Ratio aantal spoedritten zomer/winter
Bijlage 3 Begrippen en afkortingen
Begrippen
A1-rit Een spoedeisende rit in opdracht van de centralist in
geval van acute bedreiging van de vitale functies van de patiënt of in het geval dat dit gevaar pas na beoordeling door het ambulanceteam ter plaatse kan worden uitgesloten. De rit wordt zo snel mogelijk uitgegeven en het ambulanceteam dient zo snel mogelijk ter plaatse te zijn. De ambulance maakt altijd gebruik van optische signalen en geluidssignalen. (Bron: AZN, 2009)
A2-rit Een rit in opdracht van de centralist naar aanleiding van
een zorgvraag waaruit blijkt dat er geen sprake is van direct levensgevaar, maar waarbij er wel sprake kan zijn van (ernstige) gezondheidsschade en de ambulance wel zo snel mogelijk ter plaatse dient te zijn. (Bron: AZN, 2009)
Ambulancezorg Ambulancezorg is de zorg die beroepsmatig wordt
verleend om een patiënt binnen het kader van zijn aandoening of letsel hulp te verlenen en, waar nodig, adequaat te vervoeren met inachtneming van datgene wat op grond van algemeen beschikbare medische en verpleegkundige kennis vereist is, dan wel de patiënt te verwijzen naar een andere zorgverlener. Hoofddoel van ambulancezorg is het behalen van individuele
gezondheidswinst op basis van de zorgbehoefte van de patiënt. (Bron: AZN, 2009)
Bereikbaarheidsnorm Door het beleid wordt de norm gehanteerd dat de
ambulance in geval van een A1-rit binnen vijftien minuten na melding ter plaatse van het incident moet zijn. De responstijd is dan vijftien minuten. Voor A2- ritten geldt een responstijdnorm van dertig minuten.
B-rit Een rit in opdracht van de centralist van de meldkamer
ambulancezorg (MKA) naar aanleiding van een zorgvraag zonder A1- of A2-urgentie, waarbij een tijdstip of tijdsinterval is afgesproken voor het halen of brengen. (Bron: AZN, 2009)
Beschikbaarheid Het geheel van ambulancecapaciteit (aantal
ambulances), vervoerssoort en de paraatheidsvorm op deze ambulances definieert de beschikbaarheid.
Bezettingsgraad Het aandeel van de beschikbare uren dat een
ambulance bezet is voor het verzorgen van inzetten.
Capaciteit In het referentiekader wordt de capaciteit van de
ambulancezorg berekend per RAV, dagsoort en tijdsblok. De capaciteit is het aantal benodigde ambulances. De capaciteit zegt nog niets over de vervoerssoort of paraatheidsvorm.
Capaciteitsmodel Rekenmodel voor het bepalen van de benodigde
capaciteit om aan de vraag naar ambulancezorg te voldoen.
Dekkingsgraad Percentage inwoners, bereikt binnen een geldende bereikbaarheidsnorm.
Dynamisch ambulance-
management (DAM)
Dynamisch ambulancemanagement (DAM) heeft betrekking op de wijze waarop de meldkamer ambulancezorg (MKA) de beschikbare ambulances gedurende een bepaald tijdvak inzet. De MKA draagt zorg voor een optimale spreiding en beschikbaarheid van de eigen ambulances in haar regio, waarbij een beschikbare ambulance gedurende een dienst niet gebonden is aan een standplaats of post. De MKA- centralist heeft inzicht in de ambulancecapaciteit van andere MKA’s (open grenzen) en doet in voorkomende gevallen een beroep op die capaciteit, zodat altijd de dichtstbijzijnde ambulance kan worden ingezet. Indien een MKA op enig moment onvoldoende beschikbare ambulancecapaciteit in het gebied heeft, kan de centralist bij andere MKA’s om assistentie verzoeken. Een ambulance van een andere Regionale
Ambulancevoorziening (RAV), die zich tijdelijk in het werkgebied van de MKA bevindt, kan worden ingezet voor spoedritten die zich op dat moment in het gebied voordoen. (Bron: AZN, 2009)
Eilandbenadering Een uitwerking van het capaciteitsmodel waarbij de
capaciteit voor eilanden en schiereilanden apart wordt berekend. Er vindt dan geen grensoverschrijdende assistentie plaats met naastgelegen Regionale Ambulancevoorzieningen.
Erlang-model Het Erlang-model is gebaseerd op een continue
kansverdeling opgesteld door de Deense wiskundige en statisticus Erlang voor de modellering van de tijdsduur tussen oproepen in een telefooncentrale. Dit model wordt vooral gebruikt in de wachttijdtheorie, om de verdeling van de tijd tussen twee gebeurtenissen, zoals de aankomst van klanten, te modelleren. Het model wordt ook gebruikt voor de beschrijving van
levensduren. In dit onderzoek is het Erlang-model gebruikt voor modellering van aanvragen voor ambulancezorg en het berekenen van het aantal benodigde ambulances (servers). In het Erlang-C- model wordt ervan uitgegaan dat de aanvragen via een Poisson-proces binnenkomen en dat de servicetijd exponentieel verdeeld is. Aanvragen worden
afgehandeld op volgorde van binnenkomst en worden toegewezen aan de eerst beschikbare server. Naast het Erlang-C-model is er het Erlang-B-model waarin
wachtenden de wachtrij kunnen verlaten.
Faalkans De faalkans is de theoretische kans, gehanteerd in het
beschikbaarheidsmodel, dat na melding van een spoedopdracht geen ambulance beschikbaar is op de dichtstbijzijnde standplaats.
Grensoverschrijdende assistentie
Het verlenen van ambulancezorg over de grens van de eigen Regionale Ambulancevoorziening (RAV), ook wel interregionale assistentie genoemd. In het uniform begrippenkader (AZN, 2009) is een afwijkende definitie
voor grensoverschrijdende assistentie, namelijk die waarbij landsgrenzen worden gepasseerd.
Maximumvariant De variant van het capaciteitsmodel waarbij wordt
uitgegaan van paraatheid vanaf de standplaats. Dit uitgangspunt bepaalt de benodigde capaciteit in het deelmodel voor de geografische paraatheid. De maximumvariant wordt gehanteerd op alle dagsoorten en tijdsblokken, met uitzondering van werkdagen overdag.
Meldtijd De tijdsduur vanaf het begin van de aanname (= het
opnemen van de telefoon) door de centralist tot het moment waarop de centralist de ritopdracht heeft verstrekt aan het uitvoerende ambulanceteam. (Bron: AZN, 2009)
Minimumvariant De variant van het capaciteitsmodel waarbij wordt
uitgegaan van rijdende paraatheid. Dit uitgangspunt bepaalt de benodigde capaciteit in het deelmodel voor de geografische paraatheid. De minimumvariant wordt gehanteerd op werkdagen overdag.
Overschrijding Een responstijd groter dan de geldende
bereikbaarheidsnorm.
Paraatheid Het gereedstaan van een ambulanceteam om in het
geval van een spoedeisende melding zo spoedig mogelijk naar de door de centralist opgegeven locatie te gaan. De paraatheidsvorm is de dienstsoort die geleverd wordt in het rooster; dit kan zijn een parate dienstvorm, een aanwezigheidsdienst of een
piketdienst. Regionale
Ambulancevoorziening (RAV)
De RAV is de rechtspersoon waaraan de vergunning tot het verrichten van ambulancezorg is verleend. De RAV is integraal verantwoordelijk voor het verrichten van verantwoorde ambulancezorg, zowel bij de dagelijkse routinematige situaties als bij rampen en ongevallen. Een RAV is een zorginstelling krachtens de Wet
toelating zorginstellingen (WTZi). Onder het verrichten van ambulancezorg vallen zowel het functioneren van de meldkamer ambulancezorg als het verlenen van zorg door het ambulancepersoneel. De RAV bestaat uit een meldkamer ambulancezorg en een (of meer)
ambulancedienst(en). (Bron: AZN, 2009)
Responstijd De tijdsduur vanaf het begin van de aanname door de
centralist van de meldkamer ambulancezorg tot het moment waarop de ambulance arriveert bij de plaats waar de patiënt zich bevindt en waar de ambulance nog kan komen. (Bron: AZN, 2009)
Rijdende paraatheid Bij een situatie van rijdende paraatheid heeft de
ambulance geen uitruktijd meer nodig. Er wordt verondersteld dat er één minuut meer tijd beschikbaar is voor het rijden. Rijdende paraatheid kan een
onderdeel zijn van dynamisch ambulancemanagement (DAM).
Rijtijd De tijdsduur vanaf het moment waarop de ambulance
na de alarmering vertrekt met het complete
plaats tot het moment waarop de ambulance arriveert bij de plaats waar de patiënt zich bevindt en waar de ambulance nog kan komen. De rijtijd wordt ook wel aanrijtijd genoemd. (Bron: AZN, 2009)
Rijtijdenmodel Een model dat de rijtijden voor spoedeisende
ambulancezorg simuleert.
Standplaats Een standplaats is een locatie waarvandaan de
ambulance vertrekt en waar voorzieningen zijn voor ambulancepersoneel en -materieel. De meeste standplaatsen zijn 24 uur per dag, 7 dagen per week operationeel, maar dit hoeft niet. Er zijn dag- of nachtstandplaatsen die een deel van de dag operationeel zijn.
Uitrukpunt Uitrukpunten zijn locaties van waaruit een ambulance
naar een melding kan vertrekken maar waar niet noodzakelijkerwijs voorzieningen zijn voor
ambulancepersoneel en –materieel. Een uitrukpunt kan ook een (weg)restaurant zijn van waaruit een
ambulance wacht op een melding. In het kader van de minimumvariant van het beschikbaarheidsmodel is een uitrukpunt een virtueel punt van waaruit bij rijdende paraatheid kan worden uitgerukt.
Uitruktijd De tijdsduur vanaf het moment waarop de centralist
het uitvoerende ambulanceteam heeft gealarmeerd tot het moment waarop de ambulance na de alarmering vertrekt (= wielen in beweging) met het complete ambulanceteam (ambulancechauffeur +
ambulanceverpleegkundige) naar de door de centralist opgegeven plaats. (Bron: AZN, 2009)
Afkortingen
Deze afkortingenlijst bevat zowel Nederlandstalige als Engelstalige termen. De laatste zijn aangegeven met de toevoeging ‘(eng)’.
AED Automatische externe defibrillator
ALS Advanced Life Support (eng)
AMPDS Advanced Medical Priority Dispatch System (eng)
arbi Arbitrage (telefooncentrale)
AVL Automatische voertuiglocatie
AZN Ambulancezorg Nederland
BACOP Backup Coverage Problem (eng)
BLS Basic Life Support (eng)
CBS Centraal Bureau voor de Statistiek
CPR Cardiopulmonale resuscitatie
CVA Cerebrovasculaire aandoening (beroerte)
DAM Dynamisch ambulancemanagement
DDSM Dynamic Double Standard Model (eng)
DSM Double Standard Model (eng)
EHGV Eerste hulp geen vervoer
EHTP Eerste hulp ter plaatse
EMS Emergency Medical System (eng)
ePRF Electronic Patient Report Form (eng)
GHOR Geneeskundige hulp bij ongevallen en rampen
GIS Geografische informatiesystemen
GLM Generalized Linear Model (eng)
GMU Gemeenschappelijke Meldkamer Utrecht
GPS Global Positioning System (eng)
HAP Huisartsenpost
HPEMS High Performance Emergency Medical Services (eng)
JRCALC Joint Royal Colleges Ambulance Liaison Committee (eng)
KPI Klinische prestatie-indicatoren
LP Lineair programmeren
LSCM Location Set Covering Model (eng)
MALP Maximum Availability Location Problem (eng)
MCLP Maximal Covering Location Problem (eng)
MEXCLP Maximum Expected Coverage Location Problem (eng)
MICU Mobiele intensive care unit
MKA Meldkamer ambulancezorg
MS Management Science (eng)
NHS National Health Services (eng)
NVMMA Nederlandse Vereniging van Medisch Managers Ambulancezorg
OR Operations Research (eng)
PVAZ Project Versterking Ambulancezorg
RAV Regionale ambulancevoorziening
RAVU Regionale Ambulancevoorziening Utrecht
RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu
TIMEXCLP Time dependent MEXCLP (eng)
SEH Spoedeisende hulp (afdeling van een ziekenhuis)
SSM System Status Management (eng)
STEMI ST segment elevation myocard infarct (eng)
TEAM Tandem Equipment Allocation Model (eng)
UHU Unit Hour Utilisation (eng)
V&VN Verpleegkundigen en Verzorgenden Nederland
VWS Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport