2 Milieu-effecten
1.2 inspraakreacties
Tijdens de publieke raadpleging van 60 dagen werden 1 inspraakreactie ontvangen. Daarnaast werden er ook mondelinge reacties gegeven op het participatie-moment (zie ook verslag participatieparticipatie-moment in bijlage van de scoping). Door gezondheidsmaatregelen in het participatiemoment online georganiseerd.
De reacties die in deze fase binnenkomen zijn sug-gesties en adviezen van de bewoners en zijn geen bezwaren. Alle reacties zullen alsdusdanig behandeld worden, ondanks men stelt bezwaar te maken.
Er zijn immers nog geen definitieve beslissingen ge-nomen, bestemmingen vastgelegd of stedenbouwkun-dige voorschriften uitgeschreven.
1.2.1 participatiemoment
Een korte samenvatting van de (inhoudelijke) vragen met betrekking het RUP op het participatiemoment (andere bijkomende vragen zijn terug te vinden in het verslag):
● Is het mogelijk de cluster aan de A. Vermeylen-straat en de W. ElsschotVermeylen-straat te ontsluiten
richting G. Debreuckstraat als oplossing voor de verkeersdrukte in de A. Vermeulenstraat?
● Bij de inplanting van de 4 woonclusters wordt ten opzichte van de bestaande bebouwing met een groenzone gewerkt. Men stelt dat aan de kant van de W. Elsschotstraat te dicht zou gebouwd worden tegen de bestaande woningen/percelen.
Waarom wordt er geen mooie bredere groene gor-del voorzien tussen de bestaande huizen en de nieuw te bouwen huizen? Er wordt gesteld dat de impact, gezien de geplande hoogbouw, te groot is.
Men vreest voor schaduw in de tuinen en privacy.
● De suggestie werd gegeven om, gezien er ruimte voor water moet voorzien worden, waterpartijen te voorzien tussen de clusters en de bestaande woningen en op deze manier het water als een soort buffer te gebruiken.
● Men veronderstelt dat dit deze ontwikkeling gefaseerd zal gebeuren en hoe is dat uitgewerkt?
Daarbij wordt de suggestie gegeven dat als er dan gefaseerd wordt, zou het dan mogelijk zijn om de clusters het verst van de bestaande bebouwing eerst te realiseren.
● Er werd gesuggereerd de appartementen te voor-zien in de verste clusters.
● Men maakt zich zorgen over de verdeling 80%
huur- en 20% koopwoningen, over het publiek en het goede huisvaderschap hierbij. Men stelt de vraag of er toch meer koopwoningen kunnen voorzien worden.
● Er worden teveel woningen op een te kleine oppervlakte gebouwd. Het zou ideaal zijn dat er minder woningen worden gebouwd, of minder hoog en een lagere impact.
● Waar wordt ruimte voor water voorzien?
● De verkaveling tussen de De Puytstraat en de Stationstraat valt eveneens binnen dit RUP. Wordt
daar op dezelfde manier rekening gehouden met infiltraties en groen?
● Waar komen de meergezinswoningen in de Spoorwegstraat, hoe hoog zouden die worden en tot waar zouden die komen?
1.2.2 schriftelijke opmerkingen
De ontvangen schriftelijke opmerkingen worden hier-na afzonderlijk behandeld.
Er is 1 opmerking ontvangen, ondertekend door 11 personen (7 adrespunten in de Willem Elsschotstraat).
De opmerkingen betreffende ontwikkeling van het resterende woongebied tussen de August Vermeylen-straat en de AkkerbeekVermeylen-straat.
De bewoners kunnen zich vinden in de ontwikkeling van een duurzame wijk waarbij clusters ingepland worden in een extensief landschappelijk park maar vinden dat er te weinig rekening gehouden wordt met de huidige bewoners van de W. Elsschotstraat.
Men vraagt om het project te herwerken zodat deze minder impact en minder hinder met zich zal meebren-gen voor de bestaande (aanpalende) woninmeebren-gen. En dit op volgende punten:
● Het aantal woningen dat gebouwd wordt. Men vraagt veel minder dan 120 entiteiten te bouwen, enkel die die noodzakelijk zijn.
● De verhouding eigendom - private huurmarkt en sociale huisvesting
● De verhouding sociale huur- en koopwoningen te herbekijken en meer aan te sluiten bij de aanpa-lende wijken die hoofdzakelijk bestaan uit regu-liere eigendommen en sociale koopwoningen.
Men vraagt ook meer koopwoningen te voorzien en die in de oostelijke clusters in te planten en de huurwoningen in de westelijke clusters.
● Fasering: men vraagt te faseren en boven te star-ten op de locaties die het minste hinder veroorza-ken = de meest westelijke clusters.
● Vraag om het sociaal objectief niet voornamelijk te realiseren in Eernegem en hier voornamelijk binnen het project Akkerbeek. Bijgevolg hier veel minder woonentiteiten (1/2=60) en minder ver-harding te voorzien ten voordele van de rust, de buidiversiteit en de waterhuishouding.
● Ruimtelijke inpasbaarheid in de omgeving
Verder heeft men nog bezwaar omwille van:
● De negatieve effecten op hun eigendomsrecht en privacy.
● Negatieve effecten op de biodiversiteit
● Negatieve effecten op de waterhuishouding
● De ontsluiting en verkeersveiligheid
● Het aantal parkeerplaatsen per entiteit.
Om bezwaarpunten te vermijden vraagt men:
● Een veel grote afstand te bewaren tussen de be-staande en de nieuwe woningen door het aanleg-gen van een blauw/groene zone om de privacy, inkijk en lichtinval te bewaren.
● Geen woonentiteiten te voorzien van meer dan 2 bouwlagen inclusief dak (=1 bl+dak) Dit in de oostelijke clusters tot maximum te maken en in ondergeschikte orde entiteiten met 2bl+dak; 3 bl of 4e teruggetrokken bouwlaag in de westelijke clusters te voorzien.
● een bijkomende aansluiting te voorzien van de zuidoostelijke cluster naar de Gilbert Debreukckstraat - Akkerbeekstraat.
● 2.5 parkeerplaatsen per woonentiteit te voorzien + 0.3 per woonentiteit voor bezoekers.
Deze voorstellen en bezwaren zijn aangevuld met een gedetailleerde toelichting.
Reactie:
Voor het desbetreffende gebied is een masterplan uit-gewerkt. De startnota is opgemaakt op basis van dit masterplan.
Er zijn nog geen voorschriften, inrichtingsplannen e.d.
mee opgenomen. Het masterplan omvat enkel het concept zoals het is voorgesteld. Later wordt dit ver-taald in een uitvoeringsplan/verkavelingsplan op basis van het goedgekeurde RUP.
Dit voorstel omvat tot ca. 140 wooneenheden in 4 clus-ters, ca. 35wo/ha. Die aantallen, noch de dichtheden, liggen al vast. De gemeente heeft reeds eerder beslist een maximum van 120 woningen met een maximale dichtheid van 30-35 wo/ha niet te overschrijden. Dit is bijkomend toegelicht in de scopingnota.
Op vandaag is er een tekort aan ruimte voor 52 so-ciale huurwoningen om het bindend sociaal objectief (BSO) te behalen. Gezien hier ruimte is voor meer woningen is de mogelijkheid tot faseren en het aan-bieden van een mix van koop- en huurwoningen zeker een optie. De fasering zal echter eerst aansluiten bij de bestaande bebouwing, om zodoende verder com-pact aan te sluiten op de bestaande bebouwing. Zo wordt gestreefd naar compact en duurzaam ruimte-gebruik, ook indien latere fases verlaat of door om-standigheden niet meer zouden uitgevoerd worden.
De toelichting rond sociale huisvesting is verder aan-gevuld in de scopingnota.
De sociale huisvestingsmaatschappijen waken er over dat binnen de projectzone een goede mix van bevol-king ontstaat, naar zowel ouderdom als
gezinssamen-stelling. Dit doen ze door te streven naar een mix aan woontypologieën, zowel één- als meergezinswonin-gen, als diverse grootte/aantal slaapkamers en een mix van huur- en koopwoningen. Op vandaag is de nood aan huurwoningen echter groter, waardoor ook dit aandeel groter zal zijn.
Door te streven naar een gezonde mix worden “pro-bleemwijken”, zoals in het verleden wel eens is voor-gekomen, zoveel als mogelijk vermeden.
Gezien het masterplan een conceptontwikkeling is, zijn ook nog geen afstanden en oppervlaktes vastge-legd. De clusters kunnen nog schuiven. Een concreet uitvoeringsplan wordt op basis van de uiteindelijke ste-denbouwkundige voorschriften uitgewerkt.
Er wordt zeker gestreefd naar een zo klein mogelijk impact op de omgeving, waarbij naar de bestaande bebouwing toe de laagste entiteiten worden voorzien.
Er wordt vooropgesteld dat de impact t.o.v. de be-staande woningen niet groter zal zijn dan bij een klas-sieke verkaveling.
Meergezinswoningen en hogere entiteiten zullen dan ook verderaf worden ingeplant dan vb. ééngezins-woningen met 2 bouwlagen (plat dak) zodat er geen schaalbreuk ontstaat. Datzelfde geldt voor oriëntatie en inkijk. Op vandaag is het masterplan uitgegaan van platte daken.
De scopingnota zal aangevuld worden met bijkomen-de beelbijkomen-den die dit illustreren.
Gezien hier geopteerd wordt voor 4 compacte clusters wordt er gestreefd naar een maximale groene, onver-harde ruimte. Dit zal de biodiversiteit en de ruimte voor water ten goede komen.
Het masterplan is nog geen inrichtingsplan, hoe deze groenruimtes zullen worden ingevuld is nog niet vast-gelegd, ook niet waar ruimte voor water zal voorzien worden. Dit laatste zal ook voor een deel technisch moeten bepaald in kader van uitvoering, infiltratiemo-gelijkheid, en tenslotte overloop naar de bestaande beken volgens de opgelegde normen.
Momenteel is de verkeersbelasting verdeeld over een westelijke tangent via de A. Vermeylenstraat (met bijkomende ontsluiting via W. Elsschotstraat) en een zuidelijke ontsluiting via de Akkerbeekstraat. Telkens 2 clusters worden hierop aangesloten. Dit is bijgevolg een evenredige verdeling.
De mogelijkheid om een bijkomende ontsluiting te ma-ken is bekema-ken naar aanleiding van het infomoment, maar het is niet aan te raden gezien de zeer smalle profiel van de G. Debreuckstraat en de aanwezige beek ernaast. Bijgevolg zouden dan ook 3 cluster op de Akkerbeekstraat aantakken en de Akkerbeekstraat heeft een smaller profiel dan de A. Vermeylenstraat.
Wel zal gekeken worden of beide clusters niet onder-ling kunnen verbonden worden zodat enkel de aparte grondgebonden woningen worden ontsloten via de W.
Elsschotstraat. Dit wordt verder meegenomen in het voorontwerp.
Naar parkeren toe is er op vandaag nog geen norm vastgelegd.
Er wordt echter gestreefd naar een duurzame ontwik-keling (Eco-wijk) en bijgevolg ook een streven naar een modelshift in de vervoersmodaliteiten.
Daarenboven worden er bij sociale huisvesting ook minder parkeerplaatsen per woning voorzien. Een maximum van 2 parkeerplaatsen per entiteit zal niet overschreden worden (bezoekers inclusief).