• No results found

Hoofdstuk 2: Nieuw links-populisme in Zuid-Amerika

2.5 Het Kirschnerismo in Argentinië

In 2001 brak in Argentinië een van de grootste financiële crises ooit uit, die eerst leidde tot enorm impopulaire economische maatregelen door de overheid om een faillissement te voorkomen, het zogeheten Corralito, en vervolgens het economische faillissement van het land als gevolg had.                                                                                                                          

97 Ibid.     98 Ibid. 99 Ibid. 100 Ibid.

101 Jennifer N. Collins, ‘New Left Experiences in Bolivia and Ecuador and the Challenge to Theories of Populism’, Journal of Latin American Studies, nr. 1 (2014), pp. 59-86.

Dit zou een politieke crisis veroorzaken waarin vijf opeenvolgende regeringen binnen een

tijdsbestek van slechts enkele dagen sneuvelden. De crisis leidde tot enorme volkopstanden geleid door enerzijds de financieel zwaar getroffen middenklasse en anderzijds de piqueteros

bewegingen, sociale bewegingen van werklozen en de lagere klassen, die onder de slogan ‘Que se vayan todos!’ (“ga er allemaal vandoor!”) opriepen tot het aftreden van de gehele politieke elite en protesteerden tegen de IMF. Met zijn Peronistische partij wist oud gouverneur van de

provincie Santa Cruz en politieke outsider Néstor Kirchner van deze opstanden gebruik te maken door zich op te werpen als de stem van de protesten. Hij kwam in 2003, na het terugtreden van oud-president Carlos Menem als presidentskandidaat, als president van Argentinië aan de macht.103 Met het presidentschap van Néstor Kirchner begon een tijdperk van Kirchnerismo in Argentinië, waarin eerst hij en vervolgens zijn vrouw Cristina Kirchner voor meer dan twaalf jaar aan de macht zouden zijn.

In de context van ‘Que se vayan todos!’ begon Kirchner zijn presidentschap met het terechtstellen van bankiers, bedrijven, oud-politici en rechters. Volgens hem hadden deze allen de schuld aan de crisis en de miserabele situatie van het land. Op deze manier kenmerkte hij zijn beleid meteen door te stellen dat de oude neoliberale elites uit de jaren negentig de vijand waren van het volk en dat de crisis uit 2001 hun schuld was geweest.104 Kirchner vernieuwde het gehele hooggerechtshof, dat in de jaren negentig sterk gelinkt was geweest aan het neoliberale bewind van Menem. Ook veranderde hij de constitutie, waardoor het mogelijk werd dat militairen uit de dictatoriale bewinden van de jaren zeventig en tachtig konden worden berecht. Om zijn

populistische leiderschap te garanderen creëerde Kirchner op deze manier externe vijanden in de vorm van het voormalige dictatoriale regime, het neoliberalisme, het Menemisme en het IMF. Deze vijanden gebruikte hij om eenheid binnen de Argentijnse bevolking te creëren.105 Met dit radicale beleid wist Kirchner coalities te vormen met de vakbonden, de piqueteros bewegingen en andere linksgeoriënteerde groeperingen en bewegingen die tijdens de jaren negentig verbannen waren geweest uit het politieke spectrum.106 Het symbool van de politiek van Kirchner werd door deze verbonden met sociale groepen progressief en protest-georiënteerd, waarbij de sociale eisen

                                                                                                                         

103 Carlos Pagni, ‘El experiment populista de los Kirchner’, Cuadernos de pensamiento politico, nr. 35 (2012), pp. 97-112.

104 Ibid.

105 Jeffery R. Webber & Barry Carr, The New Latin American Left, Lanham: Rowman & Littlefield Publishers, Inc. (2013), pp. 244-245.

van het Argentijnse volk centraal stonden.107

Het beleid van Kirchner werd gevormd door een Peronistisch pragmatisme, waarin zijn populistische retoriek niet altijd in overeenstemming was met zijn daadwerkelijke handelen. Zo was eerst Nestor en vervolgens zijn vrouw goed bevriend met andere felle anti-Amerikaanse en socialistische leiders zoals Hugo Chávez of Fidel Castro, maar voerde hij tegelijkertijd een liberaal arbeidsbeleid, dat haaks stond op hun socialistische model. Ook bekritiseerde hij vaak het IMF, terwijl hij graag gebruik maakte van haar leningen, of was hij een fel voorstander van mensenrechten, maar schond hij deze voortdurend door oppositiebewegingen te onderdrukken.108 Het peronisme speelde een grote rol in het beleid en de retoriek van Kirchner. Hij wist de macht van de verschillende provincies naar zich toe te trekken, om zo het federale karakter van de Argentijnse staat te marginaliseren en hij gebruikte nationalisme om het volk achter zich te krijgen. Hij was ook fel anti-Amerikaans en bekritiseerde graag het beleid van Bush.109 Daar waar het Menemismo uit de jaren negentig zoveel mogelijk het principe van laissez faire had

geïntroduceerd in de economische activiteiten van de staat, was Kirchner voorstander van staatsinterventie op gebieden als sociale gelijkheid, arbeidersbescherming en

vermogensnivellering. Het Peronisme wordt in Argentinië nog altijd door veel mensen

aangehangen, en het wordt gezien als een ideologie die tot progressie en welvaart leidt. De sterke banden tussen de Kirchners en vakbonden en sociale bewegingen doet sterk denken aan de sociale verbondenheid van Péron in de jaren veertig.110

De populariteit van Kirchner viel te verklaren uit meerdere factoren. Tijdens zijn termijn als president trok de Argentijnse economie enorm aan en zat er een stijgende lijn in de prijzen van de Argentijnse landbouwexport. Door de groeiende export van voornamelijk landbouwproducten kon Kirchner het zich veroorloven om in zijn land populistische sociale programma’s te

financieren. Salarissen namen toe en de werkloosheid nam af. Kirchner maakte gebruik van cliëntelistische banden om steun voor zijn regering in stand te houden en banen te creëren. Hierdoor namen de uitgaven van de overheid erg toe. Kirchner maakte gebruik van de militante

piqueteros bewegingen om zijn steun verder te vergroten. In ruil hiervoor bood hij ze huizen en

banen aan. Deze cliëntelistische strategieën hadden tot gevolg dat Kirchner veel aanzien genoot                                                                                                                          

107 Janghun Yun, ‘¿Qué es el Kirchnerismo?: Interpreting Political Economy of Kirchnerismo (2003- 2013) Based on Elements of Contemporary Populism’, 14 maart 2014, geraadpleegd op 20 mei 2015, van http://people.carleton.edu/~amontero/Janghun%20Yun.pdf.

108 Ibid.

109 Michael, L. Connif, Populism in Latin America, Tuscaloosa: The University of Alabama Press (2012), pp. 43-44.

110 Janghun Yun, ‘¿Qué es el Kirchnerismo?: Interpreting Political Economy of Kirchnerismo (2003- 2013) Based on Elements of Contemporary Populism’, 14 maart 2014, geraadpleegd op 20 mei 2015, van http://people.carleton.edu/~amontero/Janghun%20Yun.pdf.

onder de armste klassen van de bevolking. De piqueteros die Kirchner steunden of ‘militante Kirchneristas’ zouden later tijdens het bewind van Cristina de Kirchner nog altijd een grote rol spelen.111

In 2007 besloot Néstor Kirchner ondanks zijn enorme populariteit niet opnieuw zichzelf kandidaat te stellen, maar zijn vrouw Cristina Fernández de Kirchner naar voren te schuiven als presidentskandidaat. Zij won de verkiezingen makkelijk, maar kreeg vanaf het begin van haar presidentschap te maken met compleet andere maatschappelijke omstandigheden dan haar man. De wereldwijde recessie had ook Argentinië bereikt en de inflatie en droogte waren aan het toenemen. Néstor had voor enorme economische groei gezorgd en had hierdoor zijn linkse agenda kunnen financieren. Hierdoor had hij niet alleen veel steun onder de arme bevolking vergaard, maar ook onder de middenklasse.112 Deze steun vanuit de middenklasse nam tijdens het bewind van Cristina erg af, door haar protectionistische maatregelen en pogingen om nog verder de macht naar zich toe te trekken. Daar waar haar man in zijn periode als president een export- georiënteerd populistisch beleid had kunnen voeren, nam de welvaart erg af tijdens de regering van Cristina vanwege de crisis.113 Door haar cliëntelistische banden met de vakbonden en de

piqueteros bewegingen werd Cristina voornamelijk afhankelijk van de steun vanuit de armere

bevolkingsgroepen. Cristina zette het linkse beleid van haar man voort, maar deed dit op een radicalere manier. Zo voerde zij een erg protectionistische economie in en werden grote bedrijven zoals het oliebedrijf YPF door haar genationaliseerd.