen naast elkaar bestaan. Hiervan kan volgens de Commissie Borstlap geleerd worden dat het bestaan van twee systemen naast elkaar het gevaar van versnippering van uitkeringsrechten met zich mee brengt.63 Verder kan volgens de Commissie Borstlap het bestaan van de twee systemen naast elkaar leiden tot vertragingen en verlies van opgebouwde uitkeringsrechten en tot administratieve problemen. Volgens de Commissie Borstlap worden met een brede arbeidsongeschiktheidsverzekering voor alle werkenden dit soort problemen vermeden.64

Een andere reden die de Commissie Borstlap doet kiezen voor een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering voor alle werkenden is dat er daarmee een meer gelijk speelveld gecreëerd kan worden. De contractvorm is niet langer bepalend voor het uitkeringsrecht in een verzekering die geldt voor alle werkenden. De vraag die wel bepalend is voor het uitkeringsrecht, is de vraag of degene die de uitkering aanvraagt ingezetene is en in de periode voorafgaand aan de arbeidsongeschiktheid een bepaald inkomen heeft genoten. Indien men aan deze voorwaarden voldoet, kan een beroep gedaan worden op de arbeidsongeschiktheidsverzekering.65 Ik verwacht dat bij de definitie van het begrip ingezetene aangesloten zal worden bij de Algemene Ouderdomswet (hierna: AOW). Volgens de AOW is een ingezetene van Nederland degene die in Nederland woont.66 Waar iemand woont, wordt beoordeeld naar de omstandigheden van het geval.67

Alle werkenden die ingezetene van ons land zijn en een bepaald inkomen genieten, betalen volgens het voorstel van de Commissie Borstlap mee aan de verzekering. Daardoor worden de kostenverschillen die bestaan tussen het werknemerschap en het zelfstandig ondernemerschap kleiner. Volgens de Commissie Borstlap maakt dit een vrije keuze tussen beide werkvormen mogelijk en haalt het prikkels om geforceerd te kiezen voor een bepaalde contractvorm uit het systeem.68

63 Commissie Regulering van Werk, 23 januari 2020, p.80.

64 Commissie Regulering van Werk, 23 januari 2020, p. 80.

65 Commissie Regulering van Werk, 23 januari 2020, p. 80.

66 Artikel 2 Algemene Ouderdomswet.

67 Artikel 3 Algemene Oudersomswet.

68 Commissie Regulering van Werk, 23 januari 2020, p. 80.

19 2.2.3. Kritische blik kring der verzekerden

Over het feit dat de verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zelfstandigen zoals voorgesteld door de StAR alleen voor zzp´ers geldt, bestaan negatieve geluiden vanuit de Werkvereniging, een belangenplatform voor modern werkenden, waaronder dus ook de zzp’ers.

Namens 22 ZZP-organisaties gaf de Werkvereniging input aan de StAR. Volgens de Werkvereniging is er geheel niet geluisterd naar haar inbreng. De Werknemersvereniging pleitte voor een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering voor alle werkenden, niet alleen voor zelfstandig ondernemers.69 De StAR heeft aangegeven het uitgangspunt dat alle werkenden verzekerd dienen te zijn te delen, maar geeft aan er niet voor gekozen om dat onder te brengen in één verzekering. Volgens de StAR ligt het samenbrengen van werknemers en zelfstandigen onder een gezamenlijke noemer van werkenden niet voor de hand, gezien hun situatie bij arbeidsongeschiktheid en ziekte volgens de StAR niet met elkaar te vergelijken i..

Verder vereist het samenbrengen van deze verkeringen tot een gecombineerde verzekering een vernieuwing van het gehele huidige stelsel, wat voor jaren vertraging zal zorgen. De StAR ziet geen aanleiding om hetgeen voor werknemers geregeld is in de WIA te veranderen.70 Hier valt naar mijn mening wat voor te zeggen. Indien er, zoals de Commissie Borstlap voorstelt, één verzekering komt voor alle werkenden, moet het gehele huidige systeem op de schop. Naast het feit dat het huidige systeem voor werknemers in het algemeen goed werkt, gaat dit jaren lang in beslag nemen, wat betekent dat de zzp’ers gedurende de komende jaren nog niet verplicht verzekerd zullen zijn tegen het arbeidsongeschiktheidsrisico. Er zal dan de komende jaren niks veranderen betreffende de sociale bescherming op het gebied van arbeidsongeschiktheid van zelfstandigen.

Naar mijn mening dienen de bevindingen van de Commissie Borstlap echter ook zeer serieus genomen te worden. De ogen dienen niet gesloten te worden voor de gevaren die kleven aan het naast elkaar bestaan van de werknemersverzekeringen voor werknemers en de nieuwe arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zelfstandigen. Wellicht zijn er oplossingen te vinden voor de gevaren die kleven aan het bestaan van de twee systemen naast elkaar, maar hier staat niets over opgenomen in het voorstel van de StAR. Ik ben dan ook van mening dat de StAR zich hier nog over moet buigen. Hetgeen mij de grootste zorgen baart indien de verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering er zo uit gaat zien als voorgesteld door de StAR, is het feit dat er gewisseld dient te worden van systeem indien er switches plaatsvinden tussen het

69 rtlnieuws.nl, ‘Verplichte aov gaat ZZP’ers tot 150 euro per maand kosten’; Stichting van de Arbeid, maart 2020, p. 13.

70 Stichting van de Arbeid, maart 2020, p. 13.

20

werknemerschap en het zelfstandig ondernemerschap. In de veranderende arbeidsmarkt van vandaag de dag, vinden deze namelijk switches op steeds grotere schaal plaats.71

Tot slot sluit naar mijn mening het voorstel van de Commissie Borstlap, wat betreft de kring der verzekerden, beter aan bij hetgeen in het principeakkoord van 5 juni72 is besloten, namelijk dat er een wettelijke verzekeringsplicht dient te komen voor zelfstandigen. In het principeakkoord wordt gesproken over een wettelijke verzekeringsplicht tegen het arbeidsongeschiktheidsrisico voor alle zelfstandigen. Het streven is om voor álle werkenden in ons land een sociaal vangnet te hebben indien het arbeidsongeschiktheidsrisico zich verwezenlijkt. Zelfstandigen zijn zowel zelfstandigen met personeel, als zelfstandigen zonder personeel. Door alleen zelfstandigen zonder personeel verplicht te laten verzekeren, wordt naar mijn mening niet geheel gehoor gegeven aan hetgeen in het principeakkoord is overeengekomen. Indien zelfstandigen met personeel buiten de verzekeringsplicht vallen, zullen zij zich dus nog steeds privaat moeten verzekeren tegen het arbeidsongeschiktheidsrisico, om hiervoor verzekerd te zijn. Dit is niet voor iedere zelfstandige met personeel mogelijk, als gevolg van de hoge kosten van de private verzekering en/of de selectie die plaatsvindt. Indien zelfstandigen met personeel onverzekerd blijven, lopen zij nog steeds het risico in grote financiële problemen te geraken als gevolg van mogelijke arbeidsongeschiktheid. De overheid wil borgen dat iedereen zich kan verzekeren tegen het arbeidsongeschiktheidsrisico. Een zelfstandige met personeel kan net zo goed arbeidsongeschikt worden als een zelfstandige zonder personeel. Mijn inziens heeft de overheid met het principeakkoord beoogd alle werkenden te beschermen tegen het arbeidsongeschiktheidsrisico en te borgen dat iedereen zich kan verzekeren hiertegen, ook de zelfstandige met personeel.

2.3. Keuzemogelijkheden

Er bestaat veel diversiteit binnen de zelfstandigenpopulatie.73 Om deze reden omvat de arbeidsongeschiktheidsverzekering zoals voorgesteld door de StAR verschillende keuzemogelijkheden. Op deze manier kan elke zzp’ers individueel bepalen welke verzekering het meest passend bij hem is.74 Het voorstel bevat een standaard verzekering en biedt zzp’ers de mogelijkheid om zichzelf meer of minder te verzekeren. Indien er verschillende

71 TNO en CBS, Zelfstandigen Enquête Arbeid (ZEA), 4 juli 2019; S. Klosse & S. Montebovi, ‘Sociale zekerheid voor zelfstandigen: hoe regel je dat? Een blik over de grenzen’, TRA 2020/3, afl. 1, p. 10.

72 Kamerbrief Principeakkoord vernieuwing pensioenstelsel van 5 juni 2019, ref nr.: 2019-9898.

73 Dekker, 2013, p. 16.

74 Stichting van de Arbeid, maart 2020, p. 3.

21

keuzemogelijkheden mogelijk zijn, zullen deze hieronder per onderdeel van de verzekering vermeld worden.

Verder hebben zzp’ers de keuze om zich, naast de arbeidsongeschiktheidsverzekering zoals voorgesteld door de StAR, nog aanvullend te verzekeren, dus bovenop de standaardverzekering.75 Ook kunnen zzp’ers er voor kiezen om een andere passende arbeidsongeschiktheidsverzekering af te sluiten bij een private verzekeraar, mits voldaan wordt aan de hieraan gestelde voorwaarden. Reeds lopende private arbeidsongeschiktheidsverzekeringen worden geëerbiedigd indien ze voor de peildatum afgesloten zijn.76

2.4. Niveau van de verzekering

De verzekering heeft als doel om inkomensverlies als gevolg van arbeidsongeschiktheid op te vangen. Vaak is het zo dat iemand die een lager inkomen geniet ook een lagere premie betaalt en een lagere geniet. Andersom geldt vaak hetzelfde; hoe hoger het inkomen, hoe hoger de premie die betaald dient te worden en hoe hoger die genoten wordt indien het arbeidsongeschiktheidsrisico zich voordoet. De verzekering zoals voorgesteld door de StAR zorgt er voor dat iedere zzp’er standaard verzekerd is voor een uitkering van 70% van het naar tijdruimte vastgestelde loon. Dit bedrag kent wel een grens, namelijk een bedrag van bruto circa

€30.000.- per jaar. Dit is 143% van het wettelijk minimum loon. De uitkering zal maximaal een bedrag van €1.650.- bruto per maand bedragen. Dit is 100% van het wettelijk minimum loon.77 De premie voor de standaard verzekering is indicatief 8% van het inkomen en is aftrekbaar.78 De precieze hoogte van de premie vaststellen is nog lastig volgens de StAR. Een reden hiervoor is dat het niet bekend is hoe hoog het arbeidsongeschiktheidsrisico onder zelfstandigen precies is.79

Er zal een ontheffing van de verzekeringsplicht komen voor gemoedsbezwaren. 80 2.5. Duur verzekeringsplicht

De verzekering loop tot het bereiken van de AOW-leeftijd. Hierbij is aangesloten bij de WIA en andere sociale verzekeringen. Er wordt dan ook premie betaald tot het bereiken van de

75 Stichting van de Arbeid, maart 2020, p. 3.

76 Stichting van de Arbeid, maart 2020, p. 3.

77 Stichting van de Arbeid, maart 2020, p. 3.

78 Stichting van de Arbeid, maart 2020, p. 3.

79 Stichting van de Arbeid, maart 2020, p. 15.

80 Stichting van de Arbeid, maart 2020, p. 3.

22

AOW-leeftijd.81 Naar mijn mening is dit een goede zet. In bestaande private arbeidsongeschiktheidsverzekeringen is regelmatig vastgelegd dat deze tot de leeftijd van 60 of 65 jaar uitgekeerd wordt. Een deel van de zelfstandigen heeft dus een particuliere arbeidsongeschiktheidsverzekering met een eindleedtijd die, als gevolg van de verhoging van de AOW-leeftijd,82 lager ligt dan de AOW-leeftijd. Deze verzekerden krijgen hierdoor te kampen met een gat tussen de verzekerde leeftijd en de AOW-leeftijd. Dit wordt ook wel een AOW-hiaat genoemd.83 Door de verzekering te laten lopen tot het bereiken van de AOW-leeftijd, wordt een AOW-hiaat voorkomen.

2.6. Wachttijd

2.6.1. Wachttijd voorstel Stichting van de Arbeid

De uitkering kent, volgens het voorstel van de StAR, een standaard eigenrisicoperiode, ook wel een wachttijd genoemd, van 52 weken.84 Dit betekent dat de verzekering, zoals reeds eerder aan bod is gekomen, alleen langdurige arbeidsongeschiktheid dekt.85 De periode van 52 weken wordt aangeduid als de kortdurende arbeidsongeschiktheid. Volgens de StAR biedt een wachttijd van 52 weken een goede balans tussen een betaalbare premie en een periode die zzp’ers zelf kunnen overbruggen.86 De mogelijkheid bestaat om de wachttijd aan te passen naar 26 of naar 104 weken.87 Naar mate de wachttijd langer is, duurt het langer voordat de zzp’er een uitkering op grond van de arbeidsongeschiktheidsverzekering zal genieten. Dit houdt tevens in dat de premie lager zou zijn. Het omgekeerde geldt dan natuurlijk ook: naar mate de wachttijd korter is, zal de zzp’er eerder een uitkering op grond van de arbeidsongeschiktheidsverzekering genieten. Dit brengt een hogere premie met zich mee.88 Tussentijds wisselen van wachttijd is niet mogelijk. Dit omdat dit grote premie-effecten zal hebben.89 De wachttijd zal de zzp’er zelf moeten overbruggen.90 Dit is een groot verschil met het werknemerschap. Voor de WIA geldt een wachttijd van twee jaar. Echter, doordat de werkgever gedurende die twee jaar een

81 Stichting van de Arbeid, maart 2020, p. 3.

82 Kok e.a. ‘Effect verhoging AOW-leeftijd’, SEO-rapport nr. 2019-69, p. 1.

83 L. Kok & T. Schartz, ‘Het AOW-hiaat in particuliere arbeidsongeschiktheidsverzekeringen’, (in opdracht van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid) eindrapport SEO, november 2019, p. 1.

84 Stichting van de Arbeid, maart 2020, p. 3.

85 Stichting van de Arbeid, maart 2020, p. 16.

86 Stichting van de Arbeid, maart 2020, p. 16.

87 Stichting van de Arbeid, maart 2020, p. 3.

88 Stichting van de Arbeid, maart 2020, p. 16.

89 Stichting van de Arbeid, maart 2020, p. 16.

90 Stichting van de Arbeid, maart 2020, p. 16.

23

loondoorbetalingsverplichting heeft, hoeven zieke werknemers de wachttijd niet zelf te overbruggen,91 mits zij zich houden aan de aan hen opgelegde re-integratieverplichtingen.92 2.6.2. Wachttijd voorstel Commissie Borstlap

Het voorstel van de Commissie Borstlap bevat een wachttijd die qua lengte parallel loopt met de periode waarin werkgevers bij ziekte het loon door moeten betalen aan werknemers.93 Op dit moment geldt een loondoorbetalingsverplichting van 104 weken, oftewel twee jaar, voor werkgevers bij ziekte van werknemers.94 Volgens het voorstel van de Commissie Borstlap betekent dit dat een wachttijd van 104 weken gaat gelden voor zelfstandigen. Bij de arbeidsongeschiktheidsverzekering volgens het voorstel van de StAR kan er ook gekozen worden voor een wachttijd van 104 weken, maar de standaard wachttijd die volgens de voorgestelde verzekering van de StAR zal gaan gelden, is 52 weken. Er zou gezegd kunnen worden dat de wachttijden die de StAR en de Commissie Borstlap voor ogen hebben van elkaar verschillen. Dit verschil is echter minder groot dan het lijkt. De Commissie Borstlap en de StAR hebben in feite eenzelfde wachttijd voor ogen. De Commissie Borstlap heeft in haar eindrapport niet louter haar bevindingen gedeeld over de vormgeving van de verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zelfstandigen, maar ook over andere veranderingen op onze arbeidsmarkt en de mogelijke gevolgen hiervan.95 Eén van deze veranderingen op de arbeidsmarkt is dat de arbeidsmarkt van de toekomst vereist dat werkgevers wendbaar zijn en mee kunnen bewegen met vraag en aanbod en andere (bedrijfs)economische ontwikkelingen.

Op dit moment organiseren bedrijven hun aanpassingsvermogen vooral via de inzet van flexibele contractvormen. De commissie Borstlap is van mening dat wendbaarheid via flexcontracten niet de voorkeur heeft. Volgens de Commissie Borstlap heeft deze focus tot gevolg hebben dat het werkgeverschap ontlast dient te worden en de manoeuvreerruimte binnen duurzame relaties vergroot dient te worden. Verder dienen werknemers volgens de Commissie Borstlap niet onevenredig beperkt te worden in hun mogelijkheden het werk vorm te geven zoals past bij hun voorkeuren.96 Dit alles heeft tot gevolg dat de Commissie Borstlap adviseert tot het verkorten van de loondoorbetalingsverplichting van de werkgever bij ziekte. Hiermee wordt ook de re-integratieperiode verkort. Twee jaar civiele loondoorbetaling en re-integratie belast werkgevers onevenredig zwaar volgens de Commissie Borstlap. Om voor werkgevers

91 Artikel. 7:629 lid 1 Burgerlijk Wetboek.

92 Artikel 7:660a Burgerlijk

93 Commissie Regulering van Werk, 23 januari 2020, p. 81.

94 Artikel 7:629 lid 1 Burgerlijk Wetboek.

95 Kamerstukken II 2018/847, 29544.

96 Commissie Regulering van Werk, 23 januari 2020, p. 64.

24

een meer gelijk speelveld te creëren, ook ten opzichte van de vele zelfstandigen binnen ons land, adviseert de Commissie Borstlap om de loondoorbetalingsplicht en de re-integratieverplichtingen te verkorten tot een jaar, oftewel 52 weken.97 Dit betekent indirect dus ook dat de Commissie Borstlap, evenals de StAR, een wachttijdperiode van 52 voor ogen heeft, gezien de Commissie Borstlap een wachttijd voor ogen heeft die parallel loopt met de periode waarin werkgevers bij ziekte het loon doorbetalen aan werknemers

2.7. Re-integratie

Zodra de wachttijd ingaat, begint de re-integratie. Het doel hiervan is zzp’er zo snel mogelijk weer aan het werk te krijgen. Op deze manier wordt geprobeerd uitkeringskosten zo veel mogelijk te voorkomen of te minimaliseren (zie hoofdstuk 3).98

2.8. Uitvoering & premie-inning

De verzekering zal uitgevoerd worden door het UWV. Claimbeoordeling, uitkeringsverstrekking en re-integratie liggen alle in handen van het UWV.99 Voor de premie-inning zal de belastingdienst verantwoordelijk zijn. 100

2.9. Arbeidsongeschiktheidscriterium en mate van arbeidsongeschiktheid

Het voorstel van de StAR sluit wat betreft het arbeidsongeschiktheidscriterium aan bij de WIA.

Er wordt namelijk gekozen voor ‘gangbare’ arbeid, waarbij wordt gekeken naar de werkzaamheden die een zzp’er nog uit kan voeren, ongeacht de relatie tot eerder werk of opleidingsniveau. Op deze manier wordt volgens de StAR bevorderd dat zo veel mogelijk mensen weer aan het werk gaan.101 Ook stelt de StAR voor om, net als in de WIA, twee groepen van arbeidsongeschikten te onderscheiden: de gedeeltelijk arbeidsgeschikten en de volledig arbeidsongeschikten. Hierbij dient volgens de StAR dezelfde beoordelingssystematiek als die van de WIA gehanteerd te worden.102

2.10. Deelconclusie

In dit hoofdstuk is de verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zelfstandigen, zoals voorgesteld door de StAR, omschreven. Er wordt een standaardverzekering voorgesteld met op sommige punten keuzevrijheid voor de zzp´er, zodat de zzp´er een verzekering af kan sluiten die het meest bij hem past. Dit lijkt me een goede zet, gezien de totale groep zzp’ers zich

97 Commissie Regulering van Werk, 23 januari 2020, p. 65.

98 Stichting van de Arbeid, maart 2020, p. 3.

99 Stichting van de Arbeid, maart 2020, p. 17.

100 Stichting van de Arbeid, maart 2020, p. 3.

101 Stichting van de Arbeid, maart 2020, p. 17.

102 Stichting van de Arbeid, maart 2020, p. 17.

25

kenmerkt door een hoge mate van diversiteit. Samengevat stelt de StAR een standaard arbeidsongeschiktheidsverzekering voor waarbij iedere zzp’er verzekerd zal zijn voor 70% van zijn naar tijdruimte vastgestelde inkomen, waarbij het inkomen verzekerd is tot een maximum van circa €30.000.- per jaar. De premie zal indicatief 8% van het inkomen gaan bedragen. De standaard verzekering zal een wachttijd kennen van 52 weken. Het re-integratietraject wordt direct gestart bij het ingaan van de wachttijd. Zzp’ers kunnen er voor kiezen om de wachttijd aan te passen naar 26 of 104 weken. Een groot verschil met het voorstel van de Commissie Borstlap met betrekking tot de verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zelfstandigen is dat de Commissie Borstlap één verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering voor alle werkenden in ons land op wilt tuigen, terwijl de StAR voornemens is een verzekering tot stand te brengen die louter van toepassing is op zelfstandigen zónder personeel. In dit hoofdstuk is in het kader hiervan de problematiek rondom het ontbreken van een eenduidige definitie van de zzp´er aan bod gekomen. Aan beide voorstellen kleven gevaren. Een groot gevaar dat kleeft aan de voorgestelde kring der verzekerden van de StAR is dat er twee systemen naast elkaar bestaan: een voor werknemers en een voor zelfstandigen. Dit kan problemen opleveren bij switches tussen beide werkvormen. Een gevaar dat kleeft aan de het voorstel van de Commissie Borstlap is dat het een lange tijd zal duren voordat er één verzekering tot stand zal komen voor alle werkenden in ons lang omdat dan het bestaande WIA-systeem op de schop moet, terwijl dit systeem tevens prima functioneert. In de volgende hoofdstukken wordt onder andere gekeken in hoeverre het verschil tussen de kring der verzekerden in beide voorstellen invloed heeft op bepaalde functies van de sociale zekerheid.

26

3. Het voorstel in het licht van de inkomensbeschermingsfunctie van sociale zekerheid

‘Hoe verhoudt het voorstel van de Stichting van de Arbeid betreffende de verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zelfstandigen zich tot de inkomensbeschermingsfunctie van sociale zekerheid?’

3.1. Inleiding

Zoals onder het theoretisch kader is opgenomen, bestaat de inkomensbeschermingsfunctie van

Zoals onder het theoretisch kader is opgenomen, bestaat de inkomensbeschermingsfunctie van

In document Masterscriptie Rechtsgeleerdheid (pagina 17-0)