• No results found

3. Het initiële project

3.4 Initiële projectomschrijving

Het initiële en officiële projectplan is verdeeld in drie fasen. In de eerste fase bouwt de kunstenares aan een band met de buurtbewoners en onderzoekt zij de geschiedenis van de wijk door ‘De Huiskamer’ in te richten met spullen van buurtbewoners in een pand aan de Edisonstraat 67.161 ‘De Huiskamer’ doet door de aanwezigheid van persoonlijke bezittingen van de Woenselaren dienst als een archief van Woensel-West. De ruimte wordt daarnaast beschikbaar gesteld voor de buurtbewoners. De buurtbewoners kunnen hier etentjes en bijeenkomsten organiseren, meedoen aan workshops, of zelf een sociaal-cultureel initiatief starten.

Na deze fase wordt de buurtbewoners gevraagd om samen met de kunstenares een huis te kiezen dat behouden blijft bij de sloop van een deel van Woensel-West.162Dit gebeurt op 'Selection Day'. Op deze dag geven de (oud-)bewoners van de wijk aan welk huis voor hen de Woenselse identiteit het best weergeeft en welk huis de beste keuze is om Woensel-West en haar Philips-geschiedenis te tonen. Welke waarden Woenselaren toekennen aan hun

leefomgeving en de geschiedenis van de buurt moet hierbij naar voren komen. Nadat de

160 Idem: 122.

161 ‘The Woensel-West project. Projectvoorstel De Huiskamer verhuist.’ Eindhoven: 2013: 5.

<http://issuu.com/vammedewerker/docs/final_final-version_2?e=2161518/4505748> Geraadpleegd op 10 maart 2015.

55

buurtbewoners en kunstenares een huis hebben gekozen, wordt dit losgesneden van de rest van de te slopen huizen en zal het bij de sloop als enige huis overeind blijven. In het huis kunnen buurtbewoners evenementen organiseren of bijvoorbeeld vergaderingen houden.

In de derde fase wordt het huis afgebroken en opgebouwd in het Eindhoven Museum.163 Het gebouw wordt ingericht als een echt Woensels huis, gebaseerd op

onderzoeken naar Woensel en gesprekken met buurtbewoners. Het Eindhoven Museum zal in dit huis een deel van haar programmering laten plaatsvinden.164 Het behouden huis wordt gebruikt om het verhaal te vertellen van de tweede industriële revolutie, die zo belangrijk is geweest voor Philips en de stad Eindhoven. Het huis zal deel uitmaken van een drieluik van bebouwing in het Eindhoven Museum: een prehistorisch dorp, een middeleeuws stadje en een Eindhovens huis uit het begin van de 20e eeuw. De zorg voor de conservering van het huis en de programmering in het huis is na de verhuizing in handen van het Eindhoven Museum.

Het Eindhoven Museum is bij de eerste fasen van het project niet inhoudelijk

betrokken. Aanvankelijk leent zij alleen haar naam aan het project, maar het museum zal later, nadat het huis is gekozen, meer taken op zich nemen. Het Van Abbemuseum is de

belangrijkste facilitator van het project maar begeleidt het project ook inhoudelijk. Daarnaast zorgt het Van Abbemuseum voor de communicatie naar de media. SKOR is met name inhoudelijk en adviserend betrokken en levert de curatoren. Garcia Vazquez is de belangrijkste inhoudelijke eigenaar van ‘De Huiskamer verhuist.’

Met deze gegevens is de projectscan ingevuld. In de bijlagen is te zien, door middel van schermafbeeldingen, met welke gegevens de scan is ingevuld. De volgende figuur komt vervolgens uit de scan:

163

Idem: 8-9.

56

Afbeelding 9. CAL-XL Projectscan initiële projectplan ‘De Huiskamer verhuist’.

Linksonder in de projectscan bevindt zich volgens Cleveringa de hard core community art. Hierbij staat sociale deelname voorop en verbindt de kunstenaar zich aan een groep

burgers.165 Op de scan is goed te zien dat het zwaartepunt van het projectplan van ‘De Huiskamer verhuist’ linksonder ligt, bij de participatie van de sociale deelnemers, de actieve wijkbewoners die mee willen doen aan het project. Daarnaast is ook de gemeenschap, die grotendeels bestaat uit andere bewoners van Woensel-West, die niet actief deelnemen, een belangrijke kracht in het initiële projectplan: zij moeten immers aangespoord worden om

57

kritisch te kijken naar gentrificatie van de wijk. De punt linksonder bevindt zich bijna precies tussen de prioriteiten sociale cohesie en persoonlijke ontwikkeling. Van minder belang is de fysieke ruimte en de bijbehorende prioriteit, de fysieke leefbaarheid, aan de rechterkant van de scan. Midden-boven zien wij wel weer een kleine uitschieter. Dit heeft grotendeels te maken met het feit dat de partners een groot publiek beogen, namelijk het publiek van het Eindhoven Museum. Brongroep, gemeenschap en publiek zijn dus belangrijke pijlers aan het begin van het project.

‘De Huiskamer verhuist’ is daarnaast ook in te delen op de ‘community art map’ van Pascal Gielen. Het project bevindt zich aan de allo-relationele kant van de map, omdat de interactie met de buurtbewoners, de brongroep, voorop staat. Bovendien wordt het gebouw in zijn geheel verplaatst en worden er weinig artistieke toevoegingen gedaan. Alleen het

interieur wordt ontworpen, maar het interieur verhoudt zich meer tot de historie dan tot de esthetiek. Dan de verticale as. In eerste plaats is het project subversief: het ageert tegen de macht van de woningcorporatie en gaat in tegen de sloop van de wijk en het daarmee tegen het verlies van de geschiedenis en identiteit van de wijk. Immers, een van de huizen wordt ‘gered’ van de sloop en blijft staan als symbool van verzet tegen deze sloop. Toch heeft het project ook een digestieve waarde in zich, omdat het ‘verzetssymbool’ na verhuizing in het Eindhoven Museum ook bedoeld is om van te genieten. Om recht te doen aan zowel de subversieve als de digestieve elementen van het project, vul ik op de community art map geen punt in, maar een veld:

58

Afbeelding 10. Community art map initiële projectplan ‘De Huiskamer verhuist’.

Vervolgens wordt het initiële projectplan ingedeeld op de Brown Scale:

Afbeelding 11. Brown Scale initiële projectplan ‘De Huiskamer verhuist’.

Omdat er voornamelijk met amateurs wordt gewerkt, kunnen we spreken van een relatief lage virtuositeit. Bij het project zijn een professioneel kunstenaar betrokken en twee professionele

59

culturele instellingen; deze betrokkenheid zorgt dat het project toch een zekere van virtuositeit in zich heeft. ‘De Huiskamer verhuist’ is daarnaast meer instrumenteel dan autonoom: het project dient om te onderzoeken wat de identiteit is van een wijk en hoe wijkvernieuwing daarin voor verandering kan zorgen. Bovendien wordt het huis in de laatste fase gebruikt in het Eindhoven Museum om het verhaal te vertellen van de tweede industriële revolutie in Eindhoven en het arbeiderskarakter van de stad te tonen.

Verder kunnen we bij ‘De Huiskamer verhuist’ spreken van een collectief project dat erg monocultureel is: de brongroep is een collectief waarbij wordt gezocht naar een gedeelde Woenselse cultuur en identiteit. Het project is voor een groot publiek bedoeld, zowel in Woensel-West zelf als uiteindelijk in het Eindhoven Museum. Mede hierdoor is het project meer entertainment dan kunst: er wordt weinig artistieke waarde aan het huis toegevoegd en het moet leuk zijn voor het grote publiek om het huis te bezichtigen in het Eindhoven Museum. Het behouden huis krijgt in het Eindhoven Museum ook een educatieve functie, maar omdat het museum haar educatieve taken spelenderwijs aanbiedt, past het project beter aan de kant van entertainment dan aan kunst. Net zoals bij de community art map van Gielen is het project ook bij de Brown Scale ingedeeld aan de subversieve kant.

Bovenstaande scan, map en schaal geven geen waardeoordelen over ‘De Huiskamer verhuist' en hiertoe doen zij ook geen poging. Zij dienen voor dit onderzoek louter om zicht te krijgen op het project en schematisch weer te geven hoe het project eruit ziet. Op deze manier is het initiële projectplan, of om Cleveringa’s woorden te gebruiken, de ambitie van het project, inzichtelijker en kan zij makkelijker worden vergeleken met de realisatie, of het huidige projectplan. In het volgende hoofdstuk wordt uiteengezet hoe ‘De Huiskamer verhuist’ is verlopen en worden de drie modellen nogmaals ingevuld aan de hand van de huidige projectplannen. Hierna kunnen wij zien of en wat er in de loop van het project is veranderd.

60