• No results found

Door H. de Vetten

Telefonisch gesproken woensdag 22 januari 2015

Deze vragen zijn allen gericht op de hoofdvraag van mijn thesis: In hoeverre kan de invloed van voedselbanken gezien worden als een alternatieve richting van voedselbeleidsvorming waarbij de overheid buitenspel komt te staan? Er wordt gezocht in de samenwerkingsverbanden om zo te ach- terhalen welke partij beleids- vormend, dragend en uitvoerend is.

1) Hoe ervaart u de huidige samenwerking tussen de voedselbank Rotterdam en de gemeente Rotterdam. Hierbij valt te denken aan: is er samenwerking; welke vorm neemt deze aan; wel- ke frequentie heeft deze samenwerking; op welke vlakken is er samenwerking, wordt u finan- cieel gesteund, is er overleg omtrent klanten/cliënten.

heeft de overheid überhaupt een taak aan voedseldistributie? die vraag gaat er aan vooraf. De voed- selbank moet verre blijven van het onderwerp waar u het over heeft. Voedselbanken lossen geen problemen op want het probleem waarin de voedselbank zich begeeft is armoede.

De afspraak is dat mensen die een voedselpakket krijgen binnen 3 jaar weer orde op zake hebben gesteld met alle hulp van instanties die daarvoor nodig zijn.

De relatie tussen gemeente, voedselbank en het distributiecentrum Rijnmond is niet structureel als het gaat over beleid, uitwisselen van informatie en dergelijke. Als de voedselbank hulp nodig heeft is de gemeente tot op heden bereid gebleken om een helpende hand uit te steken; dat gaat om ge- bouwen, verbouwingen. Zo helpt de gemeente incidenteel de voedselbank. Structureel zit er altijd spanning tussen de politiek en de voedselbanken omdat de voedselbanken houden de politiek een spiegel voor van “alles is nog niet helemaal op orde daarom hebben wij duizenden mensen die in aanmerking omen voor een voedselpakket”. Maar structureel beleid tussen de voedselbank en ge- meenten bestaat niet, niet in Rotterdam in ieder geval.

Is er geen structurele financiële bedreigd van de gemeente?

indirect een financiële bijdrage en dat is dat we een pand hebben van de gemeente waarvoor wij het symbolische bedrag van €1,- per jaar betalen. dus daarmee kan je zeggen dat er wel een structurele

financiële bijdrage is van de gemeente maar andere bedragen krijgen we als we in nood zijn of zoals nu als we een pand nodig hebben”.

Bent u betrokken bij het beleidsmakende proces van de gemeente?

Is er onderlinge afstemming onder hulpverleende instanties? Dat is wat anders dat is niet de ge- meente! Dat zijn particuliere instellingen die de gemeente inhuurt. En de toetsing van de norm die wij hanteren gebeurd door maatschappelijke instellingen, daarvoor is dus wel een relatie met sociale zaken maar dat gaat puur om de leefgeld norm maar dat gaat niet over beleid of voedseldistributie etc.

Als je kijkt naar de begroting van de gemeente gaat bijna een kwart om in bij maatschappelijke ontwikkeling en werk & inkomen dus er wordt veel gedaan aan participatie, inkomen en etc. Ik ga niet met de gemeente een discussie aan wat de plek van de voedselbank daartussen is.

Ik zit hier nu een jaar, ik heb de voedselbank als gegeven aanschouwd en ik vind het een malle in- stelling als ik heel eerlijk ben. Omdat het een groot logistiek apparaat is. Wij karren alles in de rondte. in mijn optiek zouden we veel simpeler kunnen werken door, weet ik veel, mensen die on- der de 180 leefgeld komen krijgen een creditcard daar wordt wat op gestort en die kunnen daarmee extra boodschappen in de winkel kopen of misschien in specifieke delen van de winkel dat ze daar- voor beschikbaar worden gemaakt. Dat zou veel overzichtelijker zijn, dan gaan we heel veel kosten tussenuit. Want we hebben geen panden nodig, geen vrachtwagentjes die in de rondte rijden geen duizend vrijwilligers om dat te organiseren. “Ik heb er op een logistieke manier naar gekeken en het is echt gekkenwerk wat we aan het doen zijn met die voedselbanken” alleen gegeven is dat het op de hele wereld op dezelfde manier gaat dus. Maar persoonlijk kan dat slimmer moet ik zeggen. Maar doet moet dan weer met voorwaarden en randvoorwaarden ingekleed worden, het kan slim- mer dan wat we nu doen.

Gaat uw organisatie met dit idee naar het college? Ik voel me nog steeds een beetje, ik zit nu ruim een jaar bij de voedselbanken dus ik zit nog in de verbazing periode zal ik maar zeggen, ik heb er wel met Leo Wijnbelt over gesproken en we gaan het als Rotterdam wel op de landelijke vergade- ring aan de orde stellen. Daar moeten we eerst beginnen want anders zou ik solistisch vanuit Rot- terdam dat soort ideeën poleren ik vind dat we daar landelijk iets mee moeten en dan is het moment om met de politiek te gaan praten als de politiek al daar iets te doen heeft. Want dat stel ik nog

steeds als vraag want misschien kunnen wij het gewoon met de Albert Heijn’s en de Unilever’s het zelf weten te regelen.

Politiek houd zich aan de wet en de politiek heeft bijstand, er is bijzondere bijstand, er is al van al- les. En desalniettemin vallen mensen tussen wal en schip. dat is helaas een gegeven. En ik ben blij te kunnen helpen de ellende van die mensen iets te verlichten. Ik ga niet over het beleid, als ik me daarmee ga bemoeien ga ik de politiek wel in en ga ik niet werken bij een voedselbank. Dus die vraag die u stelt, dat wil ik helemaal niet ik wil niet politiek bezig zijn als voedselbank. Dat wij als bestuurders met de politiek praten dat vind ik prima maar dan moeten we dat wel als landelijk doen en daar hebben we dan ook een landelijk orgaan voor. En dat vind ik ook een landelijke taak. Lo- kaal zijn de verschillen per gemeente heel groot.

Het voedselpakket helpt ze niet uit de ellende te komen en daar voel ik me ook niet senang bij. je helpt ze gewoon niet met dat voedselpakket. dus ik heb nog nooit in een organisatie gezeten waar het doel zo simpel was maar mensen eigelijk niet geholpen worden. meer dan verlichten doen we het niet. en dat vind ik wel een belangrijke, als je naar dei processen kijkt - die duren soms langer dan drie jaar. en we moeten wel een keer met de politiek om de tafel om te kijken hoe lang die pro- cessen duren en dan moeten wij die termijnen misschien oprekken.

Hoe ziet u de toekomst van voedsel- en armoedebeleid voor zich binnen uw gemeente en wat is daarin de rol van de nationale- en lokale overheid en de voedselbank Rotterdam?

Of: wat zijn succesfactoren, wat zou er moeten gebeuren om een duurzame en permanente oplossing te kunnen geven aan stedelijke inwoners die honger hebben?

Is het wenselijk dat beleid door heel Nederland hetzelfde zou zijn?

Wij moeten nu voor iedere euro bedelen. dat lukt gelukkig en eigelijk vind in dat belachelijk, dat we dat op die manier moeten doen. daar zou een voorziening moeten zijn. We hebben bijstand, en extra bijstand en dus hebben we een voorziening en we hebben een heel programma. En die voedselpak- ketten is leuk maar eigelijk is dat niet nodig want we hebben allemaal regelingen daarvoor. Maar als je mij vraagt met mijn voedselbank pet op vind ik het eigelijk belachelijk dat wij mensen moeten bedelen om geld om onze voedselbank overeind te houden. En dat zou dan veel beter vanuit de overheid of vanuit groot winkel bedrijven overeind gehouden kunnen worden, zeker de logistiek.

Bijlage III - Interview SuperSociaal Helmond