• No results found

HET WETTELIJKE TRAJECT (WSNP) – EXTRA TOELICHTING 

De Wsnp is bedoeld voor “natuurlijke personen” die aan bepaalde criteria voldoen. Voor ZZP’ers/eenmans‐

bedrijven geldt dat weliswaar dezelfde wegen openstaan maar dat uitvoering daarvan toch een expertise op  zich is. Het is daarom raadzaam, als een ondernemer hulp zoekt, deze door te verwijzen naar een daartoe  gespecialiseerde schuldhulpverleningsorganisatie.  

Hoe aan te melden? 

Nadat het minnelijke traject is doorlopen zonder dat dit heeft geresulteerd in een akkoord met de crediteuren,  kan worden overgegaan tot een aanvraag in het kader van de Wsnp. De gemeente (of een gemandateerde  schuldhulpverlener) stelt een verzoekschrift op met als bijlage een zogenaamde “285 FW‐verklaring”13. Beide  stukken moeten door de schuldenaar worden ondertekend.  

Het is belangrijk te realiseren dat, hoewel de gemeente of de schuldhulpverlener de verklaring opstelt, het tóch  de schuldenaar is die verantwoordelijk is voor de inhoud van de verklaring. Het is daarom zeer belangrijk dat de  schuldenaar controleert of alle schulden in de verklaring zijn opgenomen en dat het juiste inkomen en 

eventuele spaarrekeningen of betaalrekeningen juist staan vermeld. Als de schuldenaar in de Wsnp zit en de  bewindvoerder constateert belangrijke tekortkomingen, zoals een schuld die vergeten is, of een “vergeten” 

spaarrekening, dan kan de rechtbank besluiten de schuldsaneringsregeling tussentijds te beëindigen.  

 

13 Verklaring volgens art. 285 van de Faillisementswet. 

De “Verklaring” met de bijlagen wordt naar de rechtbank gestuurd en na enkele weken volgt een oproep om bij  de rechtbank te verschijnen. Er vindt een toelatingszitting plaats waar de rechter het verzoek behandelt. Er  wordt mogelijk om aanvullende informatie gevraagd en de rechter zal uitleggen welke verplichtingen moeten  worden nagekomen tijdens de Wsnp. Meestal wordt tijdens de zitting gemeld of iemand al dan niet is  toegelaten. 

Welke criteria gelden voor toelating tot de Wsnp? 

De rechter beoordeelt of de verzoeker aan de toelatingscriteria voldoet. Daarbij gaat het erom dat: 

 de schuldenaar niet zal kunnen doorgaan met het betalen van zijn schulden 

 de schulden in de vijf jaar voorafgaand aan het verzoek te goeder trouw zijn ontstaan, of als dat niet  het geval is, de schuldenaar de onderliggende oorzaken onder controle heeft 

 de schuldenaar de verplichtingen van de Wsnp zal nakomen en zich zal inspannen om zoveel mogelijk  aflossing te genereren 

 de schuldenaar niet al in de Wsnp zit of de afgelopen tien jaar in de Wsnp heeft gezeten 

 een schuldhulpinstelling die valt onder artikel 48 Wck14 de minnelijke regeling heeft uitgevoerd 

 op de schuldenlijst geen fraudevorderingen staan die jonger zijn dan 5 jaar 

 de schuldenaar niet verslaafd is 

 de schuldenaar een vaste verblijfplaats in Nederland heeft 

 de schuldenaar geen strafrechtelijke vorderingen (boetes) en schadevergoedingsmaatregelen heeft  openstaan 

Hoewel het lastig kan zijn bepaalde dingen (bv. dat schuldenaar zijn verplichtingen zal nakomen) aan te tonen,  ligt de bewijslast wel degelijk bij de schuldenaar (en de schuldhulpverlener). Kan de schuldenaar niet aantonen  dat hij aan deze eisen voldoet, dan is dat voor de rechtbank reden het verzoek af te wijzen. 

Deze insteek stelt hoge eisen aan de volledigheid en actualiteit van de gegevens die worden aangeleverd, maar  vergt ook wat meer zachte (achtergrond)informatie en toelichting. 

Wat zijn de hoofdverplichtingen? 

De verplichtingen waar de schuldenaar zich in de Wsnp aan moet houden zijn: 

 sollicitatieplicht 

 informatieplicht 

 afdracht van alle inkomsten boven het vrij te laten bedrag 

 geen nieuwe schulden maken 

Als de schuldenaar geen fulltimebaan heeft, geldt de sollicitatieplicht. Deze houdt in dat er wekelijks tenminste  eenmaal moet worden gesolliciteerd. Er moet ook daadwerkelijk worden bewezen dat er is gesolliciteerd, 

 

14 Artikel 48 van de Wet op het Consumentenkrediet. 

bijvoorbeeld aan de hand van een kopie van de sollicitatiebrief. Omdat deze verplichting uitermate belangrijk is  binnen de Wsnp wordt dit meestal meerdere malen onder de aandacht van een schuldenaar gebracht. Het gaat  hierbij dus niet om het resultaat (van de sollicitatie) maar om de inspanning. 

 

Indien er sprake is van arbeidsongeschiktheid dan beoordeelt de rechter‐commissaris altijd of deze ook binnen  de schuldsaneringsregeling van toepassing is. Pas nadat er ontheffing van de sollicitatieplicht is verleend,  vervalt deze verplichting. 

 

De informatieplicht houdt in dat de schuldenaar uit eigen beweging alle informatie moet verstrekken aan de  Wsnp‐bewindvoerder die van belang kan zijn voor het verloop van het Wsnp‐traject. Dit betekent dat alles wat  van invloed is op inkomsten, uitgaven en schulden moet worden gemeld. Dus ook als de schuldenaar gaat  samenwonen of als een kind thuis komt wonen, etc. 

Wat is de taak van de Wsnp‐bewindvoerder? 

Een Wsnp‐bewindvoerder wordt benoemd door de rechtbank en legt verantwoording af aan de rechter‐

commissaris. Zijn taken bestaan uit het beheren en vereffenen van de boedel15 tijdens het schuldsanering  traject. Daarmee behartigt hij de belangen van de schuldeisers in dit traject. De Wsnp‐bewindvoerder is dus  geen hulpverlener. De schuldenaar moet er zelf voor zorgen dat zijn financiële zaken worden geregeld. Als hij  daar hulp bij nodig heeft, dan zal deze van een gespecialiseerde hulpverlener moeten komen (bijvoorbeeld een  maatschappelijk werker, een budgetbeheerder of een beschermingsbewindvoerder). De Wsnp‐bewindvoerder  kan doorverwijzen naar een juiste hulpverlener, maar zijn taak gaat niet verder dan dat. 

Het verloop van de schuldsaneringsregeling 

De schuldsaneringsregeling start met een huisbezoek en intakegesprek door de Wsnp‐bewindvoerder. Hij legt  uit wat de schuldenaar van de Wsnp‐bewindvoerder kan verwachten en met name wat de door de schuldenaar  na te komen verplichtingen zijn. De Wsnp‐bewindvoerder bekijkt tijdens dit huisbezoek of er sprake is van een  bovenmatige boedel. Is de schuldenaar in het bezit van een auto die hij niet nodig heeft voor zijn werk, of bezit  hij/zij een caravan of antiek, dan zal in overleg met de rechter‐ commissaris worden besloten of deze zaken  worden verkocht. De opbrengst vloeit altijd in de boedel (wordt op de boedelrekening gestort).  

Tijdens de looptijd van de schuldsaneringsregeling (in principe drie jaar) controleert de Wsnp‐bewindvoerder of  de verplichtingen door de schuldenaar worden nagekomen. De bewindvoerder rapporteert ieder half jaar aan  de rechter‐commissaris. 

 

15 De boedel is een bankrekening waarop al het geld wordt gestort dat aan het einde van het Wsnp‐traject verdeeld zal  worden onder de schuldeisers. De Wsnp‐bewindvoerder beheert deze boedelrekening. 

Aan het einde van de looptijd vindt een zitting plaats, waarin de rechter beoordeelt of voldaan is aan alle  verplichtingen. Is dit het geval dan wordt de ‘schone lei’ verleend, de schuldenaar hoeft het restant van de  schulden niet meer te betalen. Het tijdens de looptijd gespaarde bedrag wordt verdeeld onder de schuldeisers,  waarbij het gelijkheidsbeginsel (zie: Extra termen uit de schuldhulpverlening) wordt gehanteerd. 

De rol en mogelijkheden van het SchuldHulpMaatje tijdens de Wsnp 

Het wettelijke traject is juridisch complex en veel strikter vastgelegd  dan het minnelijke traject. De hulpvrager gaat dit traject vrijwillig in,  maar kan er niet zonder verstrekkende consequenties weer 

uitstappen. Toetreding tot de Wsnp betekent veel controle op en 

weinig vrijheid voor de hulpvrager. De hulpvrager kan zich zelfs een gevangene gaan voelen. Probeer je als  Maatje eens voor te stellen hoe dat moet voelen. Als dat lastig voor je is, probeer dan eens een paar weken of  maanden achter elkaar niet meer dan € 50,‐ per week uit te geven. En bedenk je dan wat het betekent om dit  jaren vol te moeten houden. Toch is de hulpvrager niet zielig! Hoewel het een zwaar traject is, biedt het de  hulpvrager de mogelijkheid van een schuldenvrije toekomst! 

De wet geeft uitgebreide verplichtingen en regelgeving aan de Wsnp‐bewindvoerder en de schuldenaar. 

Bemoei je als SchuldHulpMaatje niet met de uitvoering door de rechter‐commissaris of de Wsnp‐

bewindvoerder. De hulpvrager in de Wsnp heeft er alleen belang bij dat het SchuldHulpMaatje hem  ondersteunt en motiveert om de richtlijnen van de Wsnp‐bewindvoerder na te komen.