• No results found

beleggen doet

5. Impact investment

Impact investing is het investeren in beleggingskansen die ook maatschappelijke en milieuproblemen helpen oplossen, zoals armoede in ontwikkelingslanden en klimaatverandering. Beleggingskansen die ook maatschappelijke en milieuproblemen helpen oplossen zijn belangrijk voor PDN. We streven ernaar om een gedeelte van onze portefeuille in te richten met beleggingen die kunnen worden aangemerkt als impact investments. Sinds 2020 zijn we begonnen om een klein deel van het belegd vermogen te koppelen aan de Sustainable Development Goals van de VN waar deze aan bijdragen. PDN classificeert de Impact Investments, wanneer er een duidelijk maatschappelijke bijdrage wordt geleverd, naar de 17 Sustainable Development Goals (“SDG”) van de VN3. Deze 17 doelen zijn:

Er zijn twee manieren waarop PDN op dit moment Impact Investing vorm geeft: via fondsen of via individuele effecten. Voorbeelden van fondsen zijn infrastructuur- of zorgvastgoed-beleggingsfondsen zoals het Glennmont infrastructuur fonds. Dit fonds belegt in duurzame energie en heeft tevens als streven om hiermee het aandeel hernieuwbare energie in de globale energiemix te verhogen (SDG 7). Of het Northern Horizon zorgvastgoedfonds dat zich inzet om veilige en betaalbare huisvesting en basisdiensten toegankelijk te maken (SDG 11). Een ander voorbeeld van een impact beleggingsfonds waar PDN in investeert is het Actiam Financial Inclusion fonds dat als doel heeft om micro-financieringen te verstrekken aan kleine ondernemers in ontwikkelingslanden (SDG 1).

Bepaalde individuele effecten worden ook aangemerkt als Impact Investments als er een helder verband is tussen de cashflows van de onderneming en de 17 Sustainable Development Goals van de VN. Een voorbeeld van individuele impact investments die we in 2020 hebben gedaan zijn de investeringen in ‘green bonds’. Dit zijn obligaties waarmee beleggers investeren in duurzame projecten. Deze nieuwe green bond investeringen volgen op de bestaande green bonds van bijvoorbeeld de Wereld Bank en de Nederlandse Staat waar PDN al in belegt.

PDN investeerde in 2020 onder andere in de eerste Duitse groene staatsobligatie. Duitsland wil in 2050 zo goed als klimaatneutraal zijn. In november 2016 heeft de Duitse federale regering het klimaatactieplan 2050 aangenomen, waardoor het land één van de eersten is die zijn langetermijnstrategie voor broeikasgasemissies aan de VN heeft voorgeschreven, zoals vereist in het kader van de overeenkomst van Parijs. Dit plan schetst de basisprincipes van de strategie van Duitsland om klimaatverandering te beperken door het verminderen van de uitstoot van broeikasgassen tegen 2050 met 80 tot 95 procent ten opzichte van het niveau van 1990. Duitsland heeft 5 sectoren geïdentificeerd waaraan ze met deze green bond willen bijdragen. Dit zijn 1. transport, 2.

internationale samenwerking, 3. onderzoek, innovatie en bewustzijn, 3. energie en industrie, 4. landbouw, bosbouw, biodiversiteit en de natuurlijke omgeving.

Duurzaam investeren betekent voor PDN ook investeren in bedrijven die zich inzetten om producten te verduurzamen en zo bij te dragen aan een duurzamere wereld. In dit kader heeft PDN vorig jaar een investering gedaan in Fertiberia. Dit bedrijf zet zich in om nieuwe meststoffen te ontwikkelen waarbij er minder water nodig is en die milieuvriendelijker zijn in gebruik. Daarnaast wil dit bedrijf de eerste kunstmestfabriek in Europa neerzetten die emissievrij is en groene waterstof gebruikt.

Ook is de infrastructuurportefeuille uitgebreid met twee nieuwe investeringen. PDN heeft een nieuwe investering gedaan bij infrastructuurmanager DIF Capital Partners en een nieuwe investering bij infrastructuurmanager First State Investments. Beiden managers zijn UN PRI signatory en werken conform de UN Principles of Responsible Investment. Daarnaast hebben deze managers zich gecommitteerd aan een aantal specifieke SDG’s. Voor deze SDG’s zetten zij zich in het bijzonder in. DIF Capital Partners legt de nadruk op SDG 3, 7, 9 en 11. First State legt de nadruk op SDG 3, 4, 5, 8, 10, 11, 13 en 16.

Realisatie prestatie-indicator impact investments

Onze norm voor de prestatie-indicator impact investments is dat impact investments worden aangehouden in de beleggingsportefeuille. Gedurende 2020 zijn impact investments aangehouden in de beleggingsportefeuille en nieuwe impact investeringen gedaan. Het gecommitteerde bedrag aan fondsen met een impact bedroeg eind 2020 2.8% van het totaal belegd vermogen (3,0% in 2019), komend van een niveau van 1,8% in 2015. Deze afname komt door de afbouw van een aantal beleggingen gedurende 2020. In termen van gecommitteerd vermogen was dit €217.7 mln per eind 2020, een afname van €5.3 mln ten opzichte van eind 2019 (€223 mln).

Prestatie-indicator Impact Investments

OMSCHRIJVING Het fonds merkt fondsbeleggingen met een duidelijke maatschappelijke rol aan als impact investments.

MANIER VAN METEN Hoogste van marktwaarde of commitment (contractuele toezegging) aan impact investments, in miljoenen euro’s

BRON DPS

NORM Investeringen zoals door DPS aangemerkt als impact investments worden aangehouden in de beleggingsportefeuille

REALISATIE

ü

6. Engagement

PDN heeft engagement hoog in het vaandel staan. Sinds Q4 2018 heeft PDN een actief engagementprogramma.

Ons doel hierbij is dat we bedrijven aansporen om te zorgen voor een positieve ontwikkeling op het gebied van maatschappelijke (duurzaamheids)-vraagstukken. Met bedrijven, die gedrag vertonen dat niet in lijn ligt met de principes van de UN Global Compact en waar (potentiële) negatieve impact is geïdentificeerd wordt een traject van intensieve dialoog gestart.

PDN heeft het voeren van engagement uitbesteed aan BMO. BMO treedt namens meerdere institutionele beleggers als engagementpartij op. Het engagementprogramma van PDN richt zich op de ondernemingen binnen de aandelen en de bedrijfsobligatie portefeuilles. Engagement wordt hierbij op twee manieren gevoerd:

proactief of reactief.

Bij proactief engagen worden per thema meerdere bedrijven (veelal sectorbreed) tegelijk aangespoord tot verdere verbetering. Bijvoorbeeld via sectorinitiatieven inzake kinderarbeid, conflictmineralen of CO2-uitstoot.

Vaak wordt voor een dergelijk engagementprogramma meerdere jaren uitgetrokken.

Reactief engagement wordt gestart nadat significante misdragingen van een bedrijf aan het licht komen. Deze misdragingen zijn toe te schrijven aan gedragingen die in strijd handelen met de 10 principes van de VN Global Compact. Bij dergelijke incidenten probeert engagement te voorkomen dat een dergelijk incident nogmaals plaatsvindt of nieuwe misstanden veroorzaakt worden, door middel van het verlangen van betere risicomanagementprocedures of proceswijzigingen binnen een bedrijf.

Engagement op basis van negatieve impact bevat voor PDN vier doelstellingen:

• De negatieve impact moet worden beëindigd.

• De onderneming moet zorgen voor herstel en/of verhaal voor benadeelden.

• De onderneming moet voldoende maatregelen nemen om toekomstige incidenten te voorkomen.

• De onderneming moet transparant zijn over de genomen maatregelen.

BMO maakt namens PDN tijdsgebonden afspraken met bedrijven en monitort de voortgang. Indien nodig betrekken ze daarbij stakeholders, inclusief benadeelden. Daarbij richt BMO zich in het bijzonder op ESG-onderwerpen die:

• financieel materieel zijn;

• de meest ernstige negatieve impact voor samenleving en milieu veroorzaken;

• voor onze deelnemers van belang zijn.

Een engagementtraject wordt als succesvol beoordeeld wanneer alle tijdgebonden doelen bereikt zijn.

Tussentijds wordt tevens beoordeeld of er voldoende voortgang plaatsvindt binnen het engagementproces met een onderneming.

PDN meet voldoende voortgang bij een engagement wanneer zijn engagementprovider BMO aangeeft dat er sprake is van een vordering binnen het engagementproces met een onderneming.

Om te beoordelen of er sprake is van een vordering deelt BMO een engagementproces op in 6 stadia. Ieder kwartaal geeft BMO aan of er een verandering van stadium heeft plaatsgevonden ten opzichte van het kwartaal ervoor. Een stap naar een volgend stadium wordt als een vordering aangemerkt. Wanneer het engagementproces zich in hetzelfde stadium bevindt als tijdens het kwartaal ervoor maar er wel binnen het stadium een positieve beweging richting een volgend stadium is gemaakt wordt dit ook als een vordering aangemerkt.

Wanneer ondernemingen niet binnen de vooraf gestelde termijn naar tevredenheid reageren op onze engagementinspanningen kunnen we op de volgende manieren escaleren:

• Samenwerking met andere beleggers aangaan/intensiveren om de dialoog meer kracht bij te zetten.

• Stemmen, bijvoorbeeld:

o tegen de benoeming van relevante bestuurders;

o tegen het beloningsvoorstel van relevante bestuurders;

o op aandeelhoudersvoorstellen.

• Samenwerking met andere stakeholders (bijvoorbeeld marktpartijen, vakbonden of maatschappelijke organisaties) aangaan/intensiveren om de dialoog meer kracht bij te zetten.

• Publieke uitingen om de dialoog meer kracht bij te zetten.

• Aandeelhoudersvoorstellen in lijn met de doelen van het engagementtraject

• (mede-)indienen.

• Juridische procedures opstarten in lijn met de doelen van het engagementtraject.

Realisatie prestatie-indicator engagement

In 2020 heeft 83% van het totaal aantal uitgevoerde engagements voldoende voortgang laten zien. Daarmee hebben we in 2020 voldaan aan de norm die we ons op het gebied van engagement hebben gesteld dat meer dan 75% van het aantal uitgevoerde engagements voldoende voortgang moest laten zien. Over 2020 heeft BMO binnen de aandelenportefeuille 101 ondernemingen in 10 landen aangesproken. In totaal zijn 69 milestones bereikt. Dat wil zeggen dat een engagement proces is afgerond en het beoogde doel met het engagement traject is bereikt.

Binnen de bedrijfsobligatieportefeuilles is met 77 ondernemingen in 12 landen dialoog gevoerd. In totaal zijn 51 milestones bereikt Naast bedrijfsspecifieke-engagements heeft BMO de volgende thematische engagements gevoerd: diversiteit van Raden van Bestuur, evenwichtig beloningsbeleid, auditor accountability, environmental en sociale factoren van klimaatrisico, en Accountability van Raden van Bestuur.

Prestatie-indicator Voortgang op de doelstellingen waartoe de engagement is ingezet

OMSCHRIJVING Het fonds voert actief en reactief engagement over de Europese en Amerikaanse aandelenportefeuilles en de Europese bedrijfsobligaties.

MANIER VAN METEN Aantal engagements met voldoende voortgang als % van het totaal aantal uitgevoerde engagements.

BRON BMO

NORM Meer dan 75%

REALISATIE

ü