• No results found

7  Platform design

7.2 IT architectuur

7.2.1 IT architectuur theorieën

Voordat ingegaan zal worden op de IT architectuur ontwerpvraagstukken van het BikeSecure platform, zal in dit gedeelte eerst aandacht besteed worden aan de literatuur over IT architectuur. Er zal hierbij voornamelijk ingegaan worden op de verschillende IT architectuur typen / ontwerpen.

Henderson & Venkatraman (1999) beweren dat het voordeel van IT voor organisaties afhankelijk is van de capabiliteit van een organisatie om de IT functie te exploiteren. Om die reden hebben ze dan ook het “strategic alignment model” (strategische uitlijning model) ontwikkeld. Dit alignment model is gedefinieerd in termen van vier fundamentele domeinen van strategische keuzes:

1 Informatie technologie infrastructuur en processen. 2 Organisationele infrastructuur en processen. 3 Informatietechnologie strategie.

4 Bedrijfsstrategie.

De eerste twee domeinen zijn hierbij onderdeel van het interne domein van de organisatie. De tweede twee zijn onderdeel van het externe domein van de organisatie. Volgens Henderson en Venkatraman is IT architectuur onderdeel van het interne domein. De auteurs definiëren IT architectuur dan ook als volgt: “De portfolio en configuratie van de hardware, software, communicatie en data architectuur van de informatievoorziening in een organisatie”. Henderson & Venkatraman (1999) leggen uit dat de traditionele kijk van managers op IT strategie, waarin ze de IT strategie alleen als onderdeel van het interne domein van de organisatie zien, achterhaald is. Om volgens hen voordeel te behalen uit IT moeten de vier beschreven domeinen uitgelijnd worden met elkaar en met de organisatiestrategie en de bedrijfsprocessen en eigenschapen van de organisatie.

Volgens Ross (2003) zijn er vier sequentiële fases te onderscheiden die organisaties kunnen doorlopen qua volwassenheid van hun IT architectuur (bij de eerste fase staat de IT architectuur van een organisatie nog in de kinderschoenen en bij de laatste fase is de IT architectuur optimaal).

1) Applicatie silo architectuur (application silo):

Een applicatie silo architectuur is een IT architectuur die bestaat uit verschillende individuele applicaties en dus geen architectuur is voor de hele organisatie maar alleen voor de individuele applicaties. In dit geval is er vaak sprake van decentralisatie.

2) Gestandardiseerde technologie architectuur (standardized technology):

Wanneer men spreekt over een gestandardiseerde technologie architectuur, dan heeft de IT architectuur de fase bereikt waarin de architectuur organisatiebreed (en niet meer op individueel applicatie niveau) is geworden en voor efficiënties zorgt door technologie standaardisatie en in veel gevallen centralisatie.

3) Rationele technologie architectuur (rationalized technology):

Een rationele technologie architectuur is een organisatiebrede IT architectuur die uitgebreid is met standaardisatie van data en processen.

4) Modulaire architectuur (modular architecture):

Een modulaire architectuur is een IT architectuur met organisatiebrede wereldwijde standaarden met losjes gekoppelde toepassingen, data en technologische componenten. Deze zijn losjes gekoppeld zodat ze zich kunnen houden aan de wereldwijde standaarden maar er toch locale verschillen mogelijk zijn.

Ross (2003) beweert dat in de eindfase (een modulaire architectuur) er met de IT architectuur belangrijke organisationele voordelen behaald kunnen worden. Organisaties die zich nog niet in de vierde fase bevinden adviseert hij dan ook de voorgaande fases te doorlopen en uiteindelijk de modulaire architectuur te adopteren. Een belangrijke kanttekening die hierbij gemaakt moet worden is dat het om een ideale route gaat en dat de optimale route dus per bedrijf kan verschillen. Wanneer we de theorie van Ross betrekken op geheel nieuwe organisaties, kunnen we dan ook concluderen dat de modulaire architectuur een wenselijke ideaalvorm is en er dus het beste meteen een modulaire architectuur geadopteerd kan worden zodat er de meeste waarde uit de IT architectuur behaald kan worden. De karakteristieken van de vier sequentiële fases van Ross zijn opgesomd in afbeelding 11.

Application Silo Standardized Technology

Rationalized Technology

Modular architecture IT Capability IT applications serve

isolated business needs Firm-wide technology standards IT focused on wiring core processes Modules enable business model extensions Key Management Innovation Technology-enabled change management Standardization and exception management, refresh Recognizing essence of the business Practices facilitating reusability Business Case for IT

ROI of applications Reduced IT costs; interoperability Improved business performance; integration Speed to market; Strategic agility Locus of Control

Local control Senior management support of CIO Senior management, IT, and process leadership Senior management, IT, process, and local leadership. Key Governance Issues Estimate, measure, communicate value Establish (local / regional / global) standard setting, exception & funding processes Determine core processes and funding priorities Define boundaries for business experiments.

Tabel 5: Eigenschappen van de IT architectonische fases van Ross (2003).

Voor het ontwerp van de IT architectuur van het BikeSecure platform zal dan ook gekozen worden voor een modulaire architectuur. Dit zal dan ook concreet betekenen dat de verschillende applicaties en

toepassingen als module ontwikkeld zullen worden. Voor de opslag en uitwisseling van data zullen deze modules wereldwijde standaarden gaan hanteren. Hierdoor kunnen alle applicaties (die als modules ontwikkeld zullen worden) relatief autonoom gebouwd en onderhouden worden. Dit zal betekenen dat lokale verschillen mogelijk zijn en kan elke module individueel doorontwikkeld en verbeterd worden zonder dat andere modules hier (grote) problemen van ondervinden. Doordat de modules individueel en onafhankelijk van elkaar verbeterd kunnen worden, zullen de totale IT architectuur en de applicatieportfolio relatief flexibel worden. Dit zal dan ook leiden tot een hoge strategic agilty van de IT architectuur. Dit zal op zijn beurt weer een positieve invloed hebben op de flexibiliteit van de organisatie als geheel. Door een wereldwijde standaard, zoals bijvoorbeeld het Zend-framework, te hanteren, kunnen daarnaast tijdens en na de implementatie gemakkelijk modules van externe partijen in gebruik genomen worden. Met het oog op toekomstige doorontwikkeling van het platform en de organisatie achter het platform, zal het de eventuele integratie en koppeling met een ERP-systeem ten goede komen. Dit doordat ERP-paketten (zoals bijvoorbeeld Oracle EBS) doorgaans ook een module structuur hanteren en standaardfunctionaliteiten bevatten om data in te laden uit andere applicaties die ontwikkeld zijn in een applicatieontwikkeling framework (zoals bijvoorbeeld het Zend-framework).