• No results found

Informatiebehoefte en gebruikersgemak

In document Zoekt en gij zult vinden… (pagina 57-59)

5 Presentatie zoekresultaten

5.1 Informatiebehoefte en gebruikersgemak

In hoofdstuk drie is vastgesteld en vier is vastgesteld welke hulpmiddelen en metadata- elementen noodzakelijk zijn. Vanuit literatuuronderzoek wordt nu gekeken welke elementen belangrijk zijn bij de presentatie van die gegevens.

Verrijking informatie

In het gebruikersonderzoek van Romijn en De Vries (2009) wordt het belang van het toevoegen van trefwoorden en verwijzingen (bijv. zelf gemaakte nadere toegangen), het labelen, door een bezoeker aan beschrijvingen onderstreept. Een belangrijke bevinding uit het onderzoek is dat bezoekers waardevolle zoektermen formuleerden die een onderzoeker verder kunnen helpen. Naast het labelen is het van belang om analyses van de gebruikte zoektermen (in relatie tot de toegang of de bezoeker) te maken. Daarmee kan de toegankelijkheid worden verbeterd. Bijvoorbeeld door de beschrijvingen aan te passen, bepaalde toegangen te voorzien van specifieke trefwoorden en het mogelijk maken om te zoeken op deze trefwoorden. Interactie

40

Zoekresultatenpagina: Pagina met individuele zoekresultaten en functionaliteiten als bladeren, filteren, sorteren en aanpassen van de weergave.

41 Zoekresultaat: Samenvatting of uitsnede van gegevens die gerelateerd zijn aan een zoekvraag. 42

Detailpagina zoekresultaat: Pagina die wordt geopend vanuit een zoekresultaat. Dit kan een pagina zijn uit de website waarin de gegevens van het zoekresultaat gevonden zijn, ofwel een pagina met een uitgebreide beschrijving van het zoekresultaat.

43

Navigatoren: navigatie-elementen op een website. Voorbeelden van navigatie-elementen zijn menu’s, hyperlinks, blader- en filterelementen.

Romijn en De Vries (2009) adviseren eveneens de opname van een chatfunctie met de archivaris. Bij de chatfunctie heb ik mijn bedenkingen. Naar mijn mening heeft deze functionaliteit enkel zin indien dit 24 uur bereikbaar ofwel bemant is en aan de bezoeker kenbaar is gemaakt op welke tijden de chat gebruikt kan worden, zie ook de conclusie Evaluatie chatpilot van het Nationaal Archief44. Een bezoeker zal al snel deze functionaliteit negeren als het te vaak voorkomt dat de functionaliteit niet actief is. Daarnaast blijkt uit het rapport van Engels (2008) dat chat meer gebruikt wordt om te coördineren dan om te

redeneren. Voor een snelle uitwisseling van gedachten is het ideaal. Als chat wordt ingezet, zal naar mijn mening de functionaliteit een koppeling moeten hebben met het zoeksysteem en gepresenteerd moeten worden in het zoekscherm of zoekresultatenscherm. Dat is de plaats waar bezoekers tijdens het zoekproces met vragen komen te zitten, bijvoorbeeld een

specifieke zoekterm levert geen resultaten op of niet de gewenste resultaten. De koppeling aan het zoeksysteem maakt het voor de archivaris mogelijk om toegang te hebben tot gebruikte zoektermen en browsegeschiedenis van de bezoeker45 die gebruik maakt van de

chatfunctionaliteit. Op deze wijze kan de archivaris de al gestelde zoekvragen / zoektermen van de bezoeker achterhalen en kan hij de bezoeker door een zoekproces leiden en/of zoeksuggesties aan de hand doen. Bijkomend voordeel is dat de archivaris zicht krijgt op de tekortkomingen van het zoeksysteem en verbeteringen kan ontwikkelen.

Verbeteren toegankelijkheid

Er worden in het rapport van Romijn en De Vries verschillende tekortkomingen vastgesteld en verbetersuggesties gedaan met betrekking tot de toegankelijkheid. De belangrijkste bevinding is dat de bezoeker inhoudelijke informatie verwacht en deze wil terug zien in de

beschrijvingen, bijvoorbeeld opname van folionummers namen en dateringen. Daarnaast het gebrek aan hulpmiddelen als begrippenlijsten e.d.. Een belangrijke verbetersuggestie is wel het integreren (en presenteren) van een thesaurus in het zoeksysteem om het associatief denken te bevorderen.

De onderzoekers Romijn en De Vries geven aan dat het medium, de website, de benodigde competenties (domeinkennis en archiefvaardigheden) moet kunnen genereren; uitleg en begeleiding moeten in de interface worden geïntegreerd, het systeem moet zichzelf uitleggen. Hierbij zij opgemerkt dat de begeleiding uit korte teksten moet bestaan, een lange tekst wordt nauwelijks of scannend gelezen. Zij signaleren dat veel hulpmiddelen als Onderzoeksgidsen en informatiebladen te veel tekst bevatten. Daarnaast adviseren zij dat het ontsluitingssysteem niet op bepaalde typen van archiefgebruikers moet worden gericht, maar een systeem te ontwikkelen dat de benodigde competenties voor alle bezoekers kan genereren.

Gebruiksvriendelijkheid – Usability

Een belangrijk aspect is de gebruiksvriendelijkheid van een website, ook wel usability46 genoemd. De gebruiksvriendelijkheid van een website omvat vele facetten, van de vormgeving tot de teksten. Huisman (2012) geeft een goed overzicht van de onderdelen die te maken hebben met de gebruiksvriendelijkheid op archiefwebsites. De vormgeving moet de navigatie ondersteunen en aandacht vestigen op de belangrijkste elementen op een pagina. De URL47 moet duidelijk aangeven waar iemand zich bevindt binnen de website. Bij het zoeken moet duidelijk zijn waarin gezocht wordt, instructies moeten duidelijk zijn en aansluiten op het zoekproces. De zoekresultaten moeten overzichtelijk gepresenteerd worden.

Duff (2005), Harris en Prom (2003) geven twee belangrijke aandachtspunten bij het inrichten en ontwerpen van de webpagina met archieftoegangen. Als eerste dat het ontwerp van de

44

Zie conclusie ‘Chatten met het Nationaal Archief - Evaluatie van de chatpilot, december 2009 t/m februari 2010’

45 Hierbij is het noodzakelijk dat een bezoeker zich registreert op de website / zoeksysteem. 46

Usability volgens ISO 9241: De mate waarin een interactief systeem (website, wapsite, etc.) de gebruiker in staat stelt om effectief, efficiënt en comfortabel in een gegeven omgeving zijn taak te voltooien.

47 URL: Een Uniform Resource Locator (afgekort URL) is een gestructureerde naam die verwijst naar een stuk data.

Voorbeelden zijn het unieke adres waarmee de locatie van een webpagina op internet wordt aangegeven of een e-mailadres.

interface (webpagina) van een digitale inventaris gebaseerd wordt op de ‘principles of design’. Met ‘principles of design’ wordt hier bedoeld de usability eisen ten aanzien van de vormgeving. Als tweede punt geven zij aan dat de archivaris zich dient te focussen op het versimpelen van de lay-out, de presentatie van de metadata en de zoekopties (het toegangenapparaat). De presentatie van inventarissen op internet wordt omvangrijk beschreven door Romijn en De Vries(2009). Met betrekking tot de navigatie merken zij het volgende op: het gebruik van tabbladen is niet duidelijk, de hiërarchische structuur van de inventaris wordt niet begrepen, maar ook de navigatoren die geboden worden (+ en - teken), de markeringen (bijv.

zoektermen) in de structuur en navigatoren, als de ‘terug’ knop naar bijv. zoekresultatenoverzicht, worden over het hoofd gezien.

In hun onderzoek verdwaalden bezoekers op een site door het ontbreken van een context. Een kruimelpad (of URL volgens Huisman) kan hiervoor een oplossing zijn of een overzicht van handelingen in beeld. Bijvoorbeeld de sequentie of zoekopdracht: zoekvraag, geselecteerde bronnen, zoekresultatenoverzicht en zoekresultaat. Al deze onderdelen bevatten het gevolgde pad naar de huidige locatie. In de vormgeving is niet duidelijk of een tekst wel of niet een verwijzing bevat.

De aangehaalde onderzoeken tonen aan dat bij het zoeken het uitermate belangrijk is om te blijven zien waar men zich in een archieftoegang en in de website bevindt, binnen de structuur van het archief en navigatie (terugknop, kruimelpaden). Dit zal een belangrijk aspect zijn bij het presenteren van zoekresultaten, aangezien een zoekresultaat in een zoekresultatenpagina vaak ontdaan is van de context.

In document Zoekt en gij zult vinden… (pagina 57-59)