• No results found

Hollands Licht

In document Parels op het glas (pagina 35-39)

Idee en regie : Maarten en Pieter Rim de Kroon, Jaar: 2003

Interviews met : Jan Andriese – kunstenaar

Robert Zandvliet – kunstenaar

Günther Können – meteoroloog

Jan Dibbets – kunstenaar

Vincent Icke – natuurkundige

James Turrel(USA) – kunstenaar

Ernst Wetering - kunsthistoricus

Svetlana Alpers(USA)– kunsthistoricus

Holland licht is een documentaire over het fenomeen of het begrip Hollands licht.

In de documentaire worden de kunstenaars, kunsthistorici en wetenschappers aan het woord gelaten die je hierboven ziet, over het fenomeen Holland Licht.

De documentaire is opgezet in verschillende thema’s hieronder volgt een uiteenzetting van de verschillende thema’s die aan bod komen.

Hollands Licht

“Licht verspreidt zich in cirkels en heeft daar tijd voor nodig.” Christiaan Huygens, 1690

“Als ik aan Hollands licht denk, denk ik aan Spinoza die zijn lenzen slijpt.” Michel Denee, 1996

“Not the paint, but the quality of the natural light is the most important material of the painter.”

Edy de Wilde 1984

De Duitse kunstenaar Joseph Beuys beweerde in de jaren ’50 van de vorige eeuw dat het

Hollandse licht zoals we dit kennen van 17eeeuwse schilderijen verdwenen zou zijn, of in

ieder geval minder fel en intens geworden zou zijn als het eerst was. Hij had daar een theorie over: Het verdwijnen van het Hollands licht zou komen door de inpoldering van de Wieringermeer en de Noordoost polder. Naar mijn idee is het onzin maar het roept wel de vraag op wat is het Hollands licht dan wel?

Het water van het IJsselmeer werkt als een enorm reflecterend oppervlak, een enorme lichtgevende spiegel. De wolken worden hierdoor zowel van boven als vanonder uitgelicht door de zon, het licht van boven en onder komt als het ware samen in de lucht. Als de wolken vanaf het land naar het water drijven worden ze uitgelicht door de reflectie van het water waardoor ze helderder lijken te worden voor de beschouwer. Het licht lijkt door deze reflectie een veel sterkere aanwezigheid en volume te hebben.

Een ding dat vast staat is dat het licht dat Italiaanse schilders in de 17e eeuw

geschilderd hebben ander licht is dan het Hollandse Licht. In Italië is door het klimaat minder bewolking waardoor het zonlicht dat op aarde valt feller is en de kleuren als het

ware uitgebleekt worden. In Nederland wordt het zonlicht getemperd door de wolken en is er veel meer vocht in de atmosfeer waardoor de kleuren veel voller en intenser

overkomen. Er heerst een zachtheid en intimiteit in de atmosfeer, de dingen worden heel zacht aangeraakt, het is bijna een koesterend licht.

17eeeuwse Schilderkunst en het Hollands licht

Het Hollandse licht is zeer veranderlijk onder andere door het weer en het komen en gaan van de wolken. Deze veranderlijkheid is visueel prikkelend, dat heeft te maken met de werking van het oog. Het enige wat het oog begrijpt is verschil, visuele veranderingen verhogen het bewustzijn en de gevoeligheid van de zintuigen.

Het Hollandse licht is altijd hetzelfde maar aan de andere kant ook altijd weer een beetje anders.

Nescio: “Het was alsof het verleden jaar was, of een jaar later.”

In de 17e eeuw zijn zeer veel schilderijen gemaakt waarop het Hollandse licht te zien

zou zijn. Het is onmogelijk om het Holland licht los te zien van het landschap. Het licht zelf is niet geschilderd, alleen de visuele werking van het licht op de dingen is weergegeven. Het weergeven van deze werking heeft te maken met de schilderkunst, het is een bijzondere vaardigheid die de schilders behalve door goed te kijken naar het licht ook van elkaar leerden. De weergave van het Hollandse licht in de schilderijen kan je niet los zien van de schilderkunst.

Schilderkunst is een vertaling geven van datgene wat je ziet, de ‘uitvinding’ van het Hollands licht ligt aan de vertaling die eraan gegeven is in de schilderijen.

De vertaling die de Hollandse schilders er aan gaven is vruchtbaar gebleken, dit hebben de Nederlandse schilders tot een hoog niveau weten te ontwikkelen.

In de Hollandse schilderijen zie je een heel subtiele overgang van het wit naar zwart, het is een soort spel dat de Nederlands tot in de puntjes beheersten, de overgang van licht naar donker in Nederlandse schilderijen is magisch.

Het wit in 17eeeuwse Nederlandse schilderijen is ook nooit echt wit, het is bijna altijd

een soort roomwit waardoor het warmer overkomt. In de schilderijen van Italiaanse schilder Fransesca zie je bijvoorbeeld dat het wit op de schilderijen ook echt wit is, het is een uitgebleekte vlek op het schilderij.

Dit in tegenstelling tot de Nederlandse schilders waar altijd nog een extra laag aanwezig is in het wit.

Elke schilder had zo zijn eigen stijl om het licht weer te geven. Bij Paulus Potter is het licht scherp en contrastrijk, bij Van Gooijen is het licht een beetje gedempt, bij Vermeer hangt het licht in de ruimte, elke schilder heeft zijn eigen karakteristiek. De schilders keken ook naar melkaars werk en beïnvloeden elkaar sterk, ze leerden

schilderkunstige middelen van elkaar. De middelen hielpen de schilders om orde aan te brengen in hun waarneming.

De Hollandse schilderijen vallen op door hun eenvoud, het eenvoudig weergeven van een realistisch beeld, ze stralen een soort rust en ruimtelijkheid uit.

In de Italiaanse schilderkunst hebben de schilders veel meer de behoefte om een verhaal vertellen. Je krijgt het idee dat je naar een soort decor zit te kijken, waar zich een verhaal afspeelt. De Nederlandse schilderijen hebben een soort vanzelfsprekendheid en eenvoud. Als je naar de Nederlandse schilders kijkt krijg je het gevoel dat je door het raam naar buiten kijkt, in de Nederlandse schilderkunst draait het vooral om het kijken zelf.

In de 17e eeuw waren er ook een aantal schilders die een soort van overzichtsbeelden schilderden van het landschap. De schilderijen kwamen voort uit een Nederlandse traditie van het maken van overzichtskaarten, de schilders verkenden het landschap en maakten schetsjes als een soort van kaartenmakers, de weidse panoramische overzichtbeelden fungeerden als een visueel overzicht. Één van de schilders die dit deed was Philips Koninck, hij schilderde levensgrote weidse overzichtsbeelden, met een enorme

ruimtelijkheid. De doeken waren geschilderd vanuit een vogelperspectief waardoor je bij wijze van spreken bijna tot over de horizon kon kijken.

Philip Koninck gebruikte het licht en schaduw om de ruimtelijkheid van zijn schilderijen te vergroten. Hij zette donkere partijen in zijn schilderijen telkens af tegen lichtere, een schilderkunstig visueel spel.

De Mythe van het Hollands Licht

In de 19e eeuw waren er een aantal buitenlandse schilders, schrijvers en filosofen die

naar Nederland kwamen om te kijken of ze ook het licht konden zien, beschrijven of schilderen, zoals ze dat kenden van de 17eeeuwse schilderijen.

De franse schrijvers Mirbeau en de gebroeders Couer waren de eerste schrijvers die het Hollandse licht echt beschreven. De gebroeders Couer omschreven Nederland als; “Het land van water en lucht, met de eeuwige parelgrijze lucht, en aan de hemel de loodgrijze wolken van Ruysdael”. ”Holland is het land dat uit het water is gekomen, het is een land dat voor anker ligt, het land waar het zonlicht gefilterd lijkt te worden door een karaf gevuld met zout water.”

Er waren ook schilders die naar Nederland kwamen om het Hollandse licht te zien en te

schilderen, het Hollandse licht zoals ze dit gezien hadden op de 17eeeuwse schilderijen.

De Duitse schilder Max Lieberman zei er het volgende over:

“Het Hollandse licht wat weergeven is op de schilderijen wordt verzacht door de nevels die opstijgen uit het oppervlaktewater, deze nevels omhullen alles met een doorzichtige sluier wat het Hollandse landschap zijn schilderachtige karakter geeft. De vochtige atmosfeer verzacht de hardheid van de contouren van de dingen en geeft de lucht die tere zilvergrijze toon, alles schijnt in licht en lucht te baden.”

De Nederlandse schilders uit de 17e eeuw waren meesters in het weergeven van tonen in

licht en lucht. Kijken naar het licht is kijken naar de nuance, je laten verrassen door de verschillen in helderheid en de verschillende gradaties in kleur. De buitenlandse schilders kwamen naar Nederland in de hoop dit licht ook te zien, ze gingen zien wat ze verwachten te zien, ze waren zo gefixeerd op het bijzondere van het Hollandse licht dat ze de rest niet zagen, zo ontstond de mythe van het Hollands licht.

Er waren ook veel buitenlandse schilders (Turner,Manet, Monet) die naar Dordrecht kwamen om het Hollandse licht te schilderen zoals ze dit gezien hadden op de doeken van Albert Cuyp. In werkelijkheid had Albert Cuyp zijn lichten en luchten gebaseerd op Italiaanse schilderijen, het was dus puur een schilderkunstig middel wat hij ingezet had. Zijn schilderijen waren dus niet gebaseerd op de waarneming maar op schildertechniek. Het licht dat de buitenlandse schilders zochten in Dordrecht bestond dus in werkelijkheid niet, wederom een voorbeeld van de mythevorming rondom het begrip Holland Licht. De Haagse School

De Haagse school was een groep kunstenaars die in en rondom den Haag het landschap en de zee schilderden. Ze hadden een bijzonder bewustzijn van het licht wat zich manifesteerde in de meest prachtige schilderijen. Ze hadden een soort bezieling voor het schilderen van het licht, het met eenvoudige middelen weergeven van het licht op het doek. Een belangrijke schilder uit de Haagse school was Weissenbruch, hij zei het volgende over het licht:

”We kunnen niet genoeg naar de lucht kijken, we moeten het van boven hebben, lucht en licht dat zijn de tovenaars.”

Hij stak in zijn doeken alle aandacht en bezieling in het weergeven van het licht. De verstedelijking van den Haag in zijn tijd(+/- 1870) vond hij vreselijk, daarom ging hij schilderen in de buitengebieden rondom Den Haag. Deze gebieden waren in zijn tijd nog niet echt onontgonnen, een soort niemandsland, een soort oersoep.

Hij ging naar deze buitengebieden om het licht en de lucht te schilderen.

Hij probeerde zeer intensief waar te nemen en de eindeloze variëteit aan indrukken die hij opdeed in het landschap van het licht en de lucht weer te geven.

De Horizon

Het Nederlandse landschap geeft ook aanleiding tot het kijken naar het licht en de lucht. Het Nederlandse landschap is vrij eentonig en vlak, er is weinig afleiding. Hierdoor wordt je oog naar het licht en de lucht geleid. De lucht en het licht onderscheiden zich altijd heel duidelijk van het land omdat de horizon bijna altijd zichtbaar is, land en lucht lopen niet in elkaar over zoals in andere landen waar bijvoorbeeld bergen zijn. De lage horizon zie je ook terug in de Nederlandse

schilderkunst in het werk van de vroege landschapschilders zoals Ruysdael, Vermeer, Saenredam en De Koninck. Dat de horizon zo laag in beeld staat is typisch Nederlands, het is uniek. Door de lage horizon komt de nadruk op de lucht te liggen die met een enorme intensiteit en volheid wordt weergegeven op de schilderijen.

Er is een constante wisselwerking tussen lucht, licht, water en land met als evenwicht de horizon.

Onderweg

Het licht houdt zich niet aan landsgrenzen daarom is het lastig om te zeggen of er specifiek zoiets bestaat als het Hollandse licht. Het licht is in België is niet zoveel anders als in Nederland maar bijvoorbeeld in Spanje is er wel een duidelijk verschil. We kunnen door waarneming vaststellen dat het licht per streek of gebied verschilt. Ook biedt het ene landschap meer aanleiding tot het waarnemen van het licht en de lucht dan het andere, het Hollands landschap is weidser dan bijvoorbeeld het Spaans landschap waardoor het licht en de lucht meer aandacht vragen van de beschouwer.

Vincent van Gogh was in mei 1888 in de Provence, Zuid Frankrijk, hij schreef een brief aan zijn broer Theo waarin hij het heeft over het verschil in licht en in kleuren: “Veel motieven zijn qua karakter absoluut hetzelfde als in Holland. Het verschil zit hem in de kleuren. Overal waar de zon staat te gloeien zie je die specifieke zwavelkleur die je men in Holland niet ziet. Het is wat groen en wat blauw samen.

In het noorden heerst het grijs, en hier in het zuiden het heldere licht en de felle kleuren. Je ziet een landschap dat je nimmer met het grijze palet van de Hollandse schilders zou kunnen schilderen. Nu ik hier de zee heb gezien besef ik helemaal hoe belangrijk het is hier in het zuiden te blijven en te voelen hoe ik die kleur nog meer moet opvoeren.”

Zoals je in de brief van Van Gogh kunt lezen kun je door de waarneming en het bewustzijn van het licht zien dat het zuid Franse licht anders is dan het Nederlandse, het is dezelfde zon maar het we zien ander licht. Dit heeft naar mijn idee te maken met de atmosfeer, de stand van de zon, het weertype in het gebied, de locale bebouwing, het landschap en de kleuren.

Het bijzondere van licht is dat het behalve dat het dingen kan onthullen ook dingen kan verhullen. Overdag verlicht het licht de atmosfeer zodat je erdoorheen kan kijken. ’s Nachts verbergt het duister de dingen en laat het de levende dingen rusten. Wat je kunt zien in je omgeving is niet het licht zelf maar de dingen die het licht openbaart, het geeft leven en levendigheid aan de dingen, licht is leven.

De Visuele Cultuur van het Hollandse Licht

Mooi of bijzonder kan het licht overal zijn maar het is niet overal geschilderd zoals het in Nederland geschilderd is. In Nederland is het onderdeel van de cultuur is geworden en voor een deel is de cultuur ook door de schilderijen bepaald.

Nederlanders hebben van oudsher al nagedacht over hoe het menselijk oog, het zicht werkt. Datgene wat we zien zijn niet de mensen, dieren en dingen om ons heen maar het licht dat de dingen onthult. De Nederlanders werden gezien als één van de beste imitators van de werkelijkheid in de schilderkunst en daarin speelt het licht een belangrijke rol.

Vanaf de 15e eeuw draaide het in de schilderkunstkunst in Nederland en in Italië om het

licht. Nadere studie van het licht had aangetoond dat het oog een nader onderscheid maakt tussen omringend licht, het licht dat op een object valt en het op deze manier voor ons begrijpelijk maakt en het licht dat teruggekaatst wordt door het voorwerp en reliëf suggereert. Van Eyck had een zeer goed bewustzijn voor het licht en de werking van het licht op de dingen. Hij wist dit op een prachtige overtuigende manier weer te geven, bijvoorbeeld in de manier waarop hij de glans van stoffen, de glans van metaal wist weer te geven. Hij was niet zo goed in het realistisch weergeven van de vorm van een lichaam of een voorwerp. Als hij een persoon schilderde leek het alsof eronder het gewaad geen lichaam zat. Maar hij was zeer goed in het schilderen van de werking van het licht op de dingen zodat dit helemaal niet opviel. Hij had een soort bezetenheid voor de werking van het licht.

In de 17eeeuw probeerden veel wetenschappers en filosofen te bepalen wat licht nu

eigenlijk is. Descartes dacht dat het een soort schokgolf was, die in het contact tussen twee voorwerpen tot stand kwam. Newton dacht dat het deeltjes waren.

Huygens dacht dat het golfbewegingen waren, hij bleek uiteindelijk gelijk te hebben en kon dit aan tonen in proeven met licht. Huygens zijn theorie is heel belangrijk geweest voor het begrijpen wat het licht nou eigenlijk is, wat het licht doet en hoe het zich

gedraagt in bepaalde omstandigheden. In de 17eeeuw was er zowel in de kunst als in de

wetenschap de behoefte om de betekenis en de werking van het licht te onderzoeken.

In de 17eeeuw waren er een aantal schilders die het licht zo wisten te schilderen dat

het werkelijk werd bijvoorbeeld Rembrandt, Fabricius, Vermeer.

De schilderijen van Vermeer zijn in veel opzichten rustig en eenvoudig, in de

compositie, de poses van de figuren en de voorstelling. Door deze rust en eenvoud wordt de aandacht getrokken naar het licht. In de ruimtes is een mooi evenwicht tussen direct licht, gereflecteerd licht en de ruimte aanwezig licht.

Door de natuurgetrouwe weergave van het licht is het werk van Vermeer realistisch, levendig en overtuigend.

Het Laboratorium

In deze paragraaf zal ik proberen het fenomeen Hollands licht op een natuurkundige manier te omschrijven. Er zijn een aantal factoren die een rol spelen bij het ontstaan van Hollands licht. Het begint met de kleine lichtdruppeltjes die zich in de wolken bevinden, deze weerkaatsen het witte licht van de zon. Waardoor ze helder en wit lijken. Behalve de waterdruppeltjes in de wolken bevinden zich ook kleine waterdruppeltjes in de atmosfeer. Deze worden als een romige wolkenmassa door de wind in de lucht verspreidt, door deze verstrooiing krijg je een typische Hollandse dampige atmosfeer.

Dan is er het nog oppervlaktewater wat invloed heeft op het licht zoals wij dit waarnemen. Dit oppervlaktewater werkt als één grote spiegel. Het oppervlaktewater weerkaatst het licht en reflecteert het licht naar de wolken en weer terug.

Al deze factoren zorgen dat je het licht in Nederland op een andere manier waarneemt dan het licht in andere landen en gebieden.

De Hedendaagse Kunst

Het Hollandse licht wordt vaak gerelateerd aan de 17eeeuwse Nederlandse schilderkunst.

Je zou je kunnen afvragen of het in de hedendaagse kunst ook nog te zien is. Het

Hollandse licht bestaat naar mijn idee nog steeds en volgens mij zijn er ook nog steeds schilders die het schilderen en fotografen die het weergeven.

Je kunt het licht niet benoemen, niet vatten maar je herkent het als je het ziet ook al heb je het niet eerder gezien, het heeft een eigen bijzonder karakter.

Het licht moet door de kunstenaar zelf herkend worden op zijn eigen individuele manier. Je kunt het licht nooit echt vatten, het vermomt zich en even later dient het zich weer aan, het is een constant proces, wat constant door blijft gaan.

Het is een uitvinding die je als kunstenaar iedere keer weer opnieuw moet doen, op een hele individuele manier. Het is aan de kunstenaar wat voor vertaling en vorm hij geeft aan het licht. Het gaat om het bewustzijn van de kunstenaar van het licht hoe dit zich in zijn werk vertaald, iedere kunstenaar doet dit op zijn eigen individuele manier. Het

In document Parels op het glas (pagina 35-39)