• No results found

Voor landschap geldt een soortgelijk type hoofddoelstelling: het stoppen van verdere achteruitgang van landschapskwaliteiten (“verrommeling”) en waar mogelijk herstel en ontwikkeling. Hier conformeert Nederland zich aan de European Landscape Convention (in 2005 door Nederland geratificeerd). Meer nog dan bij natuur geldt dat het gebruik als leef- en werkomgeving moet blijven kunnen, maar dan wel duurzaam. Het Rijk stelt zich ook tot doel dat Nederlanders de te verbeteren landschapskwaliteit in 2020 een hoger cijfer gaan geven (van een 7,3 nu naar een 8).

We zien dus in beide hoofddoelstellingen een accent op het zeer snel stoppen van de achteruitgang die al zeer lang duurt, gevolgd door een trendomkering. Ondanks de ervaring in de laatste decennia en zelfs een hele eeuw met overwegend N&L-kwaliteitsverlies, ondanks inzicht de aard en omvang van de oorzaken en ondanks de herinnering aan vaak moeizame en tijdrovende beleidsprocessen waagt men zich – naar onze indruk op het oog bijna tegen beter weten in - aan ambitieuze en kwantitatieve doelstellingen.

5.3 Strategieën op hoofdlijnen

Het rijksbeleid inzake natuur en landschap laat door de jaren heen een uitwerking in strategieën (met bijpassende instrumentatie zoals wetten en regels, aankoop- en beheersgeld; medewerking NGO‟s, grondgebruikers, andere departementen, lagere overheden) zien:

aankoop en inrichting;

adequaat beheer, door terreinbeheerders, boeren of derden (o.a. via subsidies, terugkerende kosten) afgestemd op een natuurdoeltypen-systeem, geregeld in Programma Beheer;

het ontwikkelen c.q. invoeren en doen naleven van verdragen, wetten en regels (incl. aanwijzing van gebieden met bepaald juridisch regime);

voorlichting en educatie, gericht op vergroten inzicht, betrokkenheid, gedragsverandering, onderzoek;

een beroep op NGO‟s en bedrijfsleven tot medewerking en cofinanciering;

een beroep op lagere overheden (provincies, gemeenten, waterschappen,) om beleid uit te voeren en/ of verder te ontwikkelen;

beroep op andere departementen; zelfbinding Rijk: vermijden van aantasting door rijksinitiatieven vanuit andere departementen, “neen … tenzij ….”;

ruimtelijke afstemming en daarmee optimalisatie ruimtegebruik (zuinig en zonder negatieve effecten).

We zien achtereenvolgens de “harde” investeringen in éénmalig te realiseren verwerving en inrichting, naast jaarlijks terugkerend beheer en daarmee gemoeide kosten, vervolgens het invoeren of handhaven van wettelijke en andere randvoorwaarden (regels) en als derde het idee dat er met allerlei partijen overeenstemming te bereiken moet zijn over hun steun. Winsemius (1986) heeft het in zulke gevallen over de “peen, zweep en preek”-strategieën. Peen staat voor verleiding (met geld), zweep voor wetten, regels en sancties en preek voor inhoudelijke of andere overtuigingskracht. We kunnen op grond van dit lijstje vaststellen dat het N&L-beleid van alle drie wat heeft, maar van de categorie “preek” relatief veel.

5.4 Nederland Nota-land?

Het Rijk heeft zich sinds halfweg de zeventiger jaren beijverd om met een zekere regelmaat nota‟s of andere beleidsdocumenten uit te brengen om zijn intenties en concrete doelstellingen te verduidelijken. Hieronder namen we de meest relevante wetgeving, internationale verdragen en EU-wet- en regelgeving op:

Nota Nationale Parken (1975): het Nationale Parkenbeleid ;dat vrij succesvol bleek, tot op heden doorloopt en inmiddels een complete lijst ingestelde of voorlopig ingestelde c.q. voorgenomen Nationale Parken heeft opgeleverd.

Nota betreffende de relatie landbouw-natuur en landschap (Relatienota) (1975). Dit beleid loopt in andere vorm nog steeds door; het beoogt zowel vorming van reservaten als beheersovereenkomsten met boeren; oorspronkelijk ieder voor ca 100.000 ha. De uitvoering loopt weliswaar al lang, is naar oppervlaktedoelen redelijk geslaagd na een moeizame aanloop, maar de concrete resultaten in ecologische termen (zoals weide- vogels, botanische waarden) worden sterk bekritiseerd.

Nota Nationale Landschapsparken (1980. Deze is vrij snel terzijde gelegd vanwege grote protesten; het idee is na soortgelijke pogingen (Grote Landschappelijke Eenheden, Waardevolle Agrarische Cultuurlandschappen en Waardevolle Cultuurlandschappen) later weer overgenomen in onder meer de Nota Ruimte (2004) waarin de 20 Nationale Land- schappen zijn gelanceerd.

Structuurschema (Sma) Natuur- en Landschapsbehoud (1985) – uitgebracht samen met Sma-Openluchtrecreatie en Sma-Landinrichting. Dat bevatte een relatief groot aantal beleidscategorieën op gebied van natuur en landschap en relatief gedetailleerde kaarten, maar weinig hard beleid en eigen instrumentarium.

Natuurbeleidsplan (= NBB, 1990) met als hoofdpunt de Ecologische Hoofdstructuur (EHS); met achtergrondstudies voor de thema‟s Natuurontwikkeling , Aardkunde, Cultuurhistorie, (Grond)waterstelsels, Internationale aspecten. In het NBB wordt de internationale positie van Nederland op N&L-gebied sterker geformuleerd. De EHS gaat in feite uit van scheiding van functies en is een offensiever strategie voor andere ruimteclaims. Het heeft daarnaast de charme van de eenvoud.

Visie Landschap (1991); geeft een aanzet tot:

Nota Landschap (1992). Deze nota bevat onder meer het idee van een Nationaal Landschapspatroon (waar weinig meer van is vernomen); de nota heeft als zodanig weinig politieke invloed, het gedachtegoed is later wel geïncorporeerd in het Structuurschema Groene Ruimte (1992), en het Bosbeleidsplan (1993); verbrede doelstellingen bosbeleid (o.a. natuur en recreatie; minder op houtproductie).

Het Structuurschema Groene Ruimte (= SR; 1992): vervangt en overkoepelt eerdere nota‟s inzake Natuur, Landschap, Openluchtrecreatie, Landbouw. Omvat onder andere het EHS- beleid, Waardevolle Cultuurlandschappen als vervanger van eerdere beleidscategorieën uit Sma Natuur en Landschap), Strategische Groenprojecten, het Compensatiebeginsel (compenseren natuur na verlies door ingreep elders). Opgevolgd door SGR-2.

Nota Dynamiek en Vernieuwing (1995).

Visie Stadslandschappen (1996): brengt aandacht voor natuur en groen in en om de stad. Nota Belvedere (1999) inzake cultuurhistorische waarden (archeologie, historische

geografie en bouwkunst).

Natuur voor Mensen, Mensen voor Natuur (2000). Deze nota kiest uitdrukkelijker dan eerdere voor gebruik en beleving door mensen van natuur en landschap; legt daarom het accent meer op de nabijheid, bereikbaarheid en medegebruik.

Programma Beheer (2000; herzien 2006-2010); regelt procedures en vergoedingen na- tuur- en landschapsbeheer; sluit aan op stelsel Natuur(doel)typen (Bal et al. 1995; 2000). Agenda Vitaal Platteland (2004).

Agenda Landschap (2009). Nederland moet mooier worden (naar een te zijner tijd te geven oordeel van de bevolking).

5.5 Implementatie van het rijksbeleid voor natuur en

landschap

Voorafgaand aan de vraag in welke mate rijksbeleid voor is geïmplementeerd, moeten we nagaan waarom er überhaupt rijksbeleid nodig is3. Daarbij komt nog de vraag wat eigenlijk implementatie is, en op welke grondslagen een zinvolle evaluatie te geven is wat waar hoe is geïmplementeerd en of het uitpakt zoals bedoeld..