• No results found

HANDBOEK VOOR SCHULDHULPMAATJES. Deel III PRAKTIJK. versie 2.1, december Vereniging SchuldHulpMaatje Nederland

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "HANDBOEK VOOR SCHULDHULPMAATJES. Deel III PRAKTIJK. versie 2.1, december Vereniging SchuldHulpMaatje Nederland"

Copied!
116
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

 

 

   

HANDBOEK VOOR 

SCHULDHULPMAATJES    

Deel III ‐ PRAKTIJK 

 

versie 2.1, december 2019 

 

© Vereniging SchuldHulpMaatje Nederland  

 

Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, vermenigvuldigd en/of  openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook zonder  voorafgaande toestemming van de uitgever.  

De modellen op de foto’s zijn niet de personen waarover geschreven wordt. 

(2)

INHOUDSOPGAVE 

 

DEEL III   PRAKTIJK 

 

Module 11  Wat is mijn positie als Maatje?  Het Maatje in de praktijk   3   

 

Module 12  Wie zijn de schuldeisers?  Schulden en mogelijke consequenties   11   

 

Module 13  Wat doet de schuldhulpverlener?  Minnelijk, wettelijk en bewind  27   

 

Module 14  Wie doet wat?  Samenwerken met professionals  41 

   

Module 15  Hoe ga ik op pad als Maatje?   Profiel, hulpmiddelen, klachten  53   

 

Bijlagen      61 

 

Literatuurlijst    113 

Websites  114 

 

(3)

MODULE 11   WAT IS MIJN POSITIE ALS MAATJE? 

HET MAATJE IN DE PRAKTIJK  

         

   

     

(4)

Bij de onderwerpen ‘armoede’ en ‘schulden’ dachten we vroeger  met name aan derdewereldlanden. In veel landen is de armoede‐ 

en schuldenproblematiek nog steeds zeer schrijnend. Daarbij komt  de laatste jaren ook een groeiende schuldenproblematiek in de 

‘rijke landen’. Bijna wekelijks zien we berichten in het nieuws over  armoede in Nederland, de schuldenproblematiek, mensen die  leven op of onder de armoedegrens, huisvestingsproblemen,  werkeloosheid. En het einde is voorlopig niet in zicht. 

Als SchuldHulpMaatje willen we mensen, die in financiële moeilijkheden zijn, helpen. Daarvoor is het belangrijk  om te weten hoe we in dit spannende werkveld staan. Welke positie hebben we? Hoe stellen we ons op? Wat  mogen we wel doen? Wat niet? Dit zijn vragen waar we in deze module op in zullen gaan. 

Voor de volledigheid: Met de term “hulpvrager” bedoelen we vrouwen en/of mannen die onze hulp inroepen. 

Waar in dit boek staat: hij, wordt bedoeld: hij of zij. 

VISIE VAN HET MAATJE OP DE HULPVRAGER 

Na het behalen van je certificaat krijg je je eerste hulpvrager toegewezen. Vol goede moed ga je aan de gang.  

Maar na verloop van tijd merk je dat je je doel niet meer goed voor ogen hebt. Ben je nog op weg om je  hulpvrager te ondersteunen op zijn weg naar meer zelfredzaamheid?  

Dat is niet vreemd. Als je langere tijd met een hulpvrager meeloopt dan ontstaan er ‘gewoonten’, die het  behalen van je doel met je hulpvrager in de weg kunnen staan. Als je bijvoorbeeld in het begin van je  hulpverlening moet helpen om de papieren van de hulpvrager te ordenen, dan kan het voorkomen dat het  opbergen van de post jouw ‘taak’ wordt, terwijl de hulpvrager toekijkt hoe jij dat doet. Vanzelfsprekend is dat  niet wenselijk; het helpt de hulpvrager niet op zijn weg naar zelfredzaamheid.  Het is daarom belangrijk dat je  een heldere visie hebt en houdt op jouw positie: wat is jouw rol ten opzichte van de hulpvrager? En wat is de  rol van de hulpvrager zelf? De visie van het Maatje kan bepalend zijn voor de mate waarin een hulpvrager  succesvol en duurzaam een periode van financiële problemen doorkomt. 

Je visie kan in de loop van de tijd veranderen. In het begin van het hulptraject had je misschien twijfels of de  hulpvrager na enige tijd zelf zijn financiën zou kunnen regelen. Tijdens het begeleidingstraject ontdek je echter  dat met een beetje begeleiding en vooral een motiverende houding de hulpvrager prima in staat is om de  financiële zaken zelf af te handelen. Uiteraard kan het andersom ook voorkomen. Jouw visie verandert door de  kennis van de situatie en je ervaring met de hulpvrager. Stel jezelf daarom regelmatig vragen: Wat is mijn visie  op mijn hulpvrager? Wat is ons doel? Kunnen we dat bereiken? Wat doet de hulpvrager? Wat moeten we  veranderen om ons doel te bereiken? Wat moeten we doen als ons doel niet haalbaar lijkt?  En blijf jezelf deze,  en vergelijkbare, vragen stellen gedurende het hele hulpverleningstraject.  

(5)

VISIE VAN HET MAATJE OP ZICHZELF 

Tijdens een hulptraject kun je geconfronteerd worden met schaamtegevoelens over jouw eigen bevoorrechte  situatie als je geconfronteerd wordt met een hulpvrager die erg weinig te besteden heeft. Als Maatje moet je  tegen emotionele druk stand kunnen houden en duidelijk grenzen aangeven. Geef niet zomaar je mobiele  telefoonnummer en betaal geen rekeningen uit eigen portemonnee. Neem niet zomaar een hulpvrager in huis. 

Allemaal valkuilen voor een Maatje.  

Een andere valkuil is dat we de hulpvrager zien als slachtoffer en hem in de slachtofferrol dringen. Dit maakt de  hulpvrager afhankelijk en onzeker en moet dus vermeden worden. Een Maatje geeft vooral immateriële steun. 

Om te ontdekken of je ongemerkt in deze (of andere) valkuilen bent getrapt, helpt het om jezelf regelmatig  kritische vragen te stellen over jouw rol, te reflecteren op jouw begeleiding van de hulpvrager, zodat je de  mogelijkheid krijgt om je gedrag aan te passen. Kom je er zelf niet uit, blijf er dan niet mee lopen. Bespreek het  met een collega‐Maatje of met je coördinator.  

Een SchuldHulpMaatje is iemand die zijn grenzen stelt. Agressie, geweld en intimidatie accepteren wij als  organisatie niet. Mochten er andere zaken bij een hulpvrager spelen, die over jouw persoonlijke grens heen  gaan, neem dan contact op met je coördinator om dit te bespreken. De coördinator bekijkt of er bemiddeld kan  worden, of er een waarschuwing wordt gegeven, of een ander Maatje ingezet kan worden of dat de 

begeleiding wordt gestopt.  

 

WERKEN VANUIT EEN ORGANISATIE 

Een SchuldHulpMaatje treedt op namens de lokale organisatie voor  SchuldHulpMaatjes. Een hulpvrager meldt zich (of wordt aangemeld)  bij SchuldHulpMaatje en het Maatje gaat namens de organisatie hulp  bieden. Deze positie biedt het Maatje steun, maar brengt tegelijkertijd  ook verantwoordelijkheden met zich mee. 

Als je als Maatje tegen zaken aanloopt waar je geen kennis van hebt, kun je binnen de (lokale) organisatie  informeren of iemand anders je daarbij kan helpen. Ook kan de organisatie jou ondersteunen als je tegen jouw  grenzen aanloopt, omdat bijvoorbeeld de problematiek van de hulpvrager jou (te) diep raakt. Binnen de lokale  organisatie kun je zo je vragen, twijfels, frustraties, successen of ideeën delen. Al werkt ieder Maatje met een  verschillende hulpvrager, je trekt samen op en je leert van elkaar.  

 

(6)

Werken namens een organisatie brengt wel beperkingen met zich mee. Zo kun je bepaalde zaken niet regelen,  zoals je dat als privépersoon voor je familie misschien wel zou doen. Bijvoorbeeld inloggen met de DigiD‐

inlogcode van de hulpvrager om een toeslag aan te passen of een belastingformulier invullen, zijn dingen die je  als SchuldHulpMaatje niet zomaar kunt doen. Je kunt de hulpvrager ondersteunen, maar je mag deze zaken  niet overnemen. Dit zijn grenzen die onze organisatie trekt. Als Maatje handel je namens de organisatie binnen  de kaders van de organisatie. Van jou wordt verwacht dat jij je dus ook bewust bent van jouw 

verantwoordelijkheid voor de organisatie.  

 

HULP DOOR SCHULDHULPMAATJES 

Hulpvragers zijn mensen die ondersteuning vragen omdat zij  moeite hebben met hun financiële huishouding of al daadwerkelijk 

in de financiële problemen zitten. Als SchuldHulpMaatje kan je gevraagd worden te helpen in de volgende  (probleem)situaties van de hulpvrager:  

 De situatie dat mensen geen gebruik hoeven te maken van de professionele schuldhulpverlening van de  gemeente.   

Zij zijn het overzicht over hun financiële situatie kwijt of dreigen dit te verliezen, maar hebben nog geen  schulden. Een Maatje kan hen helpen het overzicht te creëren en reikt handvatten aan zodat de hulpvrager  weer zelfstandig verder kan. En mocht het zelfstandig niet meer lukken, dan wil het Maatje graag 

meedenken over alternatieve oplossingen. 

 De situatie dat mensen nog geen gebruik maken van de professionele schuldhulpverlening.  

Ze doen een beroep op een vrijwilliger om hen te ondersteunen bij het nemen van de juiste beslissingen. 

Dat betekent meestal dat we hen helpen professionele hulp te zoeken en dit samen met hen voorbereiden  (bijvoorbeeld helpen met het invullen van formulieren en het inventariseren van de schulden). 

 De omstandigheid dat mensen zich reeds hebben aangemeld bij de professionele schuldhulpverlening. Er is  behoefte aan ondersteuning door iemand die naast hen wil gaan staan en hen helpt om aan de eisen te  voldoen die gelden voor een schuldhulpverleningstraject. 

 De situatie dat mensen problematische schulden hebben en zij om wat voor reden dan ook (voorlopig) niet  bij de professionele schuldhulpverlening terecht kunnen. 

Iedereen in de bovengenoemde situaties, die zich meldt voor hulp, ongeacht de identiteit, ras, geloofskeuze of  geslacht, wordt geholpen door de vrijwilligers van SchuldHulpMaatje. Voorwaarde daarbij is wel dat de  hulpvrager zelf geholpen wil worden en actief meewerkt. Het doel is tenslotte de financiële zelfredzaamheid  van de hulpvrager te stimuleren. 

(7)

Veel mensen die in de financiële problemen zitten, vinden het erg moeilijk om hulp te vragen. En als zij die  grote stap eindelijk nemen, wordt hen ook nog gevraagd inzage te geven in hun privéleven, in hun hele  financiële huishouding. Gevoelens van trots en/of schaamte vormen hoge drempels om de stap naar  hulpverlening te maken. Maar ook het gevoel dat hun privacy in het geding is. Zeker in de beginfase van 

hulptrajecten kunnen deze gevoelens een belangrijke rol spelen. 

Ten onrechte wordt dit weleens uitgelegd als onwil: “Zij willen  niet geholpen worden”. En de hulpverlening wordt daarom  gestopt. Maar in veel situaties is er helemaal geen sprake van  onwil. Als hulpvragers de gelegenheid krijgen om vertrouwen op  te bouwen in het Maatje dan worden deze drempels meestal snel  geslecht. 

Toch zijn er regelmatig hulpvragers waar de wilsvraag wel aan de orde is. Meestal is dit het gevolg van het feit  dat zij de consequenties van de hulpverlening niet willen aanvaarden. Die consequenties zijn bijvoorbeeld dat  een ‘vreemde’ (het Maatje) inzage krijgt in alle financiële details van het huishouden, zij moeten volledige  openheid van zaken geven, ze moeten actief (mee)werken aan oplossingen.  

De consequenties kunnen ook noodzakelijke bezuinigingen zijn, zoals het verkopen van de auto, verkopen van  het huis of leven van weinig leefgeld. Niet omdat het Maatje dit aan hen oplegt, maar omdat het de enige  manier blijkt om uit de problemen te komen. Als hulpvragers deze bezuinigingen toch onaanvaardbaar vinden,  kan dat een reden zijn waarom zij de hulpverlening willen stoppen. Een andere vorm komt ook voor: het  Maatje merkt dat de hulpvrager het proces vertraagt of tegenwerkt omdat hij de consequenties niet wil  aanvaarden. In overleg met de plaatselijke coördinator, kan dan besloten worden of de hulpverlening wel kan  worden voortgezet, omdat er sprake is van onwil bij de hulpvrager. 

 

AFBAKENING VAN HET WERK VAN HET SCHULDHULPMAATJE    

De hulpvrager en dus ook het Maatje, krijgt te maken met regelgeving en instellingen waar we normaliter geen  last van hebben of waar we zelfs juist in positieve zin gebruik van maken. De woningstichting, het 

energiebedrijf, de zorgverzekeraar en de gemeente worden bij een betalingsachterstand ongevraagd  schuldeisers en kunnen of moeten zelfs op grond van de wet sancties opleggen. In module 12 zullen we hier  nader op ingaan. 

Het werkgebied van een SchuldHulpMaatje komt voor een flink deel overeen met het werkgebied van de  professionele schuldhulpverlening. In module 13 wordt dit werkgebied uitgebreid behandeld en in module 14  gaan we in op de samenwerking met de professionals. Omdat het werkgebied overlapt met dat van de  professionele schuldhulpverlening is de verleiding erg groot om (on)bewust als vrijwilliger de rol van 

(8)

professional op je te nemen. Het overschrijden van deze grens kan consequenties hebben waar vaak niet bij  wordt stilgestaan. Hier geven we alvast aan wat je als Maatje wel mag doen en wat je niet mag doen.  

WAT MAG JE ALS MAATJE DOEN 

 Praten en ondersteunen daar waar nodig 

 Een budgetplan maken samen met de hulpvrager 

 Alles verzamelen aan papieren samen met de hulpvrager 

 De hulpvrager stimuleren om dingen in gang te zetten 

 Formulieren invullen samen met de hulpvrager 

 Kleine schulden samen oppakken en oplossen (betalingsregelingen) 

 Hulpvrager begeleiden naar de schuldhulp van de gemeente of andere instantie en daar alles voor in orde  te maken 

 Hulpvrager blijven begeleiden bij een schuldhulptraject (b.v. als contact tussen hulpverlener en hulpvrager) 

Kortom: de hulpvrager helpen zonder de verantwoordelijkheid over te nemen. Het doel is de zelfredzaamheid  van de hulpvrager te stimuleren. 

WAT MAG JE ALS MAATJE NIET DOEN 

 Budgetbeheer toepassen en betalingen doen voor de hulpvrager 

SchuldHulpMaatjes nemen het betalingsverkeer van hulpvragers niet over. Neem geen pasjes of DigiD‐

codes mee, ook niet als het thuis veel makkelijker werkt of als er  getwijfeld wordt of de hulpvrager er correct mee omgaat.  

 Uit naam van de hulpvrager: 

o optreden 

o formulieren invullen  o informatie opvragen 

Uit naam van de hulpvrager allerlei handelingen verrichten,  betekent (een deel van) de verantwoordelijkheid van de  hulpvrager overnemen. Dat valt buiten het werkterrein van de  Maatjes. De hulpvrager ondersteunen als hij een formulier invult  of informatie opvraagt is uiteraard geen probleem.  

 Schulden van de hulpvrager opvragen.  

De hulpvrager vraagt zelf gegevens op over schulden of andere 

onderwerpen. Het overnemen van deze taak brengt zelfredzaamheid niet dichterbij en houdt een risico in 

(9)

voor de voortgang van een eventueel schuldhulpverleningstraject dat nog moet volgen. In de praktijk blijkt  dat als iemand anders dan de hulpvrager zijn schulden opvraagt dat sommige schuldeisers ervan uit gaan  dat een schuldhulptraject wordt gestart en dan gaat de termijn automatisch in waarbinnen een 

schuldregeling tot stand moet komen. ‘Schulden opvragen door een Maatje’ kan daardoor een later nog te  starten schuldhulptraject frustreren.  

Oplossing: Schulden laten opvragen door de hulpvrager. De hulpvrager mag dit onbeperkt doen zonder  risico’s voor het schuldhulpverleningstraject. 

 Een schuldhulptraject opstarten. 

Schuldhulptrajecten (minnelijke en wettelijke trajecten, zie module 13 en 14) vallen buiten het werkveld  van een Maatje; dit behoort tot het domein van de professionele schuldhulpverlening. 

 Voorstellen doen aan de schuldeisers. 

De hulpvrager doet zelf voorstellen aan schuldeisers. Het overnemen van deze taak brengt  zelfredzaamheid niet dichterbij. En overnemen van deze taak betekent ook dat je een deel van de  verantwoordelijkheid/aansprakelijkheid overneemt.  

 Financiële adviezen 

Hoe goed bedoeld je advies ook is, het lukt niet om als  SchuldHulpMaatje op de hoogte te zijn van alle zaken op  financieel gebied, zoals wetswijzigingen, belastingen  enzovoorts. En zelfs als je volledig op de hoogte bent, mag  je als Maatje geen financiële adviezen geven, ook niet als  dat je dagelijkse werk is. Je werkt nu voor 

SchuldHulpMaatje, een organisatie die niet bevoegd is om  

dergelijke adviezen te vertrekken. De Nederlandse wetgeving is streng als het gaat om het geven van  adviezen die invloed hebben op de financiële situatie van iemand anders. Er zijn gedragscodes en diploma‐

eisen op dit gebied. Je kunt zelfs vervolgd worden door justitie als je verkeerde adviezen geeft op een  gebied waar je geen diploma’s hebt. 

Dus geef geen advies over verzekeringen, de financiering van een koophuis, belastingen en het opbouwen  van een inkomen voor later als iemand met pensioen gaat, etc. Als je twijfelt of je op een bepaald gebied  mag sturen of niet, neem dan contact op je coördinator en komen jullie er samen niet uit, informeer dan  bij SchuldHulpMaatje Nederland! 

   

   

(10)

     

(11)

MODULE 12   WIE ZIJN DE SCHULDEISERS?       

SCHULDEN EN MOGELIJKE CONSEQUENTIES 

                 

   

     

(12)

Een schuldeiser is een organisatie of een persoon die nog geld van ons tegoed heeft. Een ander woord voor  schuldeiser is: crediteur. Een schuldenaar is iemand die een ander iets schuldig is, die nog geld moet betalen. 

Een ander woord voor schuldenaar is: debiteur. Onze hulpvragers zijn in veel gevallen dus schuldenaars. 

In deze module ontdek je wat een schuldeiser volgens de wet wel en niet mag eisen van iemand die een schuld  bij hem heeft. De rechten en plichten van de schuldeiser, maar ook de rechten en plichten van de hulpvrager  (schuldenaar) en die van jou als Maatje komen aan bod.  

 

WAT IS EEN SCHULDEISER? 

Om hulpvragers te kunnen helpen moet een Maatje een goed beeld hebben van schuldeisers en hun positie. 

Heel veel hulpvragers hebben een uitgesproken beeld van schuldeisers. Ze voelen zich opgejaagd door  schuldeisers en regelmatig hoor je dat hulpvragers het schandalig vinden dat schuldeisers hen dit aandoen. 

Schuldeisers zijn er in allerlei soorten en maten: internetshops,  familieleden, banken, nutsbedrijven, overheidsinstellingen,  advocaten, etc.  Zij hebben een product of dienst geleverd, maar  kregen niet (of niet voldoende) betaald. Of er is een verplichting tot  betalen van belastingen, een boete, de zorgpremie of het 

terugbetalen van een zorgtoeslag of huurtoeslag, maar de  hulpvrager heeft dat niet gedaan.   

In verreweg de meeste gevallen is de vordering die een schuldeiser  heeft op een hulpvrager, terecht. Dit uitgangspunt is belangrijk,  want het bepaalt (onbewust) onze houding naar de schuldeisers. 

Natuurlijk kan er weleens onduidelijkheid of onenigheid zijn over een vordering door bijvoorbeeld een 

administratieve fout of een product wat op tijd is geretourneerd waarvoor toch betaling wordt geëist. Dit moet  eerst worden opgehelderd. Als men het niet eens is met de vordering kan het SchuldHulpMaatje de hulpvrager  helpen bij het aanschrijven van de schuldeiser. Vraag schriftelijk om de status en een nauwkeurige specificatie  van de vordering. 

Het omgaan met schuldeisers is geen eenvoudige zaak. Mensen met betalingsachterstanden kunnen hun  emoties te veel de ruimte te geven richting schuldeisers. Herinneringen en aanmaningen vinden we nog wel  acceptabel. Afsluiting van energie en huisuitzetting – strijdig met de basisbehoefte van elk mens (zie 

“Universele Verklaring van de rechten van de mens”) – komen in de sfeer van onrechtvaardig, asociaal en  Stel je voor……. 

Je bent timmerman, een ZZP’er, die met  enige moeite het hoofd boven water  kan houden. Je hebt vier weken  gewerkt aan een verbouwing van de  woning van de familie Van Dijk. Familie  Van Dijk is zeer tevreden met het  resultaat. Zoals vooraf is afgesproken,  stuur je een factuur, maar de familie  betaalt niet……….. 

(13)

gevoelloos. Toch heeft elke schuldeiser de wet aan zijn kant. Deze zegt immers dat iedere burger zijn financiële  verplichtingen moet nakomen met inzet van zijn hele vermogen1.  

Het Maatje kan de schuldenaar helpen door hem te helpen ontdekken wat de rechten en plichten van zowel de  schuldenaar als de schuldeiser zijn. Zo kan hij als redelijke wegwijzer of bemiddelaar (zie module 1) aan de  schuldeiser(s) laten zien dat de schuldenaar hulp krijgt en tijd vraagt voor het oplossen van het probleem. Dat  is in het belang van alle partijen. De reactie van de schuldeiser hangt overigens sterk af van de status van de  schuld en van het gedrag van de schuldenaar.   

Als er nog geen vonnis is van de rechter, is er meestal meer ruimte in tijd en mogelijkheden voor een regeling. 

Als er wel een vonnis is, dan zal per omgaande de hulp van de professionele schuldhulpverlening moeten  worden ingeroepen. Het is van groot belang dat het SchuldHulpMaatje inschat of de hulpvrager dat zelfstandig  kan aanvragen of dat het nodig is om mee te gaan naar de burgerlijke gemeente. Hoe beter het Maatje de weg  kent naar de loketten, hoe vertrouwder en rustgevender dat voor de hulpvrager is. 

 

INCASSOBUREAUS 

Als een rekening niet wordt betaald, loopt men het risico dat er een waarschuwingsbrief of aanmaning zal  worden verstuurd met het steeds onvriendelijker verzoek alsnog de rekening binnen een bepaalde termijn te  voldoen.  

Schuldeisers die een vordering open hebben staan schakelen vaak een incassobureau in. Een incassobureau  vordert openstaande rekeningen in, in opdracht van een opdrachtgever (schuldeiser). De opdrachtgever kan  bijvoorbeeld een postorderbedrijf, een winkel, een woningbouwvereniging, een tandarts of een internet‐ of  telecomprovider zijn, maar ook een (semi‐) overheidsinstelling.  

Een incassobureau stuurt met name brieven, vaak met een wat agressieve  toon, om de schuldenaar tot betalen te manen. Een incassobureau heeft, in  tegenstelling tot een deurwaarder, geen wettelijke invorderingsbevoegdheden. 

Dit betekent dat een incassobureau geen dwangmiddelen mag gebruiken. Zij  kan daarom geen beslag leggen op loon, inboedel of onroerend goed (huis). 

Het incassobureau mag alleen met brieven, of via telefoon, mail, sms of app,  verzoeken om te betalen. In de praktijk komen zij niet aan de deur, hoewel dit  niet verboden is. Als de werkwijze van het incassobureau niet leidt tot betaling  van de rekening, dan zal de schuldeiser toch nog een deurwaarder inschakelen.  

 

1 Art 3:276 BW 

(14)

Iedereen mag een incassobureau beginnen. Er is (nog) geen diploma of certificering nodig. De enige regel die  hiervoor geldt is dat men zich in moet schrijven bij de Kamer van Koophandel.  

Veel incassobureaus zijn lid van de NVI, de Nederlandse Vereniging voor Incasso‐ondernemingen. De NVI en  haar leden onderscheiden zich van organisaties en personen die oneerlijke en ongeoorloofde incassopraktijken  beoefenen. Zij willen de overheid, bedrijven en consumenten(organisaties) het vertrouwen en de zekerheid  geven dat incasso activiteiten in Nederland correct en zorgvuldig uitgevoerd worden. Daarvoor is ook een 

incasso‐keurmerk ontwikkeld. Het keurmerk verplicht de incasso‐onderneming dan ook om zich altijd en in alle  gevallen aan de regels te houden. Een incasso‐onderneming die het incasso‐keurmerk voert, moet elk jaar  aantonen dat hij nog steeds aan de eisen voldoet. Voor meer informatie: www.nvio.nl/keurmerk 

Als niet mogelijk is om een vordering in één keer te betalen, kan er vaak een (af)betalingsregeling met het  incassobureau worden getroffen. Het incassobureau is niet verplicht een betalingsregeling te treffen, maar zal  in de praktijk vrijwel altijd instemmen met een redelijk voorstel. Het is wel van belang dat de 

betalingsafspraken strikt worden nagekomen. Wanneer men zich niet heeft gehouden aan een vorige  betalingsregeling, of als er een vermoeden is ontstaan dat er inkomsten worden achtergehouden, dan zal het  incassobureau het gehele bedrag direct opeisen. 

 

DE DEURWAARDER EN DE DREIGING VAN BESLAG EN EXTRA KOSTEN  

In tegenstelling tot een incassobureau, heeft de deurwaarder een wettelijke  status en is hij gehouden aan wettelijke regels. De gerechtsdeurwaarder is een  openbaar ambtenaar, benoemd door de Kroon. Het ambtelijk werk van de  gerechtsdeurwaarder bestaat onder meer uit het oproepen van personen om 

voor de rechter te verschijnen (dit heet: dagvaarden) en het uitvoeren van door de rechter uitgesproken  vonnissen2 

 

2 Een vonnis is een rechterlijke uitspraak   

 

Per 1 januari 2019 heeft de NVI voor alle aangesloten leden een vernieuwde  Gedragscode en een herzien Incasso Keurmerk geïntroduceerd. De 

vernieuwde reglementen staan voor ‘Maatschappelijk Verantwoord  Incasseren’. Voordat het herziene Incasso Keurmerk van kracht ging, is het  ter consultatie aangeboden aan ACM, AFM, Consumentenbond en de NVVK. 

Daarnaast heeft de NVI voor alle incassomedewerkers van haar leden een  eed/belofte ingevoerd waarin ze beloven hun werkzaamheden naar de  norm van de NVI uit te voeren. 

(15)

In het vonnis staat wat iemand moet betalen en waarom hij daarvoor is veroordeeld. Zo'n vonnis zou je  natuurlijk rustig naast je neer kunnen leggen, wanneer niemand was aangewezen om, als dat nodig is, de  nodige dwang uit te oefenen: de gerechtsdeurwaarder. Wordt dus niet aan het vonnis voldaan, dan kan de  gerechtsdeurwaarder beslag leggen op bijvoorbeeld het loon, de uitkering, het huis of de inboedel. Zo komt het  geld alsnog binnen. 

De gerechtsdeurwaarder heeft ook nog andere ambtelijke taken. Zo ontruimt hij bijvoorbeeld woningen op  grond van een vonnis van de rechter, stelt hij goederen veilig in afwachting van een uiteindelijk vonnis en  houdt hij toezicht bij openbare verkopingen. Al dit werk doet de gerechtsdeurwaarder in opdracht van  particulieren, bedrijven, banken, instellingen en (semi‐)overheid. 

Iedere gerechtsdeurwaarder is lid van de Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders (KBvG). Als  een gerechtsdeurwaarder niet bekend is bij de beroepsorganisatie is het geen gerechtsdeurwaarder. 

Het komt regelmatig voor dat een hulpvrager niet op de hoogte is van een lopend proces tegen hem, 

bijvoorbeeld omdat een schuldeiser nog met een oud adres werkt. Brieven ‐ dus ook die van de deurwaarder –  kunnen de hulpvrager (schuldenaar) dan niet eerder hebben bereikt. De deurwaarder controleert adressen in  de Basisregistratie Persoonsgegevens. Let op: de schuldenaar is er zelf verantwoordelijk voor om het juiste  adres door te geven. Hij moet er daarom voor zorgen dat het huidige adres correct in de Basisregistratie  Personen staat (via de afdeling burgerzaken van de gemeente).  

Als de hulpvrager niet in staat is in één keer te betalen, dan is vaak  een (af)betalingsregeling met de deurwaarder mogelijk. De  deurwaarder is overigens niet verplicht in te stemmen met een  betalingsregeling, maar zal een behoorlijk terugbetalingsvoorstel over  het algemeen toestaan. Wanneer men zich niet aan een vorige  betalingsregeling heeft gehouden of er het vermoeden bestaat dat er  inkomsten worden verzwegen, dan zal de deurwaarder in overleg met zijn opdrachtgever direct 

invorderingsmaatregelen nemen.  

Als blijkt dat een deurwaarder een bezoek aan huis heeft gebracht, betekent dat meestal dat er al een  uitspraak (vonnis) door een rechter is gewezen. Er moet dan direct worden gereageerd. De hulpvrager heeft  het vonnis van de deurwaarder ontvangen. Als de hulpvrager dat niet meer heeft is het verstandig om hem te  adviseren een kopie van dat vonnis te vragen en het aandachtig door te lezen. Alleen een deurwaarder mag het  vonnis ten uitvoer brengen.  

Voor de kosten die een schuldenaar moet vergoeden voor de ambtshandelingen van een gerechtsdeurwaarder  gelden vaste tarieven. Je kunt deze vinden op de website van de beroepsorganisatie van gerechtsdeurwaarders  (KBvG). Het komt erop neer dat van het geld dat de schuldenaar betaalt, eerst de kosten van de deurwaarder  worden voldaan en vervolgens pas de schuld. Als blijkt dat de deurwaarder onnodige kosten in rekening brengt 

(16)

of geen inzage geeft, dan kan een klacht worden ingediend bij de deurwaarder zelf. Als de klacht door de  deurwaarder onvoldoende wordt behandeld, kan de klacht schriftelijk worden voorgelegd aan de Kamer voor  Gerechtsdeurwaarders bij de Rechtbank Amsterdam. 

 

   

 INCASSOKOSTEN 

Als te laat wordt betaald, mogen schuldeisers extra kosten in rekening brengen. Per 1 juli 2012 gelden daarvoor  strikte regels. Voor het buitengerechtelijke incassotraject (voordat het gerechtelijke traject met het uitbrengen  van een dagvaarding door de gerechtsdeurwaarder) geldt dat maximaal de tarieven conform het ‘Besluit  vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten’ in rekening mogen worden gebracht. Daarvoor geldt wel  de voorwaarde dat de incassokosten pas verschuldigd zijn nadat de schuldeiser, incassobureau of deurwaarder  op de juiste manier een aanmaning heeft verstuurd waarin o.a. betaling binnen een termijn van veertien dagen  is gevorderd, waarna de kosten zullen worden berekend. 

Enkele opmerkingen: 

 De tarieven conform het ‘Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten’ kun je terugvinden op  de website http://wetten.overheid.nl/BWBR0031432. 

 Voor vorderingen de zijn ontstaan voor 1 juli 2012 gelden andere regels. Maar als de incassokosten veel  afwijken van de huidige maximale kosten, is het verstandig daar bezwaar tegen te maken bij de 

schuldeiser, het incassobureau of de deurwaarder.  

 Voor ondernemers gelden regels die afwijken van de regels voor natuurlijke personen.  

 Voor informatie over de kosten van gerechtelijke trajecten, zie: www.rechtspraak.nl en www.kbvg.nl   

INCASSO? BETAAL, MAAR ALLEEN ALS HET KLOPT 

Incassobureaus houden zich niet altijd aan de wet. Soms zijn de incassokosten te hoog of is de vordering  onterecht. Soms gaan dreigementen te ver. Check daarom eerst of het klopt. De Autoriteit Consument & Markt  (ACM) heeft daarvoor een toolkit ontwikkeld. Deze is te vinden op: 

https://www.acm.nl/nl/onderwerpen/verkoop‐aan‐consumenten/toolkit‐incasso‐voor‐schuldhulpverleners  Voorkom verwarring:    

Soms hebben deurwaarders ook een incassoafdeling. Het is dan niet altijd duidelijk of hij nu als  deurwaarder of als incassobureau fungeert. Informeer hier direct naar. 

 

(17)

Art 287b lid 2 Fw: 

Onder een bedreigende situatie, als bedoeld in het eerste lid, wordt verstaan  gedwongen woningontruiming, beëindiging van de levering van gas, elektra of  water of opzegging dan wel ontbinding van de zorgverzekering. 

BIJZONDERE SCHULDEISERS: CRISIS! 

In de wereld van de schuldhulp geldt een extra attentie voor vijf 

betalingsachterstanden, namelijk huur/hypotheek, elektra, gas, water en  zorgverzekeringspremie. Deze achterstanden kunnen een crisissituatie  veroorzaken, omdat de consequenties zeer ingrijpend zijn: ontruiming,  afsluiting of directe hoge kosten. In crisissituaties is het zaak dat de 

hulpvrager direct contact opneemt met de professionele schuldhulpverlening 

van de gemeente. Gemeenten hebben hier een aparte procedure/richtlijn voor, zodat de mensen binnen drie  werkdagen terecht kunnen. 

 

   

De ‘Big Five’ is gebaseerd op art 287b van de Faillissementswet, waarin deze vijf situaties genoemd worden als 

‘bedreigende situaties’. Ook in de normen voor schuldhulpverlening zijn deze als (dreigende) crisissituaties  benoemd. Rond de zorgverzekeringspremie heerst enig verschil van inzicht. De wet spreekt over ‘opzegging  dan wel ontbinding van de zorgverzekering’ als crisis. Er is ondertussen echter een wet die bepaalt dat iedereen  verplicht is verzekerd voor de basisverzekering (Zorgverzekeringswet, art 2). Ook als iemand de zorgpremie niet  betaalt, blijft hij dus verzekerd en is er geen sprake van ‘opzegging dan wel ontbinding van de zorgverzekering’. 

De meeste professionele schuldhulpverleningsorganisaties beschouwen daarom de wanbetalersstatus voor de  zorgpremie niet als een (dreigende) crisissituatie.  

 

   

 

 

Een verhuurder heeft een vonnis van de rechtbank nodig voordat door een  deurwaarder een ontruiming kan worden aangezegd.  

Leveranciers van gas, elektra of water kunnen zonder vonnis overgaan tot afsluiting. 

(18)

DE VERHUURDER EN DE DREIGING VAN HUISUITZETTING 

Om een huurwoning te kunnen bewonen, zal maandelijks de  huur moeten worden voldaan aan de verhuurder. Vaak is dat  een woningbouwvereniging, woningcorporatie of particuliere  verhuurder. In de huurovereenkomst staat welke rechten en  plichten de verhuurder en de huurder hebben3. In veel  gevallen wordt hierin onder meer genoemd dat de huurder  verplicht is om de verschuldigde huur vóór de eerste dag van  de betreffende maand aan de verhuurder te betalen. Als de huurder deze betalingsverplichting niet of  onvoldoende nakomt, ontstaat een huurschuld4.  

Huurschuld? 

Wanneer er een huurschuld is, zal de verhuurder in veel gevallen beginnen met het sturen van een schriftelijke  aanmaning of waarschuwingsbrief. Als dan niet (of niet volledig) op tijd wordt betaald, zal de verhuurder vaak  een (intern of extern) incassobureau inschakelen. Namens de verhuurder wordt de huurder dan alsnog  dringend verzocht om te betalen. In dat geval worden incassokosten gerekend, waardoor de schuld groter  wordt.  

Wanneer er sprake is van een kleine huurachterstand, zal direct contact  moeten worden gezocht met de verhuurder. Mogelijk kan er nog een  betalingsregeling worden afgesproken. Op dat moment zullen er tussen de  verhuurder en de huurder duidelijke afspraken gemaakt moeten worden over  het precieze bedrag en het tijdstip van betalen van de huur en het afbetalen  van de schuld.  

Wanneer er sprake is van een forse huurachterstand (twee maanden of meer) die niet ineens kan worden  voldaan, zal direct contact moeten worden gezocht met de professionele schuldhulpverlening van de  gemeente. De schuldhulpverlener zal op zijn beurt weer contact opnemen met de verhuurder of het  incassobureau om afspraken te maken zodat verdere escalatie wordt voorkomen.  

Mogelijk kan toch nog een betalingsregeling worden afgesproken. Of er kan worden afgesproken dat de  schuldhulpverlener wat tijd krijgt om een voorstel voor afbetaling van de achterstanden voor te bereiden. De  maandelijkse huurbetaling moet in ieder geval worden hervat.  

   

 

3  Zie: Burgerlijk Wetboek, deel 7, titel 4 art. 201 e.v. (art 7:201 BW) 

https://wetten.overheid.nl/BWBR0005290/2019‐03‐16/#Boek7_Titeldeel4. 

4 Zie: art. 7:274 BW 

 

(19)

Ontruiming van de woning 

Helaas komt het regelmatig voor dat de huurschuld toch niet wordt voldaan, omdat de huurder zich niet aan de  (betalings)afspraken kan of wil houden. Op dat moment zal de verhuurder een deurwaarder inschakelen om  toch de huurbetaling zeker te stellen of in het ergste geval, de huurovereenkomst via de kantonrechter te laten  ontbinden. Alleen zo heeft de deurwaarder het recht om tot ontruiming van de woning over te kunnen gaan  (huisuitzetting). In zo'n situatie is het noodzakelijk acuut hulp te vragen bij de professionele 

schuldhulpverlening van de gemeente. 

De schuldhulpverlener zal ook nagegaan of de huurder zelf in staat is om de huur te betalen of dat hij hierbij  hulp en/of begeleiding nodig heeft van bijvoorbeeld een beschermingsbewindvoerder, een budgetbeheerder  of een budgetcoach. 

Mocht het voor de professionele schuldhulpverlener niet mogelijk zijn om met de verhuurder tot afspraken te  komen, dan kan hij de rechter verzoeken om uitstel van de ontruiming. Als de rechter dit verzoek honoreert,  geldt het uitstel voor een periode van maximaal 6 maanden.  

Hoe kan ik preventief te werk gaan als SchuldHulpMaatje: 

Huurachterstand is een veel voorkomend probleem waar schuldenaren mee te maken hebben. Om dit  probleem aan te pakken, is het van groot belang dat er preventief te werk wordt gegaan. Ofwel, hoe kan een  huurschuld in de toekomst worden voorkomen? Voordat een huurovereenkomst wordt ondertekend, zullen de  volgende vragen moeten worden beantwoord.  

1. Is de huurder in staat om elke maand tijdig de huur te voldoen? 

2. Is een aanvraag van huurtoeslag bij de Belastingdienst/Toeslagen mogelijk? Is dit al gedaan?  

3. Op welke wijze moet de huur maandelijks worden voldaan?  

4. Op welke datum van het jaar zal de huur wijzigen5?   5. Hoe kan de huur worden opgezegd6?  

   

 

5 Zie ook: art. 7:250 BW 

6 Zie ook: art. 7:271 BW 

(20)

Meestal wordt het Maatje ingeschakeld als de hulpvrager al in een huurwoning woont. Kijk dan samen naar  bovengenoemde vragen en beantwoord ook de volgende vragen: 

1. Hoe en door wie wordt de huur maandelijks voldaan?  

2. Is er momenteel een achterstand in de huurbetaling? 

Als er sprake is van een huurachterstand, dan zal de situatie op zeer korte termijn duidelijk moeten  worden. Neem bij een achterstand van twee maanden of meer contact op met de (professionele)  schuldhulpverlening!!! 

3. Hoe hoog is de schuld?  

4. Op welke periode heeft de huurschuld betrekking?  

5. Wat is er al betaald?  

6. Is een betalingsregeling met de verhuurder afgesproken?  

7. Is verhuizing naar een goedkopere woning noodzakelijk? Is dat mogelijk? 

Door als Maatje de hulpvrager te helpen om alle benodigde formulieren (zoals huurovereenkomst, 

bankafschriften, aanmaningsbrieven en dergelijke) bij elkaar te zoeken en door eerdergenoemde vragen door  te nemen met de hulpvrager, kan de professionele schuldhulpverlener dankzij jouw inventarisatie sneller en  effectiever aan de slag.  

 

HET ENERGIEBEDRIJF EN DE DREIGING VAN AFSLUITING 

Energie? Zo vanzelfsprekend! 

Het lijkt zo gewoon dat met één druk op de knop het licht aan gaat en er ’s avonds  wordt gekookt op het fornuis. Toch gebeurt het helaas regelmatig dat mensen  geheel of gedeeltelijk worden afgesloten van energie. De hoofdreden is, anders  dan bij storingen, het niet betalen van de maandtermijnen, die het energiebedrijf  in rekening brengt.  

Afsluiting van elektriciteit en gas 

Een energiebedrijf mag energie afsluiten als: 

 de afnemer zelf afgesloten wil worden 

 er sprake is van een onveilige situatie 

 er geen energiebedrijf bekend is bij jouw netbeheerder 

 de afnemer fraude of misbruik pleegt 

 de afnemer zijn energierekeningen niet heeft betaald   

(21)

Er is géén verschil tussen afsluiting in de winter en in de zomer. Energiebedrijven hebben een convenant  afgesloten met de NVVK, de brancheorganisatie voor schuldhulpverlening, waarin is afgesproken dat dezelfde  regels worden gehanteerd voor zomer en winter. De enige uitzondering is dat voor wanbetaling niet wordt  afgesloten als het vriest (minimaal twee dagen achter elkaar onder de nul graden). Zodra het niet meer vriest,  wordt alsnog afgesloten. 

 

  Voorkomen van afsluiting? 

Afsluiting van energie wegens wanbetaling kan op twee manieren worden voorkomen: 

1. Door een betalingsregeling af te spreken met de leverancier. De  afnemer moet zich dan natuurlijk wel aan deze regeling houden. Doe je  dit niet? Dan kun je alsnog worden afgesloten. 

2. De afnemer meldt zich bij een professionele 

schuldhulpverleningsinstantie binnen de termijn die het energiebedrijf  heeft gesteld. Het energiebedrijf mag dan niet afsluiten totdat die op  het verzoek tot toelating tot de schuldhulpverlening heeft beslist. Meld  de afnemer zich niet (of niet op tijd) bij een schuldhulpverleningsinstantie of wijst de 

schuldhulpverleningsinstantie zijn verzoek af? Dan mag het energiebedrijf afsluiten. Accepteert de  schuldhulpverlening het verzoek wel? Dan mag het energiebedrijf niet afsluiten zolang de 

schuldbemiddeling duurt. Maar houdt de afnemer zich niet aan de regeling? Dan mag direct worden  afgesloten. 

Meer informatie over afsluiten: 

   https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/energie‐thuis 

   https://www.consuwijzer.nl/elektriciteit‐en‐gas/energienota/afsluiting‐elektriciteit‐gas 

Dreigende afsluiting? 

Als er sprake is van een schuld aan het energiebedrijf en er wordt gedreigd met afsluiting, zal er snel gehandeld  moeten worden. Vooral afsluiting van energie in de wintermaanden is niet alleen onaangenaam, maar kan  bovendien allerlei nare gevolgen hebben voor het functioneren van het gezinsleven en soms zelfs 

levensbedreigend zijn als de noodzaak van medische apparatuur aanwezig is. 

Let op:  

Een energiebedrijf is niet verplicht  om een betalingsregeling aan te  bieden. Lukt het niet om een  betalingsregeling te treffen? Ga dan  naar de tweede mogelijkheid. 

(22)

Het is daarom van groot belang dat zo spoedig mogelijk duidelijkheid komt in de situatie. Die duidelijkheid kan  er komen door het stellen van een aantal belangrijke vragen.  

1. Wat is de oorzaak van de schuld?  

2. Hoe hoog is de betalingsachterstand?  

3. Welke partijen (mensen en organisaties) zijn er (intussen) in het spel?  

4. Is de afnemer in staat de verschuldigde termijnbedragen te betalen?  

5. Is er al sprake van een betalingsregeling?  

6. Heeft de afnemer de meterstanden correct doorgegeven?  

 

Wordt gedreigd met afsluiting? Adviseer de hulpvrager dringend om contact op te nemen met de professionele  schuldhulpverlening van de gemeente. 

Termijnbedrag te hoog? 

De energiekosten worden in termijnen betaald. Meestal per maand, soms per  twee of drie maanden. De hoogte van het termijnbedrag heeft te maken met  de persoonlijke omstandigheden van de hulpvrager, zoals bijvoorbeeld de  gezinsgrootte, afmeting van de woonruimte, het gebruik van verschillende  energiebronnen of de persoonlijke behoeften van de gebruiker. Soms zijn de  termijnbedragen te hoog of te laag. Dat kan worden veroorzaakt door een  verhuizing of omdat de juiste meterstanden niet (correct) doorgegeven zijn. Het energiebedrijf gaat bij de  berekening van het termijnbedrag dan uit van een schatting van het verbruik. Als volstrekt duidelijk is dat het  termijnbedrag te hoog of te laag is, dan is het mogelijk om een (beperkte) aanpassing van het termijnbedrag  aan te vragen bij de leverancier. Dit kan 1x per jaar.  

Als verlaging van het termijnbedrag nodig is om het budgetplan sluitend te maken, wees dan voorzichtig met  het aanvragen van die aanpassing. Verminderen van energieverbruik vergt meestal een gedragsverandering  van de hulpvrager. Aanpassen van het termijnbedrag zonder dat het gedrag is gewijzigd, zal resulteren in een  flinke bijbetaling op de jaarnota. Op veel websites van consumentenorganisaties en energiebedrijven staan  bespaartips die kunnen leiden tot vermindering van het energiegebruik.  

 

 

 

Aarzel bij twijfel of  onduidelijkheid niet 

de professionele  schuldhulpverlening 

te benaderen. 

(23)

HET WATERBEDRIJF EN DE DREIGING VAN AFSLUITING 

Drinkwaterbedrijven mogen afnemers die hun waterrekening niet betalen niet zomaar afsluiten bij 

wanbetaling. Zij zijn verplicht een vaste procedure te volgen voorafgaand aan afsluiting van een consument. 

Betaalt de consument dan nog steeds niet, dan mag het bedrijf besluiten om de levering te stoppen!  

De procedure die drinkwaterbedrijven moeten volgen, omvat een aantal  stappen. Belangrijk is dat bij het uitblijven van betaling een schriftelijke  herinnering moet worden gestuurd. In deze betalingsherinnering wordt  ook verwezen naar de mogelijkheid van schuldhulpverlening. Verder 

moet het waterbedrijf melden dat een consument niet kan worden afgesloten als deze een medische verklaring  kan overleggen waaruit blijkt dat de afsluiting zeer ernstige gezondheidsrisico’s voor hem oplevert.  

Naast de schriftelijke herinnering moeten waterbedrijven zich inspannen om via persoonlijk contact 

consumenten te wijzen op hun betalingsachterstand en de manieren om deze te voorkomen en te beëindigen. 

Reageert de consument niet op het aanbod om bepaalde gegevens door te geven aan de schuldhulpverlening? 

Dan kan het waterbedrijf besluiten om de gegevens zelf aan deze instantie door te geven. 

Reageert een hulpvrager niet op de berichten van het waterbedrijf of komt de hulpvrager evt. gemaakte  afspraken niet na, dan kan het waterbedrijf overgaan tot afsluiting van de watervoorziening. 

 

 

 

 

   

 

Het SchuldHulpMaatje kan behulpzaam zijn voor de professionele schuldhulpverlening van de gemeente. 

Door de hulpvrager te stimuleren hulp te zoeken bij de professionele schuldhulpverlening en door te helpen bij  het aanleveren van de benodigde informatie of documenten aan de schuldhulpverlener, kan er meestal toch  nog een oplossing gevonden worden.  

 

 

 

Deze regeling geldt alleen voor  consumenten (kleinverbruikers) en  niet voor bedrijven. 

(24)

DE ZORGVERZEKERAAR EN DE DREIGING VAN  WANBETALING 

In Nederland is men verplicht zich te verzekeren tegen ziektekosten. Het  afsluiten van een ziektekostenverzekering kan bij verschillende 

zorgverzekeraars. Het is van belang dat men tenminste een basisverzekering heeft. Dit is wettelijk verplicht. 

Een aanvullende verzekering voor bijvoorbeeld periodiek tandarts‐ en doktersbezoek is gewenst maar niet  verplicht.  

De zorgpremie in Nederland is relatief hoog, maar voor diegenen die een laag inkomen hebben, is er de  mogelijkheid tot het aanvragen van zorgtoeslag bij de Belastingdienst/Toeslagen. Naast de zorgpremie kennen  we een verplicht eigen risico voor alle verzekerden. Dit eigen risico wordt ieder jaar opnieuw vastgesteld. Er is  geen mogelijkheid om een toeslag aan te vragen om dit eigen risico te compenseren. In het budget van de  hulpvrager moet daarom een reservering voor het eigen risico worden opgenomen. 

Een goede zorgverzekering is van groot belang. De praktijk wijst helaas uit dat veel mensen met financiële  problemen vaak onvoldoende verzekerd zijn. Als reden wordt aangegeven dat men zich niet bewust is van het  belang. Een grote groep heeft te weinig geld om de verzekeringspremie te kunnen voldoen. Als men 

onverzekerd is, komen de kosten voor medische behandeling voor eigen rekening, zoals dat geldt voor elke  schade waarvoor geen verzekering is afgesloten.  

 

WANBETALER 

Bij achterstand op de betaling van de zorgpremie wordt de eventuele aanvullende verzekering stopgezet. Als  een verzekerde een betalingsachterstand heeft van zes maanden voor de basiszorgpremie, dan meldt de  zorgverzekeraar de verzekerde als wanbetaler aan bij het CAK. De consequenties daarvan zijn: 

 De verzekerde betaalt de veel hogere bestuursrechtelijke premie7 aan het CAK in plaats van de  normale zorgpremie aan de zorgverzekeraar. 

 Het CAK past waar mogelijk bronheffing toe (inhouding op salaris of uitkering); wanneer bronheffing  niet (volledig) mogelijk is wordt (het resterende deel van) de premie namens het CAK geïnd door het  Centraal Justitieel Incasso Bureau (CJIB)  

 De verzekerde heeft alleen nog de basisverzekering. De verzekerde blijft verzekerd bij zijn eigen  zorgverzekeraar. Hij kan niet wisselen van zorgverzekeraar zolang de premieachterstand voortduurt.  

 

7 De bestuursrechtelijke premie is de gemiddelde basispremie vermeerderd met een toeslag van 25%. Deze toeslag is niet  bedoeld om de betalingsachterstand in te lopen, maar om de extra kosten te dekken die gemaakt worden om de premie  te innen.  

(25)

De situatie van wanbetaling blijft gehandhaafd totdat met de zorgverzekeraar een betalingsregeling is  afgesproken voor alle betalingsachterstanden die de verzekerde bij de verzekeraar heeft. Wanneer de  betalingsregeling is afgesproken wordt de wanbetalersstatus opgeschort. De verzekerde betaalt de normale  zorgpremie aan zijn verzekeraar en het afbetalingsbedrag. Komt de verzekerde de betalingsregeling niet  correct na, dan wordt de wanbetalersstatus weer geactiveerd. Wanneer de betalingsregeling volledig is  nagekomen dan meldt de zorgverzekeraar de verzekerde definitief af als wanbetaler.  

Meer informatie over de wanbetalersregeling is terug te vinden op: 

www.hetcak.nl/regelingen/wanbetalers  www.zorgverzekeringslijn.nl 

 

ENKELE TIPS VOOR HET MAATJE 

Tot slot nog enkele tips voor het SchuldHulpMaatje:  

WEL DOEN ALS MAATJE / MOGELIJKHEDEN   NIET DOEN ALS MAATJE / ONMOGELIJKHEDEN   Beseffen dat iedere burger zijn financiële verplichtingen 

moet nakomen 

Proberen onder financiële verplichtingen uit te  komen. 

Beseffen dat schuldeisers geen boosdoeners zijn, maar  de hulpvrager aanspreken op hun plicht tot betalen  

Schuldeisers afschilderen als boosdoeners   

Correct omgaan met schuldeisers  Onderhandelen over de terug te betalen schuld   (taak van een professionele schuldhulpverlener)  Communiceren rechten en plichten naar hulpvrager  Hulpvrager in de slachtofferrol bevestigen  Weten wat de rechten en plichten zijn van zowel 

schuldeiser als hulpvrager 

Als jurist optreden of naar de rechtbank gaan  namens de hulpvrager 

Tijd vragen aan schuldeisers voor oplossen probleem  Zelf probleem oplossen  Beoordelen of er sprake is van een (dreigende) 

crisissituatie 

Zelf direct een crisissituatie aanpakken zonder  inschakeling van de gemeentelijke schuldhulp  Hulp inroepen van de gemeentelijke schuldhulp door 

hulpvrager persoonlijk of gezamenlijk met Maatje 

Zelf onderhandelen met schuldeisers 

Omgaan met eigen onrechtvaardigheidsgevoelens   Te betrokken en te emotioneel raken  Omgaan met (emoties van) hulpvrager, present zijn en 

eventueel doorverwijzen naar flankerende hulp  (huisarts, maatschappelijk werk, etc) 

Therapie geven om persoon en emoties  behandelen 

 

(26)

     

   

(27)

MODULE 13   WAT IS SCHULDHULPVERLENING?   

MINNELIJK, WETTELIJK EN BEWIND   

         

 

 

 

(28)

SCHULDHULPVERLENING VROEGER

 

Voordat schuldhulpverlening voor particulieren in Nederland wettelijk werd geregeld door de Wet  Schuldsanering Natuurlijke Personen (Wsnp, 1998), bestond binnen de schuldhulpverlening het volgende  probleem: schuldeisers konden te allen tijde voor hun hele vordering verhaal halen op het hele vermogen van  de schuldenaar, zelfs als dit zou betekenen dat de schuldenaar dan zijn hele leven bezig zou zijn met het  afbetalen van de schulden. Sommige overheidsinstanties, bijvoorbeeld de Belastingdienst, waren hiertoe, op  een enkele uitzondering na, ook wettelijk verplicht! Dat kon zover gaan, dat als de ene instantie wel wilde  meewerken aan een regeling van de schulden, de volgende instantie de regeling kon doorkruisen waardoor het  hele traject mislukte.  

Deze situatie werd (later) als zeer ongewenst gezien. Door middel van convenanten (overeenkomsten) werd  geprobeerd de schuldeisers ertoe te bewegen toch mee te werken. De Nederlandse Vereniging voor  Volkskrediet (NVVK) heeft als branchevereniging voor schuldhulpverlening en sociaal bankieren hierbij het  voortouw genomen. Basisgedachte en uitgangspunt was dat de schuldeisers vrijwillig zouden afzien van  middelen om tot verhaal van hun vordering te komen. De doelstelling was een ‘integrale’ oplossing te  realiseren van de schuldenproblematiek. Deze convenanten waren meestal alleen te gebruiken door NVVK‐

leden.  

Door ervaringen, opgedaan in het tot stand brengen van convenanten, heeft de NVVK ook ná introductie van  de Wsnp (1998), diverse grote landelijke convenanten tot stand gebracht. Deze schuldeisers leveren vrijwel  allemaal diensten op het vlak van energie, water en zorgverzekering. Het maken van uitvoeringsafspraken met  juist deze partijen creëert de randvoorwaarden om tot een succesvolle opstart en uitvoering van een 

schuldregeling te kunnen komen. 

 

SCHULDHULPVERLENING NU 

Schuldhulpverlening werkt tegenwoordig niet alleen aan het aflossen van schulden, maar kijkt ook naar de  oorzaak van de problemen. Een problematische schuld heeft meestal een diepere oorzaak, die eerst aangepakt  moet worden. Dit kan zijn werkloosheid, relatieproblemen of echtscheiding, psychische problemen of andere  maatschappelijke problemen. Ook kan het zijn dat een schuldenaar geen kennis heeft van (financiële)  administratie, of de discipline mist voor het nakomen van zijn financiële verplichtingen.  

(29)

Afbeelding: Integrale schuldhulpverlening 

Deze totale aanpak van de schuldhulp samen met de hulpverleners die hier van toepassing zijn en het overleg  en de afstemming, noemen we de integrale schuldhulpverlening. Bij integrale schuldhulpverlening zoekt men  naar afstemming van verschillende soorten hulp rondom een hulpvrager (= flankerende hulp) met als doel de  oorzaak van de problemen weg te nemen en herhaling te voorkomen.  

Met de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs, 2012) is de verantwoordelijkheid voor 

schuldhulpverlening bij de burgerlijke gemeente belegd. Iedere gemeente moet daarvoor beleid formuleren en  de uitvoering organiseren. 

Het is belangrijk te realiseren dat de schuldhulpverlening per gemeente sterk verschillend kan zijn  georganiseerd. Sommige gemeenten hebben de schuldhulpverlening volledig ondergebracht in de eigen  organisatie, bijvoorbeeld in een aparte afdeling of projectgroep. Andere gemeenten beperken hun activiteiten  tot de regie en hebben derden ingehuurd voor de praktische uitvoering van de werkzaamheden. Een 

schuldhulp

psychologische  hulp

administratie  hulp

relatiehulp

overige hulp hulp bij 

werkloosheid maatschappelijke 

problemen

(30)

schuldenaar krijgt dan te maken met andere organisaties dan de gemeente zelf. De keuze voor zelf doen of  uitbesteden hangt bijvoorbeeld van de grootte van de gemeente af. Navraag bij de gemeente zelf geeft  meestal goed inzicht in hoe de schuldhulpverlening is georganiseerd. De eerste contacten voor 

schuldhulpvragen verlopen echter bij veel gemeenten in Nederland via de gemeente zelf. Op die manier is de  gemeente goed in staat de regie over de schuldhulpverlening te voeren. 

 SCHULDHULPMAATJE NAAST EEN SCHULDHULPVERLENER  

Integrale schuldhulpverlening is tegenwoordig het uitgangspunt voor de schuldhulpverlening. Juist bij deze  integrale aanpak is veel communicatie ‐ het nakomen van afspraken en het aanleveren van informatie over o.a. 

schulden, inkomen en lasten ‐ van groot belang. Vaak is dat zo'n belasting voor de hulpvrager dat hij daar niet  aan voldoet. Het gevolg is dat de hulpverlening stagneert en bijvoorbeeld huisuitzetting of energieafsluiting  daadwerkelijk plaatsvindt.  

Hier kan de bijdrage van het SchuldHulpMaatje van doorslaggevend belang zijn. De professionele partijen  zullen de rol van een Maatje zeer waarderen als daardoor het proces van de schuldhulp en eventuele 

flankerende hulp (weer) op gang komt. Uiteraard zal de irritatie groot zijn als het Maatje het proces frustreert  door onkunde of verkeerde acties. Bijvoorbeeld door het maken van betalingsafspraken met een schuldeiser,  die later weer teruggedraaid moeten worden als blijkt dat er meer schuldeisers zijn en er een andere regeling  moet worden afgesproken. In deze gevallen werkt het gedrag van het Maatje averechts en kan hij vergeleken  worden met een onervaren kanoër die een ander wil redden tegen de stroom in. Het is daarom belangrijk dat  een Maatje enige kennis heeft van de professionele schuldhulpverlening.  

 

 

(31)

We bespreken hier een korte samenvatting van de hoofdlijn  van het schuldhulpverleningsproces. Een uitgebreidere  beschrijving is opgenomen in de bijlage van deze module. 

PROCES VAN SCHULDHULPVERLENING 

Hier volgt een korte weergave van het werkproces van de professionele schuldhulpverlening, gebaseerd op de  NEN‐norm voor schuldhulpverlening (NEN 8048).  In de bijlage van deze module vind je een uitgebreidere  weergave.  

In grote lijnen verloopt het werkproces van de professionele schuldhulpverlening als volgt: 

1. Aanmelding 

2. Intake en crisisinterventie 

3. Vaststellen van het VTLB en de beschikbare afloscapaciteit  4. Stabiliseren van de financiële huishouding 

5. Vaststellen van de schuldenlijst  

6. Vaststellen of een betalingsregeling mogelijk is of dat schuldbemiddelingstraject noodzakelijk is. 

6a.  100% betalingsregeling           of 

6b.  Uitvoeren van een schuldbemiddelingstraject 

a.  Een regeling op basis van vrijwillige deelname door schuldeisers (= minnelijke regeling)  b. Een regeling op basis van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen (Wsnp) (=wettelijke 

regeling)  7. Nazorg 

 

Deze stappen worden hier kort toegelicht. 

1. AANMELDING 

Het proces start met de aanmelding door de cliënt (bv. onze hulpvrager). Per gemeente is verschillend hoe  betrokkene zich kan aanmelden: via de telefoon, via internet, aan de balie. De aanmelding wordt geregistreerd  en er wordt een gesprek gepland: het intakegesprek. 

In veel gemeenten wordt de client verzocht om allerlei documenten mee te brengen naar het gesprek  (loonstroken, overeenkomsten, bankafschriften, schulden, etc.). In andere gemeenten zal betrokkene tijdens  het gesprek te horen krijgen dat deze documenten binnen een bepaalde termijn moeten worden aangeleverd. 

Als Maatje kun je de hulpvrager helpen om de documenten te verzamelen en geordend aan te leveren. 

2. INTAKE EN CRISISINTERVENTIE 

Wanneer een aanvraag voor schuldhulpverlening wordt gedaan, start de behandeling van de aanvraag met het  intakeproces. Na een verzoek voor schuldhulpverlening moet binnen vier weken het eerste (intake)gesprek  plaatsvinden. Tijdens het intakeproces wordt informatie verzameld over de hulpvrager en over zijn financiële 

(32)

situatie. Ook wordt de zelfredzaamheid van de hulpvrager ingeschat. Met behulp van deze informatie wordt  beoordeeld of de hulpvrager toegelaten wordt tot de schuldhulpverlening. Het intakeproces eindigt met een  besluit van toelating of afwijzing. Let op: de toelatingscriteria kunnen per gemeente (of andere 

schuldhulporganisatie) verschillen!  

Tijdens het intakeproces toetst de schuldhulpverlener of er sprake is van een (dreigende) crisissituatie (big 5: 

huur/hypotheek, gas, elektra, water, zorgpremie) en zal, indien nodig en mogelijk, maatregelen nemen om de  crisis af te wenden (zie ook: Module 12 paragraaf Bijzondere schuldeisers: Crisis). Voor crisissituaties geldt een  maximale termijn van drie werkdagen voor het eerste gesprek. 

3. VASTSTELLEN VAN HET VTLB8 EN DE BESCHIKBARE AFLOSCAPACITEIT 

Het Vrij te laten bedrage (VTLB) is het deel van het inkomen dat een schuldenaar mag houden om zijn kosten  voor levensonderhoud te betalen. Alle inkomsten boven dit VTLB moet worden afgestaan om de schuldeisers  te betalen. Door het VTLB te berekenen wordt ook de beschikbare afloscapaciteit vastgesteld: 

Afloscapaciteit = inkomsten minus VTLB  4. STABILISEREN VAN DE FINANCIËLE HUISHOUDING 

Na toelating tot de schuldhulpverlening zal de schuldhulpverlener starten met het  stabiliseren, het in balans brengen, van de inkomsten en uitgaven. Dit is 

noodzakelijk om de schuldenpositie te bevriezen. Als de schulden blijven toenemen  is het niet mogelijk om een schuldregeling te treffen. Als er sprake is van 

problematische schulden zal de schuldhulpverlener bij het opstellen van een  budgetplan uitgaan van het Vrij te laten bedrag (VTLB8), zodat zo snel mogelijk de  afloscapaciteit wordt gereserveerd voor de schuldeisers. Veel 

schuldhulpverleningsorganisaties zullen adviseren (of eisen) dat een hulpvrager in  budgetbeheer wordt genomen of onder beschermingsbewind wordt geplaatst.  

5. VASTSTELLEN VAN DE SCHULDENLIJST  

Tijdens de stabilisatieperiode worden de schulden/schuldeisers geïnventariseerd. Zodra stabilisatie is bereikt,  zal de schuldhulpverlener een overzicht van de openstaande schulden (schuldenlijst) samenstellen. Daarvoor  schrijft de schuldhulpverlener alle schuldeisers aan om hun vordering op te geven, zodat er maximale  duidelijkheid is over de hoogte van de vorderingen. Dit is het begin van de schuldregeling. De 

 

8 Zie ook hieronder de paragraaf “Beslagvrije voet & Vrij te laten bedrag” 

(33)

schuldhulpverlener laat de schuldenlijst voor akkoord tekenen door de hulpvrager. Het totaal van alle schulden  is de totale schuldsom. 

6. VASTSTELLEN BETALINGSREGELING OF SCHULDBEMIDDELING (AFKOOPTRAJECT) 

Het uitvoeringstraject splitst zich hier in twee mogelijke richtingen. Zodra de totale schuldsom is vastgesteld,  beoordeelt de schuldhulpverlener of met de beschikbare afloscapaciteit binnen drie jaar alle schulden kunnen  worden afgelost. Als dit (ongeveer) mogelijk is dan zal gekozen worden voor een 100% betalingsregeling. Als de  totale schuldsom aanzienlijk hoger is dan de beschikbare afloscapaciteit dan wordt gekozen voor een 

schuldbemiddelingstraject (ook wel schuldsanering genoemd).  

6A. 100% BETALINGSREGELING 

Een 100% betalingsregeling is mogelijk als binnen een termijn van (ongeveer) drie jaar de volledige 

schuldenlast kan worden afbetaald. De schuldhulpverlener schrijft alle  schuldeisers aan en biedt hen een regeling aan voor het betalen van de  volledige vordering. Hij geeft daarbij aan welk bedrag per periode  (meestal per maand) zal worden voldaan en hoe lang de regeling loopt. 

De schuldhulpverlener houdt bij de verdeling van de beschikbare  afloscapaciteit zoveel mogelijk rekening met het gelijkheidsbeginsel9

6B. UITVOEREN VAN EEN SCHULDBEMIDDELINGSTRAJECT 

Is de totale schuldsom groter dan de beschikbare afloscapaciteit dan zal de schuldhulpverlener een  schuldbemiddelingstraject starten. Een schuldbemiddelingstraject bestaat uit twee stappen: 

1. Een regeling op basis van vrijwillige deelname door schuldeisers (= minnelijke regeling) 

2. Een regeling op basis van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen (Wsnp) (=wettelijke regeling)   

1. Minnelijke regeling 

De schuldhulpverlener stelt vast welk percentage van de schuldsom met de beschikbare afloscapaciteit kan  worden voldaan. Hij maakt een prognose welk percentage iedere schuldeiser zou kunnen ontvangen, rekening  houdend met het gelijkheidsbeginsel9. Hij stuurt het voorstel naar alle schuldeisers, met de vermelding dat dit  een voorstel is ‘tegen finale kwijting’. Acceptatie van dit voorstel betekent dat de restschuld vervalt als de  hulpvrager zijn verplichting volgens het voorstel is nagekomen. Als één of meerdere schuldeisers niet akkoord  gaan met het voorstel is de minnelijke regeling mislukt. Als alle schuldeisers akkoord gaan wordt de regeling  uitgevoerd. Na afloop van de regeling verlenen de schuldeisers finale kwijting en is de hulpvrager schuldenvrij. 

 

9 Voor een beschrijving van het gelijkheidsbeginsel en de wettelijke uitzonderingen: zie de bijlage van deze module 13. 

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

We groeien naar 140 locaties van SchuldHulpMaatje in 2026, door onder andere met hulp van onze leden en ambassadeurs nieuwe locaties in buurgemeenten op te starten of uit te

wordt veroorzaakt door het vervallen van landelijke en gemeente- lijke inkomensondersteuning.” Een gezin met drie oudere kinderen en een inkomen van 130 procent van de

Onder andere de voorbereiding van die landelijke samenwerking, de afstemming met Nederlandse overheid en de Europese Unie, de landelijk monitoring en het aantonen van de impact

Indien blijkt dat de door huurder verstrekte gegevens omtrent zijn inkomen, (vermogen) en/of huishoudsamenstelling onjuist of niet volledig zijn, waardoor ten onrechte

Wanneer een kind niet in aanmerking komt voor een vergoed dyslexieonderzoek door de zorgverzekeraar, maar school wel denkt dat er sprake is van dyslexie, zal ouders gevraagd worden

“Lorem ipsum dolor sit amet, consectetur adipiscing elit, sed do eiusmod tempor incididunt ut labore et dolore magna aliqua.. Ut enim ad minim veniam, quis nostrud exercitation

In een meervormig waterlichaam tot duizend hectare is het niet nodig om kerngebieden te onderscheiden, maar kan men volstaan met deelgebieden. In de figuur zijn drie

Wat dat precies betekent komt later in dit boek uitvoerig aan de orde, maar iedereen zal het erover eens zijn dat je leerlingen niet alleen ‘gewoon’ moet leren lezen en