• No results found

BIOLOGISCHE EFFECTEN VAN ELEKTROMAGNETISCHE VELDEN Dr. Magda Havas

ENIGE VROEGE RAPPORTAGE

2. BIOLOGISCHE EFFECTEN VAN ELEKTROMAGNETISCHE VELDEN Dr. Magda Havas

Dr. Magda Havas behaalde haar Ph.D. aan de Universiteit van Toronto en deed postdoctoraal onderzoek aan de Cornell-universiteit. Inmiddels is ze emeritus professor van de instituten voor milieu en

gezondheid van de Trent-universiteit in Peterborough, Ontario. Magda Havas doet onderzoek naar de biologische effecten van niet-ioniserende elektromagnetische velden (EMV's). Ze heeft een belangrijke hoeveelheid historisch onderzoek onder haar beheer, het archief van Dr. Zory Glaser, en doet daarvan verslag op haar website, MAGDAHAVAS.COM. Er staan meer dan 180 publicaties op haar naam en ze is mederedacteur/auteur van vier boeken, waaronder 'Public Health SOS: The Shadow Side of the Wireless Revolution'. Magda Havas kreeg internationale erkenning voor zowel vroeger werk betreffende zure regen en verontreiniging door metalen als huidig onderzoek naar elektrosmog en elektromagnetische therapie. Ze gaf meer dan 360 lezingen in 30 landen en op 24 universiteiten of colleges.

Josh: Vandaag heeft Dr. Magda Havas zich bij ons gevoegd. Zij is al vele jaren toonaangevend in het onderzoek naar elektromagnetische velden en gezondheid. Dr. Havas, dank dat u hier vandaag bij ons bent.

Dr. Havas: Tot genoegen.

Josh: Ik wil me eerst graag bezighouden met uw geschiedenis en ook met essentiële informatie over de wetenschappelijke kennis die er is. Dan verder met wat we kunnen doen via de oplossingen die u aandraagt in dit gesprek. Ik kijk ernaar uit om er met u in te duiken. Dit is in feite pas ons eerste gesprek, hoewel ik uw werk al vele jaren volg. Dus erg fijn om u nu te kunnen spreken.

Hoe kwam het dat u betrokken raakte in het gebied waarin u onderzoek heeft gedaan?

Van zure regen naar microgolven

Dr. Havas: Ik heb onderzoek gedaan naar zure regen en verontreiniging door metalen. Dat was mijn oorspronkelijke achtergrond als Ph.D.-student; en daarover ging ook het eerste onderzoek dat ik deed na mijn afstuderen aan de Universiteit van Toronto. Ik raakte daar ongeveer in 1975 bij betrokken.

Midden jaren '90 kregen we de Wet schone lucht en dat was waar we uiteindelijk naar hadden gestreefd. Het doel van zoveel wetenschappelijk onderzoek was om uiteindelijk het beleid te veranderen, zodat het verzuren van de meren zou stoppen en de gezondheid van de mensen zou verbeteren.

Toen we eenmaal de Wet schone lucht hadden, raakte ik eigenlijk mijn belangstelling kwijt om nog verder te gaan met onderzoek naar zure regen. We hielden een aantal jaren het herstel van de meren in de gaten. Schone lucht maakte echt een groot verschil voor het milieu. Want het milieu reageerde een stuk sneller dan wetenschappers geloofden dat het zou doen, en dat was heel veelbelovend.

Ik realiseerde me evenwel op dat punt in de tijd dat ik plezier had in onderzoek op een gebied dat wetenschappelijk controversieel is. Dat houdt in essentie in dat wetenschappers het er niet met elkaar eens zijn. Dus zoiets als: de ene kant heeft gelijk, dus dan heeft de andere kant het mis. Als er zoveel controverse bestaat, weet je nooit waar het heen kan gaan. Ik hou er dus overduidelijk van als het allemaal nog onbekend is in de wetenschap.

Daarnaast wilde ik ook iets doen dat echt een belangrijke impact kon hebben op het milieu en de menselijke gezondheid. In die tijd doceerde ik een vak dat Verontreinigingsecologie heette, waarbij we ons bezighielden met een heleboel verschillende soorten van vervuiling in het milieu. De meeste chemisch; maar niet allemaal. Ik dacht, ik wil bijdragen door in mijn lessen elektrosmog te

introduceren; welk effect dat op kinderen heeft, bijvoorbeeld meer gevallen van leukemie. Dat was een

van de vroegste onderzoeksgebieden.

Zo raakte ik er helemaal in betrokken, vanuit nieuwsgierigheid, en omdat ik er les over wilde geven.

Het kostte me ongeveer drie jaar om de bestaande literatuur door te nemen, alvorens er een eigen persoonlijke mening over te kunnen hebben. Want het was relatief nieuw gebied voor me. Ik was meer in chemische toxines thuis dan in elektromagnetische. Dus ik had een hoop te leren.

In die tijd zag je hetgeen ik las overal. Er waren mensen die zeiden dat kinderen die bij

hoogspanningslijnen wonen een grotere kans hebben om leukemie te krijgen. Weer anderen zeiden dat de onderzoeken niet correct waren uitgevoerd en dat daar niets van waar was. Maar na drie jaar raakte ik ervan overtuigd dat er niet alleen een verband was met kinderleukemie, maar dat mensen die beroepshalve blootgesteld zijn ook een groter risico lopen om diverse typen kanker te krijgen.

Vervolgens veranderde ik van uitsluitend kijken naar laagfrequente EMV's in verband met elektriciteit naar aandacht voor de zogeheten vuile elektriciteit. En uiteindelijk ging ik door naar de hogere

frequenties: radiofrequentie en microgolfstraling. Dus ik doorliep in mijn onderzoek het volledige spectrum: vanaf extreemlaagfrequent en dan helemaal omhoog naar de microgolven.

Een beetje een missie

Josh: U zei midden jaren '70 betrokken te zijn geraakt in het onderzoek naar zure regen en de hele discussie eromheen. En midden jaren '90 kwam er die wetgeving. Dat heeft dus een periode van 20 jaar gekost. Waar zitten we momenteel wat betreft de draadloze discussie? In hoeverre zijn dezelfde zaken van toepassing en zitten we in een zelfde situatie? En wanneer komt het kantelpunt dat we gewoon veilige technologieën eisen, en die zelfs afdwingen?

Dr. Havas: Wat betreft zure regen, daar raakte ik vrij vroeg bij betrokken, toen het nog maar net internationaal herkend werd. Wat betreft elektromagnetische vervuiling hangt het ervan af waar je begint te kijken. Als je teruggaat naar bepaalde historische literatuur over bijvoorbeeld

microgolfstraling, dan kom je bij de jaren '40 en '50 uit. Dat gaat dus veel langer terug.

Mijn betrokkenheid daarmee dateert van het jaar 2000. Dat was feitelijk het eerste jaar dat ik erover publiceerde. Maar ik begon al in 1995. Het kostte me vijf jaar voor ik voelde genoeg op dit gebied te weten om te publiceren. Dus nu ben ik hier zo'n twintig jaar mee bezig; maar het begon al voor ik er daadwerkelijk bij betrokken raakte.

We lopen dus wat achter op zure regen. Ik denk dat de reden daarvan is, dat zure regen in vergelijking relatief eenvoudig is. Maar als je het hebt over elektromagnetische vervuiling, daar zijn veel meer bronnen van, het is veel gecompliceerder. Je krijgt ook meer tegenwind, in die zin dat we niet aan het proberen zijn zoiets als het aantal schoorstenen verminderd te krijgen.

Weet je, het is een beetje een missie; waarbij we in wezen mensen vragen hun gebruik van bepaalde draadloze technologie te verminderen. Maar mensen zijn dol op hun speeltjes. Dus er is heel veel weerstand. We vragen niet alleen aan de industrie om te veranderen; wat in feite was wat we deden bij zure regen. We proberen nu echt mensen te stimuleren om veranderingen aan te brengen in de manier waarop ze leven en wat ze doen in hun huizen, ten einde de blootstelling te minimaliseren en zich ertegen te beschermen. Dat is een stuk lastiger om te doen.

Soorten straling en licht

Josh: Wat zijn de verschillende soorten elektromagnetische vervuiling en welke effecten hebben die?

Dr. Havas: Als we het hebben over niet-ioniserende straling, dan valt die naar mijn idee uiteen in vier categorieën. De eerste categorie is extreemlage frequenties. Dat behelst zowel elektrische als

magnetische velden.

De tweede is iets dat vuile elektriciteit heet: elektriciteit van slechte kwaliteit. Dat is in het

kilohertzgebied; je hebt het over duizenden cycli per seconde. Het is radiofrequentie, maar het komt via de kabel en straalt van de kabel uit.

We hebben ook zoiets als grondstroom. Dat is een combinatie van lage frequentie en radiofrequentie.

Het vloeit via de grond, dus het treft mensen op een andere manier.

En dan is er natuurlijk de microgolfstraling. Die heeft veel hogere frequenties, maar valt nog steeds binnen de radiofrequentie.

We kunnen nog verder doorgaan naar infrarood en zichtbaar licht. Die zijn nog altijd onderdeel van het niet-ioniserende deel van het elektromagnetische spectrum. Ik doe ook onderzoek met licht, vaak vanuit therapeutisch perspectief: hoe het kan helpen om te genezen, in plaats van dat het schade toebrengt.

Josh: Licht: inclusief rood licht, infrarood-therapie, waar we vooraf wat over hebben gepraat?

Dr. Havas: Juist. En blauw licht ook. Blauw licht, inclusief ultraviolet, is heel goed voor alle soorten huidproblemen die mensen hebben; bijvoorbeeld psoriasis. Ultraviolet heeft een slechte naam gekregen. Maar er zijn een paar heel goede therapeutische aspecten aan UV, indien je het spaarzaam gebruikt. Dus ik doe onderzoek binnen al deze gebieden.

Effecten van elektrosmog

Josh: Wat zijn in uw onderzoek en het totaal van de wetenschap de belangrijkste biologische effecten van elektromagnetische vervuiling, ofwel EMV's of radiofrequente straling? Die termen zijn uiteraard allemaal synoniem.

Dr. Havas: Om alles onder een noemer te hebben, noem ik het elektrosmog. Weet je, elektrosmog is alle vormen van niet-natuurlijke niet-ioniserende straling. Dat is hoe ik het gebruik.

De gevolgen voor de gezondheid vallen in drie categorieën. Eén is uiteraard kanker. Twee is problemen in de voortplanting; met name aantasting van het sperma, daar hebben we veel gegevens over. Maar je ziet ook miskramen, problemen bij het nageslacht – na blootstelling in de baarmoeder aan

elektromagnetische straling. Een groot aantal daarvan heeft neurologische aandoeningen, leerstoornissen, dat soort zaken. Voor mij valt dat allemaal onder voortplantingsproblemen.

Dan een derde gebied. Dat is nogal groot en veranderlijk, het heeft geen echt goede vorm. Het betreft vooral neurologische maar ook hormonale problemen. We neigen ertoe ze bijeen te voegen onder de term elektrohypersensitiviteit, wat een verzamelnaam is voor alle overige zaken.

Dus die drie categorieën: kanker, de voortplanting, elektrohypersensitiviteit. Daar vind je de belangrijkste biologische responsen op elektrosmog.

Objectief tegenover subjectief

Josh: Ik zou graag dieper willen ingaan op een paar specifieke onderzoeken die u heeft gedaan op dit gebied. Ik herinner me een aantal video's over verschillende invalshoeken en onderwerpen die u liet zien. Een daarvan ging over elektrohypersensitieve patiënten, ofwel mensen die het kunnen voelen en/of symptomen vertonen zodra een draadloze bron van elektrosmog wordt ingeschakeld. Kunt u ons vertellen over dat specifieke werk dat u heeft gedaan?

Dr. Havas: Het primaire gebied van mijn onderzoek is: hoe diagnosticeren we iemand die

elektrohypersensitiviteit heeft, gebruik makend van objectieve technologie, objectieve methoden. Je kunt mensen vragen hoe erg hun hoofdpijn is – of iets anders dat ze hebben. Dat betreft een subjectieve reactie, die duidelijk echte waarde heeft, met name voor de persoon. Maar in de wetenschap zit dat lager op de totempaal van betrouwbaarheid. De mate van pijn die jij ervaart en de mate van pijn die ik

ervaar, kunnen heel verschillend zijn. Er kan een ondraaglijke pijn zijn, die echter voor jou minimaal is;

terwijl dezelfde hoeveelheid pijn mij compleet kan vloeren. Er is dus geen eenduidigheid.

Je kunt je pijn verergeren door andere dingen die je doet. Je kunt zelfs aannemen dat het allemaal in je hoofd zit, in tegenstelling tot iets dat echt fysiologisch is. Dus de vraag is, welke fysiologische reacties bij mensen kunnen we meten? En hoe zorgen we dat deze informatie bij de gezondheidszorg komt?

Dat zijn op dit moment mijn voornaamste onderzoeksgebieden.

Diabetes en elektrohypersensitiviteit

Dr. Havas: We hebben gewerkt met mensen die diabetisch zijn. Als je diabetes hebt en ook

elektrohypersensitief bent, heb je kans dat blootstelling aan elektrosmog in de omgeving invloed heeft op je bloedsuiker. Regulering van bloedsuiker is voor iemand met diabetes een van de zwakke

schakels. De invloed blijkt voor zowel diabetes type 1 als type 2 te gelden. Dus je kunt diabetes type 1 hebben en elektrohypersensitief zijn, of diabetes type 2 hebben en elektrohypersensitief zijn, of een van die twee zonder dat je elektrohypersensitief bent.

Op die manier begonnen we met mensen te werken; want meten van bloedsuiker is een objectieve methode. Het is volstrekt betrouwbaar, erg nauwkeurig. We begonnen met mensen die diabetisch waren maar verschillende omstandigheden hadden. We vermeerderden hun blootstelling aan elektrosmog, of verminderden hun blootstelling, en documenteerden dan de veranderingen in hun bloedsuiker.

Ik zal een voorbeeld geven van dat onderzoek. Want ik denk dat het relevantie heeft voor een heel grote populatie.

We werkten met een vrouw uit New York die diabetes type 2 had. Ze gebruikte geen enkele medicatie.

Ze regelt haar bloedsuiker door middel van de voeding. Als ze meer koolhydraten en suikers binnen had gekregen dan haar lichaam fijn vond, ging ze 20 minuten wandelen. Tijdens die 20 minuten van inspanning werd dan het bloedsuiker verbruikt en zakte terug naar normaal. Ze deed dat op telkens verschillende dagen, maar altijd na 20 minuten zakte het terug. Heel erg betrouwbaar. Op sommige dagen wilde ze niet naar buiten om te wandelen, want het regende, was te donker, of wat dan ook. Dan deed ze haar wandeling op een loopband die ze thuis had. Ze mat haar bloedsuiker voor ze op de loopband stapte, en ze mat haar bloedsuiker na die 20 minuten lopen op de band. Maar iedere keer dat ze op de band liep, ging haar bloedsuiker omhoog, niet naar beneden.

Als je dit aan dokters vertelt, geloven ze je in eerste instantie niet, je verbrandt namelijk echt suiker.

Dus hoe kan dan het suikerniveau in je lichaam omhoog gaan? Terwijl het toch zo betrouwbaar is.

Een van de dingen die we als mogelijke verklaring vonden, is dat het lichaam van mensen die

elektrohypersensitief zijn, bij blootstelling aan elektrosmog heel vaak een stressreactie vertoont. Een verhoogde sympathische stressreactie, die net als een vecht-of-vluchtrespons is. Als het lichaam zo'n vecht-of-vluchtrespons heeft, zal dat meer suiker in het lichaam geven; zodat je die suiker kan verbruiken om wat dan ook te doen, weet je, wegrennen voor de sabeltandtijger.

Die stressrespons verhoogt dus het bloedsuiker. Maar bij diabetici die niet de juiste hoeveelheid insuline hebben, of als er bepaalde problemen meespelen, gaat het bloedsuiker niet naar beneden. Dus als mensen met diabetes een blootstelling krijgen aan elektromagnetische vervuiling waar ze gevoelig voor zijn, dan is de kans groot dat hun bloedsuiker omhoog gaat, en wel binnen 10 à 20 minuten. Het is een heel snelle reactie. Zet je ze vervolgens in een elektromagnetisch schone omgeving, dan gaat hun bloedsuiker naar beneden. Het is dus vrijwel zeer voorspelbaar.

Feitelijk noemen we dit een andere soort diabetes, we noemen het type 3, in plaats van 1 of 2. We noemen het diabetes type 3, ofwel iets dat opgeroepen wordt door de omgeving. Dit is iets dat erg belangrijk voor dokters is om te weten. Want als ze hun patiënten vertellen om gewoon een beetje te

trainen – maakt niet uit of het op een fiets of loopband of iets elektronisch is – dan gaat dat niet op indien je ook elektrisch gevoelig bent. Dus we moeten dokters laten weten dat dat geen passende manier is voor elektrisch gevoelige mensen.

Elektromagnetische wezens

Josh: Ik persoonlijk heb wel wat lopen worstelen met de termen elektrosensitiviteit of

elektrohypersensitiviteit. Dat geldt ook voor een paar andere mensen die ik ken. Want het lijkt haast of er iets abnormaals of vreemds of geks is aan een hypersensitieve persoon. Zo van: 'O, maar jij bent gewoon hypersensitief, jij hebt overal last van.'

Maar echt, het zou ook microgolfziekte genoemd kunnen worden. Het is iets dat boven op de toxische lading van stressoren en gifstoffen uit het milieu komt. Ik bedoel, een andere manier waarop je het zou kunnen beschrijven is: elektromagnetisch bewust. Je bent eenvoudig bewuster, je staat meer in

wisselwerking met je omgeving.

Zou u het daarom nog even over die term kunnen hebben, om ons te helpen hem wat te herkaderen?

Voor mensen die erg gevoelig zijn voor deze velden. Gewoon om ze te helpen, door het misschien wat meer context te geven. Dat het misschien niet zo is dat ze slachtoffer zijn voor de rest van hun leven.

Dat ze wezens zijn met een eigen kracht, en dat er manieren zijn om dat te zien. Dat er dingen zijn die je kunt doen om ervan weg te komen.

Dr. Havas: Helemaal met je eens. Weet je, dat gedoe van: Waarom 'elektrohypersensitiviteit' en waarom niet gewoon 'elektrosensitief'? Daar had ik het heel veel jaren geleden met professor Olle Johansson over. Die zei dat 'hypersensitiviteit' gebruikt wordt omdat wij allemaal elektrosensitief zijn.

Want weet je, wij zijn feitelijk wezens van licht.

Een van de meest indringende lessen die ik geleerd heb van het onderzoekswerk dat ik doe, is weg te gaan van de chemische denkwijze over hoe het lichaam werkt naar meer een energetisch begrijpen. Als je eenmaal zo gaat kijken, vind ik, vallen er een heleboel dingen op hun plek en blijken ze logisch te zijn. Terwijl je anders op je hoofd blijft krabben omdat het maar niet wil kloppen. Het is net als met het Copernicaanse model van het universum en het zonnestelsel: de aarde als centrum tegenover de zon als centrum.

Denk nu aan ons als elektromagnetische wezens: elke cel in ons lichaam heeft gewoon een

elektromagnetisch geladen potentiaal op het membraan. Al onze neurologische activiteit en chemische reacties zijn eveneens elektromagnetische reacties. Als je eenmaal op die manier naar het menselijk lichaam gaat kijken, dan zijn we allemaal elektrosensitief. Dat betekent dat we in een bepaalde mate reageren op alles in onze omgeving dat een lading heeft, alles dat op een of andere manier beweegt.

Ben je elektrohypersensitief, dan betekent het gewoon dat de mate van blootstelling aan straling veranderingen in je lichaam veroorzaakt die vaak negatief zijn. Dat zijn zaken waarvan je niet wilt dat ze gebeuren. De rest van ons is waarschijnlijk in homeostase, een evenwicht van lichaamsprocessen.

We gebruiken energie om die homeostase te handhaven. We veranderen niet noodzakelijkerwijs; we krijgen niet noodzakelijkerwijs zo'n hoofdpijn. Maar het kost wel een boel energie om te zorgen dat de hoofdpijn niet komt. Je gaat dan een zekere drempel over als je lichaam niet langer die homeostase kan handhaven. En je begint symptomen te krijgen.

Het soort symptomen dat je krijgt, hangt af van de zwakste schakel in je lichaam. Wat ik al noemde:

ben je diabetisch, dan zal het je bloedsuiker zijn. Heb je multiple sclerose – we hebben eveneens gewerkt met mensen die MS hebben – dan zal het een neurologische verstoring kunnen zijn.

Neurasthenie of microgolfziekte

Dr. Havas: Je vroeg of we het microgolfziekte kunnen noemen; zo werd het vroeger inderdaad genoemd. Dat was de naam die ze er tijdens de Tweede Wereldoorlog aan gaven, toen microgolven

Dr. Havas: Je vroeg of we het microgolfziekte kunnen noemen; zo werd het vroeger inderdaad genoemd. Dat was de naam die ze er tijdens de Tweede Wereldoorlog aan gaven, toen microgolven