Architectuur is een belangrijk onderdeel van de ervaring die de bezoeker heeft. Het is het eerste wat hij ziet, en het wordt ook vaak herinnerd. Het Van Gogh Museum wordt in 1973 op het Museumplein geopend . Hiervoor worden drie monumentale, maar in verval zijnde, villa’s gesloopt. In de planningsperiode wordt ook aan andere plekken gedacht, zoals Zundert; de geboorteplaats van Van Gogh en het Kröller Muller museum, dat al een grote collectie van de schilder bezit.81 Maar het Museumplein krijgt de
voorkeur omdat het museum daar ligt ingebed tussen het Stedelijk, het Rijksmuseum en het Concertgebouw. Het museumplein is de belangrijkste culturele locatie van
Nederland. Dit zien we in de galeries om het museumplein die hierbij willen aansluiten, alsook het museum van Jeneverbrouwer Bols (“We’re not the Van Gogh, but we’re close”82) en het nieuwe Modern Contemporary Museum.
Het gebouw is voor het grootste gedeelte ontworpen door Gerrit Rietveld, die de algemene contouren maakt. Hij overlijdt echter voor hij gehele ontwerp heeft kunnen voltooien. Het project wordt in eerste instantie afgemaakt door zijn opvolgers Joan van Dillen en Johan van Tricht, maar door het ziektebed en overlijden van deze eerste zijn Van Tricht en zijn nieuwe compagnon R. Timmler met name verantwoordelijk voor de detaillering en afwerking van het gebouw (afbeelding 15).83
79 Becker, 2016. & -‐ Blerk, René van. Senior educator Van Gogh Museum. Persoonlijk interview.
Amsterdam 24-‐02-‐2016.
80 Becker, 2016. & eigen ervaring auteur tijdens stage bij het Van Gogh Museum.
81 Arens. E.L.G. Rietveld, de ingenieur en het museum; architectuur bouw en verbouw van het Rijksmuseum
Vincent van Gogh (1890-2011). Scriptie technische universiteit Delft, 2011 :11
82 De slogan van het Bols Museum.
Afbeelding 15. De voorkant van het Rietveldgebouw van het Van Gogh Museum.
De belangrijkste ideologische kenmerken van het gebouw zijn al in hoofdstuk een besproken. Deze werden vormgegeven door “de Ingenieur” in samenspraak met de eerste directeur Emile Meijer. Zij wilden van het museum een levendig instituut maken voor een breed publiek. Meijer, die voorheen als educator aan het Rijksmuseum
verbonden was, zag educatie als een van de fundamenten van het museum. Samen met de Ingenieur bedacht hij een museum dat deel moest uitmaken van de sociale structuur van de stad. Door het programma, waar een werkplaats voor de vrije expressie deel van uitmaakte, maar ook door de soort architectuur.84 Rietveld wist met dit programma wel
raad. Hij kende de Ingenieur al lange tijd, en ze vonden elkaar in hun cultuuropvatting. Hij werd dan ook op voorspraak van de Ingenieur geselecteerd, alsmede door de toegenomen waardering voor zijn werk in Nederland in de jaren zestig en zeventig.85
De belangrijkste aspecten van het ontwerp zijn de compositie van orthogonale volumes, het entree met overdekte trap, en verreweg het belangrijkste aspect, de centrale open ruimte met trappenpartij en groot bovenlicht. Deze zorgt samen met het open vloerplan voor een gevoel van vrij rondwalen en overzicht, wat het gebouw luchtig
84 Leighton, 2003: 14-‐15.
houdt. Het ideologische programma komt daarnaast tot uiting in de grote ramen en het bovenraam, deze elementen zorgden voor een direct contact met de buitenwereld.86
Afbeelding 16. De centrale trap in het Van Gogh Museum, 1973.
De reacties op het gebouw waren mager. Het werd door sommigen vergeleken met een winkelcentrum, de receptie van een hotel en een toeristenval.87 De vraag is ook
in hoeverre het gebouw een goede en authentieke Rietveld is. Volgens enkele critici is het meest markante gebrek dat het gebouw te netjes is en een imperfectie mist, zoals dat in andere gebouwen van de architect wel te zien is.88 In 1995 wordt het oorspronkelijke
gebouw door Martien van Goor vergroot. Het meest opvallende aspect daarvan is de
86 Blühm, Andres (red.) & Hans Ibelings (tekst).Van Gogh Museum Architecture, Rietveld to Kurokawa.
Rotterdam: NAi Publishers, 1999: 8-‐9.
87 Ibid: 8-‐9.
extra kantoorruimte in de vorm van een rastervormige glazen uitbreiding. Hierin wordt de grid van Rietveld geëerd (afbeelding 17).
Afbeelding 17. Het toegevoegde kantorencomplex door architect Martien van Goor uit 1995. Het contrast met de andere uitbreiding die ook in 1995 wordt gerealiseerd, de Kurokawavleugel, kan niet groter zijn. Het gebruik van kubussen wordt gecontrasteerd met een grote ellipsvormige uitbreiding. Waar in het Rietveldgebouw van binnen naar buiten is gedacht -‐ de vaak bekritiseerde neutraliteit van de buitenkant is hier een gevolg van – is in de Kurokawavleugel het tegenovergestelde het geval. Het is een spectaculair gebouw, met een moeilijk handelbare binnenruimte.89
Het ontwerp van Kurokawa verschilt in bijna alle opzichten van dat van Rietveld. Het doel van de architect was dan ook vooral de verschillen met het oude gebouw te tonen. Het is een ellipsvormig gebouw dat aan de buitenkant is opgebouwd uit stenen platen die elk op een andere manier zijn gebogen. Zo vormt het een groot contrast met het betonnen blok van bakstenen van Rietveld. De overeenkomst zit in het gebruik van geometrische vormen, bij Kurokawa de ellips en de cirkel, bij Rietveld de rechthoek en vierkant. De buitenkant van het gebouw is Rikyu-‐grijs. Een kleur die Kurokawa heeft
gekozen omdat het een esthetiek van ambivalente en meervoudige mening uitdraagt. Het staat voor het contrast tussen de Westerse cultuur (die zwart wit denkt) en de Japanse of Oosterse cultuur (die minder rationeel is). Een doel van Kurokawa is het bereiken van symbiose geweest. Dit betekent volgens hem dat twee elementen die tegenovergesteld zijn, elkaar ook nodig hebben. Het verschil tussen het Westen en Oosten, het oude en het nieuwe. Kurokawa heeft geprobeerd symbiose te bereiken in de relatie tussen zijn ontwerp en dat van Rietveld (afbeelding 18).90
Afbeelding 18. De Kurokawavleugel uit 1995, in de oude situatie, met monumentale vijver.
De Kurokawaleugel ontstond in 1999, een periode die wel de museum boom wordt genoemd. Steden gingen musea en hun spectaculaire gebouwen beschouwen als ideale
city branding en marketing. De uitbouw van het Van Gogh Museum toont een heel
andere ontstaansgeschiedenis. De nieuwbouw kon gerealiseerd worden door de gift van een Japanse donor, Yasuo Goto, via de Yasuda Fire & Marine Insurance Company Ltd. Uit hoffelijkheid – Kurokawa was een landgenoot en tevens vriend van Goto -‐ en ook door de waardering voor deze architect heeft directeur Ronald de Leeuw hem gekozen.91
90 Blühm, Andreas (red.) 1999: 13, 19, 23, 32-‐33, 72-‐73.
Het nieuwe entreegebied, dat in 2015 geopend werd, bevindt zich in de
Kurokawavleugel (afbeelding 19). Na het overlijden van Kurokawa zet zijn bureau zijn gedachtegoed voort. Het is dit bureau dat de nieuwe entree van het museum heeft ontworpen. Hiervoor is een simpele ingreep gedaan. Het vijvergedeelte is overdekt en dient als nieuw entreegebied waar de winkel, garderobe en toiletten ook een plek hebben gekregen. Het museum heeft hierdoor, net als het Stedelijk, zijn ingang naar het Museumplein verplaatst. Het verlaagde entreegebied dat met een tunnel verbonden wordt met het oude gebouw past in een museale trend. Dit was voor het eerst te zien in het piramide-‐entree van het Louvre en vond in Nederland navolging in onder andere het Mauritshuis, het Drents Museum en Museum Ons’ Lieve Heer op Solder
Afbeelding 19. De uitbreiding aan de Kuokawavleugel, waarbij de vijver als entreegebied dienst doet en is verplaatst naar het Museumplein, 2015.
Waar het Rietveldgebouw in een tijd ontstond waarin programma’s van museumarchitectuur nog ideologisch gestoeld waren, is dit tijdens de museum boom verleden tijd gebleken. Dan moet een museumgebouw een landmark worden. Beide gebouwen sluiten mijns inziens goed aan bij de identiteit van het museum. Beide hebben het bereiken van zo veel mogelijk mensen tot doel. Het Rietveldgebouw op ideologische grond, de vleugel van Kurokawa door de grote capaciteit en de mogelijkheid grote bezoekersstromen te managen.