Van Gogh en zijn tijd: de nieuwe opstelling van de vaste collectie
4. Het Stedelijk museum als echo van het verleden
In dit hoofdstuk volgt eenzelfde analyse als in het voorgaande, maar dan met betrekking tot het Stedelijk Museum. Door een analyse van de missie en visie, in vergelijking met een analyse van gebouw en tentoonstellingsvormgeving, wordt het museumscript bepaald en gekeken of al deze punten bij elkaar aansluiten. Ook in dit hoofdstuk worden twee recente tentoonstellingen bekeken. De tentoonstelling in de vaste collectie, De oase
van Matisse (2015) en de tijdelijke tentoonstelling Mach dich Hübsch (2015).114
Het Stedelijk Museum heeft een beroemde historie. Onder directeur Willem Sandberg werd het wereldberoemd en een typisch directeurenmuseum. Onder zijn opvolger De Wilde hield het Stedelijk vast aan Sandbergs idee van het museum als partner van de kunstenaar: het museum als atelier. In die tijd was de kunstenaar echter ook al bezig buiten het museum te treden. Omdat het levende museum van Sandberg, een idee dat eigenlijk niet meer bij de tijd paste, levend werd gehouden door zijn opvolgers, raakte het museum minder overtuigend.
Het Stedelijk verkeert volgens Nana Leigh, die promoveerde op een onderzoek naar de identiteitsvormers in het Stedelijk en het MoMA, in 2008 in een identiteitscrisis. Het weet maar niet hoe de internationale faam te behouden. Het Stedelijk is nog steeds een directeurenmuseum, in de vorm dat van de directeur wordt verwacht de kar op de rails te trekken, zo anders dan in het Van Gogh, waar alle afdelingen bijdragen aan de algemene lijn. Het Stedelijk presenteerde zich onder het directoraat van Ann Goldstein (van 2010-‐2013) vooral in het kunsthistorische discours, en documenteert haar eigen verleden, dit is te zien aan de publicaties, symposia en collaboraties met
researchinstituten. Ook is het museum zich meer gaan beseffen dat het publiek beter bereikt moet worden.115 Deze identiteitscrisis wordt mijns inziens geïllustreerd door de
ontstaansgeschiedenis van de nieuwe uitbreiding van het museum: “de badkuip”, waarover hieronder meer.
Ann Goldstein stapte eind 2013 op als directeur van het Stedelijk na een, voor een
114 Er is hier gekozen De Oase van Matisse te bespreken en niet de permanente vaste collectie, omdat deze
eerste tentoonstelling een nieuwe manier van presenteren laat zien die goed uitdrukt wat het museum wil uitdragen.
115 Leigh, N. Building the image of modern art : the rhetoric of two museums and the representation and
canonization of modern art (1935 - 1975) , The Stedelijk Museum in Amsterdam and the Museum of Modern Art in New York. Diss. Rijksuniversiteit Leiden, 2008, 353.
directeur, redelijk korte ambtstermijn van vier jaar. In de pers was er al lange tijd kritiek op haar functioneren. Haar tentoonstellingen werden braaf en naar binnen gekeerd genoemd. Verder was er kritiek op haar veelvuldige afwezigheid, contact met pers, niet spreken van Nederlands en haar slechte omgang met ambtenaren.116 Volgens hoofd
collecties Bart Rutten zocht Goldstein in haar tentoonstellingsbeleid meer naar de kunsthistorische onderleggers en fundamenten. Zij hield door onderzoek bevestigende tentoonstellingen. In het spanningsveld tussen bevragen en bevestigen, neigde zij meer naar het bevestigen van de kunsthistorische canon.117
Haar opvolger Beatrix Ruff staat vanaf november 2014 aan het roer van het museum. Haar tentoonstellingenbeleid is ten opzichte van haar voorganger volgens Bart Rutten meer bevragend dan bevestigend. Zij wil het museum radicaler maken en de bezoeker af en toe in verwarring achterlaten. Deze rol neemt het museum ook aan tegenover de buren, het Van Gogh Museum en het Rijksmuseum, die hij braver vindt.118
In een artikel in de Volkskrant zegt Ruff dat ze niet de canon wil bevestigen, maar deze wil vormen. Ze wil experimenteel zijn, zoals het Stedelijk dat in het verleden, met name in de tijd van Sandberg, ook was.119 Er is dus een duidelijke breuk met het beleid van
Ann Goldstein te zien.
De officiële missie van het museum is als volgt:
Het Stedelijk Museum verrijkt het leven van mensen met moderne en hedendaagse kunst en vormgeving.120
Opvallend genoeg ontbreekt hier dat het zoveel mogelijk mensen wil bereiken. Het is ook niet zozeer een missie omdat het wordt gebracht als een gegeven, in plaats van als
116 Pontzen, Rutger ‘Combinatie Goldstein Stedelijk was vanaf het begin geen gelukkige.’ de Volkskrant,
28.09.2013: <http://www.volkskrant.nl/beeldende-‐kunst/combinatie-‐goldstein-‐stedelijk-‐was-‐vanaf-‐het-‐ begin-‐geen-‐gelukkige~a3499791/>
117 Rutten, Bart. Hoofd collecties Stedelijk Museum Amsterdam. Persoonlijk interview. Amsterdam, 13-‐04-‐
2016.
118 Ibid.
119 Kruijt, Michiel, Rutger Pontzen. ‘Het dna van het Stedelijk is internationaal’ de Volkskrant, 03.11.2014:
<http://www.volkskrant.nl/beeldende-‐kunst/-‐het-‐dna-‐van-‐het-‐stedelijk-‐is-‐internationaal~a3781258/>
120 ‘Missie en visie’ www.stedelijk.nl. Stedelijk Museum Amsterdam. Bezocht: 08.03.2016,
een doel. Ook verrijkt kunst in wezen het leven van mensen, dat is er inherent aan.121
De visie van het museum geeft iets meer duidelijkheid:
Het Stedelijk Museum Amsterdam is dé plek waar iedereen moderne en hedendaagse kunst en vormgeving kan ontdekken en beleven. Met onze collectie, tentoonstellingen, publicaties, onderzoek en educatieve programma’s bieden we nieuwe inzichten in het nu – zowel op individueel als op maatschappelijk niveau.
Bij het creëren van de interacties tussen publiek en kunst laten we ons inspireren door de dialoog met kunstenaars. We vertalen de urgente vragen over het heden, het verleden en de toekomst – zoals door kunstenaars gesteld en door onszelf gesignaleerd – in een inspirerend programma. Hierbij beheren, vernieuwen en ontsluiten we onze vermaarde collectie op een actieve manier.
In Nederland geven we steeds een nieuwe invulling aan onze voortrekkersrol op het gebied van beeldende kunst en vormgeving, internationaal kunnen we dankzij onze
toonaangevende collectie en programmering een innovatieve uitdager zijn. We
onderzoeken en definiëren nieuwe wegen en stellen conventies liever ter discussie dan dat we ze bevestigen. Zoals we altijd al hebben laten zien, hebben we experimenteren hoog in het vaandel staan – met als doel om door middel van kunst en vormgeving het heden beter te begrijpen en te becommentariëren.”122
Twee punten vallen op. Ten eerste is het museum bedoeld voor iedereen en richt zich niet op een bepaalde doelgroep van ingewijden. Zelf zie ik wel degelijk het proberen te bereiken van een groep ingewijden. Ten tweede is het ter discussie stellen van
conventies en het experimenteren iets wat ik in de tentoonstellingsvormgeving niet terug zie. Die zou ik eerder traditioneel noemen.
Het tentoonstellingsprogramma volgt volgens Bart Rutten geen vaste frequentie, omdat er ook gerekend wordt op ad hoc programmeren, om actuele tendensen op te vangen. In een jaar wisselt het museum af tussen jonge kunstenaars, mid career
121 Pine II, Josephe, B. & James Gilmore. Authenticity. What consumers really want. Boston: Harvard
Business School Publishing, 2007: p. 76-‐77.
122 ‘Missie en visie’ www.stedelijk.nl. Stedelijk Museum Amsterdam. Bezocht: 08.03.2016,
kunstenaars en tenminste een of twee keer per jaar een klassiek moderne kunstenaar. Er wordt niet gedacht vanuit blockbuster tenoonstellingen, maar bij de laatst genoemde categorie ligt dat wel voor de hand. De Matisse tentoonstelling valt hier duidelijk onder. De Isa Genzken tentoonstelling kan als mid career gezien worden.123
Het museum richt zich met de verschillende tentoonstellingen op een wisselend publiek. Dat publiek is volgens Bart Rutten ook anders dan dat van het Van Gogh. De vaste collectie en de Matisse tentoonstelling zijn bedoeld voor hetzelfde soort publiek als het Van Gogh Museum trekt. De Isa Genzken tentoonstelling is meer gericht op een publiek dat wil weten wat zich afspeelt in het hedendaagse circuit. Hierin ligt ook het belangrijkste verschil in de missie tussen de twee musea. Waar het Van Gogh zoveel mogelijk mensen in aanraking wil brengen met de kunst en het leven van Vincent van Gogh, wil het Stedelijk inspireren en verrassen. Dit maakt de tentoonstellingen van dit museum soms ingewikkeld en niet voor iedereen begrijpbaar. Bart Rutten richt zich ook niet alleen op het moment dat de bezoeker oog in oog staat met het kunstwerk, maar ook op dat wat doorsijpelt in het onderbewuste, het verrassingseffect en het verwarren. Het museum wil dus iedereen bereiken, maar doet dit door voor wisselende
doelgroepen verschillende tentoonstellingen te maken.