• No results found

JAARVERSLAG. Stichting Pensioenfonds DSM Nederland

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "JAARVERSLAG. Stichting Pensioenfonds DSM Nederland"

Copied!
220
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Stichting Pensioenfonds DSM Nederland Het Overloon 1, 6411 TE Heerlen

Postbus 6500, 6401 JH Heerlen T +31 (0) 45 578 81 00

KvK nr. 41070481 E info.PDN@dsm.com I www.PDNpensioen.nl

JAAR VER SLA G 2 02 0 S TICHTING PENSIOENF ONDS DS M NEDERLAND

2020 JAARVERSLAG

Stichting Pensioenfonds DSM Nederland

(2)
(3)

Stichting Pensioenfonds DSM Nederland

2020 JAARVERSLAG

(4)
(5)

Voorwoord ___________________________________________________________________11 Kerncijfers ___________________________________________________________________15

Verslag van het bestuur ________________________________________________________19 1. Profiel en governance ___________________________________________________21 1.1 Mission statement ______________________________________________________21 1.2 Pensioenregelingen _____________________________________________________21 1.3 Organisatiestructuur en fondsorganen _____________________________________23 1.4 Uitvoering _____________________________________________________________26 1.5 Governance beleid ______________________________________________________27 2. Beleggings-, Pensioen-, en Communicatiebeleid _____________________________31 2.1 Beleggingsbeleid _______________________________________________________31 2.2 Premiebeleid ___________________________________________________________37 2.3 Toeslagenbeleid ________________________________________________________37 2.4 Kortingsbeleid _________________________________________________________40 2.5 Communicatiebeleid ____________________________________________________41 3. Interne ontwikkelingen __________________________________________________45 3.1 Financiële positie _______________________________________________________45 3.2 Uitvoeringskosten ______________________________________________________47 3.3 Bestuursbesluiten 2020 __________________________________________________52 4. Externe ontwikkelingen _________________________________________________56 4.1 Financiële markten in 2020 _______________________________________________56 4.2 Wet- en regelgeving _____________________________________________________57 4.3 Extern Toezicht in 2020 __________________________________________________58 5. Risicomanagement _____________________________________________________60 5.1 Risicobeleid ____________________________________________________________60 5.2 Risicomanagementmodel ________________________________________________60 5.3 Risicoanalyse __________________________________________________________63 5.4 Ontwikkelingen Risicomanagement ________________________________________67 5.5 Gevoeligheid dekkingsgraad voor marktontwikkelingen _______________________69 6. Vooruitblik ____________________________________________________________70

(6)
(7)

7. Jaarrekening ___________________________________________________________73 7.1 Balans per 31 December _________________________________________________75 7.2 Staat van Baten en Lasten ________________________________________________76 7.3 Kasstroomoverzicht _____________________________________________________77 7.4 Gebeurtenissen na balansdatum __________________________________________78 7.5 Toelichting op de jaarrekening ____________________________________________79 7.6 Vaststelling van de jaarrekening door het bestuur __________________________103 7.7 Goedkeuring van de jaarrekening door de raad van toezicht __________________103

8. Overige gegevens ______________________________________________________105 8.1 Controleverklaring van de onafhankelijke accountant _______________________105 9. Duurzaamheidsverslag _________________________________________________ 117

10. Overige informatie _____________________________________________________163 10.1 Verslag van de raad van toezicht _________________________________________165 10.2 Verslag van het verantwoordingsorgaan ___________________________________172 10.3 Actuariële verklaring ___________________________________________________177 10.4 Rapportage Compliance Officer __________________________________________179 10.5 Personalia ____________________________________________________________181 11. Summary in English ____________________________________________________187

12. Bijlagen ______________________________________________________________195 A. Afkortingen en begrippen _______________________________________________197 B. Checklist code Pensioenfondsen _________________________________________201

(8)
(9)

VOORWOORD

(10)
(11)

Voor u ligt het jaarverslag 2020 van de Stichting Pensioenfonds DSM Nederland (PDN). Een jaar waarin wij allemaal te maken kregen met de COVID-19 pandemie. Wij zijn blij u te kunnen vertellen dat het fonds goed kon blijven functioneren te midden van de uitdagingen. Dan denk ik vooral aan het zorgdragen dat elke maand de pensioenuitkeringen worden uitgekeerd. Maar ook dat de pensioenpremies voor de actieve deelnemers zijn ontvangen en de beleggingen van de aan PDN toevertrouwde gelden kon plaatsvinden. Dat is immers de essentie van het bestaansrecht van het fonds. Dat alles gebeurde grotendeels vanuit huis. Alle medewerkers die betrokken zijn bij het fonds toonden in hun werkzaamheden veel flexibiliteit en extra inzet. Dat is een groot compliment waard.

Het was ook een jaar waarin belangrijke stappen zijn gezet en we de doelen bereikten die we ons als bestuur voor 2020 stelden. Drie contracten zijn vernieuwd en verlengd: met de deelnemers, aangesloten ondernemingen, en de pensioenuitvoeringsorganisatie DSM Pension Services (DPS). Ook startten we in 2020 de concrete voorbereidingen voor de implementatie van het Pensioenakkoord. De beoogde pensioenhervormingen in de Nederlandse pensioensector heten wij van harte welkom. Vooraleerst vergt echter de zorgvuldige transitie ernaar toe veel aandacht. Naast dit alles realiseerden we in 2020 de geplande wisselingen in de samenstelling van het bestuur en het verantwoordingsorgaan en volgden we de bevindingen op van een DNB-onderzoek naar onze IT-infrastructuur en een DNB-onderzoek naar onze beleggingen. Ook plukten we de vruchten van de in 2019 nieuw ingevoerde commissiestructuur en de drie nieuwe sleutelfunctiehouders.

Het was al met al een druk bestuursjaar, waarin het lukte om te midden van de COVID-19 pandemie belangrijke lijnen uit te zetten en de beoogde doelen te realiseren. Hieronder lichten we deze in het kort verder toe.

Deelnemersportaal

Begrijpelijke communicatie met de deelnemers vinden wij zeer belangrijk. De afgelopen jaren besteedde het fonds daarom al veel aandacht aan het contact zoeken met deelnemers. In de nieuwe pensioenregeling, die naar verwachting gaat volgen uit het pensioenakkoord, staat deelnemerscommunicatie nog hoger op onze prioriteitenlijst. De investeringen die we in 2020 deden sorteren hierop voor.

We worden daarbij geholpen door de technologische vooruitgang. De PDN website wordt steeds belangrijker.

Via deze website is ook het deelnemersportaal toegankelijk. In dit beveiligde portaal ziet elke deelnemer zijn eigen, gepersonaliseerde informatie en op basis daarvan kan de deelnemer zelf keuzes maken. Via deze planner kan ook worden berekend hoe hoog de verwachte pensioenuitkering is onder verschillende scenario’s.

Bijvoorbeeld bij wel of niet langer doorwerken, bij goede en minder goede beleggingsresultaten, na het bijeenbrengen van pensioen-spaargelden die elders zijn ondergebracht en met eventueel zelf bijsparen. Het inzicht hebben dat je goed op weg bent voor de financiering van ‘de oude dag’ geeft rust en vertrouwen. Niet alleen voor ouderen en gepensioneerden, maar ook voor jongeren.

Beleggingen

Voor de deelnemers is het essentieel dat de aan het pensioenfonds toevertrouwde gelden goed worden beheerd.

Beleggingsrisico’s nemen is noodzakelijk om voldoende verwacht beleggingsrendement te realiseren en daarmee

(12)

vermogen van PDN bedraagt eind 2020 7,702 miljard euro (ten opzichte van 7,724 miljard euro aan pensioenverplichtingen).

Naar aanleiding van COVID-19 raakten de financiële markten in het voorjaar 2020 in een vrije val. De waarde van de PDN beleggingen daalde aanzienlijk. PDN hield echter vast aan het langetermijnbeleggingsbeleid en bracht geen ad-hoc wijzigingen aan. Vooral door ingrijpen van de (Nederlandse) overheid en de Europese Centrale Bank (ECB) herstelden de koersen zich gelukkig in de loop van het jaar. Per saldo boekte PDN in 2020 een positief beleggingsrendement van 4,0%.

Ondanks de aandacht die moest uitgaan naar onrustige financiële markten, kon PDN in 2020, geholpen door het onderzoek van DNB, veel aanscherpingen realiseren op beleidsmatig beleggingsterrein. De Commissie Beleggingen vervulde daarin een voortrekkersrol. In de eerste plaats is het bestaande beleid beter vastgelegd in beleidsdocumenten en procedures. Daarbij is ook nog meer oog gekomen voor het ijken van het beleggingsbeleid op de pensioenverplichtingen (integraal balansbeheer). In de tweede plaats is het fiduciaire adviesteam binnen DPS versterkt en kreeg een nog meer eigenstandige rol ten opzichte van de uitvoerende beleggingsteams. In de derde plaats is besloten om een aanzienlijke investering te doen in de beleggingsinfrastructuur van DPS. Op deze wijze versterkt DPS de bedrijfsvoering en wordt een solide operationele basis gelegd voor een overstap naar premieregelingen en persoonlijke pensioenvermogens.

Dekkingsgraad

De financiële gezondheid van het fonds wordt gemeten via de dekkingsgraad. Hoeveel geld is nu in kas en hoeveel groeit het aan, in verhouding tot de pensioenuitkeringen die tot in lengte van dagen moeten plaatsvinden. De lage rentestand speelt ons al jaren parten. Desondanks hoefde het fonds in 2020 de pensioenaanspraken van de actieve werknemers en de pensioenuitkering van de pensioengerechtigden niet te verlagen. Eind 2020 was onze dekkingsgraad bijna terug op 100%. Dat is een niveau waar gelukkig geen ingrijpen nodig is.

In 2020 kon het pensioenfonds onvoldoende overrendement realiseren. Daarom is helaas (wederom) geen toeslag (“indexatie”) toegekend. Hierdoor zijn zowel de bijeen gespaarde pensioenvermogens van de actieve deelnemers als ook de pensioenuitkeringen van de pensioengerechtigden niet verhoogd.

Nieuwe pensioenregeling

In 2020 voerde het pensioenfonds de bestaande pensioenregeling uit. Vanaf 2021 is een nieuwe pensioenregeling van toepassing voor de deelnemers. De sociale partners, de werkgever en de vakbonden, spraken deze regeling en de bijbehorende premie af. Het fonds heeft daarop geen invloed. Wel beoordeelden we als fonds in 2020 of we de nieuwe regeling konden uitvoeren. Hierbij hoorde ook of we de ambitie (verwachte pensioenuitkering) kunnen waarmaken met de ingelegde premie. Het bestuur oordeelde dat dit kan en aanvaardde de opdracht.

Bij dit besluit besteedden we als bestuur veel aandacht aan de evenwichtige belangenafweging. Hoe delen we de beschikbare gelden en binnenkomende premies toe aan de verschillende belanghebbenden binnen het fonds:

de actieve werknemers, de slapers (oud-werknemers) en de pensioengerechtigden. Het zogenaamde

‘opbouwpercentage’ voor de actieve werknemers wordt in 2021 verlaagd van 1,738% naar 1,4%. De premie-

inleg

van de werkgever is gelijk gebleven maar is vanwege de lage rente niet meer toereikend om voor de werkenden evenveel toekomstige pensioenuitkering mee in te kopen als voorheen. Binnen strikt afgebakende grenzen (maximaal 1% van de dekkingsgraad over een periode van 5 jaar van 2021-2025) zal indien nodig het bestaande

(13)

pensioenvermogen worden aangewend om de opbouw te ondersteunen. In 2020 zijn deze grenzen nogmaals goed geborgd.

De nieuwe pensioenregeling heeft op verzoek van de sociale partners een looptijd van twee jaar, met de mogelijkheid tot verlenging met een jaar. Deze looptijd is door de sociale partners zo gekozen, opdat flexibel kan worden ingespeeld op het nieuwe pensioenakkoord, waardoor de regeling zal gaan veranderen.

Nieuwe uitvoeringsovereenkomst

In 2020 is door het pensioenfonds niet alleen de overeenkomst (pensioenreglement) met de deelnemers vernieuwd. Ook is de overeenkomst met de werkgevers vernieuwd. Er zijn nieuwe uitvoeringsovereenkomsten afgesloten met DSM en met de andere aangesloten ondernemingen. Naast voor DSM, verzorgt PDN ook de pensioenvoorziening voor ex-DSM ondernemingen. Het fonds is verheugd dat de werkgevers besloten hun pensioenvoorziening door PDN te laten blijven beheren.

Het bestuur had in dit traject intensief contact met de aangesloten ondernemingen. Nieuwkomer is Covestro;

het bedrijfsonderdeel DSM Functional Resins dat in 2021 is gedesinvesteerd. Als PDN kijken we ernaar uit om onze (ex-) collega’s te blijven bedienen, zodat er geen grote verandering in hun pensioenvoorziening plaatsvindt.

Over ons

Bestuur

Als laatste deel van dit voorwoord, sta ik graag even stil bij het pensioenfonds zelf. In 2020 vonden in het PDN- bestuur een drietal wisselingen plaats. In de eerste plaats zijn er voor de geleding pensioengerechtigden verkiezingen gehouden voor twee zetels in het bestuur. Naast een herverkiezing van Ton de Boer als bestuurslid en plaatsvervangend voorzitter, is Rein Pikaart als opvolger van Michel Ubachs benoemd. In de tweede plaats is in de geleding werknemers Wim Reinartz door de centrale ondernemingsraad voorgedragen als opvolger van Piet Rennen. In de derde plaats is Monique van Heeswijk herbenoemd namens de geleding werkgever. We zijn verheugd dat ze wederom beschikbaar is.

De raad van toezicht van PDN en toezichthouder DNB stemden in met de (her)benoemingen. Wij bedanken Michel en Piet voor hun jarenlange kundige en toegewijde inzet voor het fonds en wensen Ton, Wim, Rein en Monique veel succes.

Ook in het verantwoordingsorgaan (VO) waren in 2020 wisselingen. De nieuw gekozen VO-leden, Wil Beckers, Etha van de Wiel en Peter Pasmans verlieten hun aspirant-status en tradenformeel toe. Zittend voorzitter Martin Aertsen trad af als voorzitter, maar bleef aan als VO-lid tot medio maart 2021. De vrijgekomen zetel is vanaf 1 april 2021 ingevuld door Albert Noteborn. De voorzitterspositie is ingevuld door Wil Beckers. Daarnaast is een nieuwe plaatsvervangend voorzitter en nieuw lid benoemd: Laurine Lemon. Er is afscheid genomen van vijf ervaren VO-leden, Dirk van den Bos, Henk Bosch, John van Engelen, Martin Aertsen en Henk Lukkezen. Als bestuur zijn wij dankbaar voor de jarenlange inzet van de afgetreden leden van het VO en wensen de nieuwkomers veel succes. In de raad van toezicht (RVT) vonden in 2020 geen wisselingen plaats.

Governance structuur

(14)

risicobeheer en voor een frisse helikopterblik. Ook de bestuursondersteuning is versterkt door de aanstelling van een nieuwe bestuurssecretaris.

Om de rolinvulling en samenwerking van de fondsorganen te optimaliseren startten we eind 2020 een zelfevaluatie op, die in maart 2021 is afgerond. Dat gebeurde via een gebundelde, efficiënte aanpak. Alle fondsorganen pasten dezelfde werkwijze toe en evalueerden ook elkaar en de onderlinge samenwerking. Het nieuwe beleidsplan geschiktheid en het concept van aspirant-bestuurders, dat we in 2019 introduceerden, wierp zijn vruchten af. Via het aspirantschap kunnen kandidaat bestuurders en VO-leden geleidelijk toegroeien naar hun functie en ook de noodzakelijke opleidingen volgen om te voldoen aan de geschiktheidseisen.

Nieuwe Dienstverleningsovereenkomst

Ter afronding van deze terugblik op 2020 wil ik nog een “last but not least” resultaat uitlichten. In 2020 is nog een belangrijke overeenkomst vernieuwd en verlengd. Het is het uitbestedingscontract van PDN met de pensioenuitvoeringsorganisatie DPS. Als bestuur was het doel om de uitbestedingsrelatie (verder) te objectiveren, met behoud van de grote meerwaarde van het intensieve, reeds jarenlange bestaande, vruchtbare partnerschap met DPS. Het contract heeft een looptijd van 5 jaar.

De voortzetting van de nauwe samenwerking met deze looptijd biedt de mogelijkheid voor DPS om een goede bedrijfsvoering te borgen onder andere door een investering in een toekomstbestendige infrastructuur en verdere voorbereiding te treffen voor de implementatie van het pensioenakkoord.

Afsluiting

In dit jaarverslag over 2020 treft u een veelheid van informatie aan; beleidsmatig en financieel. Het dient om u als belanghebbenden van het fonds te informeren en tevens om als bestuur verantwoording aan u af te leggen over onze doelen en of en hoe we die bereiken. Van alle belangrijke nieuwe ontwikkelingen in het fonds houden we u daarnaast op de hoogte via onze website www.PDNPensioen.nl. En voor de deelnemers ook via het deelnemersportaal.

Edith Schippers Voorzitter PDN Mei 2021

(15)
(16)
(17)

KERNCIJFERS

(18)
(19)

(Ultimo jaar in € mln, tenzij anders aangegeven)

2020 2019 2018 2017 2016

PENSIOENEN

Totaal aantal deelnemers 27,462 27,792 28,011 28,081 28,393

Actieven (incl. postactieven en arbeidsongeschikten) 6,132 6,284 6,384 6,393 6,513

Pensioengerechtigden 12,982 13,100 13,184 13,329 13,657

Gewezen deelnemers 8,348 8,408 8,443 8,359 8,223

Aantal werkgevers 17 18 18 18 14

Toeslagverlening

Toeslagverlening Actieven - - - - -

Toeslagverlening Pensioengerechtigden / Gewezen deelnemers - - - - -

Cumulatieve achterstand toeslagverlening Actieven ** 22.48% 17.73% 14.31% 10.98% 8.80%

Cumulatieve achterstand toeslagverlening Pensioengerechtigden / Gewezen deelnemers **

18.74% 17.42% 15.43% 13.52% 12.02%

Premie en uitkeringen

Feitelijke premie 105 103 99 98 100

Ongedempte kostendekkende premie 154 124 117 125 114

Gedempte kostendekkende premie 98 84 80 82 84

Uitkeringen 228 229 233 240 241

Uitvoeringskosten Pensioenbeheer per deelnemer (in €) 251 216 223 219 238

FINANCIELE POSITIE

Pensioenfondsvermogen 7,718 7,541 6,818 7,086 6,862

Pensioenfondsverplichtingen 7,741 7,253 6,494 6,435 6,674

Overige (technische) voorzieningen 0 16 14 14 13

Pensioenfondsreserve -23 288 324 651 188

Dekkingsgraad PDN 99.7% 104.0% 105.0% 110.1% 102.8%

Beleidsdekkingsgraad 95.5% 102.3% 109.3% 107.8% 98.8%

Minimaal vereiste dekkingsgraad 104.2% 104.2% 104.2% 104.2% 104.2%

Vereiste dekkingsgraad 118.4% 118.1% 119.3% 119.7% 119.6%

Gehanteerde rekenrente 0.1% 0.7% 1.3% 1.5% 1.3%

BELEGGINGEN

Totaal belegd vermogen (IBM*) 7,725 7,560 6,835 7,102 6,874

Matchingportefeuille 4,409 4,131 3,857 3,842 3,654

Rendementsportefeuille 3,360 3,501 2,841 3,315 3,304

Overige beleggingen 0 0 0 -4 -11

Liquiditeiten -44 -72 137 -51 -73

Beleggingsrendement (netto*) 1 jaars 4.0% 12.7% -1.8% 5.6% 7.6%

Benchmarkrendement (1 jaars) 4.5% 11.6% -1.6% 4.8% 7.0%

Kosten Vermogensbeheer (in basispunten / gem bel verm) 41.0 38.0 35.0 32.0 29.0

Transactiekosten (in basispunten / gem bel verm) 6.0 5.0 7.0 8.0 7.0

* Het rendement na aftrek van alle beheerkosten (exclusief DPS beheerkosten) die gedurende de periode zijn gemaakt.

** Cumulatief maximale achterstand %: geldt voor pensioengerechtigden/gewezen deelnemers alleen voor zover zij reeds vanaf 2007 die status hadden, en geldt voor actieven alleen voor de opbouwjaren t/m 2011.

(20)
(21)

VERSLAG

VAN HET BESTUUR

(22)
(23)

1.1 Mission statement

Mission statement

PDN verzorgt voor de Nederlandse ondernemingen van Koninklijke DSM N.V. (DSM) en de daaraan (voormalige) verbonden ondernemingen de pensioenen wegens ouderdom en arbeidsongeschiktheid voor werknemers en gewezen werknemers in Nederland, alsmede de pensioenen voor de nabestaanden van overleden werknemers en gewezen werknemers.

Het fonds tracht een maximale uitvoering van de missie te waarborgen door de volgende doelen na te streven:

De middelen van PDN worden op een verantwoorde wijze belegd teneinde zo veel als mogelijk de verplichtingen na te komen en de door sociale partners afgesproken toeslagambitie te realiseren tegen een door PDN als acceptabel bepaald risiconiveau. De financiering vindt plaats conform de met de werkgever overeengekomen uitvoeringsovereenkomst.

PDN wil een betrouwbare partner voor deelnemers en pensioengerechtigden zijn. Daartoe heeft PDN de intentie om de deelnemers en de pensioengerechtigden zo goed mogelijk te informeren. PDN streeft ernaar dat de deelnemers en pensioengerechtigden de regeling kennen, een helder beeld hebben van de risicohouding van PDN en realistische verwachtingen kunnen koesteren ten aanzien van de uitvoering van de regeling.

1.2 Pensioenregelingen

PDN kent drie pensioenregelingen. De pensioenregelingen worden hieronder kort toegelicht.

Basispensioenregeling

Voor de deelnemers van PDN geldt een voorwaardelijke middelloonregeling op basis van een uitkeringsovereenkomst. De pensioenregeling van PDN houdt in 2020 op hoofdlijnen het volgende in:

§ Opbouw van ouderdomspensioen met 1,738% (niveau 2020) per jaar over de pensioengrondslag, gedefinieerd als het vaste jaarsalaris gemaximeerd op het grensbedrag zoals bedoeld in artikel 18ga Wet op de Loonbelasting 1964 (€ 110.111 - niveau 2020) verminderd met de franchise.

§ De franchise is vastgesteld op € 14.167 (niveau 2020). De aanspraken op ouderdomspensioen kennen een pensioenrichtleeftijd van 67 jaar.

§ De pensioenregeling (uitkeringsovereenkomst) voorziet naast ouderdomspensioen in (tijdelijk) partnerpensioen en wezenpensioen op opbouwbasis en arbeidsongeschiktheidspensioen en aanvullend partnerpensioen op risicobasis.

Prepensioenspaarregeling

Een aantal (gewezen) deelnemers hebben bij PDN een prepensioen (PPS)-saldo (voorheen prepensioenkapitaal) opgebouwd. Met dit PPS-saldo kunnen (gewezen) deelnemers een PPS-uitkering inkopen. De PPS-uitkering gaat

(24)

overgebleven PPS-saldo wordt met inachtneming van de fiscale wet- en regelgeving gebruikt voor extra ouderdomspensioen en partnerpensioen. De PPS-regeling is een gesloten regeling en kent een eigen beleggingsbeleid dat, gezien de korte looptijd, defensief van aard is en gericht is op kapitaalsbehoud.

Nettopensioenregeling

PDN voert een vrijwillige nettopensioenregeling uit voor het vaste en variabele jaarsalaris dat uitgaat boven

€110.111 (niveau 2020). De nettopensioenregeling houdt op hoofdlijnen het volgende in:

§ Een vrijwillige premieovereenkomst waarin inleg plaatsvindt op basis van een fiscale, leeftijdsafhankelijke staffel en het (pensioengevend) jaarsalaris boven het bovengenoemde grensbedrag.

§ De deelnemer kan daarbij kiezen om alleen over het vaste (pensioengevend) jaarsalaris boven het bovengenoemde grensbedrag pensioen op te bouwen of ook over het variabele (pensioengevend) jaarsalaris boven het bovengenoemde grensbedrag.

§ Het nettopensioenkapitaal, zijnde de ingelegde nettopensioenpremies verhoogd met de voor beheer- en transactiekosten gecorrigeerde maandelijkse rendementen, wordt belegd conform een leeftijdsafhankelijke beleggingsmix. De leeftijdsafhankelijke beleggingsmix is gebaseerd op de matching- en rendementsportefeuille van de basisregeling van PDN.

§ Op pensioendatum dient de (gewezen) deelnemer een keuze te maken tussen een stabiele of een variabele uitkering. Indien de (gewezen) deelnemer geen keuze maakt, wordt er standaard een stabiele uitkering ingekocht.

§ Gedurende het deelnemerschap biedt de nettopensioenregeling een nettopartnerpensioen, nettowezenpensioen en premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid op risicobasis. Voor deze risicoverzekeringen betaalt de deelnemer risicopremies. De deelnemer kan ervoor kiezen om af te zien van het nettopartnerpensioen op risicobasis. Hierdoor komt er meer premie beschikbaar voor de deelnemer voor pensioenopbouw.

Toeslagverlening

De basispensioenregeling, de prepensioenspaarregeling en de stabiele nettopensioenuitkering kennen een voorwaardelijk recht op toeslagverlening. PDN streeft ernaar om op de opgebouwde pensioenaanspraken van (gewezen) deelnemers en de ingegane pensioenen van de pensioengerechtigden jaarlijks een toeslag te verlenen. Voor deze voorwaardelijke toeslagverlening is geen reserve gevormd en wordt geen premie betaald.

Een eventuele toeslagverlening wordt uit het beleggingsrendement gefinancierd.

De variabele nettopensioenuitkering wordt jaarlijks aangepast aan de behaalde resultaten op beleggingsrendement, sterfteresultaat en levensverwachting. De resultaten worden over vijf jaar uitgesmeerd in de uitkering.

(25)

1.3 Organisatiestructuur en fondsorganen

De onderstaande figuur illustreert de organisatiestructuur van PDN en de fondsorganen die onderdeel maken van deze structuur.

Bestuur

Het bestuur is verantwoordelijk voor het besturen van het pensioenfonds. Hierbij besteedt het bestuur aandacht aan de bepaling van het strategisch beleid, de uitbesteding en de bewaking en bijsturing van de uitvoering van het beleid. De belangrijkste taken en verantwoordelijkheden van het bestuur zijn vastgelegd in de statuten.

Het bestuur is paritair samengesteld en vertegenwoordigd de (sub)geledingen werkgever, werknemers (actieve en gewezen deelnemers) en pensioengerechtigden. Het bestuur bestaat uit acht leden:

§ vier bestuursleden worden voorgedragen door DSM Nederland B.V.;

§ twee leden worden voorgedragen door de centrale ondernemingsraad (COR) van DSM Nederland B.V.

en;

§ twee leden worden benoemd na verkiezing uit en door de pensioengerechtigden.

(26)

De leden worden door het bestuur voor een periode van vier jaar benoemd. De zittingsduur van de bestuursleden is gemaximeerd op een aaneengesloten periode van twaalf jaar. Maximaal 50% van de bestuurszetels binnen een geleding kan worden ingevuld door externen. Deze externe bestuursleden hoeven geen deelnemer te zijn (geweest) dan wel pensioengerechtigde te zijn van PDN.

In 2020 traden twee bestuursleden regulier af. De beide bestuursleden zijn opgevolgd door twee nieuw toegetreden bestuursleden. Twee bestuursleden zijn herbenoemd, één met ingang van 1 juli 2020 en één met ingang van 1 januari 2021.

Dagelijks bestuur

Het bestuur heeft een dagelijks bestuur (DB) aangewezen. Het dagelijks bestuur bestaat uit de voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter. De plaatsvervangend voorzitter wordt eveneens aangewezen door het bestuur. Het DB is aanspreekpunt voor de raad van toezicht, het verantwoordingsorgaan, de werkgevers, sociale partners en de centrale ondernemingsraad (COR). Daarnaast onderhoudt het DB contacten met De Nederlandsche Bank (DNB), Autoriteit Financiële Markten (AFM) en andere externe relaties van PDN en representeert PDN naar buiten. Het DB draagt zorg voor het aansturen van de procesgang en taakverdeling over de diverse (bestuurs)commissies, geldt als kennisdrager op het gebied van de governance van PDN en is verantwoordelijk voor de opzet en werking hiervan. Daarnaast is het DB verantwoordelijk voor vergaderplanning, uitbesteding en voor de externe communicatie.

Bestuurscommissies

Om op specialistische vraagstukken in te kunnen spelen en voor de voorbereiding van de bestuurlijke besluitvorming, laat het bestuur zich op een aantal deskundigheidsgebieden adviseren. Het bestuur heeft daartoe onder meer twee bestuurscommissies ingesteld: de Commissie Beleggingen en de Commissie Pensioenen

& Communicatie. Beide commissies bestaan, inclusief een bestuurslid die voorzitter is van de betreffende commissie, uit drie (bij voorkeur) paritaire bestuursleden. De uitvoeringsorganisatie DPS faciliteert en ondersteunt beide commissies. De Commissie Beleggingen wordt daarnaast ondersteund door twee externe beleggingsdeskundigen.

De Commissie Beleggingen adviseert het bestuur over het strategisch beleggingsbeleid en heeft de rol van monitoring en evaluatie ten aanzien van de uitvoering van het beleggingsbeleid. De Commissie Pensioenen &

Communicatie heeft tot taak het monitoren, informeren en adviseren over onderwerpen of ontwikkelingen die gerelateerd zijn aan het pensioen(juridisch) beleid, actuarieel beleid, communicatie- en IT beleid.

Sleutelfunctiehouders

In lijn met de Europese wet- & regelgeving (IORP II) heeft het fonds een sleutelfunctiehouder Risicobeheer, Actuarieel en Interne Audit:

§ De sleutelfunctiehouder Risicobeheer is een bestuurslid. Hij adviseert over de inrichting van het risicobeheer en ziet toe op de effectiviteit van het risicobeheermodel van PDN, waaronder begrepen het beleid en de bestuurlijke processen en procedures. Het Risico-Overleg ondersteunt de sleutelfunctiehouder Risicobeheer bij de uitvoering van zijn rol. Het risico-overleg vindt enkele keren per jaar plaats en is samengesteld uit een representanten van de Commissie Beleggingen en de Commissie Pensioenen & Communicatie, de sleutelfunctiehouder en sleutelfunctievervuller Risicobeheer.

(27)

§ De sleutelfunctiehouder Actuarieel is een ingehuurde externe deskundige die onder andere toezicht houdt op de berekening van de technische voorzieningen en de betrouwbaarheid en adequaatheid daarvan beoordeelt. Ook beoordeelt de sleutelfunctiehouder Actuarieel de gedragslijn voor het aangaan van pensioenverplichtingen en of het risicobeheer doeltreffend wordt toegepast.

§ De sleutelfunctiehouder Interne Audit is een ingehuurde externe deskundige die als beleidsbepaler behoort tot de kring van bestuursleden en deelneemt aan de bestuursvergaderingen, echter zonder stemrecht. Hij toetst de werking van het risicobeheer, ziet toe op de werking van de administratieve organisatie en interne beheersing en toetst of bij de totstandkoming en opvolging van het beleid de interne procedures en processen zijn nagevolgd. Hiertoe worden separate interne audits gehouden met rapportage aan het bestuur. De auditbegeleidingscommissie ondersteunt de sleutelfunctiehouder Interne Audit

Compliance Officer

De Compliance Officer ziet toe op naleving van de gedragsregels van PDN en draagt bij aan de bevordering van bewustwording ten aanzien van integriteitsrisico’s en risico’s op belangenverstrengeling. De compliance functie wordt door een onafhankelijke Compliance Officer ingevuld en is ondergebracht bij de afdeling Corporate Operational Audit van DSM.

De rapportage van de Compliance Officer is opgenomen in hoofdstuk 9.

Raad van toezicht (RvT)

Het intern toezicht bij PDN is vormgegeven door een RvT. De RvT bestaat uit minimaal drie en maximaal vier onafhankelijke deskundigen. De RvT houdt toezicht op het beleid van het bestuur en op de algemene gang van zaken bij PDN en beoordeelt of PDN beschikt over een adequate risicobeheersing en een evenwichtige belangenafweging. De RvT fungeert ook als klankbord voor het bestuur. De RvT legt verantwoording af over de uitvoering van de eigen taken en de uitoefening van de toegekende bevoegdheden aan het VO en aan de werkgever en in het bestuursverslag.

De RvT heeft diverse bevoegdheden om de taken te kunnen uitvoeren. De RvT richt zich in hoofdzaak op de strategisch belangrijke besluiten van het bestuur. Deze strategische besluiten, als meest zwaarwegende en verstrekkende besluitvorming, worden onderworpen aan de goedkeuring van de RvT. Zo vallen onder de reikwijdte van de RvT onder meer de goedkeuring van de besluiten van het bestuur tot vaststelling van het bestuursverslag en de jaarrekening, de profielschets voor bestuurders, het beloningsbeleid (met uitzondering van de RvT zelf), de liquidatie, fusie of splitsing van PDN en de omzetting van PDN in een andere rechtsvorm.

De RvT beoordeelt het functioneren van het bestuur als geheel en toetst bestuursleden bij (her)benoeming aan het profiel. Bij de bestuursvergaderingen en commissies kunnen RvT-leden afwisselend als toehoorder aanwezig zijn.

In 2020 hebben geen wijzigingen plaatsgevonden in de samenstelling van de RvT.

De bevindingen van de RvT zijn opgenomen in hoofdstuk 10.

(28)

en het sluiten, wijzigen of beëindigen van de uitvoeringsovereenkomst. Ook heeft het VO de bevoegdheid om jaarlijks een oordeel te geven over het handelen van het bestuur en het door het bestuur uitgevoerde beleid in het betreffende jaar en de beleidskeuzes voor de toekomst.

In totaal bestaat het VO uit acht leden waarbij de zetelverdeling tussen vertegenwoordigers van pensioengerechtigden en van werknemers is gebaseerd op de onderlinge getalsverhoudingen van deze groepen deelnemers binnen PDN. Als gevolg daarvan komt het zetelaantal van de pensioengerechtigden uit op vier. Voor de werknemers bedraagt dat aantal twee, terwijl het zetelaantal van de werkgevers is vastgesteld op twee. Bij de benoeming van VO-leden worden de betreffende kandidaten vooraf getoetst aan de hand van vastgelegde deskundigheidseisen en een competentieprofiel. Deze eisen liggen op het deskundigheidsniveau A.

Om de continuïteit in het VO te bewaren, besloot het VO in 2018, gesteund door het bestuur, tot het vervroegen van de verkiezingen voor de VO-leden gekozen namens werknemers en pensioengerechtigden. Dit om een aspirant-periode voor de nieuwgekozen leden mogelijk te maken. In 2019 vonden de vervroegde verkiezingen plaats, waardoor drie aspirant-leden toetraden. In 2020 traden drie VO-leden af en zij werden opgevolgd door deze drie leden. Tevens wijzigde het voorzitterschap van het VO. In begin van 2021 is een lid afgetreden en opgevolgd door een van de gekozenen in de verkiezingen van 2019.

Het oordeel van het VO is opgenomen in hoofdstuk 10.

1.4 Uitvoering

Pensioenuitvoeringsorganisatie

De uitvoering van het pensioen- en vermogensbeheer is door het bestuur uitbesteed aan DSM Pension Services (DPS). Naast de uitvoering adviseert DPS PDN bij de voorbereiding van het beleid en ondersteunt de verschillende fondsorganen.

De uitbesteding vindt plaats op basis van een Dienstverleningsovereenkomst (DVO). In 2020 is de DVO herijkt en is een nieuwe DVO, met een looptijd van 5 jaar, afgesloten tussen DPS en PDN. In de DVO zijn de diensten en de kwaliteit hiervan vastgelegd en nader uitgewerkt in een gedetailleerde Service Level Agreement (SLA) en met Key Performance Indicators (KPI’s).

DPS rapporteert aan PDN over alle door DPS uitgevoerde risicoanalyses gericht op de administratieve organisatie.

Deze risicoanalyses worden op basis van een jaarplan periodiek uitgevoerd. Naast deze interne door DPS uitgevoerde risicoanalyses en de door de afdeling Corporate Operational Audit (COA) van DSM uitgevoerde controlewerkzaamheden, vinden jaarlijks audits plaats door de externe accountant en de SFH Interne Audit.

De uitvoeringsorganisatie stelt jaarlijks een ISAE 3402-rapportage op met de procedures en controles die zijn geïmplementeerd. De opzet en het bestaan van de procedures en de werking van de controles van de uitvoeringsorganisatie worden jaarlijks gecontroleerd door een externe accountant. De resultaten van de ISAE Type II controlewerkzaamheden worden gedeeld met het bestuur. Jaarlijks beoordeelt het bestuur de toereikendheid van de scope van ISAE 3402 Type II verklaring van DPS.

(29)

PDN heeft CACEIS aangesteld als custodian voor het bewaren van effecten. Daarnaast zijn diverse andere activiteiten, waaronder derivaten clearing, security lending en tax reclaim neergelegd bij CACEIS. Aan deze uitbesteding ligt een DVO en een SLA ten grondslag, waarin de diensten en de kwaliteitsvereisten verder zijn uitgewerkt. Jaarlijks wordt de ISAE 3402 Type II verklaring van CACEIS beoordeeld door DPS ten behoeve van PDN.

Naar aanleiding van de overname van KAS BANK door CACEIS, voerde het bestuur in 2019 een evaluatie van CACEIS uit, waarbij de diensten vergeleken zijn met die van andere partijen in de custody markt. In 2020 is besloten de samenwerking met CACEIS voort te zetten.

Pensioenfederatie

PDN is lid van de Pensioenfederatie (PF) en vindt een actieve bijdrage aan de PF van groot belang. Om deze reden is PDN via de uitvoeringsorganisatie DPS actief aangesloten bij de PF. Zo maakt de directeur van DPS deel uit van het bestuur van de PF en levert DPS in de diverse commissies en werkgroepen van de PF een actieve bijdrage. In 2020 namen daarnaast bestuursleden van PDN deel aan voorlichtingsbijeenkomsten van de PF.

1.5 Governance beleid

Geschiktheidscriteria

Het bestuur is verantwoordelijk voor de competenties en deskundigheid van de leden van de fondsorganen. Het bestuur besteedde, evenals in voorgaande jaren, ook in 2020 aandacht aan geschiktheid en deskundigheidsbevordering door middel van het volgen van individuele opleidingen en het bijwonen van themadagen en workshops. De door PDN gestelde geschiktheidseisen zijn opgenomen in het Beleidsplan Geschiktheid en liggen individueel voor alle gebieden minimaal op niveau A en voor de afzonderlijke aandachtsgebieden op niveau B, zoals omschreven in de Handreiking geschikt pensioenfondsbestuur van de PF.

Voor bestuursleden die zitting hebben in de Commissie Beleggingen gelden bovendien de vereisten die DNB hanteert in zijn Guidance normenkader verwachte beleggingskennis. In 2020 is het beleidsplan geschiktheid herijkt en nieuw vastgesteld.

Succession planning

Het bestuur draagt zorg voor de continuïteit van kennis en kunde binnen het bestuur als collectief door middel van een orderlijke succession. Daar waar mogelijk wordt de succession planning van het bestuur gecombineerd met de planning van het VO. De regie voor het opleiden van kandidaten is in handen van het DB. In het kader van succession besloot het bestuur te gaan werken met aspirant-VO- en bestuursleden in de periode van de interne goedkeuring door het bestuur en de RvT tot de externe goedkeuring van DNB. In 2020 is het aspirant- bestuurslidmaatschap toegepast in zowel het bestuur als het VO met oog op (toekomstige) wisselingen in de samenstelling van beide fondsorganen.

Zelfevaluatie

Het bestuur is kritisch over het eigen functioneren. Het bestuur besprak in 2019 in een aantal Board Room Dynamics sessies het eigen functioneren als collectief. Daarbij liet het bestuur zich begeleiden door externe

(30)

3 BELEID

elke bestuursvergadering worden de Board Room Dynamics van de bijeenkomst kort geëvalueerd door één van de bestuursleden.

In 2020 is een gebundelde aanpak voor (zelf)evaluaties van de fondsorganen geïnitieerd, die in het eerste kwartaal van 2021 is afgerond. Hierbij is tevens de in 2019 nieuw geïntroduceerde IORP II sleutelfunctiehouder structuur en commissiestructuur geëvalueerd.

Code Pensioenfondsen

Het bestuur vindt de Code Pensioenfondsen van groot belang en heeft de aanbevelingen en best practices vanuit de Code ingebed in de bedrijfsvoering en in dit bestuursverslag. Om de naleving van de Code Pensioenfondsen op een volledige en gestructureerde wijze te toetsen, zijn de normen vertaald naar een checklist voor het bestuursverslag. Deze is als bijlage integraal aan het jaarverslag toegevoegd.

PDN voldoet aan alle normen, behalve de norm voor één lid jonger dan 40 jaar in het bestuur. PDN maakt gebruik van de in de Code benoemde discretionaire bevoegdheid om voor het VO een maximale zittingstermijn van 12 jaar te hanteren. PDN is van mening dat de begrenzing van een zittingstermijn van de VO-leden een goede zaak is en dit recht doet aan de intentie van vernieuwing zodat de samenstelling meer divers wordt.

Diversiteitsbeleid

Het bestuur vindt diversiteit in het bestuur en de andere fondsorganen van PDN, in termen van kennis en competenties enerzijds en leeftijd en geslacht anderzijds, van belang. Bij de samenstelling wordt gestreefd dat het bestuur zoveel mogelijk een afspiegeling vormt van het deelnemersbestand, waarbij de bestuursleden ook complementair zijn en competenties en invalshoeken inbrengen die elkaar aanvullen. Hierbij wordt gestreefd dat in het bestuur ten minste één vrouw, één lid jonger dan 40 jaar en één lid ouder dan 40 jaar plaatsnemen.

Bij de vervulling van een vacature zal aan deze aspecten verhoogde aandacht worden besteed. In geval van gelijke geschiktheid genieten kandidaten die zorgen voor (meer) diversiteit in het bestuur de voorkeur.

Momenteel zijn er drie vrouwelijke bestuursleden in het acht leden tellende bestuur. Er is geen bestuurslid jonger dan 40 jaar. Er zijn momenteel twee vrouwelijke RvT-leden van het drie leden tellende orgaan. Ook in de RvT hebben geen personen onder de 40 jaar zitting. Het VO kent twee vrouwelijke leden en twee leden onder de 40 jaar. Twee van de drie fondsorganen van PDN hebben een vrouwelijke voorzitter. Gegeven de beschreven doelstelling voor meer jongere beleidsmakers heeft het bestuur de intentie om binnen een termijn van 3 jaar tenminste 1 persoon onder de 40 in het bestuur op te nemen. Het bestuur heeft hiertoe een stappenplan diversiteit als bedoeld in de Code Pensioenfondsen opgesteld. In het stappenplan wordt rekening gehouden met de bestaande bestuurssamenstelling en de zittingstermijnen. Het bestuur evalueert de doelstellingen en de effectiviteit van dit stappenplan periodiek.

Gedragslijn Verwerking Persoonsgegevens Pensioenfondsen

In 2019 heeft de Pensioenfederatie de Gedragslijn Verwerking Persoonsgegevens Pensioenfondsen vastgesteld.

Met de Gedragslijn wil de Pensioenfederatie de volgende doelen bewerkstelligen:

• uniforme en specifieke gedragslijnen voor Pensioenfondsen voor het Verwerken van Persoonsgegevens;

• inzicht geven aan personen van wie Persoonsgegevens door Pensioenfondsen verwerkt (zullen) worden;

• bijdragen aan de transparantie over de uitgangspunten die door de Pensioenfondsen worden gehanteerd

(31)

Deze gedragslijn geldt per 1 juli 2019 en pensioenfondsen wordt gevraagd over het verslagjaar 2020 voor het eerst uit te leggen of en hoe PDN voldoet aan de normen in de Gedragslijn. Naar aanleiding van het publiceren van de Gedragslijn heeft PDN zijn gegevensbeschermingsbeleid in lijn gebracht met de Gedragslijn. In 2020 is in samenwerking met DPS en de sleutelfunctiehouder Interne Audit onder meer geëvalueerd in welke mate PDN voldoet aan de eisen uit Algemene Verordening Gegevensbescherming. Hieruit volgen een aantal verbeterpunten die PDN samen met DPS in 2021 verder zal oppakken. Ultimo 2021 voert de Sleutelfunctiehouder Interne Audit van PDN een interne audit uit op de naleving van de AVG en de Gedragslijn door PDN.

Integriteitsbeleid

PDN streeft een integere bedrijfsvoering na en heeft hiervoor een integriteitsbeleid opgesteld. Het integriteitsbeleid heeft als doel te voorkomen dat de integriteit van PDN en daarmee mogelijk het financiële stelsel als geheel, negatief wordt beïnvloed door het niet integer handelen van aan PDN verbonden personen.

Om die reden omvat het integriteitsbeleid naast de specifieke activiteiten ook de activiteiten van aan PDN gelieerde derden aan wie diensten zijn uitbesteed.

De gedragscode van PDN is verplicht van toepassing op alle verbonden personen, te weten de (aspirant-)leden van het bestuur, de sleutelfunctiehouder Interne Audit, de externe beleggingsadviseurs en de (aspirant-)leden van het VO en de RvT-leden. Aan PDN gelieerde derde partijen, waaronder de uitvoeringsorganisatie DPS, externe sleutelfunctiehouders en -vervullers en externe vermogensbeheerders, vallen niet onder de gedragscode. Uitgangspunt bij de selectie van gelieerde derde partijen is dat deze partijen beschikken over een eigen gedragscode die minimaal gelijkwaardig is aan de gedragscode van PDN.

Binnen de gedragscode is een insiderregeling ingericht. In 2020 is een herijking van de insidersregeling geïnitieerd. Hieruit is voortgevloeid, dat het bestuur heeft besloten om de reikwijdte van de insidersregeling te verbreden tot alle bestuursleden, RvT-leden, Sleutelfunctiehouder Risicobeheer en SFH Interne Audit, de Compliance Officer en de externe adviseurs van de Commissie Beleggingen.

Klokkenluidersregeling

PDN is als ondernemingspensioenfonds gelieerd aan DSM. PDN heeft zich aangesloten bij de klokkenluidersregeling van DSM. Een beknopte weergave van deze regeling is terug te vinden in de incidentenregeling. Verdergaande informatie over deze regeling is terug te vinden op de website van DSM (whistleblowing) en daarmee voor alle aan PDN verbonden personen en gelieerde derde partijen toegankelijk.

Klachten en geschillen

PDN streeft ernaar om de pensioen-gerelateerde diensten op een zo effectief mogelijke wijze uit te voeren. Het bestuur luistert naar de mening en inzichten van belanghebbenden en derden. Als een (gewezen) deelnemer of pensioengerechtigde het niet eens is met de uitvoering van het reglement door de uitvoeringsorganisatie en er na overleg nog steeds ontevredenheid bestaat, kan direct met PDN contact worden opgenomen. PDN heeft een eigen klachten- en geschillenregeling opgesteld voor klachten die naar de mening van de deelnemer niet

(32)

PDN handelde in 2020 twee klachten af die via de Ombudsman Pensioenen binnenkwamen. Bij deze klachten kwam de Ombudsman Pensioenen tot de conclusie dat zij niet kan bemiddelen. Daarnaast zijn twee verzoeken behandeld van gewezen deelnemers. Zij verzochten PDN om, op basis van de hardheidsclausule in het pensioenreglement van PDN, in aanmerking te komen voor premievrije pensioenopbouw wegens arbeidsongeschiktheid en/of arbeidsongeschiktheidspensioen. De Commissie Klachten & Geschillen heeft de verzoeken en de persoonlijke situatie van de betrokkenen afgewogen, maar wees de verzoeken desondanks af.

Beloningsbeleid

Het bestuur voert een beheerst en duurzaam beloningsbeleid. Aan (voormalige) bestuurders zijn geen leningen verstrekt door PDN. Tevens is geen sprake van vorderingen op (voormalige) bestuurders. PDN heeft geen medewerkers in dienst. Voor de inzet van de (aspirant)bestuursleden, RvT-leden en externe adviseurs is een beloning en onkostenvergoeding van toepassing. In het beloningsbeleid is tevens de vergoeding voor (aspirant-) VO-leden geregeld.

In 2020 is de Europese wet- en regelgeving voor het duurzaamheidsbeleid verwerkt in het beloningsbeleid.

In het beloningsbeleid is zeker gesteld dat de beloningen beheerst zijn en in redelijke verhouding staan tot de gedragen verantwoordelijkheden, de aan de functie gestelde eisen en het tijdsbeslag. Prestatiegerelateerde beloningen en ontslagvergoedingen vinden niet plaats. De beloningen worden toegelicht in paragraaf 6.5.4 van de jaarrekening.

Klachten en geschillen 2020 2019

Lopend (begin jaar) 0 1

Nieuw 4 3

Afgehandeld 4 4

Klachten/geschillen 0 0

(33)

2.1 Beleggingsbeleid

PDN maakt gebruik van een zogeheten Integraal Balans Management (IBM) proces. Binnen de aanpak van IBM wordt de samenhang tussen het vermogen en de pensioenverplichtingen als startpunt van de strategische besluitvorming genomen. Op basis van de langetermijn strategische doelstellingen is een helder risicokader samengesteld waarin is verwoord welke te nemen risico’s passend zijn voor de realisatie van deze doelstellingen.

Het bestuur heeft de risicohouding en de nagestreefde strategische doelstellingen vastgelegd en voor de periode van de komende pensioenovereenkomst afgestemd met sociale partners. Voorafgaand hieraan is de risicohouding getoetst bij de deelnemers en pensioengerechtigden via een deelnemersonderzoek.

In 2020 is een Asset Liability Management (ALM) studie uitgevoerd om het strategische beleggingsbeleid te herijken. Hierbij is het economisch wereldbeeld opnieuw beoordeeld. Daarnaast zijn de sturings- en monitoringsvariabelen geëvalueerd en waar nodig aangepast alsmede grenswaarden hierop, waarbij bij overschrijding hiervan het strategisch beleggingsbeleid zal worden herbeoordeeld. De voornaamste conclusies uit deze ALM-analyses zijn opgenomen in paragraaf 3.3.

In 2020 zijn voor alle bestaande beleggingscategorieën investment cases opgesteld. In deze investment cases is tevens bepaald of de betreffende beleggingscategorie passend is om onderdeel uit te maken van het strategische beleggingsbeleid. Daarnaast worden de belangrijkste aspecten die samenhangen met beleggen in de betreffende beleggingscategorie behandeld zoals benchmarks, kaderstelling en duurzaamheid. De gemaakte keuzes met onderbouwing hiervoor, worden in deze investment cases vastgelegd en vormen daarmee een soliede basis voor evaluatie achteraf. Iedere investment case zal periodiek worden geëvalueerd.

In het Beleggingsplan wordt de strategische normportefeuille verder gespecificeerd naar normwegingen per beleggingscategorie en worden benchmarks en uitvoeringskaders vastgelegd. Op basis van het beleggingsplan vindt de uitvoering van het beheer plaats. In lijn met de IBM-aanpak zijn de beleggingen ingedeeld naar kernportefeuilles (matchingportefeuille of rendementsportefeuille) met elk een eigen doelstelling.

2.1.1 Positionering en behaalde beleggingsrendement

De onderstaande tabel geeft de waarde van de beleggingsportefeuilles weer. Tevens staan hierin de strategische weging en de bandbreedtes die hieraan gekoppeld zijn. De portefeuille van PDN heeft zich gedurende 2020 altijd binnen de gedefinieerde bandbreedtes bevonden. Indien in dit jaarverslag over rendement van de beleggingen van het fonds wordt gesproken, betreft dit het nettorendement. PDN betaalt de kosten van alle diensten van DPS via een integrale factuur, deze kosten zijn daarmee niet verwerkt in het nettorendement.

(34)

In de volgende tabel is het rendement over 2020 weergegeven. De delta in deze tabel geeft het verschil aan tussen het portefeuille rendement en het benchmark rendement en geeft daarmee de relatieve performance.

De bijdrage geeft het portefeuille rendement vermenigvuldigd met het gewicht dat hoort bij de kernportefeuille of beleggingscategorie.

In 2020 hebben alle beleggingscategorieën een positief absoluut rendement behaald met uitzondering van beursgenoteerd vastgoed en hoogrentende obligaties. Dit is best bijzonder als gekeken wordt naar de forse koerscorrectie in het eerste kwartaal van 2020 als gevolg van de COVID-19 pandemie. In het vervolg van 2020 heeft een fors herstel plaatsgevonden waardoor de absolute resultaten weer positief zijn geworden. Per saldo is een portefeuillerendement behaald van 4%. De benchmark liet een rendement zien van 4,5%. PDN kende daarmee over 2020 een underperformance van 0,5%. Binnen de matchingportefeuille werd een licht positief relatief resultaat behaald gedragen door de beleggingscategorieën inflation-linked bonds en erfpacht. Binnen de rendementsportefeuille kwam de underperformance volledig uit aandelen.

Strategische

€ mln weging weging Ondergrens Bovengrens

Matchingportefeuille 4.409 57,1% 55,0% 50,0% 60,0%

Nominale staatsleningen 1.805 40,9% 44,5% 37,1% 51,9%

Inflation-linked bonds 780 17,7% 14,8% 7,4% 22,2%

Investment grade credits 683 15,5% 14,8% 7,4% 22,2%

Hypotheken* 1.026 23,3% 23,3%

Erfpacht* 115 2,6% 2,6%

Rendementsportefeuille 3.360 43,5% 45,0% 40,0% 50,0%

Valuta overlay 26 0,8%

Aandelen 1.756 52,3% 50,6% 35,6% 65,6%

Hoogrentende Obligaties 582 17,3% 20,3% 10,1% 30,4%

Beursgenoteerd Vastgoed 365 10,9% 10,1% 0,0% 20,3%

Alternatieve Beleggingen 631 18,8% 19,0% 9,0% 29,0%

Liquiditeiten -44 -0,6% 0,0% -2,0% 5,0%

Totaal 7.725 100,0% 100,0%

*De illiquide beleggingen in de matchingportefeuille (hypotheken en erfpacht) kennen een normweging gelijk aan de feitelijke weging.

Beleggingen 2020 ultimo 2020 Bandbreedte

Rendement 2020 Portefeuille Benchmark Delta Bijdrage

Matchingportefeuille 6,2 6,0 0,2 3,7

Nominale staatsleningen 7,4 7,5 -0,1 1,8

Inflation-linked bonds 6,6 6,1 0,5 0,6

Investment grade credits 3,0 2,8 0,2 0,3

Hypotheken 2,6 3,7 -1,1 0,3

Erfpacht 27,2 11,8 15,4 0,7

Rendementsportefeuille 1,3 3,0 -1,7 0,5

Bijdrage valuta overlay 1,9 1,9 0,0 0,8

Aandelen 1,1 4,3 -3,2 0,2

Hoogrentende Obligaties -1,0 -1,5 0,5 -0,1

Beursgenoteerd Vastgoed -12,5 -13,7 1,2 -0,7

Alternatieve Beleggingen 3,5 2,4 1,1 0,3

Liquiditeiten - - - -

Totaal 4,0 4,5 -0,5 4,0

(35)

Langetermijnbeleggingsresultaat

In onderstaande grafiek zijn de jaarlijkse absolute rendementen sinds 2000 weergegeven (blauwe balken). We zien dat in vier van de twintig jaar een negatief rendement is behaald en in zestien jaar een positief rendement is behaald. Het gemiddelde 5-jaars rendement per eind 2020 komt uit op 5,5% op jaarbasis. Het gemiddelde 10- jaars rendement bedraagt per eind 2020 6,8% op jaarbasis.

PDN streeft ernaar om ook op uitvoerend niveau waarde toe te voegen, door middel van actief beheer. In onderstaande grafiek is het gemiddelde langetermijn nettorendement te zien ten opzichte van de benchmark.

Hieruit blijkt dat PDN op middellange en langetermijn meerwaarde heeft behaald als gevolg van het gevoerde actieve beleid.

-20%

-15%

-10%

-5%

0%

5%

10%

15%

20%

2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020

% Historisch rendement PDN

Jaarrendement 5 jr gem 10 jr gem

0,0%

2,5%

5,0%

7,5%

10,0%

2020 3-jaars gem. 5-jaars gem. 10-jaars gem. 30-jaars gem.

% Lange termijn rendement PDN

PDN Benchmark

(36)

2.1.3 Renteafdekking

De doelstelling van de renteafdekking is om de nominale rentegevoeligheid van de verplichtingen deels af te dekken. De omvang van de renteafdekking is dynamisch bepaald met gebruikmaking van een rentestaffel en afhankelijk van het niveau van de nominale 10-jaars swaprente. Gedurende 2020 wordt de strategische renteafdekking van PDN vormgegeven door de onderdelen van de matchingportefeuille. Indien gebruik gemaakt wordt van een swapoverlay om het beoogde afdekpercentage te bereiken wordt deze passief ingevuld en heeft als doel het niveau van de renteafdekking van de andere onderdelen van de matchingportefeuille aan te vullen en om de curvepositioneringen te beheren binnen de geldende kaders. In 2020 is geen gebruik gemaakt van een swapoverlay.

Gedurende 2020 gold een strategisch afdekkingspercentage van 31% op basis van de UFR-methodiek. Eind 2020 besloot het bestuur om over te stappen van een UFR-afdekking naar een marktwaarde renteafdekking in 2021.

Het afdekkingspercentage op basis van marktwaarde afdekking is vastgesteld op 26% van de nominale verplichtingen, hetgeen overeenkomt met de afdekking van 31% op basis van UFR in 2020. De reden voor de overstap is onder andere gelegen in het feit dat de verschillen met de UFR-renterisico’s relatief klein zijn geworden door de aanpassing van de UFR door de DNB, welke geleidelijk in de tijd zal worden geïmplementeerd.

Verder is een marktwaarde-afdekking operationeel minder complex in de uitvoering en monitoring. Ten slotte heeft het bestuur besloten om het curverisico te beheren en te monitoren op basis van vier looptijdsegmenten (voorheen acht).

2.1.4 Matchingportefeuille

De matchingportefeuille heeft als doelstelling de nominale renteafdekking van PDN vorm te geven. Binnen de in het Beleggingsplan opgenomen bandbreedtes is er beperkt ruimte voor DPS om actief beheer te voeren binnen de matchingportefeuille. De matchingportefeuille bevat de volgende onderdelen: nominale staatsleningen, inflation linked bonds, investment grade credits, Nederlandse hypotheken en erfpacht.

De matchingportefeuille behaalde in 2020 een rendement van 6,2% en de benchmark een rendement van 6,0%

waardoor een beperkt positief relatief rendement is behaald van 0,2%. Dit resultaat werd vooral gerealiseerd door de positieve resultaten van de inflation-linked bonds en erfpacht. De hypotheken bleven achter als gevolg van het feit dat de spreads ten opzichte van Nederlandse staatsobligaties beperkt zijn opgelopen.

Nominale staatsleningen

In 2020 daalden de langetermijnrentes over een breed front. De gehele Duitse en Nederlandse rentecurve noteerde eind 2020 negatief. Dat wil zeggen dat alle looptijden van 1 tot en met 30 jaar een negatieve rente noteerden. Gedurende het jaar zijn renteniveaus 0,3%-punt (10 jaar) tot 0,5%-punt (30 jaar) gedaald. Met name in de eerste maanden van het jaar is de rente fors gedaald door de marktreactie op COVID-19. Dit gold ook voor de Verenigde Staten. Hier daalde de 10-jaars rente, met name in het eerste kwartaal fors en zakte in de zomer van 2020 zelfs tot een niveau van 0,5%. Na het dieptepunt in augustus liep de Amerikaanse 10-jaars rente vanaf het niveau van 0,5%-punt weer op naar een niveau van 0,91% eind 2020. Per saldo is een absoluut rendement van 7,4% behaald voor de nominale staatsleningenportefeuille, ten opzichte van een benchmarkrendement van 7,5%.

(37)

Inflation-linked bonds

In 2020 hebben we in eerste instantie te maken gehad met afnemende inflatieverwachtingen samenhangend met de afnemende economische groeiverwachting als gevolg van COVID-19. In de tweede helft van 2020 zagen we de inflatieverwachting weer wat oplopen, met name ook in de VS. De benchmark van de inflatieportefeuille behaalde over 2020 een rendement van 6,1%. De portefeuille zelf behaalde een rendement van 6,6% in deze periode. De positieve relatieve resultaten van 0,5% binnen de inflation-linked bonds werd voor een belangrijk deel gerealiseerd door landenselectie.

Investment grade credits

De investment grade credits in de matchingportefeuille lieten een rendement noteren van 3,0%, met name als gevolg van de dalende rente. De krediet-opslag ten opzichte van staatsleningen fluctueerde in 2020 sterk, maar veranderde uiteindelijk niet. De benchmark noteerde een positief rendement van 2,8%. De portefeuille presteerde daarmee in 2020 0,2% beter dan de benchmark.

Hypotheken en erfpacht

Binnen de matchingportefeuille zitten ook een tweetal minder liquide beleggingscategorieën: hypotheken en erfpacht. Door de allocatie naar Nederlandse hypotheken wordt een verbeterde diversificatie binnen de matchingportefeuille bereikt in combinatie met een aantrekkelijke risico premie voor illiquiditeit. Hypotheken hebben een absoluut rendement laten zien van 2,6%. Het rendement komt vooral voort uit rente-inkomsten. In 2020 liep de risicopremie op hypotheken beperkt op, waardoor hypotheken over 2020 een lager rendement behaalden dan de Nederlandse staatsobligatie benchmark met een vergelijkbare looptijd als de hypothekenportefeuille. Het rendement van de benchmark kwam uit op 3,7%.

De erfpachtportefeuille bestaat uit een beperkt aantal projecten in Nederlandse binnensteden, waarbij het fonds eeuwigdurende erfpachtcanons ontvangt, welke jaarlijks geïndexeerd worden met de Nederlandse inflatie.

Deze erfpachtbeleggingen liet een absoluut rendement zien van 27,2%. Dit komt door een forse daling van de reële rentecurve waartegen de erfpachtbelegging wordt gewaardeerd. De inflation-linked obligatie benchmark met langste looptijd, die als benchmark wordt gebruikt, liet een stijging zien van 11,8%.

2.1.5 Rendementsportefeuille

De doelstelling van de rendementsportefeuille is om voldoende rendement te behalen om de toeslagambitie waar te maken. Door middel van actief beleid wordt binnen de toegestane risicoruimte gestreefd om extra rendement na kosten te behalen en/of een lager risicoprofiel te bewerkstelligen. De rendementsportefeuille is onderverdeeld in de deelportefeuilles aandelen, hoogrentende obligaties, beursgenoteerd vastgoed en alternatieve beleggingen. In 2020 was het totaalrendement beperkt tot 1,3%. Dit was lager dan de benchmark die een rendement van 3,0% noteerde. Het verschil in rendement kwam met name door de behaalde resultaten binnen de beleggingscategorie aandelen. Binnen hoogrentende obligaties en beursgenoteerd vastgoed werd een beperkt positief relatief resultaat gerealiseerd.

(38)

Aandelen

De internationale aandelenmarkten hebben een zeer volatiel jaar achter de rug. Na een positieve start in de eerste weken van 2020 lieten de aandelenmarkten aan het einde van het eerste kwartaal een zeer sterke terugval zien, nadat duidelijk werd dat er sprake was van een wereldwijde pandemie met zeer ingrijpende economische gevolgen. Ondanks lockdowns, het tot stilstand komen van bepaalde delen van de economie en de grote onzekerheid over de duur van de pandemie, lieten de aandelenmarkten vanaf het tweede kwartaal een herstel zien. Dit vertrouwen werd gevoed door adequaat ingrijpen van centrale banken en overheden, door middel van ongekende stimuleringsmaatregelen. Daarnaast was er de hoop dat er spoedig vaccins tegen COVID- 19 ontwikkeld zouden worden. Andere grote gebeurtenissen in 2020, zoals de Amerikaanse presidentsverkiezingen en Brexit, hadden een beperkte invloed op de aandelenmarkten.

De totale aandelenportefeuille sloot het jaar af met een rendement van 1,1%. Het benchmarkrendement bedroeg over dezelfde periode 4,3%. Hierdoor is een negatief relatief resultaat gerealiseerd van 3,2%. Met name door de aandelenportefeuille VS. De underperformance in de VS (-8,2%) is te verklaren uit de gehanteerde defensieve beleggingsstrategie gebaseerd op factoren. De factoren kwaliteit en lage volatiliteit droegen beide sterk bij aan dit negatieve resultaat. In 2020 kwamen de positieve resultaten met name vanuit de grote IT-bedrijven, welke vanuit de gehanteerde factorbenadering een lager aandeel hebben in de portefeuille. De aandelenportefeuilles in de regio’s Europa, Pacific Rim en Emerging Markets behaalden een benchmark resultaat van respectievelijk - 3,2%, 2,7% en 8,5%, waarbij Europa een underperformance behaalde van 2% en de twee andere regio’s een outperformance van 0,5%.

Hoogrentende obligaties

De obligaties in de rendementsportefeuille omvatten beleggingen in Europese en Amerikaanse high yield obligaties en obligaties in Emerging Markets. Het absoluut rendement van de totale hoogrentende obligatieportefeuille binnen de rendementsportefeuille kwam uit op –1,0% versus een benchmarkresultaat van -1,5%. Door de relatief sterke euro in 2020 versus vrijwel alle andere valuta’s zagen we dat met name (non- euro)obligaties tot een negatief absoluut resultaat leidden. De resultaten uit valuta-afdekking worden separaat gepresenteerd. De relatieve resultaten in deze beleggingen komen vrijwel volledig uit titelselectie en bij Emerging Markets ook uit landenselectie. In 2020 behaalde Europese high yield een positief relatief resultaat van 1,5% en Emerging Markets Debt van 2,0%, terwijl US high yield een negatief relatief resultaat behaalde van -1,5%.

Beursgenoteerd vastgoed

De beursgenoteerde vastgoedportefeuille behaalde in 2020 een negatief rendement. Het beursgenoteerde vastgoed werd behoorlijk negatief beïnvloed door de pandemie en het hiermee gepaard gaande negatieve marktsentiment. Ook de waardestijging van de euro ten opzichte van de dollar zette het euro rendement van wereldwijd beursgenoteerd vastgoed onder druk. Over het hele jaar behaalde de beursgenoteerde vastgoedportefeuille een rendement van -12,5%. Het benchmarkrendement bedroeg -13,7%. Alle onderliggende regio’s droegen bij aan het positieve relatieve resultaat, waarbij er sprake is van een positieve bijdrage uit zowel landenallocatie als fondsselectie.

Alternatieve beleggingen

PDN investeert binnen de rendementsportefeuille in alternatieve beleggingen, zoals niet beursgenoteerd vastgoed en infrastructuur. Het betreft fondsen met een laag of gematigd risico profiel. Illiquide beleggingen zijn voor PDN interessant als langetermijnbelegging vanwege de illiquiditeitspremie die kan worden verdiend

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Wij hebben geen materiële afwijkingen geconstateerd ten aanzien van de waardering van de beleggingen voor risico pensioenfonds zonder genoteerde marktprijzen per 31 december 2021

afgelopen jaar worden de technische voorzieningen en dekkingsgraad per 31 december 2021 gebaseerd op de door DNB gepubliceerde RTS per 31 december 2021 waarin de nieuwe

[r]

In geval van scheiding heeft de gescheiden echtgeno(o)t(e) of geregistreerd partner van de (gewezen) deelnemer of gepensioneerde recht op verevening van het ouderdomspensioen

 De werkgevers zullen tijdig aan het pensioenfonds alle gegevens verschaffen die nodig zijn om jaarlijks de pensioenrechten van en de premies voor arbeidsongeschikten en

In afwijking van lid 7 wordt het tijdelijk partnerpensioen voor een Partner van een overleden Gewezen Deelnemer op wie direct voorafgaand aan het overlijden artikel 15 van

De leden van de Raad van Toezicht worden benoemd door de Raad van Toezicht zelf op voordracht van het bestuur en met een advies van het Verantwoordingsorgaan. Wat doet de Raad

• Volgens de criteria van DNB heeft het fonds momenteel nog steeds bestaansrecht (door bestuur onderzocht in voorjaar