• No results found

Voorbeeldproject 11. Chassépark in Breda.

5. DOELGROEPEN VAN DE BINNENSTAD

5.1 Het onderscheiden van doelgroepen binnen citymarketing

5.2.3 Bezinning op de analyse van Burgers

Burgers’ analyse van landschappen in de binnenstad is kenmerkend het werk van een socioloog: de overheid moet de zwakke functies en groepen in de binnenstad beschermen. Burgers wil de cultuurhistorische waarde van de historische binnenste- den en de binnenstad als publiek domein voor de eigen bewoners van de stad veilig- stellen, de binnenstad mag niet teveel het domein worden van commercie en ver- maak. De analyse van Burgers is echter te eenzijdig, hij gaat op sommige punten voorbij aan de werkelijkheid. In het onderstaande een bezinning op Burgers’ analy- se, waarbij naast een aantal kritische noten ook een belangrijke boodschap van Bur- gers voor de binnenstad genoemd wordt (paragraaf 5.2.4).

De cultuurhistorische waarde is niet de enige waarde van de binnenstad

Een binnenstad kan nooit voortbestaan enkel op basis van de cultuurhistorische waarde. Daarnaast heeft niemand wat aan de cultuurhistorische waarde als deze op dusdanige manier beschermd wordt, dat men er niet meer van kan genieten (bij- voorbeeld door delen van de binnenstad af te sluiten voor toeristen). De museale waarde ontleent haar waarde juist aan de mensen die ervan kunnen genieten. Burgers verliest uit het oog dat de consumptie- en vrijetijdsfunctie van de binnen- steden van groot belang zijn voor het voortbestaan van de binnensteden en dat de lokale bevolking hier zelf ook gebruik van maakt. De binnenstad kan niet aantrek- kelijk zijn als een monofunctioneel museum. Wanneer een positievere invalshoek wordt gekozen dan die van Burgers, kan gesteld worden dat de cultuurhistorische waarde van de binnensteden juist veilig gesteld kan worden door de aanwezigheid van de andere binnenstedelijke functies die inkomsten opleveren (commercie en vermaak). De multifunctionele mix maakt de binnenstad juist aantrekkelijk.

Het binnenstadsmanagement is hier bij uitstek een geschikte organisatievorm voor, omdat de binnenstedelijke actoren samen op zoek gaan naar geschikte oplossingen, in plaats van dat zij met elkaar in conflict zijn over zaken als reclame en gevels, zoals Burgers dat stelt. Voorbeelden op dit gebied uit de praktijk van het binnenstadsma- nagement zijn het aanpakken van achterstallig onderhoud aan winkelpanden, het opknappen van (historische) gevels en het toegankelijk maken van historische kel-

ders in de binnenstad. Op deze manier vormt de detailhandel geen bedreiging voor de cultuurhistorische waarde, maar houdt het deze waarde juist in stand.

Binnenstadsbewoners kiezen zelf voor de binnenstad

Burgers stelt de bewoners van de binnenstad in een te zwakke positie. Ze ondervin- den volgens hem overlast van toeristen, winkelende consumenten, zwervers, drugs- verslaafden, et cetera. Vanuit deze analyse doet Burgers het lijken of het wonen in de binnenstad alleen maar negatieve kanten heeft.

Burgers gaat voorbij aan het feit dat de bewoners van de binnenstad, jong en oud, juist daar zijn gaan wonen om de specifieke kwaliteiten van de binnenstad. De grote vraag naar woningen in het binnenstedelijk woonsegment heeft er toe geleid dat er een tekort is aan binnenstedelijke woningen.170

Als reactie hierop worden nu in veel binnensteden nieuwe woningen, veelal appartementen, ontwikkeld, meestal als onderdeel van multifunctionele bouwprojecten (zie paragraaf 3.2.1).

De bewoners van de binnenstad maken zelf ook voor een groot deel gebruik van de functies in de binnenstad waarvan toeristen gebruik maken, zoals de winkels en vrijetijdsvoorzieningen. De binnenstadbewoner vervult dus meerdere rollen. Zo vindt in de binnenstad van Mechelen jaarlijks een gratis muziekevenement plaats, genaamd Parkpop. Ook al klagen sommige bewoners over het lawaai, ze bezoeken het evenement zelf ook.171

In Rotterdam werden activiteiten georganiseerd aan de Boompjeskade bij de woontorens (de Hoge Heren), die relatief veel geluidsoverlast gaven tot 23.30u, maar daar kwam vanuit de bewoners geen enkel bezwaar tegen. Ze vonden het juist leuk dat er wat georganiseerd werd.172

Bedelaars en zakkenrollers zijn niet alleen binnenstadsbewoners tot last

Dit wil niet zeggen dat er geen enkele vorm van overlast is voor de bewoners van de binnenstad. In een aantal steden uit de enquête worden projecten specifiek gericht op het aanpakken van de overlast van zwervers, drugsverslaafden, et cetera. Deze zijn echter niet alleen de binnenstadsbewoner tot last, maar ook de toerist en de winkelende consument van elders. Ook de consumptie- en vrijetijdsfunctie van de binnenstad staan hier dus onder druk. Dit zien we met name op de koopavond in sommige binnensteden. Het feit dat veel mensen zich niet veilig voelen door hang- jongeren, verslaafden, et cetera, leidt tot een afname van het aantal binnenstadsbe- zoekers op de koopavond. Voor veel winkeliers speelt de vraag of zij nog wel open willen zijn op de koopavond.173

170 NYFER, 2002, p. 21.

171 Interview met Mevr. de Mey, 20-09-2004. 172 Interview met Mevr. Hoekstra-Meijer, 24-09-2004.

Bewoners zijn ook bezoekers: ze maken gebruik van de consumptie- en vrijetijds- functie

Toeristen, of zij komen voor de cultuurhistorische waarde van de binnenstad, voor het vermaak en vertier, of om een dagje te winkelen, zijn de lokale bevolking vol- gens Burgers vooral tot last. Wat hem echter ontgaat, is dat de lokale bevolking ook als toerist – of beter gezegd als bezoeker van de binnenstad – gezien kan worden. Niet alleen toeristen van verder weg vormen draagvlak voor de commerciële voor- zieningen, die volgens Burgers afbreuk doen aan de uniciteit van de binnenstad. De lokale bevolking vormt zelf het belangrijkste gedeelte van dit draagvlak. Het is daarom geen goede redenering om toeristen als oorzaak aan te wijzen voor de toe- name van het aantal filiaalbedrijven in de binnenstad en andere vormen van ‘over- last’, zoals verkeersdrukte, vervuiling en geluidsoverlast.

5.2.4 Belangrijke boodschap voor de binnenstad