• No results found

Koppelaarsters en bordeelscenes

Galleria de Uffizi, Florence

3. Koppelaarsters en bordeelscenes

Internationale Caravaggisten

Caravaggio en de Franse en Italiaanse Caravaggisten hebben het thema ‘de koppelaarster’ nooit geschilderd, in tegenstelling tot de Nederlandse Caravaggisten die het thema juist erg vaak gebruikten. De Nederlandse Caravaggistische genreschilderijen met dit thema tonen vaak de types ‘de prostituee’ en ‘de koppelaarster’. De koppelaarster is vaak oud en lelijk en draagt een vormeloos bruin gewaad en een tulband op haar hoofd. De prostituee is jong, mooi en wellustig. Ze draagt vaak een laag uitgesneden jurk of heeft een deels ontbloot bovenlichaam. Bovendien heeft ze vaak een brede glimlach op haar gezicht. Deze is volgens Gerard de Lairesse te herleiden naar haar sociale status. Hij stelt dat een eerzame vrouw

afgebeeld zou worden met een deugdzame glimlach, haar mond slechts een klein beetje open. Terwijl haar dienstmeisje breed glimlacht zodat je al haar tanden kunt zien. De prostituee zou ook in deze categorie vallen en daarom zien we haar vaak breed glimlachende terug op de schilderijen van de Caravaggisten.61 De Franse en Italiaanse Caravaggisten hebben wel

enkele bordeelscenes of tavernes geschilderd. Deze verschillen van het thema ‘De koppelaarster’ omdat het type de koppelaarster ontbreekt en er slechts een prostituee afgebeeld staat, bovendien wordt de prostituee altijd gekleed afgebeeld. Zoals het thema van ‘De waarzegster’ populair was onder de Italiaanse en Franse Caravaggisten, zo is het thema van ‘De koppelaarster’ populair onder de Nederlandse Caravaggisten.

In Valentin de Boulogne’s ‘Afspraak in het taverne’ (figuur 21) zien we veel verschillende types langskomen: de naïeve muzikant, de bedrieglijke waarzegster en de oneerlijke en dronken soldaat. Nieuw in dit schilderij is het type van de prostituee. De vier figuren zitten om de tafel in een

taverne, ze delen drank, worst en de vleesschotel die op tafel staat. De waarzegster, de prostituee en de soldaat willen allemaal misbruik maken

61 M. Westermann, The amusements of Jan Steen: comic painting in the seventeenth century (Waanders 1997), 91

van de naïeve muzikant. Ze zijn hierin consistent met hun stereotypen karakters. De bedrieglijke waarzegster bied de dwaze muzikant een glas wijn aan, werpt haar charmes in de strijd en steelt ondertussen zijn beurs. De soldaat schenkt ook een glas wijn in, alsof hij zich bij het gezelschap wil voegen. De prostituee bied de naïeve muzikant een stuk worst aan en wacht hoe het tafereel zich verder ontvouwt.62

De scene zou volgens Lemoine en Christiansen zo afkomstig kunnen zijn uit een novelle of burleske komedie. Deze taferelen worden omschreven als ‘een tijdverdrijfje’ en zijn mateloos populair onder de Italiaanse elite (slechts bij hoge uitzondering bevatten deze ‘tijdverdrijfjes’ een

prostituee).63 Toch probeert Valentin de karakters een gevoel van

melanchonie mee te geven. De waarzegster besteelt de muzikant, maar kijkt daarbij somber. De prostituee probeert de muzikant een hapje worst aan te bieden en de soldaat -die overduidelijk een vaste klant is te zien aan de nonchalant gemanoeuvreerde arm op zijn schouder- te verleiden, maar oogt niet wellustig of charmant. De soldaat heeft eveneens een treurige blik op zijn gezicht64. De benodigde karakters voor een kluchtige

lading zijn aanwezig, desalniettemin roepen de gezichtsuitdrukkingen een gevoel van melancholie op. Dat betekent indirect dat de boodschap van het schilderij voornamelijk moraliserend is: niemand wordt gelukkig van kortstondige pleziertjes.

De Vlaamse Caravaggist Nicolas Tournier focuste in een ‘Vrolijk gezelschap met een luitspeler’ (figuur 22) op de vrouw in het schilderij.65 Deze vrouw

is een prostituee in een prachtige blauwe fluwelen jurk, met pareloorbellen en een bloem in haar haar. Ze kijkt naar haar metgezel aan terwijl zij haar rechterhand op zijn schouder legt en haar linkerhand in zijn linkerhand. De man heeft in zijn rechterhand een glas wijn en op tafel staat een bord waar eten op heeft gelegen. Rechts op het schilderij zien we een luitspeler en een zanger. De luitspeler kijkt over zijn schouder naar de beschouwer, de zanger heeft een geconcentreerde blik. Het eten, de muziek en het

62 Lemoine, Valentin de Boulogne, 146-148 63 Ibidem

64 Ibidem

gezelschap van de prostituee geven het schilderij als boodschap mee dat alles vergankelijk is.66 De boodschap is echter subtiel genoeg om het een

elegant schilderij te laten zijn. Een kluchtige lading, zo die er al is, springt niet erg in het oog.

Nederlandse Caravaggisten

Gerard van Honthorst schilderde het schilderij ‘De koppelaarster’ (figuur 23), dat door het gebruik van kaarslicht als enige lichtbron een typisch werk is. Op het schilderij zitten een jonge man en een jonge vrouw

tegenover elkaar aan de tafel. De jongeman zit met de rug naar ons toe en zit bovendien in de schaduw, waardoor hij in donkere tinten geschilderd is. De vrouw wordt goed verlicht en heeft een laag uitgesneden wit en blauwe jurk aan. Zowel de man als de vrouw hebben een gevederd hoofddeksel op. De man heeft een geldbuidel in zijn hand en geeft een paar

goudstukken aan de jonge vrouw. Links op het schilderij staat de

koppelaarster met een tulband op haar hoofd, ze lacht en wijst naar de jonge vrouw. De schaduw die op de luit valt geeft de handen van het toekomstige stel weer die over elkaar heen vallen. Volgens Blankert gaat het hier om een ‘koopbare liefde’ omdat er geldstukken zichtbaar zijn. De koppelaarster aanwezig is en bovendien omdat de schaduwen van de over elkaar vallende handen wijzen op hun toekomstige lichamelijke contact.67

Zowel de koppelaarster als de prostituee zijn kluchttypes, maar ze komen niet voor in commedia dell’arte. Dat betekent dat de Nederlandse

Caravaggisten een eigen kluchttraditie gebruiken. De prostituee is heel herkenbaar door haar brede glimlach en haar laag uitgesneden en bontgekleurde jurk. Ook de koppelaarster voldoet perfect aan het beeld wat we van haar verwachten. Ze is oud, lelijk en draagt een doek als een tulband op haar hoofd. Deze typen en de motieven waar zij een rol in spelen, maken dit tot een kluchtig schilderij. De moraliserende elementen

66 Ibidem

67 Albert Blankert en Leonard J. Slatkes, Nieuw licht op de Gouden Eeuw: Hendrick ter Brugghen en tijdgenoten (Utrecht 1986), 297-299

ontbreken daarentegen in dit werk. De scene heeft bovendien een vriendelijke uitstraling en heeft geen sinistere of duistere elementen.

‘De Koppelaarster’ van Jan van Bijlert (figuur 24) heeft een hele bijzondere iconografie. De koppelaarster speelt hierin niet haar gebruikelijke rol van bemiddelaar tussen de jongeman en de prostituee, maar ze zorgt er op hardhandige wijze voor dat de man de prostituee betaald. Ze trekt hem aan zijn haren tot hij genoeg muntjes uit zijn geldbuidel op tafel legt. Hij lijkt echter te beweren dat er al genoeg ligt. De prostituee, duidelijk

herkenbaar aan haar laag uitgesneden jurk is inmiddels met een glimlach haar geld aan het tellen.68

Het schilderij is onmiskenbaar een kluchtige voorstelling. De herkenbare types van de prostituee en de koppelaarster vallen onder een herkenbare Nederlandse kluchttraditie. Bovendien zien we een nieuw motief, waarin de koppelaarster niet bemiddeld maar de klant met harde hand duidelijk maakt dat hij moet betalen. Dit motief maakt het schilderij verrassend en zorgt voor een uiterst kluchtige lading. De moraliserende boodschap van het schilderij is nauwelijks aanwezig.

‘De Koppelaarster’ van Dirck van Baburen (figuur 25) is een schilderij waarin elk stereotype zijn eigen rol met verve speelt. Allereerst is er de jongeman, hij is duidelijk onder de indruk van de knappe luitspelende prostituee. Het spelen van de luit staat hier zeker voor een seksuele uitnodiging.69 Hij biedt haar een gouden munt aan en slaat een arm om

haar heen. De vrouw kan door haar laag uitgesneden decolleté en

immorele glimlach herkent worden als een prostituee. Ze is knap, gewillig en nodigt haar nieuwe klant lachend uit. De koppelaarster draagt een bruin gewaad met een shawl op haar hoofd. Zij heeft de afspraak gemaakt en wil dat er betaald wordt, ze richt zich tot de prostituee en wijst naar haar hand.70

Het gat in de klankkast van de luit is een gebruikelijke verwijzing naar het vrouwelijk lichaam. De schaduw van de hoed van de luitspeler die over de

68 Blankert, Nieuw licht op de gouden eeuw, 202-203 69 Jongh, Spiegel van Alledag, 63-66

ogen van de prostituee valt, staat symbool voor haar lichtzedigheid en zijn bedrog. Marandel vergelijkt ‘de koppelaarster’ van Baburen bovendien met ‘de waarzegster’ van Manfredi (figuur 12). De zigeunerin draagt

vergelijkbare kleding als de koppelaarster. Bovendien wijst de

koppelaarster naar haar hand, wat een verwijzing zou kunnen zijn haar het handlezen van de waarzegsters.71 Baburen gebruikt een perfecte mix

leeftijd, kleding, gezichtsuitdrukkingen en gedrag om de stereotype karakters in zijn schilderij weer te geven. Het schilderij heeft een onmiskenbare kluchtige lading.

De schilderijen van Gerard van Honthorst ‘Een soldaat en een meisje’ (figuur 26) valt net als veel andere schilderijen van bordeelscenes of vrouwen met ontblote borsten in de categorie schuine grapjes. Het schilderij gaat over lust, maar Honthorst heeft het geschilderd met elegantie en charme. Zijn personages zijn goed gekleed en zijn

aantrekkelijk, al zijn ze verwikkeld in hun liefdesspel.72 De soldaat draagt

geen wapenrusting maar een mooie jas en een hoed. Hij heeft zijn rechterhand op de ontblote borst van de vrouw gelegd en draait zicht verwachtingsvol naar haar toe. Zij draagt een loshangende witte jurk en heeft een serene uitdrukking op haar gezicht. Ze probeert de kaars aan te steken met de kool. De smeulende kool en het vuur, staan voor het vuur en de passie in liefde, dit wordt nog versterkt door de vonken die

eromheen zichtbaar zijn.73 Judson en Ekkart stellen dat omdat de kaars

wordt aangestoken met de kool, de liefde slechts van korte duur is en dat het daarna vooral voor pijn zal zorgen.74 Zij koppelen dit schilderij aan een

gedichtje van Jacob Cats:

“ ’t sal smetten of branden, Vrient wacht uw handen…

Dus ben ick in gevaer waer ick de vingers set,

Uw kool doet als haer vrou, sij brant, of sy besmet”75

71 Ibidem

72 Judson, Gerrit van Honthorst, 201-202 73 Ibidem

74 Ibidem 75 Ibidem, 201

De kluchtige lading in dit schilderij is slechts terug te vinden in de stereotype karakters. Zij maken dat het schilderij een glimlach op je

gezicht doet verschijnen. De morele boodschap van dit schilderij is echter veel sterker. Mede door het gedichtje van Cats, die waarschuwt voor de kortstondige liefde die daarna alleen maar pijn zal doen.

Jan van Bijlert heeft het schilderij van Honthorst duidelijk gezien, want in zijn ‘De koppelaarster’ (figuur 27) vinden we de houding van de geliefden en het vasthouden van de borst van de prostituee terug. De compositie is echter uitgebreid met een koppelaarster die tegenover hen zit aan de tafel en haar geld telt. Ze is draagt een bruin gewaad en heeft een doek op haar hoofd gebonden. Ze voldoet aan het stereotype van de koppelaarster en is daarom oud en lelijk. De soldaat die achter haar langs loopt, houdt een glas wijn omhoog. Het glas wijn staat symbool voor drankzucht.76 Het

meisje die achter de tafel langs rent, houdt met een triomfantelijke blik op haar gezicht een beurs omhoog.77

Het is de verbeelding van het oude Hollandse gezegde ‘Wat maakt men al

om geld’, wat schilders als Adriaen van de Venne meerdere malen

geschilderd hadden. Vaak stond in de schilderijen van Van de Venne de klucht voorop.78 Opvallend is dat geen van de figuren in dit schilderij zelfs

maar glimlacht. Dit schilderij wordt als weergave van een gezegde

gedomineerd door de moraliserende boodschap: wat we allemaal al voor geld zouden doen. De enige kluchtige lading in dit schilderij komt voort uit de stereotype karakters die het schilderij huist: de gewillige prostituee, de opgewonden klant, de lelijke waarzegster en de geniepige dief.

Hendrick ter Brugghen schilderde met zijn ‘Een luitspeler en een meisje met een glas’ eveneens een bordeelscene (figuur 28). Op het schilderij zien we een man gekleed in een rode tuniek met een zwarte gevederde hoed op. Hij heeft een luit in zijn linkerhand en met zijn rechterhand pakt hij liefdevol de kin van de prostituee beet. Zijn gezicht is van de

beschouwer weggedraaid, maar de gelukzalige grijs is onmiskenbaar. De

76 Kolfin, The young gentry at play, 20-21

77 Paul Huys Janssen, Jan van Bijlert (Amsterdam 1998), 151

78 E. de Jongh, Tot lering en vermaak: betekenissen van Hollandse genrevoorstellingen uit de zeventiende eeuw (Amsterdam 1976), 251

prostituee draagt een wit met bruine jurk waarbij haar boezem ontbloot blijft, tevens heeft ze de jurk opgestroopt zodat haar benen zichtbaar zijn. Ze zit op de schoot van de luitspeler en lacht haar nieuwe geliefde guitig toe. Met haar rechterhand biedt ze hem een glas wijn aan.79

De thema’s die hier gecombineerd worden zijn drankzucht, muziek en lust. Ofschoon drank en vrouwen natuurlijk als onacceptabel golden in de

zeventiende eeuw, is dit schilderij eerder kluchtig dan moraliserend. De moraal kenden we immers wel, het is in dit geval een voedingsbodem voor de klucht. De beschouwer kan niet anders dan grijnzen bij het zien van deze voorstelling met zijn dwaze gelukszaligheid.

Hendrick ter Brugghen schilderde ook het schilderij ‘Ongelijke geliefden’ (figuur 29). Op het schilderij zijn twee standaard kluchttypen

samengevoegd: de prostituee en de oude, geile dwaas.80 De jonge, knappe

prostituee draagt een weinig verhullende witte jurk. Ze glimlacht berekenend en kijkt naar de beschouwer om hem bij het tafereel te betrekken. Met haar rechterhand heeft ze de mantel van haar nieuwe geliefde vast.81 Het leeftijdsverschil tussen de oude man en de

berekenende prostituee is groot. Dat is te zien aan zijn grijze baard en gedateerde kleding. De platte, zwarte baret en de grijze bontmantel zouden door een tijdgenoot als ouderwets zijn getypeerd.82 Tevens draagt

de oude man een pruik of hij verft zijn haar, dat is te zien aan de grijze baard in vergelijking met zijn donkere haar.83

Oude mensen zijn een standaardtypes van dwaasheid, wat nog benadrukt wordt door de bril op zijn neus. In de zeventiende eeuw betekende

iemand een bril geven of verkopen dat diegene bedrogen of opgelicht werd. De bril staat symbool voor geestelijke blindheid.84 Het schilderij

heeft een bijzondere achtergrond. De achtergrond is zwart met daar voor een jolige dronkaard met in zijn ene hand een fles wijn en in zijn andere

79 Leonard J. Slatkes, The Paintings of Hendrick ter Brugghen (Amsterdam 2007), 189 80 Anouk Janssen, Grijsaards in zwart-wit (Zutphen 2007), 253-255

81 Slatkes, The Paintings of Hendrick ter Brugghen, 160-61 82 Ibidem

83 Ibidem

hand een glas. Het tweede thema van dit schilderij is daarom

drankzucht.85 Deze drankzucht dient als een uitvergroting van het eerste

thema, drank zal deze oude man ook niet geholpen hebben om het bedrog van de prostituee te doorzien.

Dit schilderij heeft een sterke kluchtige lading. Behalve de stereotype karakters zijn er talloze aanwijzingen -zoals de bril en de kleding- dat Hendrick ter Brugghen een kluchtige lezing van zijn schilderij beoogde. Dat wil niet zeggen dat de morele les van het schilderij helemaal naar de achtergrond is verdwenen. De waarschuwing om geen dwaas te zijn en je niet te laten bedriegen door schoonheid is nog steeds van kracht. De samenwerking van klucht en morele boodschap in dit schilderij is erg sterk.

Deelconclusie

Het thema van de koppelaarster is een thema wat nauwelijks voorkomt onder de Italiaanse en Franse Caravaggisten. Wel zien we verschillende bordeelscenes of tavernes, waarin de koppelaarster ontbreekt, maar er wel een prostituee op het canvas verschijnt. Valentin de Boulogne mengt zijn prostituee tussen de welbekende types van commedia dell’arte. Samen met een oneerlijke dronken, soldaat en een bedrieglijke waarzegster probeert ze de naïeve muzikant geld afhandig te maken. De typen voor een kluchtige lezing zijn aanwezig, maar de gezichtsuitdrukkingen zorgen voor een melancholische sfeer. Nicolas Tournier verwerkte eveneens een prostituee in zijn schilderij. Zij is deel van de boodschap van het schilderij dat alles vergankelijk is. De kluchtige lading van het schilderij is niet op de voorgrond aanwezig.

Gerard van Honthorst snijdt met zijn ‘de koppelaarster’ een nieuw thema aan. Zowel de koppelaarster als de prostituee zijn kluchttypes, maar ze komen niet voor in commedia dell’arte. Dat betekent dat de Nederlandse Caravaggisten een eigen kluchttraditie gebruiken. Deze typen en de motieven waar zij een rol in spelen, maken dit tot een kluchtig schilderij. Jan van Bijlert maakt in zijn schilderij gebruik van een nieuw motief, waarin

de koppelaarster niet bemiddeld maar de klant met harde hand duidelijk maakt dat hij moet betalen. Dit motief maakt het schilderij verrassend en zorgt voor een uiterst kluchtige lading. Dirck van Baburen gebruikt een perfecte mix leeftijd, kleding, gezichtsuitdrukkingen en gedrag om de stereotype karakters in zijn schilderij weer te geven. Het schilderij heeft een onmiskenbare kluchtige lading.

Gerard van Honthorst ‘een soldaat en een meisje’ heeft voornamelijk een morele boodschap, het schilderij waarschuwt voor de kortstondige liefde die daarna alleen maar pijn zal doen. De kluchtige lading komt vooral voort uit de kluchtige types die het schilderij bevolken. Jan van Bijlert geeft gestalte aan het oud-Hollandse spreekwoord ‘Wat maakt men al om geld’, waarin opnieuw de morele booschap overheerst en de kluchtige lading vooral uit de typen voortkomt. ‘Een luitspeler en een meisje met een glas’ van Hendrik ter Brugghen snijdt de thema’s lust, drankzucht en muziek aan. Het schilderij is onmiskenbaar kluchtig bedoeld en doet de

beschouwer gelukzalig grijnzen. ‘Ongelijke geliefden’ van Hendrik ter Brugghen introduceert een ander type: de oude, geile dwaas. De samenwerking tussen de kluchtige en morele boodschap is heel sterk. Veel van de typen die we tot nu toe langs hebben zien komen zijn afkomstig uit het commedia dell’arte en zijn net als het Caravaggisme afkomstig uit Italië. De kluchttypen de koppelaarster en de ongelijke

geliefden komen echter voornamelijk in het Noorden voor en zijn daarmee een lokale variant van de Nederlanden. Dat roept de vraag op of ze

Afbeeldingen

Figuur 21

Valentin de Boulogne