• No results found

Over het algemeen zijn zowel de politie als de vrouwenopvang tevreden over de samenwerking. Deze is volgens beiden succesvol dankzij de aanwezigheid van een coördinator bij politie en vrouwenopvang, die elk binnen hun eigen organisatie de regie voert bij AWARE-zaken. Onderling is veelvuldig met elkaar contact. Daarin is van groot belang dat het professionals zijn met veel kennis van en betrokkenheid bij de problematiek, hetgeen zich vertaalt in een zeer professionele en creatieve inzet gericht op het verbeteren van de methodiek van interventie. Gesignaleerde

knelpunten en wensen tot verbetering zijn drieledig: nauwere samenwerking met het OM, het verbreden van institutioneel draagvlak middels een Veiligheidshuis en actievere betrokkenheid van het ASHG.

Het belangrijkste knelpunt dat er in volgens betrokkenen in de huidige

samenwerkingsvorm is, is vooral het ontbreken van een effectieve samenwerking met het OM. Door betrokkenen wordt opgemerkt dat Officieren van Justitie niet altijd op de hoogte zijn van de ernst van de achterliggende problematiek bij belaging of deze mogelijk zelfs bagatelliseren. Men ervaart dat het OM aarzelt om vervolgend op te treden, blijkend uit seponeringen. Zowel het AWARE-team in de vrouwenopvang als politie bepleiten een actievere rol van het OM in de aanpak van belaging. De vrouwenopvang wil graag een lik-op-stuk-beleid bij belagingszaken. Opvang en politie hebben een voorkeur voor het instellen van een speciaal AWARE-label vergelijkbaar met de persoonsgerichte aanpak bij veelplegers als een manier om adequater te kunnen optreden bij belaging en de belager te laten zien wat de grenzen zijn van wat wel en niet mag. Beide organisaties bepleiten het instellen van een taakaccenthouder bij het OM in AWARE-zaken die als aanjager fungeert bij de vervolging van verdachten van belaging. Men ervaart het als een gemis dat het OM niet betrokken is als partner in overleg over de belagingsproblematiek.

Binnen het OM daarentegen, ervaart men desgevraagd echter geen problemen bij de vervolging van belaging bij huiselijk geweld. Er wordt geen reden gezien om nauwer met hulpverlening of met politie te overleggen. In gesprek met de Officier van Justitie werd het seponeren tengevolge van bewijsproblemen niet herkend. Desgevraagd wordt benadrukt dat vervolging mogelijk is mits de aangifte duidelijk is, er een klacht is ingediend en een goed gedocumenteerd dossier aanwezig is (zoals sms-teksten en mails die bij het dossier worden gevoegd). De Officier van Justitie geeft aan dat men tevreden is over dossiers van de politie. Belaging wordt vaak door de verdachte bekend en leidt dus ook vaak tot een strafoplegging, aldus de Officier van Justitie. Omdat de Officier van Justitie afzonderlijk werd geïnterviewd was het helaas niet mogelijk om de betrokken partners over dit verschil van inzicht met elkaar in gesprek te laten komen.

Sinds 1 maart 2008 is een pilot gestart met het doel sneller zaken af te handelen door heel de keten. Deelnemers zijn het OM, politie, reclassering, ASHG en Centrum voor Dienstverlening. Op het politiebureau neemt de parketsecretaris meteen de beslissing of de zaak op een TOM-zitting86 wordt afgedaan door het OM of bij de politierechter. Op dit moment vormen AWARE–gerelateerde belagingszaken geen speciaal aandachtspunt in dit overleg. Uit het gesprek komt ook naar voren dat de reclassering doorgaans pas betrokken wordt bij overleg als tot een justitieel traject via het OM is besloten, en niet in het afwegingsproces dat daaraan voorafgaat. Om de institutionele samenwerking beter te borgen wordt vanuit zowel politie als het AWARE-team in de Vrouwenopvang voor de toekomst een opstart bepleit van een

86 De officier van justitie beoordeelt bij minder ernstige feiten op basis van het proces-verbaal of zij of hij vervolgt, seponeert of een transactie aanbiedt. Op een TOM-zitting (Taakstraf OM) kan de verdachte een transactie geboden worden zoals een taakstraf of een geldboete. Ook kan een voorwaardelijk sepot met daderhulpverlening als bijzondere voorwaarde worden opgelegd als de Officier van Justitie van mening is dat dit de kans op recidive vermindert. TOM-zittingen vinden binnen 1 tot 4 maanden na de beslissing plaats en er wordt naar gestreefd politiezittingen binnen 4 maanden te houden.

Veiligheidshuis (in navolging van vergelijkbare initiatieven in onder andere Tilburg). Daarin zouden alle partners op het veiligheidsterrein bij elkaar onder één dak zitten zodat de daadwerkelijke uitvoering van een integraal veiligheidsbeleid gemakkelijker wordt. Het ASHG voorziet dat het op die manier sneller een completer beeld van haar cliënt krijgt, wat van belang is voor een zo adequaat mogelijke ondersteuning. Daarnaast wil het ASHG een actievere rol spelen in de toeleiding naar AWARE. Zij zou AWARE kunnen bespreken met cliënten als één van de mogelijkheden die slachtoffers van belaging hebben om zich te beschermen.

Haaglanden

Omdat het overleg in de huidige vorm nog vrij nieuw is, zijn de ervaringen weliswaar beperkt maar de deelnemers aan het ketensamenwerkingsoverleg in de regio Haaglanden zijn in het algemeen positief over de samenwerking. Alle deelnemers benadrukken dat men elkaar nu gemakkelijker weet te vinden. Zij verwachten dat daarmee de snelheid en efficiëntie van een aanpak kan worden verbeterd.

Afgezien van de eerste positieve ervaringen kwam een aantal knelpunten of wensen voor verbetering naar voren. De knelpunten die de ketenpartners noemen hebben voor een deel betrekking op de aanpak in ketensamenwerking bij huiselijk geweld– zaken in den brede. Zo wordt de GGZ als partner node gemist en is

capaciteitsgebrek bij het Bureau jeugdzorg een aanhoudend knelpunt als het om een snelle en effectieve aanpak van kindermishandeling gaat.

Het ASHG geeft aan dat zij nog geregeld meldingen van slachtoffer krijgen die teleurgesteld zijn in of ronduit negatieve ervaringen hebben met de politie over hun optreden bij huiselijk geweld. Door bemiddeling van het ASHG wordt geprobeerd een goed contact met de politie tot stand te brengen. Het ASHG zou graag alle huiselijk geweldzaken van de politie doorkrijgen. De informatieoverdracht stokt soms. Omgekeerd wil de politie graag dat de hulpverlening de hulp direct op zich neemt als iemand vanuit de politie wordt doorverwezen.

7 Samenvatting, conclusies en aanbevelingen

Hieronder volgen de samenvattende conclusies met betrekking tot de twee hoofdvraagstellingen:

1. wat is de aard van belaging waar de politie mee wordt geconfronteerd en welke

werkdruk levert dat op in het politiewerk? (7.1)

2. hoe effectief zijn de onderzochte politie-interventies, het AWARE programma in

Rotterdam-Rijnmond en het Haaglandse 112+ protocol, in vergelijking met elkaar?

(7.2).

Bij de beantwoording van de tweede vraag leggen we de resultaten uiteen in effectiviteit bezien vanuit de politie, vanuit het slachtoffer en vanuit de betrokken hulpverleningsorganisaties en politie in de ketensamenwerking. Tot slot volgen algemene conclusies (7.3) en aanbevelingen (7.4).

7.1 Samenvattende conclusies over aard van belaging en de impact voor