• No results found

Belangrijke boodschap voor de binnenstad Koester het publieke domein…

Voorbeeldproject 11. Chassépark in Breda.

5. DOELGROEPEN VAN DE BINNENSTAD

5.1 Het onderscheiden van doelgroepen binnen citymarketing

5.2.4 Belangrijke boodschap voor de binnenstad Koester het publieke domein…

Hoewel in het bovenstaande een aantal kritische noten ten aanzien van de analyse van Burgers zijn weergegeven (en het met zijn vermeende conflicten in de praktijk wel meevalt) en zijn analyse voornamelijk gericht is op de grotere steden met een historisch centrum, verkondigt hij ook een belangrijke boodschap, die voor elke bin- nenstad geldt. Met zijn uitgesproken aandacht voor de lokale bevolking, legt hij de nadruk op een belangrijke functie van de binnenstad, die vaak onderbelicht wordt: de binnenstad als openbare ruimte voor mensen van uiteenlopend pluimage. Bur- gers pleit voor de toegankelijkheid van de openbare ruimte van de binnenstad, in het bijzonder voor de eigen inwoners van de stad. Burgers is niet de enige die hier- voor pleit.

Omdat de openbare ruimte in de binnenstad steeds meer in het teken van consume- ren komt te staan, worden in de literatuur over de openbare ruimte in (bin- nen)steden door meer theoretici voorspellingen gedaan over het verdwijnen van het openbare karakter van de binnensteden. De in de jaren tachtig en negentig ontwik- kelde termen ‘eftelingisering’174

en ‘disneyfication’175

verwijzen naar het proces dat binnensteden steeds meer het karakter van een attractiepark krijgen. Hiermee wordt bedoeld dat de stedelijke openbare ruimte steeds meer geprivatiseerd wordt: de publieke toegankelijkheid gaat achteruit door private toe-eigening van de open- bare ruimte.

Hajer en Reijndorp zijn van mening dat de relaties van een grote verscheidenheid aan doelgroepen met de (historische) binnensteden intact moeten blijven.176

Binnen- steden moeten niet zodanig ingericht worden dat contact tussen de verschillende

174 Zijderveld, 1983.

175 Sorkin, 1992 en Harvey, 1991 in: Hannigan, 1998, p. 55. 176 Hajer en Reijndorp, 2003, p. 24.

groepen vermeden wordt. Juist het contact en de uitwisseling tussen verschillende maatschappelijke groepen in de binnenstad maakt de binnenstad tot een publiek

domein.177

Hierdoor onderscheidt een binnenstad zich van monofunctionele (en vaak private) ruimten als attractieparken en woonboulevards. Er moet daarom voor ge- waakt worden dat de publieke functie niet wordt aangetast door de binnenstad te veel voor één of enkele doelgroepen (bijvoorbeeld voor toeristen) aantrekkelijk te maken. De binnenstad mag nooit een attractiepark of een museum worden.

… zodat de binnenstad een multifunctioneel product kan blijven

De veelzijdige mix van toerisme, winkelen, wonen, werken, al dan niet in combinatie met een historische omgeving, moet het basisbeginsel van de binnenstad blijven. Oosterman meent dat de opeenstapeling van functies de essentie is van binnenste- den.178

De stedelijke openbaarheid vormt een deel van het vermaak in de binnen- stad. Een vorm van vermaak waar je niet voor hoeft te betalen, die voor iedereen is. Dit maakt de binnenstad aantrekkelijk als gebied om in te verblijven, voor zowel de lokale bevolking als voor toeristen van verder weg. Attractieparken, shopping malls en andere (semi-)private ruimten kunnen dit openbare karakter van de binnenstad niet evenaren.179

Oosterman komt tot een aantal verschillen tussen een attractiepark en een binnenstad, die zijn weergegeven in tabel 6.

In tegenstelling tot een attractiepark is een binnenstad volgens Oosterman echt oftewel authentiek (zie ook hoofdstuk 4) en staat de binnenstad open voor ieder- een. Hierdoor is er ruimte voor spontane belevenissen.

Attractiepark Binnenstad

Consumenten Bezoekers, bewoners, werkers

Centrale regie Decentrale regie

Décor Echt, authentiek

Gethematiseerd Regels waarbinnen iets kan ontstaan

Geregisseerde belevenissen Spontane belevenissen

Gecontroleerd ‘Open’ podium waar eenieder wat mag doen, ondernemen

Tabel 6. Verschillen tussen een attractiepark en een binnenstad.

Bron: Oosterman, presentatie op de workshop, ‘De binnenstad als toeristische attractie’, 2004.

In vergelijking met Burgers is Oosterman positiever over de hedendaagse binnen- stad. Hij ziet kansen voor binnensteden om zich juist te onderscheiden van attractie-

177 Hajer en Reijndorp maken onderscheid tussen ‘publieke ruimte’ (in deze scriptie ook ‘openbare ruim-

te’ genoemd): de fysieke ruimten die niet privé zijn, dat wil zeggen dat ze toegankelijk zijn voor ie-

dereen en ‘publiek domein’: die publieke ruimten waar uitwisseling tussen verschillende maatschap- pelijke groepen kan plaatsvinden en feitelijk ook plaatsvindt.

178 Oosterman in: Hemel, 2003, p. 30. en Platform Binnenstadsmanagement, Workshop ‘De binnenstad als toeristische attractie’, 22-09-2004.

parken, terwijl Burgers – in navolging van Amerikaanse auteurs180

- van mening is dat de binnensteden steeds meer eigenschappen van attractieparken gaan overnemen.

5.2.5 Conclusie

De boodschap van deze paragraaf is dat de binnenstad een publiek domein moet zijn, dat toegankelijk is voor iedereen en waar plaats is voor verschillende functies. Dit openbare karakter maakt de binnenstad aantrekkelijk. Een binnenstad die alleen in het teken staat van toeristische consumptie lijkt op basis van het voorgaande geen aantrekkelijke binnenstad. De openbaarheid van de binnenstad voor mensen van verschillend pluimage geeft de binnenstad charme en draagt bij aan het onder- scheidend vermogen van de binnenstad ten opzichte van privaat beheerde ruimten, zoals attractieparken of musea. Het belang van de consumptie- en vrijetijdsfunctie van de binnenstad voor de lokale bevolking en voor de toeristen wordt hiermee overigens niet ontkend. De openbare ruimte in de binnenstad is stedelijker naarma- te het gebruik ervan veelzijdiger (diversiteit aan gebruikers) dan wel multifunctio- neler (overlapping van verschillende stedelijke functies binnen of rondom dezelfde openbare ruimte) is.181