• No results found

Hoeveel zeilende binnenvaartschepen heeft het Zuiderzeemuseum?

Er zijn er op dit moment twee die zouden kunnen zeilen. Ze zijn alleen niet van tuigage voorzien op dit moment, maar het is wel de bedoeling dat we dat de komende jaren gaan doen, in ieder geval voor het aanzicht, dat ze zeilklaar liggen. Er zal niet mee worden gezeild waarschijnlijk, omdat je dan toch ook tegen regelgeving aanloopt. Wil je met publiek gaan varen, dan moet er toch ook een motor inzitten en dan val je onder allemaal keuringseisen, dus de ambitie om ermee te gaan varen hebben we op dit moment niet.

Wat voor schepen hebben jullie?

De hektjalk en de boeierpraam, een oud turfschip. Die liggen in de Marker haven. En dan hebben we in de gracht een beurtvaarder liggen en een potschip. En verder hebben we geen bedrijfsvaartuigen: het is meer visserij wat we dan hebben, maar ja, dat zijn ook bedrijfsvaartuigen, maar dan in een andere tak van sport.

Is de geschiedenis van de schepen gedocumenteerd?

Ja, die is in de bibliotheek en bij Erik Walsmit op te vragen.

Hoe is het museum aan zijn schepen gekomen?

Vaak door schenkingen, maar hier is ook nog wel wat voor betaald. Dat is als het goed is ook in de documentatie terug te vinden. Die schepen zijn al heel lang in het bezit van het museum.

Gebeurt het onderhoud door het museum zelf?

Dat gebeurde in het verleden alles, ten minsten tachtig procent door het museum, en nu gaan we toch meer van externen gebruik maken, want het personeelsbestand hier krimpt, we gaan meer met vrijwilligers aan de slag en veel werk besteden we uit aan jachtwerven, scheepswerven.

Zijn de schepen ooit gerestaureerd en in een bepaalde staat teruggebracht?

Ja: eigenlijk allemaal zijn ze gerestaureerd. Dat staat allemaal in de documentatie als het goed is.

De schepen varen dus niet, maar worden ze wel eens op een andere manier gebruikt om te laten zien wat er vroeger mee gebeurde?

M: Ja, we gaan binnenkort met de beurtvaarder naar de Keukenhof toe. En toen de koning een aantal jaren terug langs de provincies ging hebben we de boeierpraam in de haven gehad. Die werd toen aangekleed met bloemen, maar ook het verhaaltje erbij. Over de geschiedenis, waar het schip voor bestemd was.

Wat wil het museum met deze schepen?

Behouden voor de toekomstige generaties, laten zien wat er vroeger mee gebeurde.

Willen jullie ook een bepaalde tijd weergeven?

Ja, het museum is op dit moment tot 1932, dat is de afsluiting van het IJsselmeer, of het werd IJsselmeer, het was Zuiderzee. Dus tot die tijd. Maar we zijn wel van plan het verder te trekken: dat je ook de jaren vijftig erbij krijgt.

Als schepen met de tijd zijn aangepast, hebben jullie ze dan teruggebracht, gerestaureerd, naar de tijd van voor het IJsselmeer?

Nou, dat scheelt wel eens. Het is niet gezegd dat we altijd restaureren naar de eerste uitvoering, want door de hele levensloop van zo’n schip, daar zit ook een heel verhaal aan verbonden.

Maar dan vertelt het dus wel een ander verhaal dan het verhaal van voor de Afsluitdijk, toch?

Dan wel ja. Maar dat wordt dus wel in de hele geschiedenis vastgelegd: wat ermee gebeurd is.

Als een schip in het museum komt, is het dan de bedoeling dat het in een context komt waarin het zich vroeger ook bevond?

Op het moment is het wel de bedoeling dat het in een reconstructie komt van begin jaren dertig, maar we hebben ook sinds een aantal jaren zijn we echt wel kritischer met wat we accepteren als schenking: het moeten nu echt schepen zijn waarvan wij vinden dat particulieren het niet kunnen doen en anders gaan wij het niet accepteren als schenking of aankoop.

Werken jullie ook samen met particulieren?

Echt samenwerken niet. Wel met vrijwilligers. We hebben ook twee schepen die echt onderhouden worden door vrijwilligers, daar zit ook een aparte stichting omheen.

En particulieren met eigen schepen, doen jullie daar nog iets mee?

Wij werken niet echt samen met mensen met eigen schepen. We bieden wel hellingmogelijkheden, maar dat is dan voor vissersschepen.

En als particuliere schepen hier tijdelijk willen liggen?

Nou, dan is dat heel moeilijk. Dan moeten het echt wel bijzondere schepen zijn. Cees Dekker, van de Bruinvisch, die ligt hier wel eens. Maar dat is ook echt een museaal schip en die heeft het goed gerestaureerd. En die is ook wel eens werkzaam in het haventje en die ligt hier dan een paar weken.

En Gerard?

Gerard, daar geldt hetzelfde voor. Hij werkt hier ook als vrijwilliger en die is eigenlijk een beetje havenmeester hier.

Zouden jullie schepen van buiten meer bij het museum willen betrekken, om meer levendigheid te creëren?

Dat proberen we wel, maar het is niet zo dat we ligplaatsen gaan bieden aan particulieren. Maar wel met evenementen bijvoorbeeld.

Hoe willen jullie de verhalen van de schepen vertellen?

Nou, bij ieder schip staat nu een tekstbordje. Dat is heel beknopt eigenlijk. Maar wanneer je mensen hebt die er echt dieper op in willen gaan, neem jezelf, die kunnen naar de bibliotheek gaan en die kunnen daar meer info opvragen. Maar wanneer je bij elk schip een heel groot verhaal neer zou zetten, dat boeit de mensen niet. We hebben 250.000 bezoekers, vorig jaar nog wel meer, maar daarvan is maar een heel klein deel dat er dieper op in wil gaan en er zo veel van wil weten.

En levende geschiedenis inzetten om bijvoorbeeld te laten zien hoe het laden en lossen ging?

Nou, met die ideeën zijn we wel bezig, maar het is vaak moeilijk omdat je maar beperkt in je mogelijkheden bent. Er vaart zo’n scheepje dat vaart met zand, die heeft er echt een kraan op staan en die kan laden en lossen, maar daar moet ook weer een vrachtwagentje bij en die ruimte hebben we hier niet: die kan niet op de kade staan. Maar dat zouden we wel willen. Maar dat gaat hier niet. We hebben het wel bekeken. Die ruimte is er niet. En bij de kalkovens lig je met het schip te ver bij de wal vandaan, dus dat ging niet.

En laten zien hoe mensen op zo’n schip leefden?

Ja, dat gaan we wel doen. We willen komend jaar in de hektjalk het roefje toegankelijk maken voor publiek.

Is dat de originele roef?

Ja, die is gerestaureerd, of het is eigenlijk een replica. En in het schip komt een tentoonstelling over wat er werd vervoerd. En we hebben plannen om het originele interieur weer te gaan restaureren en terugplaatsen. Want het schip is gerestaureerd en toen is het helemaal leeggehaald. Toen is het gestraald en nadien is niet de betimmering weer teruggeplaatst, omdat er ook wel heel veel aan mankeert, dus we moeten er veel aan doen. Maar die ideeën hebben we wel om te gaan doen en dan zou je ook het hele leven aan boord meer kunnen laten zien. Dat is toch wel interessant natuurlijk. Maar door de restauraties zijn de meeste schepen leeggehaald en toen zijn ze gestraald en behandeld tegen roest. En de interieurs zijn

niet teruggeplaatst. Dus dat is wel toekomstmuziek. Dat hangt ook van de financiën af, want daar gaat toch veel geld in zitten, maar daar hebben we zeker voor de hektjalk plannen voor.

- Bijlage 3 -