• No results found

Interview format hulpverleners

Opmerkingen vooraf

1. Ik neem mij voor om ook open te staan voor informatie die in eerste instantie niet relevant lijkt te zijn, maar die wellicht later tot nieuwe ideeën of inzichten kan leiden.

2. Ik neem mij ook voor om in een interview, informatie uit een voorgaand interview niet te gebruiken of om die informatie louter te noemen. Het karakter van een brainstorming komt pas in de volgende ronde(n) tot uitdrukking.

3. Ik neem mij ook voor genoeg door te vragen om achter nog meer informatie te komen en de situatie geheel duidelijk te krijgen.

Interviewvragen hulpverlener

Introductie van mezelf en daarna vraag ik de geïnterviewde zichzelf kort voor te stellen.

Introductie onderzoeksonderwerp, ongeveer zoals het in de brief is beschreven. In dit onderzoek wil ik hulpverleners en politiefunctionarissen vragen stellen over hun rol in het geval van (een vermoeden van) seksueel misbruik bij mensen met een verstandelijke beperking. Over de meningen en inzichten van hulpverleners en politie zou ik graag meer willen weten om op basis daarvan aanbevelingen te kunnen doen voor een goede

samenwerking als het gaat om het omgaan met (een vermoeden van) seksueel misbruik bij mensen met een verstandelijke beperking. Uit de informatie die ik verkrijg uit de interviews met de hulpverleners worden een aantal situaties gedestilleerd die vervolgens voorgelegd worden aan de politie. Het resultaat van deze politie-interviews, bestaande uit commentaar, feedback en aanbevelingen wordt vervolgens per e-mail teruggekoppeld naar jou als

hulpverlener. Jij hebt daardoor de kans om deze reacties van de politie te becommentariëren en aan te vullen. De politie krijgt daarna ook een tweede kans. Uiteindelijk wordt er aan de hand van alle gegeven informatie een checklist opgesteld over hoe het best te handelen in het geval van (een vermoeden van) seksueel misbruik bij mensen met een verstandelijke

beperking. Dit alles moet uiteindelijk resulteren in concrete aanbevelingen voor behandelaars en politie.

Ik heb een strak interviewformat gemaakt het kan dus zijn dat je een antwoord geeft op een vraag dat pas later in het interview op de planning staat. Dat maakt niet uit maar dan kan het dus zijn dat we het antwoord straks nog een keer kort bespreken.

Vragen om deelvraag 1 te beantwoorden:

1. Weet je je een gemakkelijke beslissing over inschakeling van de politie te herinneren bij een geval van seksueel misbruik van een persoon met een

verstandelijke beperking? ‘Gemakkelijk’ betekent hier dat alle stappen die aan de basis lagen van die beslissing zonder grote problemen konden worden

genomen.

1.1.Wat was jouw functie in deze casus (wie was jij in deze casus) 1.2.Wat was jouw taak in deze casus

1.4.Wat is er gedaan in deze casus

1.5. a. Op basis van welke overwegingen was het duidelijk dat de politie ingeschakeld moest worden?

b. Wat maakte dat het (vermoeden van) misbruik zo duidelijk was dat de politie ingeschakeld kon worden?

c. Welke informatie was essentieel om deze beslissing te nemen?

2. Kun je je ook een moeilijke beslissing herinneren over inschakeling van de politie

bij een geval van seksueel misbruik van een persoon met een verstandelijke beperking?

2.1.Wat was jouw functie in deze casus (wie was jij in deze casus) 2.2.Wat was jouw taak in deze casus

2.3.Wat speelde er in deze casus 2.4.Wat is er gedaan in deze casus

2.5.a. Welke overwegingen waren er om wel/niet de politie in te schakelen?

b. Wat maakte het vermoeden (on)duidelijk met betrekking tot de beslissing om al dan niet de politie in te schakelen?

c. Met wat voor extra informatie zou het duidelijk genoeg geweest zijn?

3. Samenvatting van: het makkelijke geval en het moeilijke geval vooral wat betreft het maken van de beslissingen wat er tot nu toe over gezegd is.

Vragen om reactie (klopt het?)

4. Volgens de (internationale) literatuur, zijn er bepaalde te nemen stappen bij vermoedens van seksueel misbruik bij mensen met een verstandelijke beperking. Graag wil ik deze stappen met jou doornemen.

(Stroomdiagram wordt aangeboden) Dit is het proces dat plaats vindt in een geval van seksueel misbruik bij mensen met een beperking. Het begint bij een

gebeurtenis op de werkvloer. De hulpverlener krijgt bepaalde signalen. Een vermoeden rijst, van heel zwak tot heel sterk. Daar gebeurt dan iets mee.

4.1.a. Wat is volgens jou een vage onthulling.

b. Kun je een voorbeeld geven. Heb je het over de makkelijke of over de moeilijke casus of over een nieuwe casus?

c. Waarom was de onthulling vaag?

d. Welke aanvullende informatie had je nodig om de beslissing te kunnen nemen?

e. En hoe heb jij gehandeld bij deze concrete onthulling? 4.2.a. Wat is volgens jou een duidelijke onthulling?

b. Kun je een voorbeeld geven?

c. Waarom was het zo helder dat om een duidelijke onthulling ging? d. En hoe heb jij gehandeld bij deze duidelijke onthulling?

4.3. Nu kijken we globaal verder naar het hele stroomdiagram? Kun je op bepaalde punten in het in het diagram weergegeven proces een eigen invulling (op basis van ervaring, inzicht of kennis) geven?

4.4. Als we het totaal nog eens bekijken mis je dan belangrijke punten in het proces? Zo ja welke? Kun je dat toelichten?

5. Nu belanden we op het punt dat er contact te gelegd wordt met de politie.

5.1 a. Wanneer is het volgens jou noodzakelijk om de politie in te schakelen? b. Waarom juist op dat moment?

5.2 a. Welke informatie heb je daarvoor nodig? b. Kun je nog meer argumenten bedenken? 5.3 a. Hoe kom je aan deze informatie?

b. Zijn er nog meer manieren om aan deze informatie te komen? 5.4 a. Wie neemt de beslissing contact op te nemen met de politie? b. Kun je me uitleggen wat je ervan vindt dat deze persoon dit doet?

5.5. Spelen onderstaande punten een rol bij het maken van de beslissing wel/ niet politie inschakelen.

- Kwetsbaarheid van de doelgroep, hoe heeft dit invloed?

- Communicatievaardigheid van de doelgroep, hoe heeft deze invloed? - Beïnvloedbaarheid van de doelgroep, op welke manier?

- Speelt de aard van de verstandelijke beperking een rol in je (de) overwegingen (afwegingen)? Op welke manier?

Koppeling naar vragen om deelvraag 5 te beantwoorden:

5.5.a. Vind jij dat er samenwerking moet zijn met de politie?

b. Zo ja: Hoe moet deze samenwerking er volgens jou uitzien? c. Wat voor verwachtingen heb jij van de politie?

d. Hoe beïnvloedt dit jouw rol bij de beslissing om de politie in te schakelen? e. Wat zijn je ervaringen tot nu toe?

f. Zie jij mogelijkheden tot verbetering? 5.6.En wat denk je dat de politie van jou verwacht? Vragen om deelvraag 2 te beantwoorden:

6. Kun je aan de hand van een casus vertellen wat de hulpverlener of manager vervolgens doet als de politie eenmaal in beeld is? (is dit een casus die je al eerder gebruikt hebt of weer een nieuwe casus?)

8.1 Welke handelingen worden daardoor beïnvloed?

8.2 a. Welke voordelen heeft het als de politie wordt ingeschakeld?

b. Kun je nog meer argumenten bedenken om de politie in te schakelen? 8.3 a. Welke nadelen heeft het als de politie (op achtergrond) aanwezig is?

b. Kun je nog meer argumenten bedenken om de politie nog niet in te schakelen? Waarvan is dat afhankelijk?

Vragen om deelvraag 3 te beantwoorden:

7. We maken nu een koppeling naar de (te verkrijgen) toestemming van de cliënt om de politie erbij te betrekken

9.1 a. Kun jij je een situatie herinneren waarin er een sterk vermoeden van seksueel misbruik was en de cliënt niet mee wilde werken bij het inschakelen van de politie? b. Hoe ging dit?

c. accepteerde je uiteindelijk het nee van de cliënt?

d. Indien nee: Wat had je nodig om deze cliënt alsnog mee te laten werken? e. Hoe zou je dit de volgende keer anders aanpakken?

f. Welke rol heeft de politie hierin?

9.2 a. Kun jij je een situatie herinneren waarin er een sterk vermoeden van seksueel misbruik was en de cliënt mee werkte bij het inschakelen van de politie.

b. Hoe is die medewerking tot stand gebracht?

c. Wat had je nodig om deze cliënt mee te laten werken? d. Hoe zou je dit de volgende keer aanpakken?

e. Welke rol heeft de politie hierin?

9.3 a. Wat vind jij dat nodig is aan informatie om met instemming van de cliënt de politie erbij te betrekken.

b. Kun je nog meer argumenten bedenken? Waarvan is dat afhankelijk?

Vragen om deelvraag 4 te beantwoorden:

8. We gaan even spreken over een situatie waarbij de politie is ingeschakeld:

10.1 a. Wat moet de hulpverlener volgens jou doen als de politie al is ingeschakeld?

b. Waarom moet juist dat gebeuren? 10.2 a. Welke informatie over de situatie mag een

hulpverlener van de politie verwachten? b. Waarvan is dat afhankelijk?

c. Waarom juist deze informatie?

10.3 a. Wat denk jij dat de politie doet met de cliënt als zij ingeschakeld zijn? b. Wat moet volgens jou de cliënt bij de politie doen/ondergaan/doorstaan? c. Waarvan is dat afhankelijk?

9. Samenvatting van het hele gesprek in steekwoorden (eventueel met behulp van post- it’s), vooral wat betreft de beslissingsmomenten en de contacten met politie. Klopt het zover?

10. Mis jij nog vragen of hebben we nog niet over een onderwerp gesproken waarover u het wel wilt hebben?