• No results found

Enquête resultaten per thema

BIJLAGE 5. INTERVIEWRESPONDENTEN EN INTERVIEW GUIDES

Interview Dhr. T. Hendrickx

Directeur Stichting Marketing Gouda Vrijdag 17 september 2004, 10.00u.

De heer Hendrickx is directeur van de Stichting Marketing Gouda (SMG). De stichting is in 2000 door een aantal Gouwenaren (ondernemers, bestuurders, directeur VVV, directeur ING, onderwijs) opgericht om de stad Gouda beter op de kaart te zetten. Gouda had namelijk te kampen met een erg negatief imago. De stichting heeft zich ten doel gesteld dat bewoners, bedrijven en bezoekers van Gouda kunnen ervaren dat de stad meer is dan alleen winkelen en genieten in historisch Holland. De stich- ting houdt zich bezig met het imago van de stad Gouda, neemt initiatieven tot ver- betering en stimuleert onderlinge samenwerking tussen betrokken partijen. De Stichting Marketing Gouda wordt gesubsidieerd door de gemeente (2/3) en gespon- sord door het Goudse bedrijfsleven (1/3).

De Stichting Marketing Gouda doet de citymarketing voor de gehele stad Gouda. Binnenkort wordt een aparte afdeling ‘citymanagement’ opgericht, die zich alleen richt op de binnenstad (binnenstadsmanagement). Het binnenstadsmanagement wordt een onderdeel van de SMG.

Aandachtspunten interview Algemeen

Stichting Marketing Gouda

• Hoe is de Stichting Marketing Gouda ontstaan?

• Kunt u wat meer vertellen over uw dagelijkse bezigheden bij de SMG? • Behoort binnenstadsmanagement tot het takenpakket van de stichting?

Aantrekkelijkheid van de binnenstad en doelgroepen

• Wat verstaat u onder een aantrekkelijke binnenstad? Wat bepaalt volgens u de aantrekkelijkheid van Gouda?

• Voor wie moet Gouda aantrekkelijk zijn? Voor wie is de binnenstad?

• Welke doelgroepen van de binnenstad worden door de Stichting Marketing Gouda onderscheiden (op wie worden de activiteiten gericht) en waarom deze? • Hoe is men tot deze doelgroepen gekomen? (Welke methode wordt gebruikt

• Komen deze doelgroepen overeen met de doelgroepen van de gemeente Gouda en de ondernemers? Is hier sprake van een spanningsveld?

• Marketing betekent het product aanpassen aan de wensen van de doelgroepen. Wordt het ‘product’ Gouda aangepast aan de wensen van geselecteerde doel- groepen?

Strategie SMG

• Het gewenste imago van Gouda is ‘Een stad van winkelen en genieten in histo-

risch Holland’. Hoe is men tot dit imago gekomen, waarom is voor dit imago ge-

kozen? Is hier onderzoek naar gedaan? Wordt dit gewenste beeld breed gedra- gen? Wat wordt precies bedoeld met ‘winkelen’, ‘genieten’ en ‘historisch Hol- land’? En hoe is het imago verwoord in de Lange Termijn Visie 2003-2007? • Op welke manier kunnen evenementen en andere activiteiten ondersteuning

bieden aan het gewenste imago? Hoe komt de stichting vanuit de strategie (Lange Termijn Visie) tot concrete projecten?

Discussiepunten (naar aanleiding van de conclusies uit de enquête)

• Elke binnenstad moet in een aantal basisvoorwaarden voorzien, zoals bijvoor- beeld ‘schoon heel en veilig’, maar moet daarnaast ook onderscheidende, unieke kwaliteiten aanbieden. Iedere binnenstad heeft onderscheidende kenmerken en is hierdoor uniek. Om de binnenstad te kunnen verkopen moet men juist van de- ze unieke kenmerken gebruik maken.

• Evenementen en andere activiteiten moeten daarom aansluiten op de identiteit van de stad, om als binnenstad onderscheidend te kunnen zijn.

• Er wordt in de binnensteden (die meewerken aan de enquête) meer aan promo- tie dan aan marketing gedaan. In veel steden weet men namelijk niet op welke doelgroepen de projecten precies gericht zijn. Weinig steden passen het product daadwerkelijk aan de wensen van de doelgroepen aan. Hierdoor blijven kansrij- ke projecten liggen.

• Een strategisch marketingplan moet het uitgangspunt vormen voor de projec- ten, die uitgevoerd worden in het kader van binnenstadsmanagement.

• De binnenstad staat steeds meer in het teken van vermaak en vertier. De bin- nenstad begint hierdoor op een attractiepark te lijken.

• Binnensteden gaan daarnaast ook steeds meer op elkaar lijken. Dit is een nega- tieve ontwikkeling.

• Projecten vanuit binnenstadsmanagement moeten vooral gericht zijn op de con- sument van ver weg, die veel geld opbrengt. Minder aandacht moet uitgaan naar bijvoorbeeld bewoners, deze zijn eigenlijk alleen maar een last.

Interview Mevr. M. Hoekstra-Meijer Bureau Binnenstad Rotterdam Vrijdag 24 september 2004, 10.30u

Mevrouw Hoekstra-Meijer is ambtenaar bij Bureau Binnenstad Rotterdam. Het bu- reau is een samenwerkingsverband tussen drie gemeentelijke diensten: Stedenbouw, wonen en verkeer (dS+V), het OntwikkelingsBedrijf Rotterdam (OBR) en Gemeente- werken. Mede op verzoek van de ondernemers in de binnenstad is het bureau in 1998 opgericht. De ondernemers gaven aan dat er behoefte was één front office, waarin alle gemeentelijke diensten, die fysiek werken aan de binnenstad, zijn afge- stemd. De belangrijkste taak van Bureau Binnenstad is het afstemmen en coördine- ren van de integrale bouw- en buitenruimte projecten in de binnenstad. De kwaliteit van de buitenruimte is hierbij een belangrijk aandachtspunt. Bureau Binnenstad is een ambtelijke organisatie, die elke maand in een kerngroepoverleg met de voorzit- ter van de ondernemersvereniging (Rotterdam City) diverse zaken met betrekking tot de binnenstad bespreekt. Er is geen sprake van een publiek-private samenwer- king.

Aandachtspunten interview Algemeen

Bureau Binnenstad Rotterdam

• Hoe is Bureau Binnenstad ontstaan? Wat zijn de taken van het bureau?

• Kunt u wat meer vertellen over uw dagelijkse werkzaamheden bij Bureau Bin- nenstad?

• Wat verstaat u precies onder binnenstadsmanagement? Is er in Rotterdam echt sprake van een publiek private samenwerking?

Aantrekkelijkheid van de binnenstad en doelgroepen

• Wat verstaat u onder een aantrekkelijke binnenstad?

• Wat maakt Rotterdam aantrekkelijk? Wat is uniek aan Rotterdam?

• Voor welke doelgroepen moet de binnenstad van Rotterdam aantrekkelijk zijn? Voor wie is de binnenstad?

Discussiepunten (naar aanleiding van de conclusies uit de enquête, per thema)

Marketing en promotie

• In veel binnensteden weet men niet op welke doelgroepen de binnenstadsma- nagement projecten gericht zijn en wat precies de onderscheidende kwaliteiten zijn van de binnenstad (er is niet vaak sprake van marketing). Hierdoor blijven kansen liggen.

• Er is ook een aparte organisatie Rotterdam Marketing. Werken jullie hier mee samen? Is marketing een taak van binnenstadsmanagement?

• Is er een (marketing)visie voor de hele binnenstad waarin de doelgroepen van de binnenstad beschreven worden? Wordt het product ook aan de wensen van de doelgroepen aangepast? (SWOT-analyse / onderzoek concurrentiepositie, on- derzoek imago binnenstad).

• Zo ja, sluiten de projecten ook aan op de visie / strategie / marketingplannen zoals deze vanuit het binnenstadsmanagement geformuleerd zijn?

• Iedere binnenstad heeft onderscheidende kenmerken en is hierdoor uniek. Om de binnenstad te kunnen verkopen moet men juist van deze unieke kenmerken gebruik maken. Evenementen moeten daarom meer aansluiten op de identiteit van de stad, om onderscheidend te kunnen zijn.

Mobiliteit

• Veel projecten zijn erop gericht om het de winkelende consument zo prettig mogelijk te maken (autoluwe binnenstad, bewegwijzering etc.). Staat de bin- nenstad te veel in het teken van de consument (van elders), ten koste van bij- voorbeeld bewoners?

Uitstraling

• De regulering loopt uit de hand. Door alle regels (uitstallingen, reclame, graffiti etc.) om de binnenstad overzichtelijk te maken, verliest de binnenstad een stukje gezelligheid/sfeer, die juist een stukje kwaliteit voor de binnenstad betekent ten opzichte van bijvoorbeeld een perifeer winkelcentrum of woonboulevard. Het wordt allemaal te nep en steriel.

• De beleving van de binnenstad is op dit moment erg belangrijk. Aan de kwaliteit van de openbare ruimte moet daarom veel aandacht besteed worden.

Ruimtelijke economie

• De binnenstad wordt een attractiepark, als teveel aandacht naar vermaak uit- gaat en naar de uitstraling van het gebied. Bewoners van de binnenstad onder- vinden hier hinder van.

• Binnensteden gaan te veel op elkaar lijken.

Leefbaarheid

• Weinig steden gaan in op maatregelen om overlast tussen verschillende functies te verminderen (zoals overlast horeca voor bewoners). Betekent dit dat er niet veel overlast is, of zijn de oplossingen misschien te moeilijk?

Organisatie

• Bewoners (van de binnenstad, of gehele stad) worden vaak vergeten. Zij zouden meer bij het binnenstadsmanagement betrokken moeten worden. Zij zijn im- mers de ambassadeurs van de stad. Of zijn ze juist alleen maar een last?

• De ledenaantallen van ondernemersverenigingen en vastgoedverenigingen da- len. Dit is een bedreiging voor het binnenstadsmanagement.

Interview Mevr. C. de Mey

Stedelijke ontwikkelingsmaatschappij Mechelen Maandag 20 september 2004, 11.30u.

Mevrouw de Mey is binnenstadsmanager van Mechelen. Het binnenstadsmanage- ment krijgt in Mechelen vorm in een onafhankelijke vereniging: de Stedelijke ont- wikkelingsmaatschappij Mechelen (SOMM). In 2000 is de vereniging opgericht, met Mercurius-gelden van de Vlaamse overheid. Steden waarvan de economische activi- teit achteruit ging, konden voor een periode van drie jaar subsidie van de Vlaamse overheid krijgen, als er een commercieel strategisch plan opgesteld werd, waarin aangegeven werd wat er gedaan moest worden om de binnenstad weer aantrekke- lijk te maken. Het aanstellen van een binnenstadsmanager was hiervoor een vereis- te. Naast de subsidie, moest de stad moet ook zelf investeren. De SOMM heeft tot doel door middel van een structureel samenwerkingsverband van publieke en priva- te partijen, de economische leefbaarheid, de aantrekkingskracht en het economisch functioneren van de stad Mechelen te stimuleren en te versterken. Hoewel het uit- gangspunt is, dat publieke en private partijen het binnenstadsmanagement geza- menlijk financieren, wordt tot op heden alles door de gemeente Mechelen gefinan- cierd.

Aandachtspunten interview Algemeen

Stedelijke ontwikkelingsmaatschappij Mechelen

• Hoe is de Stedelijke ontwikkelingsmaatschappij Mechelen ontstaan?

• Kunt u wat meer over uw dagelijkse werkzaamheden bij de SOMM vertellen? • Wat verstaat u precies onder binnenstadsmanagement? Wat is het achterliggen-

de doel? Is er in Mechelen sprake van een publiek private samenwerking?

Aantrekkelijkheid van de binnenstad en doelgroepen

• Wat verstaat u onder een aantrekkelijke binnenstad?

• Wat maakt Mechelen aantrekkelijk? Wat is uniek aan Mechelen?

• Voor welke doelgroepen moet de binnenstad van Mechelen aantrekkelijk zijn? Voor wie is de binnenstad?

Discussiepunten (naar aanleiding van de conclusies uit de enquête, per thema)

Marketing en promotie

• In veel binnensteden weet men niet op welke doelgroepen de binnenstadsma- nagement projecten gericht zijn en wat precies de onderscheidende kwaliteiten zijn van de binnenstad (er is niet vaak sprake van marketing). Hierdoor blijven kansen liggen.

• Is marketing wel een taak van binnenstadsmanagement?

• Is er een (marketing)visie voor de binnenstad waarin de doelgroepen van de binnenstad beschreven worden? Wordt het product ook aan de wensen van de doelgroepen aangepast? (SWOT-analyse / onderzoek concurrentiepositie, onder- zoek imago binnenstad).

• Zo ja, sluiten de projecten ook aan op de visie / strategie / marketingplannen zoals deze vanuit het binnenstadsmanagement geformuleerd zijn? Hoe zijn bij- voorbeeld de projecten ‘Mechelen Kinderstad’ en ‘Met belgerinkel naar de win- kel’ ontstaan?

• Iedere binnenstad heeft onderscheidende kenmerken en is hierdoor uniek. Om de binnenstad te kunnen verkopen moet men juist van deze unieke kenmerken gebruik maken. Evenementen moeten daarom meer aansluiten op de identiteit van de stad, om onderscheidend te kunnen zijn.

Mobiliteit

• Veel projecten zijn erop gericht om het de winkelende consument zo prettig mogelijk te maken (autoluwe binnenstad, bewegwijzering etc.). Staat de bin- nenstad te veel in het teken van de consument (van elders), ten koste van bij- voorbeeld bewoners?

Uitstraling

• De regulering loopt uit de hand. Door alle regels (uitstallingen, reclame, graffiti etc.) om de binnenstad overzichtelijk te maken, verliest de binnenstad een stukje gezelligheid/sfeer, die juist een stukje kwaliteit voor de binnenstad betekent ten opzichte van bijvoorbeeld een perifeer winkelcentrum of woonboulevard. Het wordt allemaal te nep en steriel.

• De beleving van de binnenstad is op dit moment erg belangrijk. Aan de kwaliteit van de openbare ruimte moet daarom veel aandacht besteed worden.

Ruimtelijke economie

• De binnenstad wordt een attractiepark, als teveel aandacht naar vermaak uit- gaat en naar de uitstraling van het gebied. Bewoners van de binnenstad onder- vinden hier hinder van.

• Binnensteden gaan te veel op elkaar lijken.

Leefbaarheid

• Weinig steden gaan in op maatregelen om overlast tussen verschillende functies te verminderen (zoals overlast horeca voor bewoners). Betekent dit dat er niet veel overlast is, of zijn de oplossingen misschien te moeilijk?

Organisatie

• Bewoners (van de binnenstad, of gehele stad) worden vaak vergeten. Zij zouden meer bij het binnenstadsmanagement betrokken moeten worden. Zij zijn immers de ambassadeurs van de stad. Of zijn ze juist alleen maar een last?

• Ledenaantallen ondernemersverenigingen en vastgoedverenigingen dalen. Dit is een bedreiging voor het binnenstadsmanagement.

Telefonisch interview Dhr. M. Knols Directeur VVV Maastricht (toerisme)

Directeur Maastricht Congres Bureau (zakelijk toerisme) Directeur Stichting Samenwerkende VVV’s Limburg Dinsdag 21 september 2004, 11.00u.

De heer Knols is directeur van de VVV Maastricht, het Maastricht Congres Bureau en de Stichting Samenwerkende VVV’s Limburg. Doelgroepenmarketing voor de stad Maastricht en de regio rondom Maastricht behoort tot de dagelijkse werkzaamhe- den van de heer Knols. Omdat de beleving van Maastricht en de regio een belangrij- ke rol spelen bij de doelgroepenmarketing, is een telefonisch interview met Dhr. Knols afgenomen.

Vragenlijst telefonisch interview

• Waar bestaan uw dagelijkse bezigheden uit? • Werkt u veel samen met de gemeente Maastricht?

• Op welke manier bent u in uw werkzaamheden voor Maastricht bezig met doel- groepenmarketing? Welke (toeristische) doelgroepen worden er onderscheiden voor de binnenstad van Maastricht?

• Welke methode wordt gebruikt om de doelgroepen te definiëren / onderschei- den?

• Hoe kan een binnenstad zijn eigen doelgroepen identificeren en zich daarbij onderscheiden van concurrenten?

• Welke rol is hierbij weggelegd voor ‘beleving’ en ‘belevenissen’?

• Is ‘beleving’ en belevingswaarde van toepassing op elke (binnen)stad / gebied of is dit juist specifiek voor Maastricht (of Limburg)?

• Waarom is beleving zo belangrijk op dit moment?

• Is het aanbieden van belevenissen ook van toepassing op de niet-toeristische doelgroepen?

• Marketing betekent het product aanpassen aan wensen van de doelgroepen. Wordt het ‘product’ Maastricht ook daadwerkelijk aangepast aan de wensen van de doelgroepen?

• Hoe kan je als stad tot een onderscheidend aanbod komen als iedere stad vanuit dezelfde markt (bijvoorbeeld funshoppers uit heel Nederland) redeneert?

• Is de consument in het postmoderne tijdperk zo onvoorspelbaar en ongrijpbaar dat er eigenlijk niet op zijn of haar wensen ingespeeld kan worden? Kortom: doelgroepenmarketing voor binnensteden is eigenlijk onmogelijk.

• Is de consument op zoek naar unieke ervaringen (uniciteit) in de binnenstad, of wil deze juist herkenbaarheid, bijvoorbeeld door de aanwezigheid van bepaalde filialen (of een combinatie)?

• Moeten evenementen aansluiten op de identiteit van een stad om zo onder- scheidend te zijn?

• In een interview (www.reiscircuit.nl) geeft u aan dat de Maastrichtenaar zich moet kunnen blijven identificeren met zijn of haar stad. Waarom is dit zo en hoe kan dat bereikt worden?