• No results found

Ik ben geneigd om naar het verleden te kijken, want dat heb je gehad en je weet niet wat er in de toekomst gebeurt. Wat er in het verleden is gebeurd heb ik nog niet eens verwerkt allemaal. Er is zo onzettend veel interessants gebeurd. Er is ontzettend veel levensgeluk verloren gegaan met het in onbruik raken van een ambacht, een vak, als de vrachtvaart.

Ik wilde meteen gaan zeilen met het schip. Ik had toen nog helemaal geen accomodatie, maar het zorgde wel meteen voor een band met zo’n schip. Je bent ermee aan het werk, je bent ermee aan het varen met een groep mensen waarbij je je thuisvoelt. We hebben ontzettend veel plezier gehad. We waren iets nieuws aan het ontdekken. Dat gaf veel power. Zoveel dat het de rest van mijn leven heeft bepaald.

Langzamerhand, althans zo voelde ik dat dan, is het schip aan mij gaan vragen: 'jij jong eigenwijs mannetje zonder ervaring, ik heb de ervaring om met de mensheid van hiervoor te zeilen, te vrachtvaren, ga daar naar kijken, hoe is dat ontstaan, hoe is het ontwikkeld en waarom zijn dingen zo?' Ik pretendeer niks te verbeteren. Ja, omdat je nu met mensen vaart zijn dingen wel wat anders, maar ik heb het schip weer zo origineel mogelijk gemaakt. Dat is ook een discussiepunt: wat is nou origineel? Neem je het vanaf de bouw, of vanaf dat er een lamme arm op kwam? Er zijn allemaal vormen waarvan je kan zeggen: ja, toen was dat origineel. Ik heb getracht het schip terug te brengen in zijn oude staat, zoals het gebouwd is - kan eigenlijk niet, want er moet wel een motor in in deze tijd. Al het restauratiewerk doe ik zelf. En dat zijn allemaal dingen, die zijn hartstikke leuk. En als je dat doet ben je late ook hartstikke trots. Het gevoel van dat schip moet weer naar het originele terug zoals het vroeger was, maar het schip was volkomen anoniem. Ik wist helemaal niks. Ik wist dat ik een tjalk had. Ik ging gewoon het avontuur in. Ik zette me eigenlijk een beetje af tegen de maatschappij zoals die zich ontwikkelde. Het tuinpad van mijn vader, naar dat gevoel wilde ik eigenlijk terug. Als je een schip

hebt, heb je eigenlijk een eiland waar je dat wel kan realiseren. Daar ben ik nog

steeds mee aan de gang. Het leuke is dat ik ook wel eens vrachtvaar met het schip. Toen ik ging varen met het schip kwam er ene here Schols aan boord en zijn opa

had gevaren, die was beurtschipper op Ameland geweest. Hij liet toen aan zijn opa

foto’s zien van het schip en toen zei die ‘dat lijkt het schip van Imme Horius wel, van

Vlieland.’ Onder de verf op de suurhut vond ik nummers en via het kadaster kwam

ik erachter dat het schip gebouwd is in Franeker. De oude eigenaren stonden in alle

koopcontracten ook. En die voeren in het noorden. Als je het schip weer origineel

maakt, dan moet het ook terug naar zijn oude vaargebied. Toen verhuisde ik naar

Harlingen. Toen ik op het wad bezig was een oude laag teer weg te krabben, kwam

er een oude man naar me toe en die vroeg om een krabber. Hij liep naar het achterschip en begon daar te krabben en hij zei dat dit zijn oude schip was en toen

kwam er een heel stuk geschiedenis boven water. Onder de teer zaten twee putten

in het ijzer en dat waren afketsels van kogels. Hij was beschoten geweest in de

oorlog. Heel dat oorlogsverhaal is boven water gekomen. Alle ladingen had hij ook

nog op schrift. Het is puur administratie. Er is nooit iets bijgeschreven over wat er

gebeurd is. Dan vallen er veel dingen samen en heb je een aanknopingspunt. Dan

kan je verbanden gaan leggen. Dat zijn motoren om verder te gaan met je schip, om

verhalen boven water te krijgen. Dat is eindeloos. Elke keer komt er weer wat

nieuws. Als je de geschiedenis van een schip hebt, dan kun je daar ook een heel

tijdsbeeld mee tevoorschijn halen: hoe zat de wereld toen in elkaar. Dat is heel

interessant. Toen ik naar Friesland ging verhuizen, ging ik ook steeds op de helling daar,

in Franeker. Die werf blijkt helemaal in de staat te zijn waarin die was toen het schip

er gebouwd werd in 1902. Alles is er nog, behalve de mensen, die zijn overleden. Heb je de projecten met vrachtvaart zelf opgezet? Ja, die heb ik zelf opgezet, want dat hoort erbij. Als je een schip restaureert moet je

het ook gebruiken waar het voor gebouwd is en dan moet je dus ook naar het

vaargebied terug. Als je restaureren in een hele brede zin ziet, dan kom je dit soort dingen tegen en dat maakt het wel boeiend.

Het laden en lossen heb ik eens een keer gedaan in Harlingen, toen stond het ruim vol met zakken aardappelen, dan gaat de giek omhoog. En in Kiesterzeil is er een machinist van het gemaal en die is helemaal weg van paarden, maar ook van de oude techniek en die weet nog hoe je een schip moet lossen met behulp van een paard. Dus die loopt steeds met de hijsdraad weg, dan gaat de last omhoog. Dat is een publieke aangelegenheid. Dan staan er natuurlijk oud-schippers te kijken ook en die kunnen heel veel vertellen over dat lossen. Als je aan bakboord aan de wal licht, moet je over stuurboord gaan lossen, want dan komt het schip over bakboord te liggen, dan gaat het scheef, dus op een gegeven moment als je lading hijst, dan zwiept het vanzelf over de kade. En met laden moet je dat andersom doen. Dat zijn allemaal van die leuke trucjes waar je achter komt door het gewoon te doen.

Net als Reid, de bedenker van de Strontrace, de Beurtveer en de Visserijdagen. Dat is een wedstrijd geworden. Hij noemde dat, en noemt dat nog steeds, een oefening. En dat is het eigenlijk ook: ik pretendeer nooit te willen winnen, maar ik pretendeer wel een mooie tocht te maken. In die zin dat je alle leuke trucs oppikt om een haven aan te lopen onder zeil en eruit te vertrekken weer. Dus je maakt geen gebruik van de motor, maar je moet wel proberen weer naar buiten te komen.

Is dat dan om de geschiedenis als het ware her te beleven?

Het is heel breed. Alle mensen die meevaren beleven het op een eigen manier. Het is natuurlijk ook gewoon een heel mooi spel. Maar je gaat je ook zitten bedenken: hoe deden ze dat vroeger? Nou, ik denk dat het vroeger wat eenvoudiger ging, in die zin dat ze met windkracht 5 gewoon niet gingen, zeker als het schip geladen was. Een schip is zo breed: het is geschiedenis, techniek, beleven, je eigen vakmanschap ontwikkelen.

Dat beleven is dan voor je zelf, maar wil je ook graag de geschiedenis levend houden en die laten zien?

Geschiedenis is heel belangrijk. Dat heeft alles te maken met je identiteit. Ook met de landsidentiteit. Dat moet je niet vergeten. We zijn uit het water ontstaan.

Er is zo veel veranderd in dit land. En daar ben je dan dus ook mee bezig. Hoe zit dat in elkaar? Hoe is het ontstaan. Hoe is er een verval geweest? Hier hadden we zo’n unieke situatie, dat alles over water ging.

En wil je dit met je schip laten zien?

ja, voor mij is mijn schip de energiebron die mij die focus geeft, die nieuwsgierigheid geeft. Wat voor functie had dat schip, waarom is die scheepsvorm zo? Iedereen vindt dit soort schepen prachtig, maar vroeger was dat ook niet zo. Toen was het puur functioneel. En het was toevallig nog mooi ook.

Ik heb altijd stiekem zitten hopen, ook toen met die energiecrisis, van dat je weer terug moet vallen op windkracht. Maar dat is nooit gebeurd.

Ik heb ook wel eens een vrachtreisje, en dat is dan altijd een evenementenreis: economisch gezien kan dat gewoon niet meer. De brandstof is nog veel te goedkoop. Als je dat afzet tegen de arbeid die je moet verrichten als je het onder zeil wilt brengen…

Dus als je vrachtvaart is het vanwege een evenement?

De eerste keer dat ik vracht voer… Dat was Thedo Fruithof, geestelijk vader van het Buitenmuseum in Enkhuizen. Op een gegeven moment, toen hij daar nog werkte, moesten de kalkovens die daar staan weer gaan branden en toen leek het hem natuurlijk hartstikke mooi als die schepen onder zeil werden gebracht. En ik was al bezig met de wens om vracht te gaan varen. Zelfs in het schip heb ik het zo origineel mogelijk willen houden, maar omdat je met mensen vaart moet je toch wel wat meer aanpassingen doen. Wat ik nu kan laden hier, dan zet ik hier een schot neer, en dan heb ik 30 kub, 30 ton laadvermogen. Vroeger met schelpenvaart ging er 90 ton in. Er kon wel meer in maar dat wilde de vrouw van de schipper niet.

En Thedo vroeg mij of ik dat wilde. Ik zei meteen 'ja', niet vanuit het idee van wat het me opleverde, maar vanuit het gevoel: 'nu heb ik de kans om vacht te varen'. En dat hebben we toen gedaan. Dat was in '96. Dat was de eerste keer. Dat was grandioos. Als je je schip dan voelt met 30 ton in zijn buik… Je hebt een heel ander schip, een heel aristocratisch schip. Als je een leeg schip hebt, dan is het schip een beetje zenuwachtig: je moet er constant bij zijn met sturen, als je

aandacht even verslapt gaat het weer een andere koers in. Maar ligt er vracht in, dan is het net of die op rails staat. en hij stuurt heel licht, hij stuurt heel gemakkelijk. Hij gaat maar door. Op een gegeven moment hadden we op het IJsselmeer windkracht 8 en Suzan, een klein meisje, die had een veel te grote oliejas aan en die dreef op de luchtbel in haar oliejas van het voordek het gangboord in. Je bent daar niet op bedacht. Als het schip leeg is, dan gaat het over de golven heen, en nu gaat het er echt doorheen en de bovenkant van de golf ging gewoon over het schip heen.

Dat gaf wel heel veel enthousiasme. Ik heb nu, ik meen, drie reizen schelpen achter de rug. En een keer met aardappelen, om te laden en te lossen: twee keer al. Ik ben ook nog eens een keer hofleverancier geweest. Er was een subsidie verleend aan de gemeente Overijssel om het Vechtdal, om de geschiedenis van het Vechtdal te onderzoeken, wat er allemaal heeft plaatsgevonden in de geschiedenis en hoe ze met de Vecht omgegaan zijn. Omdat, vanuit Bentham werd altijd Bentheimer zandsteen aangevoerd over de Vecht, vanuit Duitsland naar Zwolle. Het Paleis op de Dam is gemaakt van Bentheimer zandsteen. En omdat je vracht vaart weten ze je te vinden. De provincie Overijssel bood een partij Bentheimer zandsteen aan voor de restauratie van het Paleis op de Dam, dus ik voelde me meteen een hofleverancier. En dat moest van het Rode Torenplein naar Amsterdam. En die Klaas Kuuke, die me altijd helpt met laden en lossen met zijn paard, die heeft met zijn paard en wagen die Bentheimer zandsteen, dat was het plan dan, om het naar het Paleis op de Dam te brengen. Maar toen waren er net krakersdemonstraties op de Dam en het gemeentebestuur van Amsterdam vond het geen slim idee om met paard en wagen, geladen met steen die kant op te gaan. En toen is het maar naar het Trippenhuis gegaan.

Als je dan zo'n tocht onderneemt, ga je dan ook bomen en jagen enzo?

Dat was wel de bedoeling. Maar het was volkomen windstil weer. Dus dat was jammer. We hebben hele grote delen op de motor moeten doen. Ja, je hebt een tijdsbestek. Vroeger lag je te wachten op wind. Zo zat de hele economie ook in elkaar.

Dus in die zin gaat reconstrueren van de geschiedenis niet helemaal op?

Dat kan dan op zo'n moment niet. Mijn ideale maatschappij, hè, dat is altijd mijn droom geweest, zou er zo uit moeten zien, omdat ik altijd met conserveren bezig ben, zou die er zo uit moeten zien dat je hier in Nederland op die manier, dus leven in een waterland, een soort eeuwige structuur zou kunnen ontwikkelen. Dus je vervoert je vracht over het water, met windkracht, daar hebben heel veel mensen ongelooflijk veel plezier aan beleefd, maar ook veel armoe, dat besef ik ook wel, maar er was natuurlijk ook veel beroepstrots. Je kan je ook afvragen, als je je gaat verdiepen in hoe het leven toen was, dan zien we dat nu als armoe, maar in die tijd wist men dat gewoon niet, dat dat armoedig was. Die oude schippersfamilie, die zegt ook: 'de schipper heeft een heel goed leven gehad hier.' Maar als je het achteronder ziet, van drie vierkante meter, en ze hebben hier gewoond met een gezin met vier kinderen... Hoe krijg je dat voor elkaar? De oudste was acht toen hij het schip af ging. Is dat rijkdom? Het is wel een leuke vent geworden.

Je ziet het 'eenvoudige' van vroeger dus als een ideaal?

Nou, er moet dus een harmonie zijn met je omgeving. Een land heeft een bepaalde capaciteit om zoveel mensen te kunnen voeden, op een natuurlijke manier, zonder kunstmest enzo. De manier waarop wij nu bezig zijn, dat weet iedereen, is gewoon eindig. En heel veel mensen gedragen zich ook… omdat het toch al eindig is, heb je vrij spel, daar lijkt het bijna op. Maar dat is gewoon niet zo: je hebt geen vrij spel. Je moet gewoon kijken, zoals ik net zei, hoe krijg je dat voor elkaar, om met z'n allen een goed leven te hebben. Maar ja, dat is een beetje utopisch. Je hebt altijd groeperingen, die halen de boel onderuit: politiek, geldbejag. Geld is een heel mooi iets als je ermee om kan gaan. Maar als je geld het doel laat worden is het uiterst giftig geworden. Dat doet jou de strop om. Maar als je ermee om kan gaan, dan is het een mooi middel, zo. Hè, wat een ontspanning als je niet meer achter geld aan hoeft te jagen. Hoewel schippers dat ook wel deden, hoor, altijd.

Maar het is ook een traditie, als ik nu bijvoorbeeld een haven aanloop en ik moet havengeld betalen, dan geef ik altijd minder lengte op en minder passagiers, maar dat is altijd al zo gegaan.

Als je nou zo'n vrachtvaart, of het laden en lossen, onderneemt, schrijf je dan ook ergens op wat je hebt ervaren of documenteer je het op een andere manier?

Ja, mijn vrouw heeft ook geschiedenis gestudeerd en die vond het wel erg leuk om het allemaal op schrift te stellen. Alweer een tijd geleden, hoor. Kijk, dat heet ​ Zand in het zog. Als je op het wad vaart, vertelt zand in het zog je een hoop: als je bijvoorbeeld aan het kruisen bent en je krijgt troebelering in het zog, dan ben je over de geul heen, dan wordt het ondiep, dan duurt het niet lang of je loopt vast. En die titel is dus leuk.

Dan ben je dus op die werf en dan zegt die werfbaas: ‘je moet eens kijken in het archief in Tresoor.’ Dus ik daarheen. En ik vraag naar de Draaismawerf. Krijg ik een hele stapel met schriften, met potlood geschreven, daar staat precies in hoe je zo'n schip op tekening moet zetten. Op de werf lagen allemaal rollen met tekeningen en de tekening van de Bruinvisch lag daar ook tussen.

Je kan het schip zien als een soort spin en al die verschillende takken van geschiedenis en gebeurtenissen, dat is het web. En dat is zo leuk. Het is gigantisch veel. Dat schip koop je anoniem en op een gegeven moment ben je er iets goed mee van plan en dan lijkt het alsof je daarvoor beloond wordt. Dat is bijgeloof…

Wat vind je van de presentatie van dit soort schepen in musea?

We hebben natuurlijk een prachtig cultuurhistorisch bezit dat levend gehouden moet worden. Als alles woonboot wordt en niet van zijn plek komt, dan gaat de binding ook weg; je moet ermee werken en als je met zo'n schip vaart, dan begint het te leven. Een schip is een stuk gereedschap en als je het niet gebruikt dan roest het, dan wordt het niet meer begrepen. Als je een oud stuk gereedschap aan de muur hangt, op een gegeven moment weet niemand meer wat het is, want het wordt niet overgeleverd. Je moet met het schip blijven werken, proberen te blijven gebruiken waar het ooit voor bedoeld is. Dan kom je weer op geld: een schip mag jou nooit geld kosten, maar het moet je geld opleveren.

Vind je dan dat schepen in de meeste museumhavens genoeg gebruikt worden?

De landelijke vereniging, ja ik ben dan lid, maar ik heb er eigenlijk nooit wat mee gedaan. Want schippers zijn allemaal heel eigenwijs, ze zitten allemaal op hun eigen eiland en iedereen heeft zijn eigen verhaal, luister maar naar mij. Al dat geouwehoer over originaliteit en restauratie, monumentaal: A-status, B-status, weet ik veel. Dat schiet niet op. Het lijkt meer om het proces te gaan dan om het resultaat. En als je resultaat wilt, dan kun je maar beter zelf het goede gevoel ontwikkelen. En ik lees de

Bokkenpoot wel hoor. En er gebeuren ook allemaal goeie dingen, met de

museumhavens enzo.

Er waren bijna geen regels. Dan voel je je wel verantwoordelijk. Maar, nu, met al die regels, allemaal onbegrijpelijke dingen…. Allemaal van dat soort geneuzel, met AIS enzo. Het is onzin. Denk je nou werkelijk dat als het erom spant, dat ik al mijn apparatuur ga raadplegen?! Nee, dan is het uit je doppen kijken, dan ben je bezig met je schip. Al die meuk daar heb je niks aan.