• No results found

Naam:

Organisatie: Datum

1. A

LGEMENE VRAGEN

Algemene vragen omtrent de organisatie voor het bevestigen dat het bedrijf alvorens de economische crisis operatief is, zodat mogelijke verschillen na de economische crisis in kaart gebracht kunnen worden. Tevens algemene gegevens voor het bevestigen van de grootte van de organisatie om na te gaan of het om een MKB organisatie gaat.

1. Hoe lang bestaat de organisatie: jaar

2. Wat is uw functie binnen de organisatie:

3. Hoe lang bekleedt u deze functie: jaar

4. Wat is de omzet van de organisatie per einde laatste boekjaar? euro (€)

5. Wat is het totale aantal werknemers werkzaam in de organisatie per einde laatste boekjaar?

a personen

b in FTE

2. P

RESTATIEMETING ALGEMEEN

Het ontwerp van de prestatiemeting, de focus en gebruik binnen de organisatie. Vragen gerelateerd aan paragraaf 1.1 omtrent prestatiemeting in het algemeen. Dit is relevant voor het kwalificeren van de focus op welke dimensies van prestatiemeting, maar ook gebruik van maatstaven om mogelijke veranderingen in kaart te kunnen brengen. Dit is gebaseerd op het werk van onder andere Neely (1995), Neely (1997) en Merchant and van der Stede (2007). Daarnaast de vraag in welke mate de organisatie gebruik maakt van prestatiemetingssystemen.

6. In hoeverre maakt de organisatie gebruik van financiële maatstaven? (Zoals: omzet, winst, financiele ratio’s, liquiditeit ratio’s, etc.)

Anoniem 13 juli 2012 Anoniem 9 Manager/eigenaar 6 650.000 16 7

“We maken gebruik van financiële maatstaven. We kijken sowieso naar kwartaalcijfers en omzetcijfers. Daarnaast houden wij goed bij hoe de inkoop is ten opzichte van de verkoop. Zo hanteren wij kengetallen waar wij bijvoorbeeld bijhouden dat de inkoop van drank maximaal 30% mag zijn van verkoopprijs. Personeelskosten mag maximaal 30% zijn van de totale omzet.

7. In hoeverre maakt de organisatie gebruik van niet-financiële maatstaven? (Zoals: maatstaven omtrent personeel, klanten, duurzaamheid, etc.)

8. Door wie en hoe wordt de selectie van prestatiemaatstaven bepaald binnen de organisatie? Vindt u dit een correcte wijze van selectie?

9. In de literatuur wordt een onderscheid gemaakt onder drie dimensies omtrent

prestatiemeting waar een organisatie op gefocust kan zijn, namelijk: kwaliteit, kosten en flexibiliteit. Onder welke dimensie(s) zou u de prestatiemeting van de organisatie onderschikken en waarom?

10. In hoeverre heeft de organisatie een systematische benadering omtrent prestatiemeting? (Zoals: ABC Balanced Scorecard, EFQM, VBM, etc.)

“De selectie van prestatiemaatstaven is al jaren bekend en dat zijn de kengetallen. Deze hanteren wij altijd en zijn eigenlijk niet veranderd over de jaren.”

“Ons restaurant maakt gebruik enquêtes om klanttevredenheid te onderzoeken. Meestal geven wij die bij de nota en kijken we per menu naar de klanttevredenheid. Dit doen wij om na te gaan hoe een bepaald menu bevallen is.”

“We meten onze prestaties met een vaste regelmaat. Dit wordt meestal maandelijks, per kwartaal of per jaar gedaan.”

“Ik denk dat kwaliteit en kosten samen gaan, vooral in tijden van economische onzekerheden. Het gaat hier voornamelijk om het leveren van kwaliteit, dat staat op nummer één. We merken echter wel dat we ook veel moeten letten op de kosten om resultaat te behalen.”

3. P

RESTATIEMETING EN DE INTERNE OMGEVING

De invloeden en samenhangen van de prestatiemeting van de organisatie en de interne omgeving. Vragen gerelateerd aan het eerste gedeelte van het conceptueel model in hoeverre de prestatiemeting bepaald word door de organisatie en de interne omgeving zelf. De vragen zijn omtrent het aanpassen van de prestatiemeting, om in kaart te brengen in hoeverre de organisatie kan omgaan met aanpassingen en veranderingen. Dit is relevant aangezien de recente economische crisis mogelijke veranderingen kan veroorzaken en de organisatie dient daar op in te kunnen spelen. Dit is gebaseerd op het werk van Fisher (1998), Ferreira and Otley (2005) en Sousa and Aspinwall (2010).

11. In welke mate vloeit de strategie voort uit de missie en visie van de organisatie?

12. Hoe is de organisatiecultuur voortgevloeid uit de missie en visie van de organisatie?

13. In hoeverre is de prestatiemeting gebaseerd op de strategie en cultuur van de organisatie?

14. In hoeverre is de prestatiemeting gebaseerd op de gewenste resultaten van de organisatie? En wordt prestatiemeting gebruikt om de gewenste resultaten te behalen?

“We bepalen van te voren wat we willen bereiken en door middel van de cijfers en kengetallen kijken we of we die kant op gaan. Ik ben van mening dat prestatiemeting daarom wordt gebruikt “Ons restaurant wil voornamelijk kwaliteit leveren, dus onze prestatiemeting is daar ook op gefocust. Maar ook willen we letten dat het personeel meewerkt aan de prestaties van het restaurant. Daarom letten wij goed op het personeel.”

“Wij weten waar we naar toe willen gaan, dit wordt doorgecommuniceerd naar het personeel. Zij weten wat er van ze verwacht worden en of we werken daar naar toe en letten erop.”

“Het is niet dat wij onze strategie op papier hebben geformuleerd en daar vanuit werken. Wel bepalen wij elk jaar wat we willen bereiken en wat we willen doen. Ik denk dat ons strategie daarom wel voortvloeit uit de missie en visie van het restaurant.”

15. In hoeverre is het mogelijk om de maatstaven en prestatiemeting aan te passen als de omstandigheden veranderen? En wie is hier voor verantwoordelijk?

16. In welke mate voorziet de organisatie complicaties en moeilijkheden omtrent het implementeren van herzieningen? (Strategie, cultuur, personeel, ontwikkeling, etc.)

4. B

EDRIJFSRESULTATEN ALS GEVOLG VAN DE ECONOMISCHE CRISIS

Het verloop van de bedrijfsresultaten en de invloeden van de recente economische crisis. Vragen gerelateerd aan het tweede gedeelte van het conceptueel model in hoeverre de economische ontwikkelingen invloed heeft op de resultaten van de organisatie. Daarnaast vragen in hoeverre de economische crisis voor meer onzekerheden heeft gezorgd en hoe de organisatie hier mee omgaat. Dit is relevant om in kaart te brengen of de economische crisis invloed heeft gehad op de resultaten en wat dit voor de organisatie betekent. Deze vragen zijn gebaseerd op het werk van Fisher (1998) en Sousa and Aspinwall (2010).

17. In hoeverre heeft de organisatie groei geboekt de gedurende de afgelopen 3 jaren? Of heeft de organisatie een daling ervaart? Of zijn de resultaten stabiel gebleven?

“Ik merk dat de omzet wel lager is dan voorheen, maar dat wij wel de winst behalen als in het verleden. Dit komt omdat we steeds meer zijn gaan letten op kosten. De voornaamste kosten waar we opletten zijn inkoopkosten van goederen en personeelskosten. Deze kosten zijn het best om controle over te hebben. Vroeger maakte we ons daar niet zoveel zorgen om, omdat we in de gedachte waren dat we het toch wel druk genoeg hadden dat we het niet zo nauw hoefde te nemen met de kosten. We merken ook dat er veel minder drank gedronken word.”

“Grote veranderingen moet in overleg gedaan worden met Via Romanica groep, maar over het algemeen zijn kleine veranderingen snel gedaan omdat ik daar zelf verantwoordelijk voor ben als eigenaar. Meestal levert dit geen grote problemen op.”

“Het restaurant is heel flexibel daarin, omdat ik zelf kan bepalen waar ik meer naar wil kijken of wat ik belangrijker vind worden. Als er aanpassingen nodig zijn, dat is dat zo gedaan.”

18. Volgens het KHN en Misset Horeca heeft de horeca het zwaar te verduren sinds de

economische crisis. In welke mate heeft de recente economische crisis invloed gehad op de geboekte resultaten?

19. In welke mate zijn de resultaten van de organisatie meer gaan fluctueren als gevolg van de recente economische crisis ten opzichte van de jaren daarvoor?

20. In hoeverre heeft de organisatie veranderingen doorgevoerd in de bedrijfsvoering als gevolg van de recente economische crisis?

5. P

RESTATIEMETING EN DE EXTERNE OMGEVING

De invloeden en samenhangen van de prestatiemeting van de organisatie en de externe omgeving. Vragen gerelateerd aan het laatste gedeelte van het conceptueel model in hoeverre de veranderingen in de externe omgeving invloed heeft op de prestatiemeting van de organisatie. Hier worden vragen gesteld in hoeverre de organisatie omgaat met veranderingen in de externe omgeving en dit doorvoert in de prestatiemeting en prestatiemetingsystemen. Tevens worden er vragen gesteld in hoeverre de aanpassingen geholpen hebben en of prestatiemeting een belangrijkere rol heeft gekregen.

“We hebben geen veranderingen doorgevoerd, maar we zijn misschien wel meer gaan letten op kwaliteit. Zo ben ik zelf ook meer aanwezig in de keuken en goed in de gaten te houden hoe onze producten zijn.“

“We zijn over het algemeen vrij stabiel gebleven, misschien is er en kleine daling geweest na de crisis. In ieder geval geen grote veranderingen met het verleden.”

“Het heeft wel invloed gehad op de omzet die we draaien, maar omdat we beter letten op de kosten behalen wij onze resultaten wel. We merken dat de bezetting ook iets achteruit is gegaan en dat sommige mensen ook geen voorgerecht meer bestellen bijvoorbeeld. Er wordt overal een klein beetje op bezuinigd.”

21. Welke specifieke maatstaven of prestatiemetingsystemen heeft de organisatie gebruikt om in te spelen op de recente economische crisis? Oftewel, welke aanpassingen heeft de organisatie verricht in de prestatiemeting als gevolg van de recente economische crisis?

22. In welke mate zijn de aanpassingen in de prestatiemeting doorgevoerd in de prestatiemetingssystemen van de organisatie?

23. In hoeverre heeft prestatiemeting kunnen bijdragen aan de prestaties van de organisatie in tijden van de economische crisis?

24. In hoeverre heeft prestatiemeting kunnen bijdragen aan het beperken van de effecten van de crisis?

“Ik denk dat het deels heeft kunnen helpen, omdat we door middel van prestatiemeting weten waar we op moeten focussen.”

“Ik ben van mening dat prestatiemeting heeft kunnen bijdragen aan de prestaties, maar ik denk dat dit niet alleen nodig is in tijden van economische crisis maar altijd noodzakelijk is.”

“Er zijn geen aanpassingen doorgevoerd in het systeem.”

“Er zijn geen specifieke maatstaven aangemaakt, maar we zijn wel meer gaan letten op kwaliteit en kosten. Voornamelijk personeelskosten is waar we flink op zijn gaan bezuinigen. En we

controleren onze producten ook steeds meer om goed overzicht te houden van de kwaliteit van het voedsel.”

25. In welke mate is meer aandacht besteed aan prestatiemeting als gevolg van de recente economische crisis?

O

VERIGE VRAGEN

26. Heeft u nog vragen omtrent deze vragenlijst?

“Nee.”

“Prestatiemeting is zeker belangijker geworden en we zijn duidelijk meer gaan opletten op de kosten. Daarnaast hebben we de administratie nu zelf in handen en kunnen we sneller schakelen als dat nodig is.”