• No results found

Kostenraming van een reeks uitbesteedbare beheermaatregelen

In document LIFE project DANAH Kamp van Beverlo (pagina 177-184)

6.5 Haalbaarheid en kosten van het voorgestelde beheer in het beheerplan voor het Kamp van Beverlo

6.5.3 Kostenraming van een reeks uitbesteedbare beheermaatregelen

De kostenraming voor deze uitbesteedbare maatregelen is hieronder weergegeven, opgesplitst voor de jaarlijkse en de periodieke/eenmalige maatregelen en gesommeerd zodat zowel jaarlijkse totalen als totalen voor de ganse beheerplantermijn van 27 jaar naar voren komen.

KOSTENBEREKENING

Jaarlijkse maatregelen Totale oppervlakte (ha) Eenheidsprijs Totale beheerplantermijnkost (€) Totaal jaarlijkse kost (€)

maaien 77,6 2509110 92930

maaien overgangsbeheer 17,5 0,10 €/m² 472500 17500

maaien regulier 42,0 0,10 €/m² 1134000 42000

maaien KZ 6,9 1850 €/ha 343656 12728

maaien KZ (na 4 jaar) 5,3 1850 €/ha 263736 9768 (na 4 jaar)

maaien KZ (4 jaar na herstel) 5,9 1850 €/ha 295218 10934 (4 jaar na herstel)

chopperen 1,50 0,25 €/m² 101250 3750

plaggen 2,30 0,60 €/m² 372600 13800

TOTAALSOM: totale beheerplantermijnkost van alle jaarlijkse maatregelen: 2982960

TOTAALSOM: totale jaarlijkse kost van alle jaarlijkste maatregelen: 110480

Periodieke/eenmalige maatregelen Totale oppervlakte (ha) Eenheidsprijs Totale beheerplantermijnkost (€) Totaal jaarlijkse kost (€)

maaien 13,5 136528 5057

maaien overgangsbeheer 5,5 0,10 €/m² 49500 1833

maaien regulier (gem.fr. 3jaar) 18,0 0,10 €/m² 162000 6000

maaien KZ 5,2 1850 €/ha 77404 2867

maaien riet 1,5 1200 €/ha jaar 1764 65

heidebeheer 1,3 0,60 €/m² jaar 7860 291

begrazing 40800 1511

aanleg nieuwe schapenrasters 6,8 km 6 €/m² 40800 1511

chopperen 11,9 0,25 €/m² 191500 7093

plaggen 61,0 0,60 €/m² 366000 13556

baggeren 6,7 0,60 €/m² 40200 1489

TOTAALSOM: totale beheerplantermijnkost van alle periodieke/eenmalige maatregelen: 775028

TOTAALSOM: totale jaarlijkse kost van alle periodieke/eenmalige maatregelen: 28705

TOTAALSOM: totale beheerplantermijnkost van alle maatregelen: 3757988

TOTAALSOM: totale jaarlijkse kost van alle maatregelen: 139185 De mogelijks uitbesteedbare kosten zijn van een grootte-orde van ongeveer 135 000 euro per jaar.

7 Maatregelen in functie van het gebruik door derden

De ecologische gebiedsfiches weergegeven in §6 geven op de laatste rij het gebruik door derden weer. Hiervoor wordt doorgaans verwezen naar de “inventaris recreatie in het militair domein Kamp Beverlo”.

8 Monitoring

Monitoring is het herhaald meten van parameters volgens een standaardmethode die gegevens oplevert waarmee de toestand en de evolutie van een doelpopulatie of een welbepaald streefbeeld kan worden beschreven (De Cock et al., 2008). Alvorens een monitoringplan uit te schrijven is het belangrijk dat de algemene doelstellingen van de monitoring vastgesteld worden. Op het schietveld bestaat deze doelstelling erin de toestand van bepaalde soorten, vegetaties of structuren op een gestandardiseerde manier te registreren, in de tijd op te volgen en te evalueren in functie van bepaalde streefdoelen. Als dusdanig kan het gevoerde beheer geëvalueerd en indien nodig bijgestuurd worden.

Volgens Demeulenaere et al. (2002) kunnen 4 hiërarchische monitoringniveaus onderscheiden worden:

 Een 1:1-verhouding waarbij de monitoringresultaten vooral bruikbaar zijn voor het gebied waarvoor de gegevens ingezameld zijn.

 Een globaal niveau, waarbij de resultaten meer algemene conclusies toelaten over de bijdrage die de gebieden tot de biodiversiteit leveren en de veranderingen die hierin optreden.

 Een globaal en intensief niveau, waarbij aan de hand van een representatief aantal gebieden een uitspraak kan gedaan worden over de toestand van de natuur in Vlaanderen.

 Een globaal en causaal niveau waarbij ook een verklaring kan gevonden worden voor eventueel optredende veranderingen in de toestand van de natuur in Vlaanderen.

Het monitoringplan voor het Kamp van Beverlo zal zich vooral situeren op het eerste niveau. Hogere niveaus moeten worden opgevolgd op een schaal groter als deze van het beheer- en monitoringplan dat opgemaakt wordt in kader van het Europese LIFE-project DANAH. Binnen dit eerste niveau zal het monitoringplan zich concentreren op drie aspecten.

 Abiotische monitoring, met als voornaamste op te volgen parameters:

- Waterpeil en waterkwaliteit van het grondwater in piëzometers (zie Kaart 8.1) - Waterpeil en waterkwaliteit van een aantal belangrijke vennen

 Monitoring van het gevoerde beheer, met als voornaamste op te volgen parameters:

- Mate van aanwezigheid van boomopslag in open terreinen - Mate van vergrassing van open en halfopen terreinen

- Opvolgen van soortensamenstellling van vegetaties waar een specifiek patroonbeheer wordt gevoerd (vb. heischrale elementen, droge heide vegetatie onder opengekapt en geplagd bos, …)

- Opvolgen van begrazingseffecten op de vegetatie (soortensamenstelling, structuur, …). Bij begrazing in leefgebieden van het Gentiaanblauwtje is een permanente evaluatie van de effecten van de begrazing noodzakelijk.

- Opvolgen van efficiëntie van exotenbestrijding

 Monitoring van specifieke doelsoorten (zowel planten- als diersoorten, en hun biotopen)

- Om het beheer te evalueren zijn gebiedsdekkende broedvogelkarteringen veruit het belangrijkst.

Wenselijk is om jaarlijks een (vaste) selectie aan soorten te tellen en vijfjaarlijks een volledige census van alle broedvogels uit te voeren. Soorten die jaarlijks zouden moeten opgevolgd worden, zijn alle Vogelrichtlijnsoorten en Rode-lijstsoorten uit de categorieën ‘met uitsterven bedreigd’, ‘bedreigd’ en

‘kwetsbaar’. Deze lijst zal vanzelf aangevuld worden met ‘zeldzame’ of ‘schaarse’ soorten’ die niet tot bovenstaande categorieën behoren. Immers, dat zijn soorten die door ornithologen automatisch mee geteld worden.

- Verder is het wenselijk om alle Europees beschermde soorten en Rode Lijst soorten in de mate van het mogelijke op te volgen (zie § 2.3.2). Specifiek dient hierbij het Gentiaanblauwtjessysteem vermeld te worden omwille van zijn bedreigde status in Vlaanderen en omdat het Kamp van Beverlo de grootste nog resterende populatie herbergt. Monitoring kan erin bestaan (Vanreusel et al., 2000):

 Het aantal Klokjesgentianende te tellen

 Het aantal eitjes van het Gentiaanblauwtje afgezet op de Klokjesgentianen te tellen

 De aanwezige Myrmica-mierennesten in de omgeving te tellen

9 Aandachtspunten die verder geconcretiseerd worden in de loop van de beheerplanperiode

Dit beheerplan vormt een belangrijk kader voor het beheer van het Kamp van Beverlo in de komende decennia. Een verdere concretisering van enkele specifieke aspecten is noodzakelijk om het beheer van het militair domein concreet vorm te geven en om de vooropgestelde streefdoelen te realiseren. Meer bepaald is een verdere uitwerking nodig van:

 Jaarlijkse opmaak van Jaarbeheerplanningen

 Uitwerking van een concreet begrazingsschema voor de schapenbegrazing

 Concretisering van het bosbeheer

 Uitwerking van een concreet monitoringsplan

 Berekening van de kosten van de beheermaatregelen uitgevoerd in eigen regie

In het licht van voorgaande aandachtspunten kan men stellen dat het beheerplan moet gezien worden als een dynamisch document, dat op basis van een vijfjaarlijkse evaluatie- en bijsturingscyclus zal aangepast worden zodanig dat de mogelijkheid open blijft om in te spelen op opportuniteiten die zich aandienen op vlak van evoluerende beheer-methoden, -technieken en ontwikkelingen op het terrein.

Adriaens T. & Maes D. (2004). Voorlopige verspreidingsatlas van lieveheersbeestjes in Vlaanderen. Resultaten van het lieveheersbeestjesproject van de jeugdbonden. Bertram 2 (1bis), 72 p.

Adriaens T., Maes, D., Derume M., Godeau J.F., San Martin G., Branquart E. & Baugnée J.Y. (2008).

Voorlopige rode lijst van de Belgische lieveheersbeestjes. www.inbo.be.

Alderweireldt, M. & Maes, D. (1997). De spinnenfauna van ‘De Vallei van de Grote Beek’ en van de ‘Immertse heide’ in Heppen-Leopoldsburg (Limburg, België). Nwsbr. Belg. Arachn. Ver. 12 (3): 53-63.

Andriessen, W., Lambrechts, J. & I. Plessers (2004). Opstellen beheeradviezen voor bermen, taluds en restgronden langs de N73 Tessenderlo-Kinrooi. Aeolus in opdracht van AMINABEL, cel NTMB.

Bastiaens J. & Deforce K. (2005). Geschiedenis van de heide, eerst natuur en dan cultuur of andersom?

Natuur.focus 4(2): 40-44.

Bauwens D. & Claus K. (1996). Verspreiding van amfibieën en reptielen in Vlaanderen. Turnhout, De Wielewaal, 192 p.

Bobbink R., de Goeij S., Vogels J. & Verbeek P. (2007). Wetenschappelijke onderbouwing van de beheergerichte maatregelen in het gebied Hoeverheide (Kamp van Beverlo). Rapport Onderzoekscentrum B-WARE, Natuur-balans & St. Bargerveen (nr. PR-05-008).

Burny J. (1999). Bijdrage tot de historische ecologie van de Limburgse Kempen (1910-1950): tweehonderd gesprekken samengevat. Stichting Natuurpublicaties Limburg van het Natuurhistorisch Genootschap in Limburg, Maastricht.

Canard A. (1986). Données sur le développement, la croissance, le cycle biologique et l’évolution démographique de la Mygale (Atypus affinis) (Atypidae, Mygalomorpha). Mém. Soc. R. belge Ent. 33 : 47-56.

Colazzo S. & Bauwens D. (2003). Aanwijzen van prioritaire soorten voor het natuurbeleid in de provincie Limburg. Studie uitgevoerd in samenwerking met de Provincie Limburg in het kader van LIKONA. Verslag van het Instituut voor Natuurbehoud 2003.5. 195 p.

Decleer, K. & D. Maes (1989). Voorlopige soortenlijst en synecologie van de spinnen (Araneae) van het natuurreservaat ‘De Zwarte Beek’ (Koersel-Beringen, Limburg). Nwsbr. Belg. Arachn. Ver. 11 (1989): 19-28.

Decleer K., Devriese H., Hofmans K., Lock K., Barenburg B. & Maes D. (2000). Voorlopige atlas en ‘Rode Lijst’ van de sprinkhanen en krekels van België. Saltabel i.s.m. IN en KBIN, rapport IN2000/10.

Decleer K. (red) (2007). Europees beschermde natuur in Vlaanderen en het Belgisch deel van de Noordzee.

Habitattypen | Dier- en plantensoorten. Mededelingen van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek INBO.M.2007.01, Brussel, 584 p.

De Cock R., Hoffman M., Maes D., De Blust G. (2008). Begeleiding en opvolging van de beheermonitoring van de Vlaamse natuurreservaten: vademecum deel 1 en 2: concept beheermonitoring en methodiek met technische bijlagen en multisoortenlijsten. INBO.R.2008.7.

Dekoninck W., Vankerkhoven F. & Maelfait J.P. (2003). Verspreidingsatlas en voorlopige Rode Lijst van de mieren van Vlaanderen. Rapport van het Instituut voor Natuurbehoud 2003.7. Brussel.

Demeulenare E., Schollen K., Vandomme V. (2002). Een hiërarchisch monitoringssysteem voor beheersevaluatie van natuurreservaten in Vlaanderen. Rapporten van het Instituut voor Natuurbehoud, Brussel.

Desender K., Maes D., Maelfait J.P. & Van Kerckvoorde M. (1995). Een gedocumenteerde Rode Lijst van de zandloopkevers en loopkevers van Vlaanderen. Mededelingen Instituut voor Natuurbehoud 1995 (1) : 1-208.

Desender K., Dekoninck W., Maes D., Crevecoeur L., Dufrêne M., Jacobs M., Lambrechts J., Pollet M., Stassen E. & Thys N. (2008). Een nieuwe verspreidingsatlas van de loopkevers en zandloopkevers (Carabidae) in België. Rapporten van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek, 2008(13). Brussel : Belgium. 184 p.

De Knijf G., Anselin A., Goffart P. & Tailly M. (2006). De libellen (Odonata) van België: verspreiding-evolutie-habitats. Libellenwerkgroep Gomphus i.s.m. INBO, Brussel. 368 p.

De Nayer B. (2005). Visstandonderzoek op de Zwarte Beek. Midden en bovenloop vaag de Gestelse molen, MVG- AMINAL Afdeling Bos & Groen, Hasselt.

Haskoning (2004). Onderzoek naar de versterking van de landschapsecologische samenhang tussen de militaire domeinen van Helchteren-Meeuwen en Leopoldsburg. Haskoning, studie i.o.v. AMINAL Afdeling Natuur Limburg.

Hermy M., De Blust G. & Slootmaekers M. (red.) (2004). Natuurbeheer. Uitgeverij Davidsfonds i.s.m. Argus vzw, Natuurpunt vzw en het IN, Leuven. 452 p.

Kleukers R.M J.C., Van Nieukerken E.J., Ode B., Willemse L.P.M. & Van Wingerden W.K.R.E. (1997). De sprinkhanen en krekels van Nederland (Orthoptera). Nederlandse fauna l. Nationaal Natuurhistorisch Museum, KNNV Uitgeverij & EIS-Nederland, Leiden. 416 blz., 16 platen.

Indeherberg M. et al. (2009). Resultaten en bespreking van inventarisatie van het vogelrichtlijngebied ‘Militair domein en Vallei van de Zwarte Beek’ in 2008. Samenwerking tussen LIKONA vogelwerkgroep & Agentschap voor Natuur en Bos, maart 2009, 8 p.

Lambrechts J. (2002) m.m.v. Gabriëls J., Janssen M., Stassen E., Vankerkhoven F., Indeherberg M. & Verheijen W. Onderzoek naar sturing van het beheer van natte heideterreinen. Eindverslag. AEOLUS in opdracht van AMINAL afdeling Natuur (Limburg).

Lambrechts J. & Janssen M. (2002). Spinnen in het stuifzand: de arachnofauna van de ‘Oudsberg’ in Meeuwen.

Nwsbr. Belg. Arachn. Ver. (2002), 17 (2): 28 - 41.

Lambrechts J. & Janssen M. (2005). De spinnenfauna op de taluds van het Albertkanaal tussen Bilzen en Kanne (Riemst): veel variatie in abiotiek resulteert in een hoge diversiteit. Nwsbr. Belg. Arachn. Ver. (2005) 20(2):

37-65.

Lambrechts, J. & Hendrickx, P. m.m.v. Van der Wijden, B., Jacobs, M., Janssen, M. & P. Hendig (2009).

Opmaak van een natuurbeheerplan voor het provinciedomein het Vinne te Zoutleeuw. Arcadis in opdracht van Provincie Vlaams-Brabant. 185 pp + bijlages + kaartenbundel.

Lambrechts J., Verheijen W., Gorssen J. & Rutten J. (2000). Evaluatie van het actuele heidebeheer op de intrinsieke kwaliteiten voor de fauna. AEOLUS in opdracht van AMINAL afdeling Natuur (Limburg).

Lambrechts J., Verlinde R., Van der Wijden B. & Gorssen J. (2008). Monitoring ecoduct KIKBEEK over de E314 in Maasmechelen. Verslag van het onderzoek in T1 (2007). Aeolus in opdracht van cel NTMB.

Lambrechts J., Hendrickx P., Gabriëls J., Jacobs M., De Vocht A. & Hendig P.T. (2009). Ecologische inventarisatie van de fauna en flora in de nucleaire zone ten Noorden van het Kanaal Bocholt-Herentals. Arcadis Belgium in opdracht van NIRAS. 112 p + bijlages + kaarten.

Maelfait J.P., Baert L., Janssen M. & Alderweireldt M. (1998). A Red list for the spiders of Flanders. Bulletin van het K.B.I.N. 68 :131-142.

Maes D. & Van Dyck H. (1999). Dagvlinders in Vlaanderen Ecologie, verspreiding en behoud. Stichting Leefmilieu/Antwerpen i.s.m. Instituut voor Natuurbehoud en Vlaamse vlinderwerkgroep/Brussel.

Mertens W. & Meire P. (2001). Ontwerp van een ecosysteemvisie voor de vallei van de Zwarte Beek.:

Vegetatiekartering, Systeembeschrijving en Natuurtypen. Onderzoeksopdracht MINA/105/9803), UIA.

Overloop S. (2004). MIRA Achtergronddocument 2004. Vermesting, VMM.

Paelinckx D., De Saeger S., Van Hove M., Wils C., Berten B., Bosch H., De Knijf G., Demolder H., Erens G., Guelinckx R., Oosterlynck P., T’Jollyn F., Van Ormelingen J. & Vriens L., 2007. Indicatieve situering van de Natura 2000 habitats. Bewerking van de Biologische Waarderingkaart, versie 2. Versie 4.0 (ontwerp). Intern rapport en GISbestand. INBO.IR2007.7 Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek, Brussel.

Roberts M.J. (1998). Tirion spinnengids. Tirion, Baarn. 397 p.

Seeuws P., Coeck J., Verheyen R.F. (1998). Voorstel tot afbakening van waterlooptrajekten voor de bescherming van de Beekprik (Lampetra planeri). Rapport IN.98.8.

Smit C. (2001). Effecten van militair gebruik en recreatie op flora en fauna. Rapport ec-Inv, 2001(37). LNV: Ede, The Netherlands, Wageningen.

Stassen E. (2005). Verslag bodemvalonderzoek Kamert. Niet gepubliceerd verslag. 32 p.

Sterckx G. & De Blust G. (2008). Heide in de vuurlinie. Ecologische gebiedsvisie voor de Natura2000-gebieden van Kamp Beverlo, het Schietterrein Helchteren en hun omgeving. INBO.R.2008.25. 127 p.

Van Daele T., Batelaan O. & De Smedt F. (2001). Ontwerp van een ecosysteemvisie voor de vallei van de Zwarte Beek: hydrologische systeemmodellering. Onderzoeksopdracht MINA/105/9803), VUB.

Vanlook W., Gorissen D., Nagels K., Beckers G., Van Waerebeke M. & Jochems H. (2009). Ecologische prioriteiten: methodiek en fiches Kamp van Beverlo. Agentschap voor Natuur en Bos. 76 p.

Vanreusel W., Maes D. & Van Dyck H. (2000). Soortbeschermingsplan Gentiaanblauwtje. Rapport van de Universiteit Antwerpen (UIA – UA) – in opdracht van afdeling Natuur van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Wilrijk. (hoofdrapport + gebiedsfiches + bijlagen).

Vermeersch G., Anselin A., Devos K., Herremans M., Stevens J., Gabriëls J. & Van der Krieken B. (2004).

Atlas van de Vlaamse broedvogels 2000 – 2002. Mededelingen van het Instituut voor Natuurbehoud 23, Brussel, 60-75 p.

Weuts S. (1985). Honderdvijftig jaar Kamp van Beverlo. Geschiedenis van het Kamp van Beverlo verteld aan de hand van oude prentkaarten, oude en actuele foto’s.

Wouters L. & Vandenberghe N. (1994). Geologie van de Kempen: een synthese. NIROND, 94 – 11. Nationale Instelling voor Radioactief Afval en verrijkte Splijtstoffen (NIRAS).

11 Bijlagen

In document LIFE project DANAH Kamp van Beverlo (pagina 177-184)