• No results found

Hieronder volgt een overzicht van het winkelaanbod aan de Jan Evertsenstraat per locatie. Locatie 1, het gedeelte van de Jan Evertsenstraat wat gelegen is de tussen de Admiraal de Ruijterweg en de Molenslootbrug, kent 13 winkels en voorzieningen. Aan de rechterkant de straat is sinds kort een grote Albert Heijn gevestigd. De linkerkant van de straat kenmerkt zich voornamelijk door veel buitenlandse restaurants en winkels. Uitzonderingen zijn

café Het Stoplicht, die zich vooral richt op de oudere, ras Amsterdammers en Radijs (afbeelding 4.4) aan de gracht, een hip restaurant gericht op de middenklasse. Ook juwelier De Hund, die in 2010 is overvallen en vermoord en onlangs onder een andere naam weer is overvallen.

Afbeelding 4.4 Nieuwe horeca ‘Radijs’ (Bron: eigen materiaal)

Locatie 2, de Jan Evertsenstraat tussen de Molenslootbrug (afbeelding 4.5) en het Mercatorplein is een langer gedeelte van de winkelstraat dan locatie 1. Dit gedeelte van de Jan Evertsenstraat telt 35 winkels en voorzieningen. Een groot deel van het winkelaanbod bestaat uit bekende ketens, zoals M&S mode en het Kruitvat en ondernemingen die zich richten op alle bewoners uit de buurt, zoals een fietsenmaker, een schoenmaker, een opticien, een slager en een apotheker. Daarnaast ken deze straat ook een groter aandeel winkels en voorzieningen die zich richten op middenklasse, zoals Barbaasch (hip restaurant), een ecologische kinderkledingwinkel, een delicatessenwinkel en restaurant en een spa. Ook op dit gedeelte heeft de meerderheid van de winkels en voorzieningen een buitenlandse uitstraling.

33 Ten slotte is er nog locatie 3, het Mercatorplein. Het Mercatorplein bestaat uit 16 winkels en voorzieningen. Het grootste gedeelte van het winkelaanbod aan het plein richt zich op alle bewoners, zoals Pearle, Intertoys, Gall & Gall en de sigarenwinkel. Daarnaast is er nog een druk bezochte Dirk van de Broek. Midden op het plein staat het restaurant Zurich met een groot terras. Zurich en het andere Italiaanse restaurant richten zich op de

middenklasse bewoners. Op de hoek van het plein bevindt zich café Jan Meulstee die voornamelijk wordt bezocht door de oudere bewoners uit de buurt. Aan het Mercatorplein zit alleen een kapsalon die zich waarschijnlijk op de allochtone en lager opgeleide bewoners uit de buurt richt.

Afbeelding 4.6 Het Mercatorplein (bron: eigen materiaal)

De Jan Evertsenstraat en het Mercatorplein kenmerken zich door een goede mix van allochtone winkels tegenover winkels en horeca gericht op de middenklasse. Deze mix is ook duidelijk terug te zien onder de bezoekers van het winkelgebied. Enerzijds zijn er veel nieuwe boetiekjes, ‘hippe’ horecavoorzieningen en biologische koffiezaken zich in de straat gaan vestigen, maar er is nog altijd een groot aanbod kappers, geldwisselkantoren, kebabzaken en andere, ‘rommelige’ winkels. Daarnaast zijn er ook een aantal bekende ketens gevestigd aan het Mercatorplein en de Jan Evertsenstraat, zoals de Albert Heijn, Dirk van de Broek, Gall & Gall, Kruitvat en Blokker. Ten slotte is er een groep ondernemers, zoals het café Jan Meulstee op het Mercatorplein en de Notenboer die er al zitten sinds jaar en dag en een vaste klantenkring hebben opgebouwd. Een opvallende eigenschap van de Jan Evertsenstraat zijn de luifels van de winkels, die ten tijde van dit onderzoek worden opgeknapt. De Jan Evertsenstraat is ooit bedoeld als ‘overdekte’ winkelstraat en voor alle winkels zit nu een luifel die ongeveer 2

meter uitsteekt. Het merendeel van de straat is in bezit van particuliere verhuurders. De straat is vrij rustig, terwijl het gerenoveerde Mercatorplein, vooral met mooi weer, een druk bezocht plein is. Het terras van Zurich zit vol met jonge ouders en door de fontein op het plein rennen kinderen. Op de bankjes zitten veel bewoners, zowel van allochtone als autochtone afkomst en zowel jong als oud.

Afbeelding 4.6 Uitstekende luifels aan de Jan Evertsenstraat (Bron: eigen materiaal)

35

5. Winkelstraatvereniging ‘Jan Eef’

In dit hoofdstuk wordt de eerste deelvraag uit deze scriptie beantwoord, namelijk: ‘Wie is betrokken bij het project en op welke manier?’ Ten eerste worden de betrokken actoren in een schema weergegeven. Ten tweede wordt er ingegaan op het project zelf. De geschiedenis, werkzaamheden, financiering en visies, motieven en belangen van het project worden nader toegelicht. Vervolgens wordt er dieper ingegaan op twee hoofdactoren, namelijk de bestuursleden van het project en de gemeente Amsterdam. Ten slotte worden de overige betrokken actoren en hun relaties tot het project omschreven. Bewoners, het winkelend publiek en ondernemers worden in de volgende hoofdstukken behandeld.

5.2 De vereniging

“Winkelstraatvereniging Jan Eef is een innovatieve verenging waarin zowel bewoners en winkeliers zich samen sterk maken voor winkelgebied Jan Evertsenstraat in Amsterdam”. Het doel van de vereniging is om de winkelstraat te verbeteren en om de sfeer in de gehele buurt te verbeteren. Het project heeft 215 bewonersleden. Deze leden betalen een bijdrage van 10 euro per jaar. Daarnaast is ongeveer twee derde van de winkels en ondernemers in de Jan Evertsenstraat en aan het Mercatorplein lid; zij betalen een bijdrage van 100 euro per jaar.

5.2.1 Het ontstaan

De Jan Evertsenstraat is in 1925 ontstaan als eerste overdekte winkelstraat. Met overdekt wordt bedoeld dat de luifels van de winkels uitstaken, zodat dit bescherming kan bieden tegen de regen. Sinds 1925 heeft de straat veel verschillende ontwikkelingen doorgemaakt, met als grootste dieptepunt de moord op Juwelier Fred Hund in oktober 2010. Tot dat moment zat de straat al in een neerwaartse spiraal. Destijds bestond de straat voornamelijk uit snackbars en belwinkels. Daarnaast werd de Jan Evertsenstraat voornamelijk gekenmerkt door leegstand en een onveilig gevoel. De moord op de juwelier in 2010 heeft veel teweeg gebracht bij buurtbewoners. Zij vonden dat het niet langer zo door kon gaan met hun buurt en riepen het bewonersinitiatief ‘Ik Geef om de Jan Eef’ in het leven. De eerste activiteit die het initiatief organiseerde was de Geef om de Jan Eef dag die plaatvond in november 2010. Op deze dag werden leegstaande panden voor één dag opgevuld met pop-up stores. Na dit succes werden meerdere dagen voor de buurt georganiseerd en uiteindelijk werd uit dit initiatief de winkelstraatvereniging Jan Eef in september 2011 opgericht (Van der Werf, 2013).

5.2.2 Visie, motieven & belangen

De vereniging werd opgericht om het imago van de buurt en de winkelstraat te veranderen en daarnaast ook de sfeer en de leefbaarheid van de buurt te verbeteren. Winkelstraatvereniging Jan Eef is uniek, omdat het tot nu toe de enige winkelstraatvereniging in Nederland is waarbij zowel ondernemers, als bewoners, als de overheid betrokken is. Hierdoor komen ondernemers en buurtbewoners met elkaar in contact, waardoor de ondernemers meer kunnen inspelen op de wensen en behoeften van de buurtbewoners. Daarnaast wordt door de winkelstraatvereniging de betrokkenheid van omwonenden gestimuleerd, wat weer leidt tot een vergroting van de sociale cohesie in de buurt. Deze betrokkenheid van bewoners en ondernemers wordt gestimuleerd door evenementen en door het gebruik van Social Media (Van der Werf, 2013).

37

5.2.3 Communicatie

De winkelstraatvereniging is online te vinden op Facebook en Twitter. Daarnaast hebben ze ook een eigen website, namelijk: http://www.geefomdejaneef.nl/ (Interview bestuursleden Jan Eef, 2014). Vooral de Facebookpagina heeft een groot bereik. Op de website wordt geprobeerd om minstens één keer per dag een nieuw artikel te plaatsen. De stukken die op de website worden geplaatst, zijn vaak uitgebreider dan op Facebook. Facebook wordt gebruikt om mensen door te leiden naar de website of op te roepen voor een evenement (Van der Werf, 2013).

Naast het gebruik van Social Media, worden ook nieuwsbrieven en berichten verstuurd, en wordt er gebruik gemaakt van de flyers, posters en merchandise – de verkoop van artikelen met het Jan Eef logo erop - (Van de Werf, 2013). Ook wordt er veel gedaan aan mond-tot-mond reclame en communicatie tijdens activiteiten en evenementen en in de winkelstraat (Interview bestuursleden Jan Eef, 2014).

5.2.4 Activiteiten en evenementen

In de toekomst wilt de winkelstraatvereniging het aantal activiteiten en evenementen uitbreiden.

Voorbeelden van activiteiten en evenementen die zij organiseren zijn: de MercatorMarkt, Kassamassa’s, Pop-up stores, theaterfestival Jan Eef en duurzame kerstverlichting (Van der Werf, 2013).

De MercatorMarkt is een biologische markt die maandelijks terugkeert op het Mercatorplein (Interview april 2014). Kassamassa’s houden in dat een groep mensen op een bepaalde plek afspreken om een winkelier in de straat te belonen. Vervolgens lopen ze naar een winkel om daar minstens 5 euro te spenderen (Van de Werf, 2013). De al eerder genoemde Pop-up stores zijn leegstaande panden of winkels die tijdelijk, variërend van één dag tot een paar maanden, worden ingevuld door nieuwe winkels. Het theaterfestival Jan Eef is een theaterfestival dat in meerdere winkels plaatsvindt. In de winter wordt er feestelijke en duurzame kerstverlichting in de Jan Evertsenstraat opgehangen (zie afbeelding 1). Daarnaast is er sinds kort vanaf het Ramada Apollo Hotel, gelegen aan het einde van de Jan Evertsenstraat bij de Sloterplas, een route van 100 meter naar het winkelgebied aangegeven om toeristen naar de straat te lokken (Interview april, 2014).

Afbeelding 5.1 Duurzame kerstverlichting aan de Jan Evertsenstraat, (bron: website Geef om de Jan Eef, 2013)

5.2.5 Financiering

De vereniging kent zeven verschillende bronnen van financiering. Ten eerste wordt er een eigen inkomen gecreëerd, door middel van activiteiten en evenementen die worden georganiseerd, zoals de markt en het Makelpunt en door middel van ledenbijdragen. Daarnaast ontvangt de vereniging subsidies van het Ministerie van Buitenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties. Ten derde levert de stichting Doen! een financiële bijdrage aan het project. Ten vierde ontvangen zij geld van de winkelstraatmanager en ten vijfde van de Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling Amsterdam. Daarnaast krijgt de vereniging een financiële bijdrage van de afdeling Economische Zaken van gemeente Amsterdam. Ten slotte krijgen ze nog subsidies van stadsdeelwerken, namelijk SDW ‘versterken winkelstraten en SDW verduurzamen wijkonderneming. (Interview bestuursleden Jan Eef, 2014)

De winkelstraatvereniging is gehuisvest in een leegstand pand, dat gratis beschikbaar is gesteld door woningcorporatie Stadgenoot. De huisvesting is gratis, maar er worden wel structurele kosten gemaakt aan gas, water, licht, inrichting, koffie en thee, schoonmakers en de beheerder. Er is niemand in vaste dienst binnen de vereniging. De vereniging bestaat uit vrijwilligers of ZZP’ers die werken tegen een maatschappelijk tarief. Andere kosten die worden gemaakt hebben betrekking op de evenementen en activiteiten die worden georganiseerd (Van der Werf, 2013).

Volgens de oud-voorzitter van de vereniging is het uiteindelijke doel om onafhankelijk te worden van subsidies (Interview bestuursleden Jan Eef, 2014). Om dit te kunnen bereiken is het noodzakelijk om het aantal evenementen uit te breiden en het bestuur te professionaliseren. Doordat de verhouding tussen vrijwilligers en betaalde banen wijzigt, brengt dit streven wel wat extra kosten met zich mee. Een mogelijkheid om deze extra kosten te dekken, is door meer invloed te krijgen op het vastgoed in de straat. Door strategische, leegstaande panden op te kopen en deze vervolgens te verhuren aan startende ondernemers, kan de verenging mee profiteren van de waardestijging van de straat. Een andere mogelijkheid om meer inkomsten te creëren, is door meer te verdienen met evenementen en door uitbreiding van de verkoop van Jan Eef merchandise (Van der Werf, 2013).

5.2.6 Toekomst

Door de unieke samenwerking van bewoners en ondernemers die zichzelf organiseren, is dit project een groot succes geworden volgens de winkelstraatmanager (interview winkelstraatmanager, 2014). Om dit succes te kunnen verduurzamen wilt de vereniging dus in de toekomst zelfstandig en onafhankelijk worden van subsidies (Van der Werf, 2013).

39 Volgens de oud-voorzitter is de grootste uitdaging van het project om een balans te vinden tussen de verschillende groepen in de buurt. “Het grootste risico hierin is dat je een blinde gentrificationmachine zou kunnen worden. Zo snel mogelijk zo hip mogelijk worden. En al die grote ketens aantrekken en zorgen dat het hier zo snel mogelijk een grote hippe, ecologische, groene loper wordt. Dan verlies je een deel van de buurt. En tegelijkertijd moet dat geen reden zijn om de Mercatormarkt niet een mooie biologische buurtmarkt te laten zijn met een wat hoger prijskaartje. Want die heeft perspectief voor de buurt. Maar je moet daarnaast ook andere dingen doen, zoals een braderie” (Interview bestuursleden Jan Eef, 2014).