• No results found

Het beleid van Syriza en haar idealen

Hoofdstuk 3: Griekenland en Syriza

3.4 Het beleid van Syriza en haar idealen

Tijdens de campagnes voorafgaand aan de verkiezingen in januari 2015 waren de beloftes van het terugdraaien van de bezuinigingen en een herstructurering van de Griekse schuld de belangrijkste punten op het verkiezingsprogramma van Syriza. Deze punten werden echter gedeeld door zowel andere extreem linkse partijen in Griekenland, zoals de Communistische partij als extreem rechtse partijen, zoals de fascistische Gouden Dagenraad, of het ultranationalistische Onafhankelijke Grieken, waarmee Syriza na de verkiezingen een overheidscoalitie heeft gevormd. Al deze andere partijen gebruikten ook populistische retoriek om electorale winst te behalen. Desalniettemin heeft Syriza als enige partij de aandacht weten te trekken van de grote massa’s. In de komende paragrafen zal worden geanalyseerd waarom Syriza als enige

populistische anti-Memorandum partij zulke substantiële electorale winst heeft weten te boeken en welke idealen hieraan ten grondslag liggen.

Zoals gezegd heeft Syriza in de afgelopen jaren, naarmate de kans op regeren groter werd, een enigszins mildere houding aangenomen ten opzichte van de EU en heeft de partij haar voormalige extreem socialistische idealen onderhand aangepast met als doel tot een

overeenkomst te komen in de schuldonderhandelingen met de (voormalige) trojka.

Desalniettemin maakt de interne partijstructuur dat deze onderhandelingen vaak stroef verlopen. De partijen die in 2004 samen zijn gegaan om Syriza te stichten bestaan uit radicaal linkse, communistische partijen tot gematigde sociaaldemocratisch georiënteerde partijen. Ook al kan Tsipras gezien worden als een meer gematigde politicus, heeft de extreem linkse vleugel een grote invloed op het beleid van Syriza en het verloop van de onderhandelingen. Ook heeft Tsipras direct na de verkiezingen aangegeven dat het contract tussen Syriza en ‘het Griekse volk’, hierbij refererend naar de aangekondigde terugdraaiing van de bezuinigingen, centraal zou staan in de onderhandelingen en dat hier niet van afgeweken zou worden.156 In de onderhandelingen is echter al gebleken dat Syriza water bij de wijn moet doen om Griekenland te behoeden voor een

faillissement. Tijdens de campagne aangekondigde maatregelen zoals

nationaliseringsprogramma’s zijn onmogelijk gebleken, daar de trojka is blijven hameren op hervormingen. Nu is gebleken voor Syriza dat de door hun aangekondigde maatregelen op korte                                                                                                                          

155 Eric Ribellarsi, ‘The unspoken aspect: A revolutionary current in Syriza’, geen datum, geraadpleegd op 30 mei 2015, van http://thresholdmag.org/2015/02/27/the-unspoken-aspect-a-revolutionary-current-in- syriza/.

156 Yannis Stavrakakis, ‘Populism in Power: Syriza’s challenge to Europe’, Juncture, nr. 4 (2015), pp. 273-280.

termijn niet mogelijk zullen zijn als Griekenland nog financiële steun wil krijgen, kan de interne partijstructuur van Syriza moeilijkheden opleveren. De extreem linkse vleugel van de partij heeft al vaker aangegeven liever uit de EU te stappen dan door te gaan met neoliberale hervormingen. In het licht hiervan is een interne breuk binnen Syriza een reële mogelijkheid.157 Desalniettemin kan uit de huidige onderhandelingen, waarin Syriza al vele concessies heeft moeten doen aan de trojka, worden afgeleid dat de partij een meer gematigde koers zal gaan voeren. Hierin lijkt het voor de hand liggend dat de partij in de toekomst een beleid zal gaan voeren dat vergelijkbaar is met sociaal-neoliberale beleid dat Nestor Kirchner in Argentinië heeft ingevoerd. Hij gebruikte aan de ene kant een felle nationalistische anti-imperialistische retoriek om zich af te zetten tegen de voormalige rechtse elites en het neoliberale gedachtegoed, terwijl hij tegelijkertijd de

arbeidsmarkt liberaliseerde en zo zelf het neoliberalisme herintroduceerde in zijn land. Evenals de in hoofdstuk twee besproken linkse partijen in Zuid-Amerika legt Syriza binnen haar partij de nadruk op actieve participatie van haar eigen leden. Door het ineenstorten van het sociaaldemocratische PASOK heeft Syriza in de afgelopen jaren de vrijgekomen electorale ruimte kunnen benutten om hechte banden te vergaren met vakbonden, sociale bewegingen en andere linksgeoriënteerde groeperingen.158 De hechte banden die Syriza in de afgelopen jaren met deze bewegingen tot stand heeft weten te brengen hebben een groot aandeel gehad in het succes van de partij. Een van de belangrijkste activiteiten van Syriza tot nu toe binnen het vormen van deze banden is de bevordering van politieke participatie door immigranten en minderheden. Binnen het beleid van Syriza wordt getracht een sociale inclusie tot stand te brengen, waarin voorheen uitgesloten minderheden een steeds grotere rol moeten gaan spelen binnen de maatschappij. Syriza pleit voor een nieuw model van productie en herverdeling van welvaart waarin de gehele Griekse gemeenschap wordt betrokken. De partij noemt dit zelf het ‘democratisch socialisme’: een systeem waarin iedereen wordt betrokken in het

besluitvormingsproces. Dit democratisch socialisme doet in naam en uitvoering denken aan het in hoofdstuk twee besproken ‘socialisme van de eenentwintigste eeuw’, dat door Chávez en Morales tot hun ideologie werd gedoopt. Het ‘democratisch socialisme’ wil Syriza bereiken middels het ideaal van directe democratie.159 In de context van dit ideaal is de vergelijking tussen de regimes zoals besproken in hoofdstuk twee en Syriza van groot belang. Zoals besproken betrekken leiders als Morales en Kirchner de militante arbeiders actief in hun beleidsvoering en gebruiken ze                                                                                                                          

157 Michalis Spourdalakis, ‘The Miraculous Rise of the “Phenomenon Syriza”’, International Critical

Thought, nr. 3 (2014), pp. 354-366.  

158 Myrto Tsakatika & Costas Eleftheriou, ‘The Radical Left’s Turn toward Civil Society in Greece: One Strategy, Two Paths’, South European Society and Politics, nr. 18 (2013), pp. 81-99.

159 Donal Mac Fhearraigh, ‘Syriza and the Rise of Radical Left-Reformism in Europe, Irish Marxist

respectievelijk de boerengroepen en de piqueteros als politiek middel om hun eigen doelen te bereiken. De mobilisatie van sociale bewegingen, die begon op het Syntagmaplein en sindsdien alsmaar groter is geworden, volgt het patroon van deze Zuid-Amerikaanse participatieve

democratie. Ter bevordering van de directe democratie is Syriza van plan om binnen alle niveaus van de samenleving organen van zelfbestuur in het leven te roepen die onder permanente arbeids- en sociale controle komen te staan.160 Deze zelfbesturende instituties hebben veel weg van de Bolivariaanse cirkels van Chávez, waarin gemeenschappen van arbeiders een autonoom karakter krijgen en arbeiders nauw worden betrokken in de besluitvormingsprocessen van de staat. Binnen de besluitvorming van de eigen partij speelt het ideaal van directe democratie al een grote rol bij Syriza. Zo ziet Syriza zichzelf niet als een partij die per definitie de sociale bewegingen probeert te leiden, maar dat de wil van deze bewegingen het beleid van Syriza grotendeels bepaalt. Volgens leden van Syriza is de positie van Tsipras dan ook volledig afhankelijk van zijn vermogen om de beloftes van zijn partij te vervullen.161 Volgens hen heeft Syriza niet een top- down partijstructuur en is de partijleider slechts leider zolang dat wordt gewenst door de leden van de partij.162 Er zijn echter punten van kritiek op de directe democratische partijstructuur, waarin volgens Syriza besluitvorming tot stand komt op basis van directe beslissingen door de leden. Deze partijstructuur werd in theorie ook aangehangen door de besproken Zuid-

Amerikaanse partijen, waarvan in het bijzonder het MAS van Morales en de Peronistische partij van Kirchner. Desalniettemin kreeg in de praktijk deze structuur al snel een autoritair karakter, waardoor de leiders een boven de politiek verheven status kregen. Het democratische karakter van de partij en de politiek in het geheel kwam hierdoor in het geding. Met het oog op het autoritaire karakter van deze politici en de linkse idealen die zij aanhangen stellen sommige Syriza leden dat hun partij juist hetzelfde patroon moet gaan volgen. Zij stellen dat de enige manier om een naar marxistisch model ingerichte ‘arbeidersregering’ te creëren juist een overheidsmodel inhoudt waarin de linkse bewegingen worden betrokken, maar parlementaire middelen moeten worden beperkt. Zodoende pleiten enkele Syriza leden juist voor een ‘Griekse Morales’ of een ‘Griekse Kirchner’: een leider die boven de politiek staat.163

3.5 Conclusie

In dit hoofdstuk is getracht een beeld te schetsen van de context waarin de opkomst van Syriza in                                                                                                                          

160 Ibid.  

161 Craig McVegas, ‘5 Reasons Syriza won the Greek Elections’, januari 2015, geraadpleegd op 17 april 2015, van http://wire.novaramedia.com/2015/01/5-reasons-syriza-won-the-greek-election/.

162 Ibid.  

163 Donal Mac Fhearraigh, ‘Syriza and the Rise of Radical Left-Reformism in Europe, Irish Marxist

Griekenland mogelijk was en de manier waarop de profilering door Syriza als linkse partij is gevormd door Zuid-Amerikaanse invloeden. Daar waar het Zuid-Amerikaanse links-populisme begin jaren 2000 opkwam als reactie op de Washington Consensus en de mislukte neoliberale hervormingen van de jaren negentig, kwam dit in Griekenland ook op als reactie tegen het neoliberalisme, aangewakkerd door de economische crisis. De parallellen tussen het Zuid- Amerikaanse populisme en het populisme van Syriza zijn onmiskenbaar en het is ook duidelijk dat de links-populistische ideologie van Syriza kan worden gezien als een voortzetting of kopie van de socialistische projecten van de hoofdstuk twee besproken landen. Hierin speelt de discourstheorie van Ernesto Laclau een grote rol. De strategie van het creëren van een politiek discours gebaseerd op een antagonistische relatie tussen ‘het volk’ en ‘de oligarchie’ is, zoals in hoofdstuk twee besproken, door Zuid-Amerikaanse leiders aangegrepen om brede steun te verwerven onder de bevolking. Syriza heeft hiervan geleerd en heeft dezelfde tactieken toegepast om het politieke discours te hegemoniseren. De verbintenis tussen enkele prominente Syriza politici en de University of Essex laat de directe invloed zien die Laclau heeft gehad op de manier waarop Syriza het politieke discours in Griekenland heeft weten te hegemoniseren.

De opkomst van het links-populisme in Zuid-Amerika ging gepaard met een felle nationalistische retoriek, waarmee het neoliberalisme werd afgeschilderd als een imperialistische overheerser die de nationale soevereiniteit bedreigde. Toen de Grieken in 2011 massaal de straat opgingen om tegen de bezuinigingen te protesteren speelde het symbool van de Zuid-

Amerikaanse strijd tegen het neoliberalisme een grote rol. Dit symbool heeft Syriza gebruikt om haar aanhangers aan te tonen dat de politieke en idealistische status quo kan worden bestreden door middel van een revolutie vanuit het volk. Tsipras heeft als charismatisch leider de volkswoede in een politieke partij weten te verpakken en brengt deze nu tot uiting in een naar Zuid-Amerikaans voorbeeld geïnspireerde idealistische agenda. Een van de meest kenmerkende punten van deze agenda is het plan om de representatieve democratie geleidelijk te transformeren tot een model van directe democratie, waarin het idee is dat de arbeiders een steeds groter

wordende rol spelen binnen de politieke besluitvorming. In de afgelopen jaren heeft het ideaal van de participatiedemocratie in Zuid-Amerika echter geleid tot cliëntelistische politieke strategieën, waarbij de arbeidsorganisaties gingen functioneren als de militante bewegingen van de politieke leiders. Ook hebben de Zuid-Amerikaanse leiders stuk voor stuk een staat ingericht waarin het autoritaire karakter van het presidentschap toenam. Terwijl Syriza wil proberen om de Griekse politiek te democratiseren en te ontdoen van haar cliëntelistische cultuur, is het mogelijk dat de populistische strategieën juist het omgekeerde effect hebben en de Griekse overheid wederom een autoritair karakter krijgt.