• No results found

Huwelijksrecht en huwelijksgebruiken in Mandailing (Tapanoeli)

door

BOERHAMOEDDIN.

Inleiding

Nemen we het hedendaagsch huwelijkrecht van Mandailing in beschouwing, dan zien we in dit rechtsinstituut eenig dualisme.

Aan den eenen kant hebben we bestanddeelen van het zuiver in-heemsche recht, aan den anderen kant die van het Mohamme-daansche recht. Het is een gelukkig verschijnsel, dat de eerste nog altijd overwegend zijn. Of dit in de toekomst zoo zal blijven, betwijfel ik ten zeerste. Want hoe hechter het Islamisme zich vast-zet onder de inboorlingen, hoe eerder het inheemsche recht het veld zal ruimen. Zoo is tegenwoordig het inheemsche recht geheel verdrongein voorzoover betreft de huwelijkssluiting, welke ge-schiedt voor den kali; en de vraag of een huwelijk al dan niet wet-tig is, wordt natuurlijk door dezelfde autoriteit beantwoord. Be-staat er daarentegen kwestie over de djoedjoer (welke later ver-minkt is tot koopsom), dan moet deze beslist worden door de macht door de adat aangewezen, dus door personen, die hun be-voegdheid ontleenen aan het adatrecht.

Wanneer we den eenvoudigen kampongman b.v. vragen: „Hoe staat het met de financieele verhouding tusschen twee echtgenoo-ten", dan zal hij probeeren ons tevreden te stellen met het ant-woord: „Volgens de adat is het zus, en volgens het Moslimsch recht is het zoo". Maar nooit zal hij een rechtstreeksch antwoord op de vraag geven.

Ik stel me voor in dit artikel het zuiver inheemsche huwelijks-recht te behandelen. Voor het Mohammedaansche huwelijks-recht verwijs ik naar de bestaande leerboeken.

HUWELIJKSRECHT EN HUWELIJKSGEBRUIKEN ENZ, 19 KARAKTER VAN HET HUWELIJK.

a. Verboden huwelijken. Er bestaat in Mandailing een zeer streng verbod van trouwen in de marga (stam). Hierbij is men niet ver-plicht buiten het dorp te gaan trouwen, immers de bewoners van een dorp vormen eenige marga's, zooals beneden zal blijken.

Strafrechtelijk bestaat er geen sanctie voor de eerbiediging van dit verbod. De naleving er van wordt gewaarborgd door den over-treder te verbannen uit de adat. Een zeer streng verbod m.i. en niet evenredig met het gekrenkte rechtsbelang. We kunnen ons voorstellen de hardheid van een straf, waarbij men uitgesloten wordt van elke aangelegenheid, welke op de adat berust. En als men dan nog bedenkt, dat men in een kleine gemeenschap als een dorp op elkander is aangewezen, als men bedenkt, dat de straf voor een klein vergrijp ons tot het graf vervolgt, dan is het niet meer dan een daad van billijkheid en recht als men deze uiterst harde straf zoo gauw mogelijk afschaft.

Mij is een geval bekend, waarbij iemand, die met een marga-ge-noot getrouwd was, het leven zoo moeilijk werd gemaakt, dat hij tenslotte zijn vrouw van zich liet scheiden. Zelfs de gezegende toe-stand, waarin zijn vrouw verkeerde, mocht hem niet van zijn daad weerhouden.

Of er verbodsbepalingen bestaan wegens te nauwen graad van bloedverwantschap is niet met zekerheid te zeggen. Een huwelijk tusschen broer en zuster is weliswaar verboden, maar daar deze ook margagenooten zijn, zou men kunnen zeggen, dat dit verbod gebaseerd is op het margagenootschap. Zuster's dochter daaren-tegen is van een andere marga, en toch is een huwelijk met zus-ter s dochzus-ter verboden. Waarom, weet men niet.

Men beweert, dat trouwen buiten de marga zeer aan te bevelen 's; familiekwalen, zwakheden en gebreken worden er door ge-weerd. Zoo dit waar is, dan heeft men in Tapanoeli een ideaal nuwelijkstelsel. In de gevallen, waarin men met zijn z.g. baroe oelang (d.j. dochter van moeder's broeder) trouwt, zijn de

voor-eelen, aan een exogaam stelsel verbonden, geheel illusoir ge-maakt. Trouwen met een baroe toelang beoogt versterking der

eeds bestaande bloedverwantschap door aanhuwelijking.

b. Is het huwelijk vaderrechtelijk? Het is m.i. twijfelachtig of het huwelijk in Mandailing wel vaderrechtelijk is. Er zijn zooveel factoren en aanwijzingen; waaruit blijkt, dat de vrouw op voet van gelijkheid staat met den man, dat twijfel over het vaderrech-telijk karakter niet ongerechtvaardigd is. Vermogensrechvaderrech-telijk is de vrouw de gelijke van den man. De vrouw behoudt hetgeen zij in het 'huwelijk heeft aangebracht; de man blijft eigenaar van hetgeen hij bezit; wat staande het huwelijk verkregen is, wordt in geval van ontbinding van het huwelijk in gelijke helften verdeeld. Men volgt getrouw den adatrechtelijken regel: „Barang di baok di baok poe-lang, barang di dapek di tinggalkan, barang ditjari dibagi doeo".

c Alle kinderen uit het huwelijk geboren, behooren tot de mar-ga van den vader. Is de vader b.v. van de marmar-ga Loebis, zoo zijn alle kinderen Loebis.

VORMEN VAN HET HUWELIJK.

Het huwelijk, zooals het zich in den loop der tijden heeft ont-wikkeld, kunnen we verdeelen in: a het huwelijk in de oudheid, dat vormloos was, b het schaakhuwelijk, dat wel een vorm had, doch zeer primitief en c ons hedendaagsch stelsel.

a. Het huwelijk in de oudheid was geheel vormloos. Verplichting tot cohabitatie bestond er niet. De man was niet gebonden aan één vrouw, terwijl deze op haar beurt betrekkingen onderhield vandaag met den eenen man, morgen met den anderen al naar ge-lang van den persoon tot wien zij zich aangetrokken voelde. Het begrip vaderschap kende men niet, alleen 't moederschap was be-kend.

b. Later had de maatschappij behoefte aan een huwelijksvorm, vooral ter wille van het vaderschap. Men kreeg het z.g. schaakhu-welijk. Deze vorm was tot voor kort in Mandailing nog bekend.

Hierbij hebben we niet te denken aan schaking in den zin van ons wetboek van strafrecht. Wat men in Mandailing pleegt te betite-len met schaakhuwelijk was niet anders dan het habetite-len der bruid met haar toestemming en die van haar ouders, doch zonder me-deweten van de bloed- en aanverwanten. De jongelieden van het dorp plachten dan het wegloopen te verhinderen. Eerst na het

ver-IN MANDAILver-ING (TAPANOELI) 21 vullen van een bepaalden eisch werd den bruidegom en bruid

door-tocht gelaten.

Men ziet, dat dit schaakhuwelijk niets uit te staan heeft met het-geen men gewoonlijk onder schaakhuwelijk verstaat. Maar men mag aannemen, dat dit slechts een vervorming is; het schaakhu-welijk in zijn ware gedaante moet vroeger wel bestaan hebben.

HUWELIJKSAANZOEK.

Voor ik tot behandeling van dit onderwerp overga, gaat een kor-te schets van de inrichting van een dorp vooraf. De bewoners van een dorp worden gegroepeerd in: /. Namora's, 2. Bajo bajo's, 3 Natoras, 4 Goroek goroek kapinis.

1. Tot de Namora's behooren de Radja en diens bloedverwan-ten. Deze groep behoort tot die marga, welke in 't dorp de over-wegende partij vormt. In Klein Mandailing, waar de hoofdmarga gevormd wordt door den stam Loebis, behooren de Namora's tot de marga Loebis. Enkele uitzonderingen zijn hierop bekend. Zoo behooren in het dorp Batoeng — een dorp gelegen in Klein Man-dailing — de Namora's tot den stam der Nasoetions, niettegen-staande Klein Mandailing, zooals boven gezegd, overwegend Loe-bis is. De oorzaak hiervan is historisch te verklaren, maar behoort niet tot het bestek van dit artikel. In Groot Mandailing daarente-gen is de marga Nasoetion overwedaarente-gend, daar wordt derhalve de groep der Namora's gevormd door de marga Nasoetion.

2. De groep der Bajo bajo's bestaat uit die menschen, welke behooren tot een andere marga dan de Namora's en die adellijk genoeg zijn om in het huwelijk te kunnen treden met de dochters der Namora's. In Klein Mandailing behooren de Bajo bajo's der-halve — met uitzondering van het dorp Botoeng — hetzij tot de marga Dalimoente, hetzij tot eenige andere marga.

Van den kant der Namora's beschouwd, zijn de Bajo bajo's, die menschen, aan wien hun dochters ten huwelijk mogen worden gegeven. Den Bajo bajo's pleegt men de benaming te geven van pangalenan of paroetangan (letterlijk: zij die ontvangen of zij die schuldig zijn). De naam paroetangan dankt zijn ontstaan aan het

feit, dat de paroetangan eenige verplichtingen heeft jegens zijn schoonouders, gelijk ik beneden zal uiteen zetten.

3. Natoras beteekent letterlijk oud, in ons geval beteekent het door de adat als oude aangemerkt (na di patobang ni adat). De Natoras is in adataangelegenheden de vertegenwoordiger van zijn groep, van zijn marga. Als regel zal men in een dorp net zooveel Natoras aantreffen als er marga's zijn.

In den tijd, toen het dorp nog een pagaran was, waren het die Natoras tezamen, die van ergens een Radja riepen om over hen te heerschen. De Natoras, die tot de marga van den Radja behoort, noemt men Anggi ni Radja, alle andere Natoras' zijn tevens Bajo bajo's.

4. De Goroek goroek kapinis zijn te vergelijken met wat men noemt adjudant van den een of ander hooggeplaatst persoon. Hun taak is om aan te kondigen, wanneer de bagas na godang

(woning van den Radja) geopend is voor adataangelegenheden.

Goroek goroek beteekent letterlijk sluiten, ontsluiten, dus de ba-gas na godang ontsluiten.

Deze inrichting van het dorp neemt in het adatrecht een zeer belangrijke plaats in. Men kan geen adatrechtelijke feestelijkheid, geen adataangelegenheid bedenken, of het margastelsel treedt in zijn volle beteekenis naar voren. In huwelijkszaken in 't bijzonder is de belangrijkheid van dit instituut niet te miskennen. Vandaar dan ook, dat, wie het huwelijksrecht van Mandailing behandelt, dit instituut niet onaangeroerd kan voorbijgaan.

Bij het huwelijksaanzoek onderscheidt men huwelijksaanzoek onder den adel en huwelijksaanzoek onder 't gewone volk (halak na bahat). Verschil in stand brengt geen verandering in het wezen van het huwelijksaanzoek. Alleen zijn onder den adel de plechtig-heden veel grootscher, daarom zal ik de eerste tot onderwerp van bespreking nemen.

Bij het huwelijksaanzoek treden de ouders op den achtergrond, het margastelsel op den voorgrond. Het aanzoek begint met een z.g. manjisik njisik, d.w.z. men begint eerst poolshoogte te nemen, verkenning te doen om te zien of in 't naburige dorp een geschikt meisje is te vinden. Daartoe wenden eenige bajo bajo's van de

IN MANDAILING (TAPANOELI) 23

ouders van het jongmensch zich tot de bajo bajo's van de Namora van 't naburige dorp, waarop men het oog heeft. De bajo bajo's geven dan het doel van hun komst te kennen en verzoeken hun gastheeren de boodschap aan de ouders van het meisje over te brengen. Dit alles geschiedt in figuurlijke taal en de welsprekend-heid, hierbij aan den dag gelegd, is soms bewonderenswaardig.

Ook om grofheid en allen schijn van koophandel te vermijden, be-hoort het huwelijksaanzoek niet tot de zaak der ouders.

Is een toestemmend antwoord verkregen, dan volgt een tweede stadium van het huwelijksaanzoek, het zoogenaamde patogoe habar (hechter maken der besprekingen) en de bekende martandang. Het jongmensch volgt de bajo bajo's naar het huis van 't meisje, de bajo bajo's zetten de besprekingen voort. De huwelijkscandidaten krijgen hierbij gelegenheid elkaar te leeren kennen. Voor het hu-welijk is noodzakelijk wederzijdsche genegenheid; een groot ver-schil dus met een Moslimsen huwelijk, waar de wali moedzbir alles beslist.

Bij de martandang zijn behalve de huwelijkscandidaten eenige zoons van de natoras van het dorp aanwezig. Ook andere jongelui maken van deze schoone gelegenheid dikwijls gebruik om er eeni-ge eeni-gezellieeni-ge en prettieeni-ge uurtjes door te breneeni-gen. Als versnapering geldt bij deze martandang de sirih. Kunnen de huwelijkscandida-ten het met elkaar eens worden, dan volgt de verloving,. De weder-keerige geschenken zijn evenredig aan de welgesteldheid der ver-loofden. Als geschenken door 't meisje aan het jongmensch' aan-geboden worden genoemd: armbanden, oorbellen, haarspelden enz.; van manszijde: een kris, een ring, kleedingstukken enz. De zoons der natoras zijn getuige van deze verloving.

De verloving bindt de jongelui geenszins. Ieder, zoowel jonge-ling als jonge dochter, is bevoegd de verloving te verbreken. Wie de schuld ervan draagt, verliest zijn geschenken. Kinderverloving is in Mandailing wel bekend. Doel is hierbij om een huwelijksaan-zoek van elders te voorkomen. Deze kinderverloving staat bekend onder de term habit parambit. Het uitwendig teeken hiervan is het aanbieden van een kain van manszijde.

Het derde stadium van het huwelijksaanzoek is de publicatie, als men het zoo mag uitdrukken. De Radja en alle Namora's en

alle bloed- en aanverwanten komen tezamen ten huize der bruid.

Van manszijde komen ook de ouders van het jongmensch en de bajo bajo's die alle voorbereidingen hebben verricht, benevens eenige bloedverwanten. Het is bekend, dat naar de opvatting der ouden bij samenkomsten veel gesproken moet worden. Maar zoo ooit, dan is het bij dit derde stadium van het huwelijksaanzoek, dat veel en goed gesproken wordt. Redenaarstalenten komen hier-bij tot uiting, figuurlijke aanduiding der dingen wordt immer in acht genomen. Personen, die daarvoor in aanmerking komen, heb-ben een spreekbeurt te vervullen. Om een denkbeeld te hebheb-ben van de wijze, waarop die spreekbeurten worden vervuld en hoe de rollen worden verdeeld en om aan het geheel een levendig karakter te geven, zal ik aan dit anderdeel van het huwelijksrecht een apart hoofdstuk wijden, getiteld: