• No results found

Verklarende woordenlijst

Appendix 2: het interview

Innovatieonderzoek Regiopolitie X

De Regiopolitie X heeft ‘Leren en Innoveren’ als één van de vier speerpunten gekozen als focus van haar beleid voor de komende jaren. In dit onderzoek wordt gekeken in hoeverre innovatie verankerd is in de organisatie en welke belemmeringen hierbij de grootste rol spelen. Een steekproef van leidinggevenden uit alle lagen van de organisatie wordt gevraagd deze vragenlijst in te vullen.

Er wordt u een aantal mogelijke belemmeringen van innovatie voorgelegd. Geef aan hoe belangrijk de rol is die deze belemmeringen spelen in de organisatie (zie pagina 2). Mocht er niet meteen duidelijk zijn wat er bedoeld wordt met een belemmering dan staat op pagina 3 en 4 een toelichting van elke belemmering. Mocht deze toelichting niet voldoende helder zijn, dan kunt u de vraag open laten. Tevens wordt er een interview met u gepland waarin de vragenlijst doorgelopen zal worden. Ik zou u daarom willen vragen deze lijst vóór het interview in te vullen. Daarnaast zullen tijdens het interview nog enkele open vragen gesteld worden.

Het invullen van de vragenlijst zal ongeveer 20 minuten in beslag nemen. Hartelijk dank voor uw medewerking aan dit onderzoek.

Met vriendelijke groeten,

Dicky Siegers

Stagiair Dienst Bedrijfsvoering: afdeling Informatie- en Innovatiemanagement Student Rijksuniversiteit Groningen: Msc BA Business Development

Hieronder staat een lijst met 25 belemmeringen die inbedding van innovatie in een organisatie kunnen afremmen of tegenhouden. Geef per belemmering aan hoe belangrijk de rol is die de belemmering speelt in het verhinderen van innovatie bij de Regiopolitie X.

Belemmering

Operationeel

1. Onvoldoende individuen die projecten steunen en een voortrekkersrol op zich nemen

2. Onvoldoende klantgerichtheid (interne of externe klant) 3. Innovatieteam is niet verantwoordelijk tot en met lanceren

innovatie

4. Onvoldoende communicatie tussen afdelingen/units 5. Onvoldoende coördinatie van projecten

6. Onvoldoende projectselectie en –beëindiging 7. Onvoldoende samenwerking met partners 8. Risicoaversie in werkzaamheden (primair proces) 9. Succes van innovaties is moeilijk te meten

Tactisch

10. (Matrix)organisatiestructuur niet flexibel genoeg 11. Onvoldoende resources (mensen en geld) 12. Innovatie wordt niet beloond/erkend 13. Bureaucratie

14. Slechte documentatie en kennismanagement 15. Onvoldoende steun van leidinggevenden

16. Geen goed systeem om ideeën uit de organisatie te managen

17. Centrale besluitvorming

18. Innovatieprojectteams zijn niet multidisciplinair 19. Projectmethodiek houdt onvoldoende rekening met

innovatie

Strategisch

20. Innovatie is niet nodig voor continuïteit

21. Politieke belemmeringen (zowel intern als extern) 22. Weinig noodzaak door geen vraag van de burger 23. Geen goede innovatiestrategie

24. Projecten passen niet bij de organisatie 25. Te weinig kennis en kunde om te innoveren

Zeer

onbelangrijk Onbelangrijk

Niet belangrijk/ niet onbelangrijk

Belangrijk Zeer belangrijk

O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O Ò O O O O

Toelichtingen

Belemmering Toelichting

Operationeel

1 Onvoldoende voortrekkersrol op zich nemen individuen die projecten steunen en Te weinig essentiële personen in projectteams die bijvoorbeeld project promoten, anderen overtuigen, contacten onderhouden of het project tot en met het einde steunen. 2 Onvoldoende klantgerichtheid (interne of externe klant) Er is te weinig kennis van de maatschappij en gebruikers (agenten) in projectproces. Er is onvoldoende duidelijk wat de vraag van de (interne of externe) klant is. 3 Innovatieteam is niet verantwoordelijk tot en met lanceren innovatie Wanneer het innovatieteam niet verantwoordelijk is voor de lancering kan deze minder aandacht krijgen en kan daardoor mislukken. 4 Onvoldoende communicatie tussen afdelingen/units Door gebrek aan communicatie tussen diverse functies kan innovatie worden beperkt. 5 Onvoldoende coördinatie van projecten Er mist een centraal coördinatiepunt, waardoor het kan voorkomen dat men niet weet wie waarmee bezig is, wie waarvoor verantwoordelijk is en kan er dubbel werk worden

gedaan.

6 Onvoldoende projectselectie en beëindiging Er zijn onvoldoende criteria om projecten te starten of de criteria worden niet nagevolgd, waardoor ook ongeschikte projecten gestart en niet beëindigd worden (‘kiezen en vaststellen’).

7 Onvoldoende samenwerking met partners Te weinig samenwerking met OM, Jeugdzorg, andere korpsen etc. kan leiden tot minder ideeën en geen gebundelde krachten. 8 Risicoaversie in werkzaamheden (primair proces) Falen kan gevaarlijk zijn bij politiewerk. Experimenteren is moeilijk, omdat fouten kostbaar kunnen zijn. 9 Succes van innovaties is moeilijk te meten De invloed van innovaties op veiligheid kunnen moeilijk te meten zijn. Hierdoor heeft innovatie zich in de organisatie niet bewezen.

Tactisch

10 (Matrix)organisatiestructuur is niet flexibel genoeg Organisatiestructuur kan samenwerking tussen mensen van verschillende afdelingen belemmeren. 11 Onvoldoende resources (mensen en geld) De organisatie stelt te weinig tijd en/of geld beschikbaar om innovaties te ontwikkelen 12 Innovatie wordt niet beloond/erkend Innovatie staat niet in de te behalen resultaten, waardoor men er niet formeel op wordt beoordeeld en beloond. Dit kan de stimulans om te innoveren verminderen. 13 Bureaucratie Er zijn teveel regels in de organisatie aanwezig, waardoor innovatie beperkt en belemmerd kan worden. Belangrijke kennis van medewerkers en vorige projecten wordt niet goed vastgelegd en

15 Onvoldoende steun van leidinggevenden Leidinggevenden moedigen innovatie niet aan, waardoor medewerkers niet gestimuleerd worden om met innovatieve ideeën te komen. 16 Geen goed systeem om ideeën uit de organisatie te managen Men weet niet waar men terecht kan met een innovatief idee of wat er met een idee gebeurd is. 17 Centrale besluitvorming Besluiten worden hoog in de organisatie genomen, medewerkers worden niet gevraagd mee te denken en hebben weinig invloed op de beleid- en besluitvorming. 18 Innovatieprojectteams zijn niet multidisciplinair Door het ontbreken van verschillende disciplines in het projectteam wordt kennis en daardoor innovatief vermogen mogelijk beperkt. 19 Projectmethodiek houdt onvoldoende rekening met innovatie Het ontwikkelproces is onvoldoende afgestemd op innovatie en is niet flexibel genoeg.

Strategisch

20 Innovatie is niet nodig voor continuïteit De politieorganisatie is monopolist op haar gebied, er bestaat geen concurrentie en er is geen dreiging van opkomende concurrenten. 21 Politieke belemmeringen (zowel intern als extern mogelijk) Politiek beslist wat de focus wordt van politiewerk en beslist tevens over het budget. 22 Weinig noodzaak door geen vraag van de burger De burger ziet politie niet als organisatie waar eisen aan diensten gesteld mogen worden en zal minder snel vragen om verbetering. 23 Geen goede innovatiestrategie Het is onvoldoende duidelijk wat er met innovatie bereikt wil worden en op welke manier. Er zijn onvoldoende concrete lange-termijn doelen. 24 Projecten passen niet bij organisatie Gekozen projecten passen niet bij taken van de Regiopolitie X.

Appendix 3: Beschrijvende statistiek van de interviews