• No results found

JE HUIS BESCHERMEN TEGEN EMV'S EN 5G Larry Gust

In document Geachte leden van het bestuur en de raad, (pagina 178-195)

Larry Gust is een gecertificeerd specialist op het gebied van schimmel, chemicaliën en elektromagnetische straling. Hij begon ooit met een opleiding tot elektrotechnisch ingenieur en daarna tot

organisatiedeskundige. Vanaf 1967 werkte hij als procesontwikkelaar bij Dow Chemical, van 1969 tot 1992 als manager van de afdeling Kwaliteitsbeheersing bij Mobil Oil. In 1987 werden zowel hij als zijn vrouw ziek in verband met hun woon- en werksituatie. Larry Gust volgde van 1988 tot 1992 de opleiding Binnenklimaat aan het Bouwbiologisch Instituut in Florida (BUILDINGBIOLOGYINSTITUTE.ORG). Sinds 1996 is hij werkzaam als bouwbiologisch adviseur en docent. Hij richtte enkele firma's en een website op:

GUSTENVIRO.COM. Larry Gust is nu voorzitter van de bestuursraad van het Bouwbiologisch Instituut.

Josh: Fijn om weer met je te praten, Larry. We spraken elkaar volgens mij voor het eerst in 2013 in Los Angeles, toen we bezig waren met een vroege versie van mijn documentaire Take Back Your Power. Het was geweldig je toen te ontmoeten. Je hebt levensreddend werk gedaan voor een hoop mensen op jouw gebied. Hoe ze hun huis veiliger kunnen maken. Dat is bij iedereen op deze Top een van de belangrijkste onderwerpen. Ik ben erg benieuwd naar dit gesprek. Jij gaat de bronnen van EMV-straling benoemen, een voor een. En daarna bespreken we specifieke oplossingen, de dingen die jij voor je klanten doet.

Wat is bouwbiologie?

Josh: Je bent van het middelbaar en hoger management bij Mobil Oil naar het verbeteren van de levens van mensen gegaan. Voor hoeveel klanten, hoeveel mensen, hoeveel gezinnen zou je zeggen dat je als bouwbioloog hebt gewerkt?

Larry Gust: Oei, het is 26 jaar. Moeilijk om te zeggen. 2500, 2000, zoiets ongeveer. Eerst in Atlanta, Georgia. Verder San Diego. Daarna Los Angeles. Nu het wijde gebied rondom Los Angeles.

Josh: Wat is bouwbiologie?

Larry Gust: Bouwbiologie is na de Tweede Wereldoorlog in Duitsland ontstaan. Bepaalde mensen – architecten, mensen in de bouw, leefomgevingsgerichte artsen – merkten een slechtere gezondheid bij mensen die werkten met naoorlogse constructiemethoden en materialen. Ze concludeerden dat het nodig was om dat te bestuderen. Dat vormde de aanzet tot het ontstaan van de bouwbiologie.

Denk maar eens aan de verschillende betrokken disciplines. Die zijn doorgaans redelijk verkokerd, men praat niet met elkaar. Maar bouwbiologie brengt ze samen. Wij kunnen dus naar alle verschillende aspecten kijken en met een aanpak komen voor het binnenmilieu die meer op gezondheid is gericht.

Eerst en vooral kijken we naar woonhuizen. Maar het gaat zeker ook op voor bedrijven.

Josh: Kun jij zeggen dat EMV, elektromagnetische straling, het belangrijkste aandachtspunt voor bouwbiologen is geworden?

Larry Gust: Jammer genoeg is dat waar. Weet je, ik heb het hele gamma van de bouwbiologie

doorlopen. Dat wil zeggen: schimmel, meeldauw, chemicaliën, stof, vocht. Maar tegenwoordig maakt elektromagnetische vervuiling het leeuwedeel uit van mijn praktijk. Want het is zo alom aanwezig. En het is zo problematisch.

Een kooi van draad

Josh: Laten we eens bekijken wat er zoal is. Vertel ons eens waar de elektromagnetische straling waar we in onze huizen mee te maken hebben vandaan komt.

Larry Gust: Ik noem het kunstmatige elektromagnetische straling. Want je hebt ook natuurlijke elektromagnetische straling, afkomstig uit de ruimte en van de Aarde. Daar zijn we allemaal mee opgegroeid. Ons lichaam is eraan gewend om daarmee om te gaan. Maar niet met die kunstmatige straling.

Die straling komt in de vorm van wat ik netstraling noem. Dat komt mee met de elektriciteit die je in je huis hebt, via de leidingen in de muur voor de kamerverlichting en dergelijke. Die vormen – stel je het maar eens voor – een wirwar van draden, een kooi van draad in de muren en soms ook de vloer en de plafonds. Een kooi die jou omgeeft.

Dat geeft bepaalde soorten straling. Daar zullen we het nog over hebben als we bij de details komen.

10 of 15 jaar terug was dat allemaal erg belangrijk. Ik ben daar, zoals gezegd, al zo'n 26 jaar mee bezig.

Door zulke situaties aan te pakken hebben we voor een hoop verbetering in de gezondheid van mensen kunnen zorgen.

Maar met de komst van het draadloze tijdperk is er van buitenaf radiofrequente straling –

hoogfrequente straling, telecomstraling – in onze leefomstandigheden gekomen. De mensen hebben die technologie omarmd. Ze hebben hun eigen omgeving vervuild via de apparaten die ze kopen en in hun huis halen. Spul dat hen feitelijk ziek maakt – of dat op den duur zal doen.

Dat zijn dus al twee gebieden. Maar laat me daaraan toevoegen dat je met je elektriciteitsnet ook magnetische velden hebt. Dat komt van de bedrading af. Buiten kun je ook te dicht in de buurt van magnetische velden komen. Plus dan de elektrische velden die van de bedrading af komen.

Het komt door de manier waarop we onze huizen hiermee voorzien hebben. We hadden het ook anders kunnen doen, maar dat hebben we niet gedaan. Geloof het of niet, maar met alle elektronica kwamen er bepaalde apparaten waarvoor we de term niet-lineaire voeding gebruiken. Die veroorzaakt wat we vuile elektriciteit noemen, transiënten. Bij ons heet het elektrische microsurge-vervuiling. De industrie heeft lange tijd de benaming elektromagnetische interferentie ofwel EMI gehanteerd. EMI zegt feitelijk iets over hoe die vuile elektriciteit het functioneren van apparaten kan storen, en niet zozeer iets over mensen.

Josh: Dus je hebt ten eerste velden afkomstig van het elektriciteitsnet: elektromagnetische straling in verband met het lichtnet in onze huizen, de bedrading en het magnetisch veld dat daarvan uitstraalt, plus vuile elektriciteit of vuile stroom die er een onderdeel van is. En ten tweede heb je de

telecomstraling, radiofrequente straling – RF.

Larry Gust: Ja, klopt.

Olifant in de kamer

Josh: Kun je iets vertellen over de radiofrequente bronnen en die kant van de zaak belichten?

Larry Gust: Het is de olifant in de kamer geworden. Je moet bekijken waar het vandaan komt. Je hebt het gebruikelijke telecomsysteem, in principe bestaand uit het 3e-generatiesysteem, ofwel 3G; dan het 4e-generatiesysteem, ofwel 4G; en nu de uitrol van het 5e-generatiesysteem, ofwel 5G. Hier op de Top bespreek jij vooral het laatste. Dat komt van buiten je huis. Daar kun je in principe niets tegen doen, behalve jezelf afschermen. Ik denk dat we het daar straks nog over hebben.

Josh: Maar je kunt ook actie ondernemen, en het gesprek aangaan met de regering, en bijeenkomsten organiseren. Maar goed, we hebben het nu over reduceren. Want daar hebben mensen vragen over. Ze zeggen: 'Je kunt er niets tegen doen.' Dat is wat ik vaak hoor. Maar je kunt het dus wel degelijk

reduceren.

Larry Gust: Ja, maar om nog even door te gaan op wat je net zei. We moeten in elke afzonderlijke staat tot aan het hoogste bestuursniveau gaan, en zorgen dat in elke staat protest wordt aangetekend tegen het feit dat lokale vrijheden ons worden ontnomen. Met alle staten samen hebben we de middelen en

de juristen voor verzet tegen de landelijke overheid. Zodat we kunnen zorgen dat er iets gedaan wordt aan die telecomwetten die sinds 1996 gelden. Plus alles wat daaruit voortvloeit en waardoor de overheid de mensen in de gemeentes kan vertellen wat ze wel en niet mogen doen.

Maar dat is even apart van wat ik voor de rest te zeggen heb. Het is van levensbelang dat mensen uit hun stoel komen en actief iets gaan doen in hun gemeente. Want nu gebeurt het allemaal.

Josh: Precies. Hoeveel zorgen maak jij je om de uitrol van 5G?

Larry Gust: Ik ben zeer bezorgd over 5G. Want verpakt in dat zogenoemde 5G zit het onlangs openbaar geworden gegeven dat ze 4G-antennes op 5G-opstelpunten gaan zetten. Er is nogal verschil tussen 4G en 5G. 5G werkt alleen bij een vraag naar verkeer met zeer veel data, bijvoorbeeld video. Maar 4G is wat we nu al hebben, dat werkt de hele tijd door. En dat krijg je nu dus buiten je huis vlak bij je slaapkamerraam. Dat is een verontrustend negatief aspect aan wat ze van plan zijn.

Elektriciteitsnet en draadloosheid

Josh: Goed, twee gebieden dus. Ten eerste de straling in verband met het elektriciteitsnet. En ten tweede alle draadloosheid, de radiofrequente straling. Laten we een en ander gaan benoemen. Wat betreft het elektriciteitsnet kennen we de slimme meters of het slimme meetsysteem, of hoe je het wilt noemen. Digitale meters dragen bij aan een hoger niveau van vuile elektriciteit, de transiënten waar we het over hadden.

Larry Gust: Ja, maar daarmee zit je tussen de bronnen binnenshuis en buitenshuis in. Zo'n meter zit bij jou op het huis, maar ook bij de buren. [In de VS zitten de meters buiten.] En de hoogfrequente RF die door de meters wordt uitgezonden is geen gering punt. Vooral als de meter van de buren recht tegenover jouw raam zit. En een zekere hoeveelheid uitgezonden RF komt op je bedrading je huis binnen. Zoals je daarnet zei: er is ook een aandeel vuile elektriciteit dat verband houdt met die meters.

Want je hebt een niet-lineaire voeding die de elektronica in de meter bedient, zodat ze kunnen doen wat ze moeten doen.

Maar vergeleken met alle overige bronnen van vuile elektriciteit in de huizen van buren en de

doorsneewoning van de meeste mensen tegenwoordig, is het aandeel van die meter niet speciaal groot.

Het heeft ons nog moeite gekost om de vuile elektriciteit ervan te vinden. De frequentie van het signaal is een stuk lager dan alle andere vuil en troep die er op de bedrading in je huis zit.

Maar het radiofrequente signaal is weer iets heel anders. Dat zat eerder nooit op de bedrading – voordat die meters er kwamen.

Josh: De radiofrequente energie schijnt de bedrading in het huis als een antenne te gebruiken. Dus met iedere pulsatie van de meter gaat het door het hele huis heen. Is dat iets dat je bent tegengekomen?

Larry Gust: Het komt op de bedrading, zeker. Maar ik weet niet of het hun bedoeling is om die ook als antenne te gebruiken.

Josh: Nee, niet functioneel gezien. Ik bedoel als bijverschijnsel.

Larry Gust: RF gaat op alles van metaal. Het gaat op de bedrading, op buizen, pijpen, de waterleiding.

Het verwarmingssysteem. Het volgt alle mogelijke geleidende routes door je hele huis heen.

Slimme meters

Josh: Wat raad jij mensen aan die een slimme meter op hun huis hebben zitten? Welke stappen kunnen ze wat dat betreft ondernemen?

Larry Gust: Bij ons in Californië heb je de mogelijkheid tot weigeren. Dat was een harde noot, die gekraakt werd door een burgerinitiatief dat tegen onze Commissie Openbare Voorzieningen vocht, tot ze capituleerden en weigering toelieten. Dat is ook zo in andere hoeken van het land. Maar in sommige

staten en gemeenten niet. Daar moet opnieuw met de Commissie Voorzieningen gestreden worden voor het recht op verwijdering van die meter. Dat is de allereerste stap.

Je zou de meter ook kunnen verplaatsen. Afhankelijk van hoeveel ruimte je hebt en of je eigenaar bent.

Maar wie betaalt er voor het verwijderen en verplaatsen naar een plek wat verder van je huis af? En scherm je hem dan af, zodat de meter niet richting je huis straalt? Dat heb ik bij één specifiek geval in Florida gedaan. Zo moet je ermee omgaan.

Er zijn bepaalde filtermethodes die we kunnen bespreken, voor het aandeel vuile elektriciteit op je hele stroomnet. Misschien doen we dat straks wel. Maar daarmee schoon je dus ook de vuile elektriciteit van de meter op.

Het is veel moeilijker om de straling van 1 gigahertz weg te filteren – of 2,4 gigahertz – wat die meters gebruiken. Want ze zenden of via het lokale netwerk in dat gebied naar het energiebedrijf, of ze communiceren met de apparaten in je huis. En de apparaten melden dan terug wat ze aan het doen zijn, die informatie gaat dan van het apparaat naar de meter. Dit is niet iets wat we hebben genoemd, maar dit vormt ook nog een interne bron in een huis met alle moderne apparatuur. Het is hetzelfde als je WiFi die uitzendt. En het zit in je koelkast, je wasmachine, je droger, overal in.

Je moet bij de aankoop van apparaten echt je best doen om uit te vinden of er zoiets in zit. De meeste mensen die in de verkoop werken weten niet waar je het over hebt – de verkoper of verkoopster in de winkel. Je moet zelf zien uit te vinden wat er wel of niet in een apparaat zit dat je wilt aanschaffen.

De trend is om dit overal in te stoppen. Dus het energiebedrijf kan dan je airco uitzetten als er een piek is in de vraag naar stroom. Ze kunnen je afsluiten als je hun niet bevalt of de rekening niet betaalt.

Zonder dat er ook maar iemand naar je huis toe komt.

Dat zijn dus de externe bronnen, buiten het telecomgedeelte.

We hebben niet besproken hoe het is, zoals in Californië, wanneer je dicht op elkaar woont. Ik zit op drie meter afstand van het huis van de buren. Wat als zij een fijn sterke WiFi hebben zitten aan de muur van hun huis die vlak bij mijn huis is? Dat is nog een externe bron die een probleem kan vormen.

Een DECT-telefoon of snoerloze huistelefoon die ze hebben kan ook problematisch zijn. Mensen zijn heel gesteld op dat soort telefoons. Je neemt hem gewoon mee, je loopt ermee naar buiten, en een meter of 30 verderop heb je nog altijd ontvangst. Die zijn door de jaren heen almaar krachtiger geworden om zulke prestaties te kunnen leveren.

Spaarlampen en LED's

Josh: Voor we ingaan op andere apparaten thuis die zenden, wil ik je iets over een ander gebied vragen. Wat zijn jouw gedachten over spiraalspaarlampen, spaarlampen in het algemeen, en al de overige boosdoeners betreffende het elektriciteitsnet? En ook toepassingen.

Larry Gust: Er zijn bepaalde zaken die ik net als jij en iedereen in huis heb. Bijvoorbeeld mijn computer. Die heeft een voeding die vuile elektriciteit veroorzaakt – die elektrische vervuiling met allemaal microsurges. Maar ik kan niet zonder computer.

Ik moet echter geen spaarlampen overal in huis hebben. Die heb ik weggehaald. Ik moet ook geen LED's met zo'n voeding hebben. Er zijn tegenwoordig ook LED's zonder voeding. Die werken rechtstreeks op de netspanning. Daarom geven ze geen vervuiling.

Je kunt ook nog altijd terug naar gewone gloeilampen. Die zijn nog wel ergens in de verkoop. Ik heb een voorraadje van verschillende sterkten. De reden hier is dat het lichtspectrum van spaarlampen en LED's niet echt bevorderlijk is voor de gezondheid van je ogen. Behalve dan als je dure LED's neemt. Je hebt LED's waaraan ze een vol spectrum hebben meegegeven. Daarin ontbreekt het rood niet. En het blauw is afgezwakt; want dat kan oxidatie in de ogen geven. Het betreft niet de elektromagnetische straling waar je normaal aan zou denken. Maar je wilt dit niet in je huis hebben – een hoop licht dat je

gezondheid op de lange duur schaadt.

Josh: Wat ik wel kan waarderen aan dit onderwerp is dat het zo veel lagen heeft. Er zijn zo veel

raakpunten met ons leven en zo veel verschillende soorten technologieën. Dus we moeten echt serieus over veiligheid en reduceren nadenken. Daarom heeft wat jij doet zo veel waarde.

Goed. Dus alles met een voeding draagt bij aan vuile elektriciteit. Bij de oplossingen later in het gesprek zullen we het over methoden hebben om die op te schonen. Laten we ons nu richten op bronnen van elektromagnetische straling in huis die we nog niet hebben besproken.

Larry Gust: Dat zijn er nogal wat. Eerlijk gezegd, zou je eigenlijk bijna wel een betaalbare RF-meter moeten kopen.

Josh: Precies. En wij bevelen de Cornet aan. Ik weet dat er ook een Acoustimeter is. En Safe Living Technologies heeft ook een kleine meter.

Larry Gust: Ja, de Safe and Sound-meter.

Josh: Inderdaad, veilig en goed. En Gigahertz Solutions heeft ook meters, als je een wat groter apparaat wilt.

Larry Gust: Ik denk dat de meeste mensen misschien meer hebben aan een meter met lichtjes die een bepaald gebied aangeven, in plaats van wat cijfers. Zo weet je in elk geval iets over de dingen die je in huis haalt. Je wist misschien niet eens dat die straling en pulsaties uitzenden.

Laptop en computer

Larry Gust: Nu wat je vraag betreft over wat er allemaal in je huis is. Het aantal zaken dat we in huis hebben is toegenomen. Eerst had je de WiFi-router. En de computer die draadloos verbinding maakt met de router. Dat werkt twee richtingen op. Je hebt de straling van je laptop of je computer naar de router. En je hebt de straling van de router terug naar je laptop of computer. Welke is het ergst?

Je zit recht tegenover je laptop of je computer en daar is het stralingsniveau 10.000, 20.000, 30.000 microwatt. Dat is een aanzienlijke straling.

Stel, je hebt een printer, en de router op je bureau, zoals bij de meeste mensen op kantoor. Een nieuwe router geeft 100.000 microwatt af. Mogelijk zelfs 200.000 boven op wat je computer uitstraalt.

Daarmee heb je op kantoor een heel hoog niveau van energiedichtheid.

Josh: Microwatt per vierkante meter, toch?

Larry Gust: Ja, microwatt per vierkante meter.

Josh: En wat zeggen de richtlijnen van de bouwbiologie? Je had het over 100.000 of 200.000 van een router.

Larry Gust: 1000 wordt als een uiterste gezien.

Josh: En daarboven moet je je dus zorgen maken?

Larry Gust: Ja. Van mij hoef je je totaal geen zorgen te maken als het onder 0,1 microwatt is. Maar dat bestaat tegenwoordig in vrijwel geen enkele situatie meer. Wat ik wil proberen, is om het bij mensen op 10 microwatt per vierkante meter te krijgen.

Josh: Op de Cornet-meter – dat is voor die mensen die er zo een hebben – zie je 1.00, dat is de

aanduiding voor 1.000 microwatt. Maar jij had het over nog lagere waarden, waar je op uit zou moeten zien te komen. Goed, WiFi-routers dus. En draadloze computers. Wat hebben we nog meer?

De apparaten op kantoor

Larry Gust: Wat heeft iedereen zo'n beetje op kantoor? Een snoerloze looptelefoon met ergens ook een basisstation. Dat is het apparaat dat met een stekker aangesloten is op het net van de

telefoonmaatschappij. Zij noemen het een wandcontact, geloof ik. Maar dat apparaat staat ergens en

zendt altijd uit. Dat ding geeft de meeste straling, zelfs als je niet belt. Het blijft signaal geven als je naar

zendt altijd uit. Dat ding geeft de meeste straling, zelfs als je niet belt. Het blijft signaal geven als je naar

In document Geachte leden van het bestuur en de raad, (pagina 178-195)