• No results found

3. De rol van de ECB tijdens de financiële en schuldencrisis (2007-2014)

3.2. Fase 2: De Europese staatsschuldencrisis (2010-2014)

3.2.3. Het ‘outright monetary transactions’ programma

Het SMP programma, dat opgelopen was tot 214 miljard euro op 12 april 2012, en de kapitaalinjecties op de financiële markt hadden niet het gewenste effect en de ECB kondigde dan ook aan om verdere maatregelen te treffen.158 Op 26 juli 2012 zei Draghi dan ook het volgende: “Within our mandate, the ECB is ready to do whatever it takes to reserve the euro.

And believe me, it will be enough”.159

Een paar dagen later kondigde de ECB aan dat ze op 6 september 2012 zou starten met het ‘outright monetary transactions’ programma (OMT).160

Met dit programma werd het SMP programma vervangen. Met het OMT programma geeft de ECB aan dat ze bereid is om staatsobligaties op te kopen in de secundaire markten, voor een looptijd tussen de één en drie jaar, zolang dit niet in strijd is met haar doelstellingen. Tevens zou het uitgegeven geld gesteriliseerd worden om inflationaire tendensen tegen te gaan. Het vernieuwende aan dit programma is dat het nauw verbonden was met het ESM. De voorwaarden die gelden voor het verkrijgen van financiële steun uit het ESM gelden ook voor het OMT programma en bestaan uit: Een verplichting voor de schuldnemer om de overheidsfinanciën zo snel mogelijk op orde te krijgen, het maken van begrotingsafspraken met de schuldeisers en deze verwerken in de nationale wetgeving en lidstaten kunnen slechts aanspraak maken op steun als ze het Begrotingspact van januari 2012, waarin strikte begrotingsdiscipline en represailles in het geval van falen zijn vastgelegd, ondertekend heeft.161 162 Tevens dient er bij het ESM een goedkeuring te worden verleend door de deelnemende lidstaten, die elk een naar draagkracht bepaald bedrag, met een totale waarde

157 Hansjörg Herr, ‘The European Central Bank and the US Federal Reserve as lender of last resort’, Panoeconomicus, nr. 1

(2014), pp. 73-74.

158

Willem. H. Buiter & Ebrahim Rahbari, ‘The European Central Bank as lender of last resort for sovereigns in the Eurozone’, Journal of Common Market Studies, nr. 50 (2012), p. 25.

159

ECB, ‘Verbatim of the remarks made by Mario Draghi’,

https://www.ecb.europa.eu/press/key/date/2012/html/sp120726.en.html, geraadpleegd op 28 juni 2015.

160

Ana-Maria Fuertes, Elena Kalotychou & Orkun Saka, ‘ECB policy and Eurozone fragility: Was De Grauwe right?,

Journal of International Money and Finance, nr. 54 (2015), p. 169.

161 Europa Nu, ‘Europees stabiliteitsmechanisme (ESM)’, http://www.europa-

nu.nl/id/vio0i2fa2iww/europees_stabiliteitsmechanisme_esm, geraadpleegd op 28 juni 2015.

162

Europa Nu, ‘Verdrag voor stabiliteit, coördinatie en governance in de EMU’, http://www.europa- nu.nl/id/viwmmjsfoaxj/verdrag_voor_stabiliteit_coordinatie_en, geraadpleegd op 28 juni 2015.

40 van 500 miljard euro, beschikbaar hebben gesteld voor dit fonds. De Raad van Bestuur van de ECB kan vervolgens een beslissing maken om gericht obligaties van om hulp vragende lidstaat op te kopen in secundaire markten. Ze dient deze beslissing discreet te nemen en in acht neming van haar doelstellingen.163

De constructie van het OMT programma, in combinatie met het ESM, kent drie positieve gevolgen. Ten eerste zorgt de combinatie van de twee voor flexibiliteit als het gaat om financiële steun binnen de eurozone, omdat kapitaalinjecties zowel in de primaire-, door het ESM, als in de secundaire staatsobligatiemarkt, door de ECB, uitgevoerd kunnen worden.164 Ten tweede zorgt het systeem ervoor dat ‘moral hazard’ wordt voorkomen, omdat de lidstaten onder de strenge regulering van het Begrotingspact vallen, bij het verkrijgen van steun de desbetreffende lidstaat verplicht is diepgaande hervormingen door te voeren en omdat er vooraf onzekerheid bestaat of een lidstaat in aanmerking komt voor steun. Dit laatste is het gevolg van de stemmingsronde binnen het ESM, waarbij unanimiteit of, in het geval van een noodsituatie, een gekwalificeerde meerderheid van 85% is vereist, en de afwachting van het besluit van de Raad van Bestuur van de ECB.165 Deze onzekerheid kan dan ook gezien worden als een essentieel onderdeel van de ‘constructive ambiguity’ doctrine.166 Ten derde, heeft de ECB te kennen gegeven dat ze alles in werk zal stellen om de euro te behouden. Ze heeft, in tegenstelling tot het ESM dat bestaat uit de 500 miljard euro en een eventuele toegang tot 250 miljard extra als lening van het IMF, in principe een ongelimiteerde hoeveelheid aan liquiditeit ter beschikking en ze heeft dus, door haar aankondiging deze reserves te gebruiken, de facto de rol als LOLR op voor de financiële markt op zich genomen.167 168 In de praktijk heeft het programma in tijdsperiode waarop dit onderzoek betrekking heeft niet hoeven plaats te vinden, maar heeft het vooral gezorgd voor een toename van het vertrouwen onder investeerders en een afname van de risicopremies op staatsobligaties van de illiquide staten.169170

163 ECB, ‘Compliance of outright monetary transactions with the prohibition on monetary financing’, ECB Monthly Bulletin,

nr. 10 (2012), pp. 8-9.

164

Kun Hu, ‘The institutional innovation of the lender of last resort facility in the Eurozone’, Journal of European

Integration, nr. 7 (2014), p. 637. 165

Europa Nu, ‘Europees stabiliteitsmechanisme (ESM)’, http://www.europa-

nu.nl/id/vio0i2fa2iww/europees_stabiliteitsmechanisme_esm, geraadpleegd op 28 juni 2015.

166

Idem, p. 637.

167

Idem, p. 636.

168

Adelbert Winkler, ‘The ECB as lender of last resort: Banks versus governments’, Les Financial Markets Group Special

Paper Series, nr. 228 (2014), p. 24.

169 Kun Hu, ‘The institutional innovation of the lender of last resort facility in the Eurozone’, Journal of European Integration, nr. 7 (2014), p. 634.

170

Carlo Altavilla, Domenico Giannone & Michelle Lenza, ‘The financial and macroeconomic effects of OMT announcements’, ECB Working Paper Series, nr. 1709 (2014), pp. 1-2.

41 Echter blijft het nog de vraag of de gestelde voorwaarden om als lidstaat in aanmerking te komen voor het OMT programma wel effectief zijn, aangezien het lidstaten verplicht stelt om bezuinigingsmaatregelen door te voeren in tijden van crisis. Paul de Grauwe ziet dit als het resultaat van het moralistische idee van de noordelijke staten, met in het bijzonder Duitsland, dat lidstaten die zich niet houden aan begrotingsdiscipline gestraft dienen te worden.171 Nationale voorkeuren en conflicten lijken dan ook een belangrijke rol gespeeld te hebben in het tot stand komen van het OMT programma. In een interview met het Duitse blad de Neue Zürcher Zeitung in september 2012, verklaarde de president van de Duitse Bundesbank en tevens de enige tegenstemmer binnen de ECB van het OMT programma, Jens Weidmann, dat de inhoud van het programma de uitkomst was van een compromis. Deze kwam tot stand door een handreiking van aan de ene kant staten die de ECB vrijuit willen laten handelen om speculatieve aanvallen op de markt te voorkomen en aan de andere kant de ‘noordelijke’ staten, die betogen dat een crisis niet verholpen kan worden door monetair ingrijpen maar slechts door structurele hervormingen.172 Tevens stelde het Duitse Bundesverfassungsgericht prejudiciële vragen bij het Europese Hof van Justitie over de wetmatigheid van het programma, omdat de ECB hiermee een grote invloed kan uitoefenen op het begrotingsbeleid van de lidstaten. Het Hof verwierp de aanklachten op 24 januari 2015, maar stelde wel dat zodra de ECB het programma zou uitvoeren, discretie over de grens tussen monetair en begrotingsbeleid vereist is.173 Ondanks de legaliteit van het programma, benadrukte de Grauwe dat voor een goedkeuring van het ESM om steun te verlenen, unanimiteit vereist is en dat Duitsland in de praktijk hoogstwaarschijnlijk terughoudend zal zijn in het toestaan van het verlenen van steun.174 De nationale conflicten en de negatieve houding van voornamelijk de Duitsers tegenover de rol van de ECB, doen de bereidheid van ingrijpen en de effectiviteit van het OMT programma geen goed.

171

Paul de Grauwe, ‘Design failures in the Eurozone: Can they be fixed?’, LEQS Paper, nr. 57 (2013), p. 18.

172

Carlo Panico & Francesco Purificato, ‘The debt crisis and the European Central Bank’s role of lender of last resort’, PERI

Working Paper Series, nr. 306 (2013), pp. 7-8. 173

Suzanne Poppelaars, ‘Conclusie OMT-programma: De dans tussen de ECB, het Bundesverfassungsgericht en het Hof van Justitie’, NJB Nederlands Juristenblad, nr. 7 (2015), pp. 423-424.

174

42