• No results found

Interview Claudia van ‘t Hout

In document Show, don’t tell (pagina 107-193)

Bijlage 1: Interview Claudia van ‘t Hout

Interview op 8 maart 2016 in Grand Café Public te Zwolle. Interviewer Pleun van Engelen, geïnterviewde Claudia van ’t Hout van Theater Rooie Vis.

Interviewer: [0:00] Oké, ik zou zeggen begin gewoon even met kort iets vertellen over jezelf, wie je bent, waarom je .. Rooie Vis hebt opgericht, wat Rooie Vis is

Claudia van ‘t Hout: Nou, m’n naam is Claudia van ’t Hout, ja w-, Rooie Vis is eigenlijk ontstaan, ik werkte bij de GGD Rotterdam als interventieontwikkelaar, dan maakte ik lesprogramma’s voor kinderen, maar ik werd wegbezuinigd, dus dat was in de eerste instantie heel jammer dat dan nou ja dan ben ik m’n baan kwijt, maar ik had eigenlijk altijd al geroepen van ik wil voor mezelf beginnen, ik wil iets met theater, en toen was er een collega die zei van joh, Week van de Lentekriebels is nieuw, was ’t eerste jaar dat dat landelijk werd aangeboden zeg maar, dat programma, en toen zei ze maak jij daar maar een voorstelling bij, en ik dacht ehh, kan ik dat wel en heb ik nog nooit gedaan en, toen zei ze nou joh maar we hebben al drie scholen die willen we dat als cadeautje geven, omdat ze veel met die week hebben gedaan, dus, [1:00] je kan al op drie scholen spelen [lacht], en zo is het eigenlijk gekomen, dat we, ja maar gewoon een stuk zijn gaan maken, bij het lesmateriaal van De Week van de Lentekriebels, en we zijn gaan spelen zeg maar, en en dat doen we nu nog eh steeds, dus dat doen we inmiddels elf jaar, en, ui- ja zeg maar, uit Krrriebels is weer een nieuwe voorstelling voortgekomen, GGD, eh Zaanstreek Waterland die vond het leuk en die zei van joh, er is ook nog een lesprogramma over gezond eten en fit zijn, willen jullie daar ook niet een voorstelling bij maken, dus is Frits & Fruitig ontstaan, en via de r-GGD Rotterdam hebben we toen ook nog eh Zelf Beslissen over roken en drinken, gemaakt, dus dat zijn eigenlijk de drie, eh voorstellingen die we vooral spelen, en hoe het ontstaan is zeg maar

I: Oké C: Ja

I: Want wat is je eigen achtergrond, wat heb je, je hebt

C: Nou, ja, dat is ook een heel lang verhaal, eh, ik ben van oorsprong psycholoog, ik heb eh klinische en gezondheidspsychologie gedaan [2:00], ik was ei- ik was wel heel erg geïnteresseerd in, hoe mensen ziekte beleven en en eh hoe je, eh f- ik gaf stressmanagement onder andere aan mensen met HIV en aids, en eh, en ja daar wilde ik ook graag in door maar dat was heel lastig om daar werk in te vinden dus toen heb ik met allerlei omwegen, allerlei secretaressewerk en eh, nou ja, van alles gedaan en uiteindelijk dus bij de GGD terecht gekomen

I: Oké

C: Ja, dus. Maar ook, want je denkt misschien van ja maar psychologie - theater, maar ik ben wel altijd gek geweest van theater

108

C: Dus in m’n vrije tijd, eh deed ik aan toneel en eh studentencabaret, en eh eh ballet en nou ja ik ben d’r altijd wel gek van geweest en ik heb tijdens m’n studie ook altijd gedacht daar moet een link tussen zitten, maar, ja op de universiteit werd het niet echt gestimuleerd of zo

I: Ja

C: Eigenlijk ook een beetje raar gevonden van ja maar wat wil je dan met theater maar ik heb dat altijd wel vastgehouden eigenlijk, dat idee van, volgens mij kan je daar heel veel mee [3:00] eh I: En kun je dat onder woorden brengen, wat je dan precies denkt dat daar iets wat die, wat dat verband is tussen die twee?

C: Nou ja ik merkte op een gegeven moment ook dat, heel veel medestudenten wilden heel graag therapeut worden, en dan, in de z-zin van nou j- er komen mensen op spreekuur en daar ga je dan mee praten en ik wilde altijd dingen doen met mensen, zeg maar, eh dat je actief ook eh, ja, dingen kan laten zien of of ze ook echt ontspanningsoefeningen laten doen of, in metaforen, of weer wat wat creatiever zeg maar eh. En achteraf denk ik dat ik misschien wel meer had gepast binnen creatieve therapie-opleiding bijvoorbeeld

I: Ja

C: Maar, dat, was, ja daar dacht je in die tijd nog helemaal niet over na, maar dat paste eigenlijk veel meer bij me, ik ja

I: Oké

C: Dus eh, ja, zo zeg maar. [lacht] I: En eh

Hans: Moet je ook nog checken of eh C: Of eh ja

I: Volgens mij loopt ‘ie gewoon C: Ja?

I: Volgens mij ja volgens mij lukt het gewoon.

H: Het is zonde als ‘t als ‘ie niet goed opneemt of als je het niet verstaat snap je? [4:00] I: Ja

H: Maar goed als jij zegt het is goed C: [lacht]

109 H: Je kan ‘m ook vasthouden als je praat hè, zo

C: [lacht] Dat ik ‘m zo … ja ja ja. Maar hij is heel gevoelig hè, geloof ik I: Ja volgens mij verstaat hij wel redelijk, ja

H: Ja? Oké

I: Of anders dan moet ik ‘m heel hard zetten en dan C: [lacht] Zo.

I: En de GGD heeft specifiek om een voorstelling gevraagd toen

C: Ja, maar ’t was eigenlijk een beetje, eh, een collega die dat gewoon eh zei hoor, van joh eh eh, ’t was, ’t was eig- niet, ja ’t was eigenlijk puur haar eigen initiatief eigenlijk want zij werkte als eh SOA-verpleegkundige bij de GGD, en ze ze had net die Week van de Lentekriebels waren ze mee

begonnen en toen dacht ze hé, eh, is dat niks voor jou zeg maar, dus ‘t ‘t ’t was eigenlijk puur, door haar dat dat, dat dat eh dat we dat gingen doen. Ja.

I: Want zij wist van jou dat je iets met theater [5:00] C: Jawel

I: Wilde C: Ja, ja I: Wilde doen

C: Ja. Want dat dat daar had ik het ook altijd wel over en ik-in die tijd dat ik daar werkte deed ik volgens mij ook een zangopleiding, dus d’r was d’r waren altijd wel verhalen over theater en, ik heb toen ook een voorstelling gemaakt over bloeien, over wanneer mensen in bloei staan, en gewoon met met iedereen die daaraan mee wilde doen eh, mochten allemaal zelf een stukje maken en dan reeg ik dan aan elkaar en dan gewoon in, in het theater één avond, dus ik was altijd wel actief daarmee bezig zeg maar eh

I: Oké C: Ja

I: En toen het begin, hoe, hoe heb je die voorstelling toen gemaakt C: Ja

I: Ben je in je eentje heb je ‘m echt, zelf in je eentje gemaakt of

110

der Doef die heeft voor elke groep van de basisschool, basis-eh-onderwijs, heeft ze boekjes geschreven en, ja ik heb geprobeerd om, uit al die boekjes de kern te pakken van oké eh, [6:00] en het mooie van het lesmateriaal was dat het voor, ja voor de kleine kinderen gaat het over, eh je konijntje is heeft een zacht velletje en dat is fijn om aan te raken, eh maar een schuursponsje is hard en dat is wat f-vervelender aan je huid en, dus het begint eigenlijk bij die kleintjes al heel, ja gewoon heel eh, eh klein en zo heel onschuldig en dan, bouwt het eigenlijk op naar groep acht waar het ook echt over verliefdheid en over eh strelen en, dus dat g- ’t ik vond het wel heel mooi geschreven ik heb eigenlijk geprobeerd om uit al die boekjes, iets te pakken en dat in ieder geval terug te laten komen in het stuk, en, ehm, ja ook wel weer in in overleg met Hans en met Barry zeg maar dat we ook op zoek gingen naar liedjes […] [7:00] en ja ’t was eigenlijk, ja je zoekt op een gegeven moment een verhaal want je wil

I: Ja

C: Ook een spanningsopbouw hebben, en een eh climax en en, ja ik zit even te denken hoe hebben we dat gedaan… ’t Was ook wel een race tegen de klok want op een gegeven moment hebben we ook gewoon gepland we gaan dan gewoon een try-out doen in een schooltje dus we hebben allemaal mensen uitgenodigd, dus die stond gewoon op een gegeven moment moest het ook gewoon

gebeuren en ja je moet het gewoon echt gaan schrijven nu, en op de een of andere manier werkt dat altijd wel bij mij als d’r tijdsdruk op zit dan moet het gewoon wel dan kan je heb je ook geen tijd om onzeker te zijn ‘n ik kan het eigenlijk helemaal niet daar was geen tijd meer voor en ehm, ja dan dan is het gewoon schrijven en eh, en en repeteren zeg maar ja

I: En hoe ging die try-out?

C: Die ging wel goed, ja, was wel heel leuk en o- we hebben ook aan het publiek gevraagd van joh eh hebben jullie nog eh suggesties of of eh details die je en daar kregen we ook wel hele leuke, dingen op terug, van ehm, ja ’t is een beetje lastig uitleggen maar, oma [8:00] zeg maar gaat op een gegeven moment op de telefoon van Robbie zitten, terwijl die een afspraakje heeft met Annemarieke, z’n eerste afspraakje, oma gaat op de telefoon zitten en daardoor, eh, loopt dat afspraakje helemaal de soep in want, hij komt te laat en hij kan d’r niet meer bellen want z’n telefoon is kapot en toen zei iemand joh, moet je dat eigenlijk op de kont van oma plakken aan het eind, en dat hebben we toen gedaan en dat is nu echt zo’n groot succes dat die kinderen allemaal ooh d’r zit een telefoon I: Ja

C: Dus dat, nou ja heeft ook wel aanvullingen gebracht zeg maar I: Oké

C: Eh ja

I: Ja. En eh, hoe heb je dan zeg maar de rest van de voorstellingen heb je die op een andere manier gemaakt of eigenlijk hetzelfde als die eerste?

C: De de andere twee voorstellingen? I: Ja

111

C: Eh, de de tweede voorstelling, was een stuk lastiger vond ik, want dat gaat over gezond eten en, fit zijn, en, dus ik heb weer op dezelfde manier ‘t lesmateriaal en oke dan moet er in ieder geval de schijf van vijf moet erin, ontbijten is belangrijk moet erin, dus al die kernelementen d’r uit, maar, het lastige bij Frits & Fruitig [9:00] is om het ook, eh emotie te geven want, eh, waar eh Krrriebels natuurlijk eigenlijk een so- ja wel een een liefdesverhaal is waar je waar je natuurlijk de hele tijd spanning hebt tussen een jongen en een meisje gaan ze elkaar, vinden of niet en dan bouwt het heel mooi naar dat ze dat het dan uiteindelijk goed komt en dat ze eh wat hebben zeg maar en dus dat dat is heel duidelijk, en dan gaat het bijna mis maar net goed dus dat daar zit een hele mooie, maar ja bij, een voorstelling over gezond eten dachten we ja jeetje hoe krijg je dat nou, dat het niet saai wordt zeg maar of dat het niet alleen maar heel educatief en, lesachtig wordt dus, hebben we uiteindelijk dezelfde personages Robbie en Annemarieke, terug laten komen, eh als stelletje dus een paar jaar verder, in de eh quiz van Frits Fruitig, dat is een voormalig sportheld, en daarbij hebben ze zeg maar allebei een ander probleem Annemarieke die vindt het moeilijk om van eh, zoetigheid en [10:00] lekkere dingen af te blijven en Robbie is slecht met sporten, en, Frits Fruitig gaat ze daar allebei mee helpen zeg maar

I: Oké

C: Dus dat dat, om ’t, ja, maar dat was wel lastiger en, ook, ik weet nog wel dat in het begin vonden we het ook veel te lang en omdat je al die elementen d’r in wil hebben wordt ’t op een gegeven moment ook, dus we hebben er ook weer dingen uitgehaald en eh, en en dan is ’t ook gewoon proberen dat als je ziet dat die kinderen op een gegeven moment zo… [lacht] weet je wel dan dan moet ’t er gewoon uit of ‘t ‘t is ook heel erg voelen aan de zaal van, zitten ze nog rechtop of, moeten ze misschien nog even weer eh, dat ze zelf ook, kunnen meedoen, dus we hebben ook bewust geprobeerd er, ja een beetje interactie ook in te krijgen, eh, dat ze zelf ook vragen moeten

beantwoorden of dat Frits dan met een microfoon, van hoe hoe kunnen we Annemarieke gezonde tussendoortjes eh hebben jullie ideeën hoe kr- dus dat ze d’r bij gehaald worden af en toe, ehm en dat was een langer proces dan bij Krrriebels, Krrriebels stond wel eerder [11:00] zeg maar wel eh I: Oké

C: En toen voor de derde voorstelling over roken en drinken, hebben we eigenlijk weer een beetje dezelfde aanpak gedaan, maar, hebben we ook eh terugspeeltheater als vorm d’r in gebracht, dus de andere twee zijn eigenlijk vooral, musicals zou je kunnen zeggen, Krrriebels helemaal aan elkaar gezongen, en, Frits & Fruitig – hoe! [tafel wiebelt, lacht] zit er wat meer spel ook in maar, ehm, Zelf Beslissen daar zit er ook meer improvisatie in en, we spelen zeg maar allebei ook en die derde spelen we ook bij Theater Boven Water, dat is terugspeeltheater eh improvisatie

I: Ja

C: En we hebben geprobeerd om in die voorstelling ook kinderen op de vertelstoel te krijgen van joh vertel eens en heb je wel eens iemand gezien die dronken is ofzo en, hoe zag dat er dan uit en eh, wat vond je daarvan en eh oké nou bedankt en dan dat we dat dan terugspelen zeg maar in een improvisatie of, dus, en dat is natuurlijk telkens anders [12:00] want kinderen vertellen t- steeds iets anders de vragen zijn wel steeds hetzelfde maar, en, ja dat dat maakt het weer, op een andere manier interactief zeg maar

112 I: Ja

C: Dus die s- die staat wel wat meer op zichzelf die voorstelling zeg maar eh

I: Heeft dat te maken met dat het een oudere groep is dat het een andere vorm heeft gekregen? C: Nou het was eigenlijk puur dat we dachten oh het zou wel leuk zijn om dat om om eens te kijken of of je dat, impro ook bij die jongere kinderen kan doen, ehm, en ‘t, en je merkt ook dat ’t inderdaad bij die oudere groep werkt, en bij jongere wordt het ingewikkeld want dan, hoe moet je dat zeggen ja, we hebben altijd de neiging om als we iets terug, spelen zeg maar om ’t dan ook in metaforen te doen of m- net even anders dan verteld is, en, die, wat jongere kinderen die snappen dat niet, die hebben zoiets van ja maar, dat heb ik toch niet verteld weet je wel dus die denken nog niet in beelden en metaforen dus, in die zin klopt het wel dat het voor die oudere groep [13:00] werkt en misschien voor die jongere kinderen, is het een brug te ver denk ik

I: Ja C: Ja

I: Oké. Want eh, die voorstellingen zijn voor allemaal verschillende doelgroepen?

C: Ehm, nou dat is eigenlijk ook in de loop van de jaren zijn we d’r, dat is in het begin een beetje gokken, zeg maar

I: Ja

C: Krrriebels hebben we eigenlijk vooral voor de middenbouw, volgens mij geschreven

oorspronkelijk, maar ja dan krijg je aanvragen van scholen en die zeggen van ja we eh we hebben 250 kinderen en kunnen die allemaal komen kijken want ze willen natuurlijk hoe meer kinderen hoe beter, dus we begonnen eigenlijk steeds meer voor verschillende groepen te spelen ook voor jongere groepen en voor oudere groepen en eh, en ja toen bleek dat Krrriebels best wel, door al die

leeftijden wel gewaardeerd wordt zeg maar eh, maar dat hebben we niet zo gepla- [tegen Hans, die weggaat] Ja, is goed. [lacht] Ja. Dus dat hadden we in principe eigenlijk niet gepland zo maar dat bleek gewoon

I: Ja

C: Dat dat zo was eh, dat dat die kleintjes f-vinden het eh, die [14:00] snappen misschien nog niet, zozeer ‘t ’t hele, afspraakje maken-gebeuren en zo en eh, maar omdat ’t aan mekaar gezongen is, het is vrolijk en die herkennen dan weer dat konijntje en, weet je wel dus die pikken er weer hele andere dingen uit dan die wat oudere kids, en, ik denk vooral omdat oma erin zit, die f- dat is gek genoeg voor die oudere kinderen dan weer, vinden dat weer heel grappig, dus, hij is wel mooi in balans qua leeftijd ofzo eh

I: Ja

113

kinderachtig maar, totdat oma komt dan vinden ze het best wel cool worden ofzo van o die oma is wel heel raar ofzo dus dat, dat werkt heel goed bij die oudere en bij de jongere merk je d’r ja, ’t is ’t is ook, Annemarieke heeft staartjes en een tasje en een dus dat f- ja dus dat dat spreekt aan ofzo ook eh. En toen op een gegeven moment werden we ook gevraagd of speciaal onderwijs nou ja dat is ook [15:00] weer, kijken hoe dat valt en zo en, ja tot onze verbazing eh, ook kinderen met eh behoorlijke autistische eh eh achtergrond die die ja ik weet niet wat dat is misschien door de muziek of door de, ’t is ook best wel een soort emotionele eh rollercoaster Krrriebels want ’t ’t gaat bijna mis en dan gaat het toch goed en dan, is ze boos op hem maar, dan is ze ’t ook we- maakt ze het ook weer goed ofzo en ’t ’t, ze blijven meestal wel aandachtig zeg maar eh

I: Ja

C: En dat was bij Frits weer, weer een heel ander verhaal [lacht], want daar zijn we uiteindelijk achter dat ‘t, vooral voor de, middenbouw ’t ‘t meest geschikt is dat ‘t voor de oudere toch wat, gauw te kinderachtig wordt zeg maar, dus dat we ‘m nu, inmiddels dan vooral voor de middenbouw of eventueel met jongere groepen erbij doen, maar niet meer voor de oudere groepen, dus dat dat eh, maar ja dat dat kom je een beetje gaandeweg achter zeg maar

I: Dat merk je tijdens voorstellingen bijvoorbeeld dat ze gewoon C: Ja, ja [16:00]

I: Niet meer opletten, of

C: Ja of dat die oudere een beetje zoiets hebben van nou, en dat die die kleintjes heel erg geboeid zitten te kijken of of dus

I: Ja

C: Maar ja Krrriebels d-durf ik inmiddels wel te zeggen na, na tien jaar zeg maar dat dat je dat echt wel voor de hele school kan neerzetten, dus Frits Fruitig meer voor de midden, middenbouw en misschien de onderbouw eventueel maar, ja

In document Show, don’t tell (pagina 107-193)