• No results found

Ratio aantal spoedritten zomer/winter

5 Inventarisatie van modellen voor spreiding en beschikbaarheid

5.1 Inventarisatie Nederland

Door de RAV’s in Nederland worden vier modellen gebruikt voor het bepalen van de benodigde capaciteit in de ambulancezorg.

 een capaciteitsmodel van adviesbureau WF Botter;

 resultaten van het landelijk referentiekader; dit model is afgeleid van

het model van adviesbureau WF Botter;

 het simulatiemodel Optima Predict™;

 het simulatiemodel Icarus.

De modellen van het referentiekader en van adviesbureau WF Botter worden niet verder toegelicht. De modellen van het referentiekader zijn onderwerp van dit rapport. Het capaciteitsmodel van adviesbureau WF Botter is in aangepaste vorm gebruikt in het referentiekader-2004 en later verder aangepast voor het referentiekader-2008. De modellen van Optima en Icarus zijn wezenlijk andere modellen. Dit zijn simulatiemodellen voor spoedeisend en besteld vervoer waarmee situaties van de spreiding en beschikbaarheid kunnen worden doorgerekend. Deze modellen worden hieronder nader toegelicht.

Optima Predict™

Optima Predict™ is een interactief simulatieprogramma voor

hulpverleningsdiensten (politie, brandweer en ambulancezorg), maar vindt de meeste toepassingen in de ambulancezorg. Het programma wordt geleverd door

The Optima Corporation, een bedrijf gevestigd in Auckland, Nieuw Zeeland. Het

bedrijf levert diensten en software voor optimalisatie van bedrijfsprocessen met toepassing van Operations Research, een vakgebied in de wiskunde. Het pakket Optima Predict™ biedt de mogelijkheid om de ambulancezorg te simuleren en indicatoren van de prestaties in beeld te brengen, zoals kosten, responstijden, dekkingsgraden en bezettingsgraden van ambulances. Zowel het spoedvervoer als het besteld vervoer kan worden meegenomen in de simulaties. Met het pakket kunnen verschillende strategische situaties worden doorgerekend, zoals veranderingen van roosters, verplaatsingen van standplaatsen en de

beschikbaarheid van ziekenhuizen. Het pakket is interactief in de zin dat de gebruikers de mogelijkheid hebben om zelf scenario’s te bouwen en op logistieke kenmerken door te rekenen. Optima Predict™ maakt gebruik van Automatisch Voertuig Locatie (AVL) gegevens waarmee een rijtijdenmodel wordt

geconstrueerd. Het rijtijdenmodel is één van de ‘gereedschappen’ die de simulatie mogelijk maakt, samen met beslisregels over de inzet van

en de soorten voertuigen. Het pakket is een ondersteunend model dat

strategische beslissingen kan stimuleren en de effecten daarvan inzichtelijk kan maken.

Naast Optima Predict™ zijn er nog twee pakketten die door The Optima

Corporation worden geleverd voor de ambulancezorg: Optima Live™ en Optima

Net™. Optima Live™ geeft een verkenning van de toekomstige vraag naar ambulancezorg in een gebied en is een pakket voor dynamisch

ambulancemanagement. Het geeft inzicht in optimale inzet van ambulances, gegeven de verkenning van de toekomstige zorgvraag en de toekomstige voertuigbewegingen. Optima Net™ is een webapplicatie voor een optimale roostering van planbaar vervoer. Het biedt ziekenhuizen de mogelijkheid om besteld vervoer te reserveren en geeft voor de RAV een optimaal rooster om dit vervoer uit te voeren (Optima, 2012).

Icarus

Icarus is het ICT-innovatieproject van Connexxion Ambulancezorg en haar

partners. Het doel van Icarus is om enerzijds een belangrijke verbetering van de kwaliteit en samenwerking in de zorg te boeken en anderzijds doelmatiger te werken. Icarus is onderverdeeld in zeven werkpakketten. De werkpakketten 2 en 3 omvatten Capaciteitsplanning en Optimalisatie van besteld vervoer. Doel is om vaker de juiste soort ambulancehulp op tijd te leveren. Beoogd resultaat is een real-time capaciteitsplanningstool. Er wordt momenteel aan verschillende ‘bouwstenen’ gewerkt. Een van de bouwstenen is een systeem om

ambulancestandplaatsen te spreiden op basis van eerdere incidenten. Met dit spreidingssysteem wordt bekeken of de huidige standplaatsen van de

ambulances wel de meest efficiënte zijn; waar waren in het verleden de meeste ambulances nodig, en is dat ook voor de toekomst zo? Op basis hiervan worden de ambulancehulpverleners zo over de regio verspreid dat ze sneller bij de aanvragers kunnen zijn. Hierbij wordt ook rekening gehouden met de ambulanceposten van de aangrenzende RAV-regio’s, zodat het patiëntbelang beter is gediend.

Informatie over inzetten uit het verleden kan helpen om te bepalen waar voertuigen nu het beste geplaatst kunnen worden om bij een melding zo snel mogelijk ter plaatse te zijn. Dit is verwerkt in een simulatietool. Deze tool wordt momenteel vooral nog gebruikt om de doorontwikkeling van de real-time- capaciteitsplanning te kunnen faciliteren. Bij de ontwikkeling van deze nieuwe tool wordt er ook aansluiting gezocht bij de triage. Immers, eerst zal er triage plaatsvinden en vervolgens zal op basis van deze triage en het toestandsbeeld een inzetvoorstel volgen. Het inzetvoorstel zal gekoppeld worden aan de beschikbare capaciteit en dus via de tool gepland worden.

De werkpakketten 2 en 3 hebben een sterke samenhang. Beiden hebben tot doel de ambulancecapaciteit zo optimaal mogelijk te laten verlopen, voor zowel spoedvervoer als besteld vervoer, tijdens de reguliere en opgeschaalde situatie. Doel is door digitalisering van de aanvragen vanuit zorginstellingen een

efficiëntere inzet van de voertuigen voor de acute zorgketen. Resultaat is een webapplicatie. De website ‘Besteld vervoer’ is online en wordt momenteel als pilot getest in Zeeland. Via deze website kunnen zorginstellingen die een

ambulance willen bestellen voor een patiënt in het ziekenhuis, hun aanvraag via de computer doen. Omdat de aanvraag digitaal gaat, kunnen de aanvragers beter aangeven wat voor soort vervoer er exact nodig is voor een patiënt (Connexxion, 2011).

Betekenis voor het referentiekader

De simulatiemodellen Optima Predict™ en Icarus zijn, of worden (want Icarus is nog in ontwikkeling), krachtige en zeer waardevolle modellen voor de spreiding en beschikbaarheid van de ambulancezorg. Deze modellen bieden de

mogelijkheid om verkennende analyses te doen. In verkennende analyses worden bepaalde situaties nagebootst. Dit biedt mogelijkheden voor toetsing of validatie van het referentiekader. Hiervoor moeten de uitgangspunten en randvoorwaarden van het referentiekader in de simulatiemodellen worden geïmplementeerd.

Een verschil tussen het referentiekader en de simulatiemodellen is dat het referentiekader op een strategische manier de benodigde capaciteit berekent. Door het formuleren van uitgangspunten en het doorrekenen van een

capaciteitsmodel wordt een benodigde capaciteit bepaald. Voor zover bekend zijn deze algoritmes nog niet geïmplementeerd in de simulatiemodellen. Dat is een beperking van de waarde van de modellen voor het referentiekader.

Een tweede verschil tussen deze simulatiemodellen en het referentiekader is het geografische detailniveau waarop gerekend wordt. De simulatiemodellen zijn ontworpen voor berekeningen op zeer gedetailleerd niveau, tot het niveau van adressen en op minuten nauwkeurig. Vervolgens kunnen aggregaties van prestaties worden gemaakt, zodat die op bijvoorbeeld regioniveau kunnen worden gepresenteerd. Berekeningen op adresniveau zijn voor het

referentiekader erg gedetailleerd en gaan aan het doel van het referentiekader voorbij. Het referentiekader is niet bedoeld als regionale blauwdruk voor de spreiding en beschikbaarheid en behoeft daarom geen doorrekening op adresniveau. Het referentiekader geeft de capaciteit op jaarbasis, met een verdeling naar dagsoort en tijdsblok. Een invulling van de paraatheid naar uur van de dag, dag van de week en maand van het jaar behoort tot de regionale invulling.