• No results found

Hoe vermeld je bronnen correct?

In document Werkboek Profielwerkstuk (pagina 153-158)

5. Fase 5: verslag en presentatie

5.1.4 Hoe vermeld je bronnen correct?

Voetnoten worden niet gebruikt om te verwijzen naar geraadpleegde bronnen. Het is belangrijk dat voetnoten beknopt zijn. Een tekst moet zonder voetnoten ook te begrijpen zijn. Voetnoten worden doorlopend genummerd worden (niet per hoofdstuk). Wanneer de voetnoot op een woord of woordgroep slaat, dan komt het nummer daar direct. Slaat de voetnoot op de hele zin, dan komt het nummer na de punt. Een voetnoottekst begint altijd met een hoofdletter.

Opdracht: Check opmaak

Check de tekst van je verslag op de bovenstaande onderdelen.

Voorbeelden

Onderzoek van Ash (1962) laat zien dat mensen geneigd zijn zich aan te passen in het bijzijn van anderen.

Onderzoek laat zien dat mensen geneigd zijn zich aan te passen in het bijzijn van anderen (Ash, 1962).

Mocht je verderop in dezelfde alinea verder schrijven over het geparafraseerde

onderzoek, dan hoef je niet opnieuw te refereren. Als het maar duidelijk blijft dat je het nog steeds over dat onderzoek hebt.

Voor citaten gelden de volgende regels:

• Citaten worden alleen gebruikt wanneer de oorspronkelijke tekst een gedachte, inzicht of redenering zo bijzonder verwoordt, dat een parafrase er ernstig tekort aan zou doen. In alle andere gevallen schrijf je de tekst in eigen woorden op.

• De tekst van het citaat plaats je tussen dubbele aanhalingstekens.

• Direct voor of na het citaat wordt verwezen naar de bron.

• In de referentie je zet de auteursnaam, het jaartal en het paginanummer tussen haakjes. Als het jaar niet bekend is, dan wordt er n.d. (no date) of z.j. (zonder jaartal) vermeld.

Voorbeeld

(Ash, 1962, p. 53)

• Weglatingen worden bij citaten duidelijk aangegeven. Op de plaats van het weggelaten gedeelte staan vierkante teksthaken met daartussen het weglatingsteken: […].

Voorbeeld

Salzman (2004) is ervan overtuigd dat buzzmarketing een volwaardig

marketinginstrument is: “Van het zaadje van een idee tot enkele prachtig uitgevoerde eerste campagnes is buzzmarketing uitgegroeid tot een alom geaccepteerde

marketingtool. […] Brandmanagers zien buzzmarketing nu ook als een standaardoptie.

Het is tegenwoordig een uitgesproken discipline die wordt ingezet wanneer de marketeer het gepast acht” (p. 15).

De volgende tabel laat zien dat de manier van refereren ook afhankelijk is van het aantal auteurs.

Aantal auteurs

Eerste

verwijzing in de tekst

(parafrase of samenvatting)

Volgende verwijzingen in de tekst (parafrase of samenvatting)*

Eerste verwijzing in de tekst (citaat)

Volgende

verwijzingen in de tekst (citaat)*

1 auteur (Swaen, 2014) (Swaen, 2014) (Swaen, 2014, p. 4) (Swaen, 2014, p. 4) 2

auteurs

(Swaen &

Driessen, 2014)

(Swaen &

Driessen, 2014)

(Swaen & Driessen, 2014, p. 4)

(Swaen & Driessen, 2014, p. 4)

3, 4 of 5 auteurs

(Swaen &

Driessen & Van Laak, 2014)

(Swaen et al., 2014)

(Swaen & Driessen

& Van Laak, 2014, p.4)

(Swaen et al., 2014, p. 4)

6 of meer auteurs

(Swaen et al., 2014)

(Swaen et al., 2014)

(Swaen et al., 2014, p. 4)

(Swaen et al., 2014, p. 4)

Word heeft een speciale functie om de verwijzingen in de tekst en voor de literatuurlijst goed weer te geven: ‘Citaten en bibliografie’.

Refereren in de literatuurlijst

De literatuurlijst is een overzicht van de gebruikte bronnen. In de lopende tekst heb je de naam van de auteurs en een jaartal genoemd. Dat is voor de lezer niet genoeg informatie om de juiste bron te vinden. Daarom neem je aan het einde van je tekst een

literatuurlijst op met uitgebreidere informatie. Ook voor je literatuurlijst zijn regels:

• De bronnen staan in alfabetische volgorde, naar achternaam van de eerste auteur.

• Digitale bronnen worden gescheiden van schriftelijke bronnen.

Bij verwijzingen volgens het APA-systeem is precies bepaald waar punten, komma’s, hoofdletters en cursivering moeten komen. Hieronder staan voorbeelden van de juiste weergave van verschillende bronnen.

In Word kan je een automatische literatuurlijst maken. Kies daarvoor de bronvermeldingsstijl APA.

Weergave van verschillende bronnen in een literatuurlijst

Boek

Auteur, A. A., Auteur, B. B., & Auteur, C. C. (Publicatiejaar). Boektitel. Plaats:

Uitgever.

Voorbeeld

Booty, F. (2006). Facilities management (3rd ed.). Oxford: Elsevier.

Grit, R., & Julsing, M. (2012). Zo doe je een onderzoek. Groningen/Houten: Noordhoff Uitgevers.

Schmidt, H. G. & Moust, J. H. C. (1998). Probleemgestuurd onderwijs. Groningen:

Wolters-Noordhoff.

Of

Organisatie. (Publicatiejaar). Boektitel. Plaats: Uitgever.

Voorbeeld

Centraal Bureau voor de Statistiek. (2009). Monitor duurzaam Nederland 2009. Den Haag: CBS.

Geredigeerd boek

Auteur, A. A. (red.). (Publicatiejaar). Boektitel. Plaats: Uitgever.

Voorbeeld

Janssen, D. (red.). 2007). Zakelijke communicatie: deel 2 (5e druk). Groningen: Wolters-Noordhoff. Ytsma, W. (red.). (1997). De vele gezichten van facility management. Alphen aan de Rijn: Kluwer.

Een geredigeerd boek staat op naam van de redacteur(en). Achter de na(a)m(en) van de redacteur(en) wordt red. vermeld (in het Engels Ed. of Eds. bij meerdere ‘editors’).

Het redacteurschap wordt in de oorspronkelijke taal aangegeven.

Artikel of hoofdstuk in een geredigeerd boek

Auteur, A. A., & Auteur B. B. (Publicatiejaar). Hoofdstuktitel. In C. C. Redacteur(en) (red.

of Ed. of Eds.), Boektitel (p. x-x). Plaats: Uitgever.

Voorbeeld

Schmidt, H. G., & Moust, J. H. C. (2000). Factors affecting small-group tutorial learning:

A review of research. In D. H. Evensen & C. E. Hmelo (Eds.), Problembased learning: A research perspective on learning interactions (p. 19-51). Mahwah, NJ: Erlbaum.

Tijdschriftartikel

Auteur, A. A., Auteur, B. B., & Auteur, C. C. (Publicatiejaar). Titel van het artikel.

Tijdschrift, jaargang nummer (eventueel issue-nummer), x-x.

Voorbeeld

Camp, G., Paas, F., Rikers, R., & Van Merriënboer, J. (2001). Dynamic problem selection in air traffic control training: A comparison between performance, mental effort, and mental efficiency. Computers in Human Behavior, 17, 575-595.

Elektronisch tijdschriftartikel

Artikel uit een elektronisch tijdschrift met Digital Object Identifier (DOI), zie doi.org Auteur, A. A., Auteur, B. B., & Auteur, C. C. (Publicatiejaar). Titel van het artikel

[Elektronische versie]. Tijdschrift, jaargangnummer (eventueel issuenummer), x-x. doi:

xxxxxxxxxxxxxxx

Voorbeeld

Linhares, A., & Brum, P. (2007). Understanding our understanding of strategic scenarios: What role do chunks play? Cognitive Science, 31 (6), 989-1007. doi:

10.1080/03640210701703725

Artikel uit een elektronisch tijdschrift zonder DOI

Auteur, A. A., Auteur, B. B., & Auteur, C. C. (Publicatiejaar). Titel van het artikel.

Tijdschrift, jaargangnummer (eventueel issuenummer), x-x. Verkregen op dag maand, jaar, van URL.

Voorbeeld

Van den Bos, G., Knapp, S., & Doe, J. (2001). Role of reference elements in the selection of resources by psychology undergraduates. Journal of Bibliographic Research, 5, 117-123. Geraadpleegd op 30 oktober, 2001, van http://jbr.org/articles.html.

Krantenartikel

Auteur, A. A. (Publicatiejaar, datum). Naam krant, p. x.

Voorbeeld

Guthrie, J. (2008, 7 augustus). The bust is a boom time for happynomics. Financial Times, p. 9.

Plug, T. (2008, 1 oktober). Stop de wildgroei aan vergaderingen. De Volkskrant, p. 9.

Of

Titel (Publicatiejaar, datum). Naam krant, p. x.

Voorbeeld

Nederland verspreidt wereldwijd veel spyware. (2006, 15 mei). Metro, p. 7.

Document van internet

Auteur, A. A., Auteur, B. B., & Auteur, C. C. of Organisatie D. (Publicatiejaar). Titel van het document. Verkregen op dag maand, jaar, van URL.

Voorbeeld

CBS. (1998). Kerncijfers schooldeelname. Verkregen op 2 juni, 2002, van http://www.cbs.nl/statistiek/kerncijfers/scholen.html

Illustraties, tabellen en grafieken die je overneemt

Ook van Illustraties, tabellen en grafieken die je niet zelf hebt gemaakt maar overgenomen, moet je de bron vermelden in je literatuurlijst.

Voorbeeld (schilderij)

Van Gogh, V. (1888). Zelfportret als schilder [Schilderij]. Van Gogh Museum, Amsterdam. https://www.vangoghmuseum.nl/nl/collectie/s0022V1962 Voorbeeld (tabel)

Van Kalsbeek, A., & Kuiken, F. (2014). Academisch taalgebruik in het Nederlandse wetenschappelijk onderwijs: Stand van zaken en blik op de toekomst. Internationale Neerlandistiek, 52(3), 221-236. https://doi.org/10.5117/IN2014.3

Opdracht: Maak je bronvermelding

Als het goed is heb je tijdens je onderzoek goed bijgehouden welke bronnen je gebruikt hebt. Neem nu alle bronnen op in het hoofdstuk Literatuurlijst van je verslag, en geef ze weer volgens de APA-richtlijnen.

Presentatie

In document Werkboek Profielwerkstuk (pagina 153-158)