• No results found

Hoe vind je een thema door te brainstormen?

In document Werkboek Profielwerkstuk (pagina 35-39)

2. Fase 2: oriëntatie/verkenning

2.1.6 Hoe vind je een thema door te brainstormen?

Voordat je een thema kiest voor je profielwerkstuk is het goed om eerst te brainstormen met je team. Brainstormen is op een snelle en creatieve manier veel nieuwe ideeën over een onderwerp of vraagstuk bedenken. Tijdens het brainstormen associëren jullie om zoveel mogelijk ideeën te krijgen en schrijven jullie alles op wat in het hoofd opkomt, zonder het te beoordelen of bekritiseren.

Praktijkvoorbeeld: netjes brainstormen levert slappe ideeën op

Het was vijf voor twaalf bij Odeo, een Amerikaanse zoekmachine voor podcasts. In de zomer van 2006 bezweek het bedrijf bijna door de zware concurrentie van Apple, dat via iTunes ook podcasts aanbood op internet. De werknemers kwamen in een park in San Francisco bijeen. Ze nestelden zich in het gras voor een laatste wanhoopspoging om een nieuwe weg in te slaan met Odeo. Tijdens de discussie kreeg programmeur Jack Dorsey een ingeving. Was het geen idee om een sms-dienst te beginnen waarmee iemand meerdere mensen tegelijkertijd een berichtje kon sturen? Zijn collega's waren meteen enthousiast. Een paar dagen later was ook de leiding van Odeo overtuigd. In 2007 werd Twitter geboren.

Spelregels brainstormen

Brainstormen werkt alleen goed als er aan alle voorwaarden wordt voldaan. Hou je daarom aan de volgende spelregels:

• Ieder idee is welkom. Hoe meer ideeën, hoe groter de kans dat er bruikbare vondsten bij zijn.

• Hoe gekker, hoe beter. Besteed extra aandacht aan naïeve, absurde en ongewone ideeën.

• Het beoordelen van ideeën is verboden tijdens de brainstorm. Zeg bijvoorbeeld nooit dat iets onhaalbaar is of ‘ja, maar …’

• Elk idee is groepseigendom. Er mag op elk idee van een ander worden voortgeborduurd.

• Niemand wordt op een idee aangekeken.

• Er is openheid binnen de groep, maar terughoudendheid naar buiten.

• Bij een brainstorm ga je anders met elkaar om. Het mag luidruchtig en hilarisch worden. Kies als gespreksleider nu eens niet de vaste voorzitter.

• Wijs iemand aan die de ideeën opschrijft.

• Bepaal vooraf hoe lang je aan het brainstormen besteedt. Of stop als er geen nieuwe ideeën meer komen. Maar zeker niet als het eerste bruikbare idee op tafel ligt.

Ideeën noteren

Bij creatief denken moet je alle ideeën noteren. Als een idee niet wordt opgeschreven, is het alsof het al beoordeeld is. Stel je oordeel over ideeën juist uit. Elk idee noteren is belangrijk, omdat het weer tot een volgend idee kan leiden en kruisbestuiving stimuleren. De kwantiteit gaat in dit stadium boven de kwaliteit.

Je kan de ideeën op verschillende manieren opschrijven, bijvoorbeeld met de mindmap-techniek, waarvan online veel voorbeelden zijn te vinden.

Brainstormproces

Startfase

Bij een brainstorm verhelder je eerst de opdracht. Gebruik wie-, wat-, waar-, wanneer-, waarom- en hoe-vragen om de opdracht duidelijk te krijgen. Doe dan eerst een warming-up, want ook bij creatief denken moeten je hersencellen op gang komen.

Divergerende fase

Begin te brainstormen door alle eerste ideeën te verzamelen, vaak zijn dat de meest voor de hand liggende oplossingen. Benader dingen vanuit verschillende invalshoeken en bedenk steeds weer alternatieven. Als de stroom ideeën dreigt op te drogen, schakel je over naar een andere techniek waardoor je ideeën uitwaaien.

Neem dan een pauze. Je hersens gaan verder met het verwerken van informatie als jij zelf wat anders gaat doen. Dit proces kan je bewust aansturen wanneer je aan het zoeken bent naar nieuwe oplossingen. Je legt het probleem bewust naast je neer en wacht af. Er komen vanzelf weer ideeën.

Convergerende fase

Ten slotte kies je uit de enorme hoeveelheid van ideeën een thema om verder uit te werken voor je profielwerkstuk.

Opdracht: Doe een brainstorm

Je kan kiezen uit de volgende opdrachten om met je team te doen, maar op internet zijn er ook veel brainstormoefeningen te vinden, bijvoorbeeld hier. Uiteindelijk stel je een shortlist op van mogelijke onderwerpen om te onderzoeken:

1. ………

2. ………

3. ………

1. Haal ideeën uit de hoge hoed Warming-up:

Schrijf de onderwerpen waar jij enthousiast van wordt op losse papiertjes en stop die in een hoed (of in een jaszak). Haal er twee kaartjes uit. Stel vragen en bedenk nu PWS-onderwerpen die in je opkomen bij deze combinatie. Doe dat tot de kaartjes op zijn. Doe dat ook met enkele andere ideeën die je uit tijdschriften, films of kranten gehaald hebt.

Bij de combinatie Cambodja & katten kan je bijvoorbeeld vragen stellen als:

• Wat eten katten in Cambodja?

• Hoe is dierenopvang in Cambodja georganiseerd?

• Hoe is dierenbescherming in ontwikkelingslanden geregeld?

• Hoe kijken mensen in ontwikkelingslanden tegen huisdieren aan?

• Eten mensen in Cambodja dieren of zijn ze vegetariër?

Divergeren

Kies de leukste combinaties en doe daar wat vooronderzoek naar op internet. Welke problemen kom je nu tegen die je kan onderzoeken in een profielwerkstuk? Pas het onderwerp eventueel aan, misschien lijkt de combinatie insecten & Cambodja of de combinatie katten & Thailand je toch interessanter.

Convergeren

Ga de interessantste onderwerpen nu toespitsen op je profielvakken, bijvoorbeeld:

• N&G: Hoe gezond zijn insecten als voedingsmiddel?

• N&T: Hoe kan er in Thailand aardbevingsbestendig worden gebouwd?

• E&M: Hoe kan het toerisme in Cambodja diervriendelijker worden?

• C&M: Hoe kan een Cambodjaans gerecht vertaald worden in een maaltijdpakket voor de Nederlandse consument?

Loop deze stappen door met een paar verschillende onderwerpen.

2. Ruim de vaatwasser uit

Wist je dat de naaimachine uitgevonden is onder het douchen? Tenminste, het vernieuwende idee dat het oog van de naald in de punt moest komen en niet aan het stompe eind. De creatiefste ideeën komen vaak wanneer je even wat heel anders gaat doen. Klusjes waarbij je niet echt hoeft na te denken, zoals douchen, de vaatwasser uitruimen of de hond uitlaten.

Bedenk zelf drie van dit soort activiteiten. Voer ze uit met de ideeën in je achterhoofd. Schrijf daarna op wat je nieuwe inzichten waren.

3. Stem op het onderwerp dat de meeste teamleden aanspreekt

Met je teamleden spreek je af dat jullie allemaal een ander idee kiezen om wat verder uit te werken. Daarover gaan jullie individueel wat vooronderzoek doen. Dat

presenteer je aan elkaar: achtergrondinformatie over het onderwerp, mensen en organisaties die zich ermee bezighouden, wat er zo interessant aan is, hoe je het verder kan onderzoeken. Aan het eind stemmen jullie over het onderwerp dat de meeste mensen aanspreekt. Daar gaat jullie team aan werken.

In document Werkboek Profielwerkstuk (pagina 35-39)