• No results found

3. Fortem Fortuna Adjuvat

3.4 Jünger als soldaat

Zoals bij veel van de idealen van Jünger wat betreft zijn oorlogservaringen, is ook het ideaalbeeld van de soldaat voortgekomen uit de literatuur. Zoals een liefde uit een stuiverroman. Voor Jünger lijkt vooral het beeld van de soldaat zoals geschetst in het gedicht het Reiterlied van Friedrich van Schiller een voorbeeld te zijn van hoe de ideale soldaat zich dient te gedragen. Het Reiterlied is een ode aan de moderne soldaat. Het zet de soldaat af tegen de lasten van het gewone burgerlijke leven. De soldaat in het Reiterlied is helemaal alleen, want niemand anders kan zijn plek voor hem innemen. Het gedicht roept op om het slagveld op te gaan, want alleen daar is de man nog wat waard. Niet alleen is hij daar nog wat waard, alleen daar is hij vrij. De soldaat ontdoet zich van alle zorgen en rijdt zo het lot tegemoet. Wie zijn leven wil behouden, zal het verliezen.164 Het gedicht was onderdeel van

het Duitse schoolcurriculum, en het zal hier zijn dat Jünger er mee in aanraking kwam. Vooral het idee van de complete vrijheid zal hem hebben aangesproken. Daarnaast beweerde Schiller dat een man pas een echte man werd wanneer hij soldaat werd. Zoals Jünger toonde met zijn overdenking over zijn ondergeschikte Parl, dacht hij hier net zo over, mits deze soldaat zijn waarde bewees op het slagveld.

De eerste dagen van de oorlog sprak Jünger vooral over het harde werk, de omstandigheden in de loopgraven en de weinige uren slaap die hij kreeg. Vrij snel na aankomst aan het front werd Jünger naar Bazancourt gestuurd, ver achter de linies. Hier werd hij naar een aspirant-officieren-cursus gestuurd. In Bazancourt schreef Jünger zeer zelden in zijn dagboek, het dagboek was puur en alleen als ‘oorlogsdagboek’ bedoeld. Toch geeft Jünger hier een kleine terugblik op de tijd die hij achter zich heeft. Hij stelt; ‘Beim

Garnisondienst und hinter der Front sehne ich mich nach kaum 7 Wochen, so seltsam es klingt, nach dem Schützengraben, aber besonders nach ein bischen Gefahr zurück.’165 Edgar

Jones beweerde in ‘The Psychology of Killing’ dat dit niet ongewoon was voor soldaten. De

164 Schiller, Sämtliche Werke, 143-144 (zie ook bijlage) 165 Jünger, Kriegstagebuch, 18.3.1915, 16.

spanning gaf, volgens Jones, de soldaten een kick, een adrenalinestoot.166 Volgens Joanne

Bourke was gevaar iets waar soldaten plezier aan konden beleven, maar zij gaat nog verder. Niet alleen het gevaar gaf een adrenalinestoot, ook het doden van vijandelijke soldaten had dit effect, of deze nou gedood werden van dichtbij of ver af. Het gaf plezier te weten dat de soldaat zijn vijand had overwonnen, hij leefde nog en de vijand was dood.167

De drang die Jünger had om het gevaar weer op te zoeken was dus niet ongewoon voor soldaten in de Eerste Wereldoorlog. Jünger hield deze drang om aan het front te zijn vol, ook nadat hij langere tijd in de frontlinie verbleven had. Het volgende tekende hij op tijdens de slag bij de Somme op 25 augustus 1916: ‘Splitter pfeifen, aber alle Leute stehen wie die

Bomben da ist es Lust Soldat zu sein, wenn man in der Hohlwegartigen Mulde Stahlhelm an Stahlhelm sieht und ein aufgeplanztes Seitengewehr neben dem andern blinkt.’168 Terwijl er

een verschrikkelijk bombardement om hen heen en tussen hen in plaatsvond, vond Jünger het ‘ein Lust’ om soldaat te zijn.

Jünger meende dat een soldaat zichzelf moest kunnen bewijzen door een man op man gevecht aan te gaan. Pas op 28 april 1917, dik twee jaar nadat Jünger aangekomen was aan het front, maakte hij dit voor de eerste keer mee. ‘Welche Lust eine Truppe durch solches

Gelände zu führen. Da zeigt sich der wahre Soldat.’169 De jaren daarvoor was Jünger

gefrustreerd geraakt over de manier van oorlog voeren. Hoewel hij ook meende dat in de nieuwe manier van oorlog voeren kansen waren om zijn heldhaftigheid te tonen, was hij toch steeds op zoek naar manieren om op klassieke manier de strijd aan te gaan. De taal die Jünger hanteerde om bepaalde gebeurtenissen te omschrijven, is een klassieke manier om over oorlog te spreken.

‘Heut Vormittag, als ich Grabendienst hatte, war es sehr interessant. Von einer Schieβscharte aus beobachteten wir in der Sappe vor uns zwei Englander, die sehr ungeniert über die Brustwehr sahen und herüberschossen. […] Wir holten eine Zielfernrohrbüchse und schossen ein paarmal herüber. Die Engländer nahmen das

166 Edgar Jones, ‘The Psychology of Killing: Combat experience of Britisch soldiers during the First World War’ in Journal of Contemporary History Vol. 41 (2006) 243.

167 Joanne Bourke, An intimate history of killing. Face tot face killing in 20th century warfare (Londen 1999) 1- 3.

168 Jünger, Kriegstagebuch, 25.8.1916, 171. 169 Ibidem, 28.4.1917, 248.

Duell auf und befunkten uns ebenfalls […] Der Scherz dauerte ungefähr zwei Stunden.’170

In dit geval gebruikte Jünger een klassieke term voor een man op man gevecht, duel, om de gebeurtenissen te omschrijven. Dit terwijl de mannen die Jünger beschiet zich op honderden meters afstand bevonden, en Jünger verborgen zat in een loopgraaf.