• No results found

3. De rol van de ECB tijdens de financiële en schuldencrisis (2007-2014)

3.1. Fase 1: De financiële crisis (2007-2009)

3.1.1. Het ‘enhanced credit support’ programma

In de eerste crisisjaren tot 2010, richtte de ECB zich voornamelijk tot de financiële sector om financiële instellingen van genoeg liquiditeit te voorzien, aangezien het vertrouwen in deze markt sterk afnam als gevolg van de ‘subprime-crisis’. Op 9 august 2007 reageerde de Europese Centrale Bank met een eenmalige fine-tunning operatie, door banken binnen de EMU de mogelijkheid te bieden om, tegenover een vast rentepercentage en onderpand, een naar eigen behoefte gesteld bedrag op te nemen.118 Dit kwam uiteindelijk neer op een totaalbedrag van rond de 95 miljard euro. In de daaropvolgende maanden bereidde de ECB haar liquiditeitsprovisies uit door toenemende langerlopende herfinancieringstransacties te verrichten.119 Belangrijk hierbij was de aanpassing van de reservevoorwaarden. Eerst waren banken verplicht stabiele reserves aan te houden zodra ze liquiditeit verkregen van de ECB. Maar na de aanpassing kregen banken de mogelijkheid om hun reserves te laten toenemen en aan het einde van de looptijd van de lening, minder reserves te hebben dan in het begin (‘front-loading’).120 Daarnaast maakte de ECB regelmatig gebruik van fine-tunning operaties om de rentes stabiel te houden en hiermee zekerheid te creëren voor de financiële sector. Deze operaties bleken succesvol te zijn, echter was de onrust op de financiële markt nog niet geheel verdwenen. Dit werd duidelijk door de bailout van de Amerikaanse hypotheekverstrekker Fanni Mae en Freddi Mac op 7 september 2008 en het faillissement van de investeringsbank Lehman Brothers een week later.121 Ook dit sloeg snel over naar de financiële sector van de EMU en tegen het einde van de maand waren zowel Fortis als Dexia ge-bailout door respectievelijk de Nederlandse-en Belgische en Franse-en Belgische overheden.122

De gevolgen waren velen mate groter dan voorgaande schokken en het beleid van de ECB, dat zich voornamelijk richtte op het laaghouden van het rentepercentage via haar ‘standaard’ monetaire instrumenten, bleek niet meer voldoende te zijn door de toenemende onzekerheid en de daarbij behorende stijging van de risicopremies op de interbancaire markt. Om verdere liquiditeitstekorten binnen de eurozone op te vangen, kondigde de ECB het ‘enhanced credit support’ programma aan. Dit programma bestond uit niet ‘standaard’

118

Nuno Cassola, Cornelia Holthausen en Fleming Würtz, ‘Liquidity management under market turmoil: Experience of the European Central Bank in the first year of the 2007-2008 financial market crisis’, Federal Reserve Bank of Chicago and

European Central Bank Conference, (2008), p. 13. 119

Stefan Eichler en Kai Hielscher, ‘Does the ECB act as a lender of last resort during the subprime lending crisis?: Evidence from monetary policy reaction models’, Journal of International Money and Finance, nr. 3 (2012), p. 555.

120 Idem, p. 555. 121 Idem, p. 555. 122 Idem, p. 555.

33 maatregelen die zich voornamelijk richtten tot de bankensector, om zo de kredietstromen binnen de eurozone te stimuleren en om verder te kunnen gaan dan alleen het ingrijpen door middel van het aanpassen van de rentestanden.123 Zo konden Europese banken vanaf halverwege september 2008 ongelimiteerd krediet aanvragen via langerlopende herfinancieringstransacties tegenover een vooraf vastgesteld rentepercentage, dat van 4.25% in oktober 2008 daalde tot 1.00% in mei 2009.124 125 Dit beleid leek op de fine-tunning operatie van 9 august 2007, echter was dat een eenmalige kapitaalinjectie. Met het ‘enhanced credit support’ programma leverde de ECB, in lijn met de ‘Bagehot-regel’, ongelimiteerd en vrijuit liquiditeit aan de financiële sector. Deze kapitaalinjecties werden, in lijn met het programma, tevens verschaft voor een langere looptijd, van een periode van drie maanden naar een periode van minimaal zes maanden tot een jaar, en tegenover meer mogelijke vormen van onderpand, door een verlaging van de vereiste kredietwaardigheid van het onderpand van een A- naar een BBB- status.126127 Tevens verschafte de ECB ook kapitaal in vreemd valuta. Dit werd voornamelijk in dollars gedaan door een samenwerking met de FED. Hiermee werd getracht de globale markt van een liquiditeitstekort te behoeden. Daarnaast startte de ECB met het aankopen van gedekte obligaties (‘covered bonds’), dat een belangrijke vorm van financiering is voor de bankensector en een langere looptijd heeft dan de kapitaalinjecties van de ECB.128

Het ‘enhanced credit support’ programma bleek uiterst effectief te zijn om het liquiditeitstekort van banken, die er niet meer in slaagde om financieringen te verkrijgen via de interbancaire markt, te verhelpen. De lagere onderpandvereisten zorgden ervoor dat banken hun in waarde gedaalde activa alsnog tegen liquiditeit konden inruilen en de langere looptijd op de kapitaalinjecties zorgde voor een afname in het risico dat banken liepen.129 De ECB lijkt dan ook in die periode overduidelijk de rol als LOLR in de financiële markt op zich genomen te hebben. Een groei van 55% van de balans van de ECB in de zeven maanden die

123 ECB, ‘Monetary policy glossary’, https://www.ecb.europa.eu/home/glossary/html/act4e.en.html, geraadpleegd op 25 juni

2015.

124

Thomas Drechsel, Itamar Drechsler, David Marques-Ibanez en Philipp Schnabl, ‘Who borrows from the lender of last resort?’, USC FBE Finance Seminar, (2013), p. 3.

125

Stefan Eichler en Kai Hielscher, ‘Does the ECB act as a lender of last resort during the subprime lending crisis?: Evidence from monetary policy reaction models’, Journal of International Money and Finance, nr. 3 (2012), p. 555.

126

Idem, p. 556.

127

ECB, ‘The ECB’s enhanced credit support’, https://www.ecb.europa.eu/press/key/date/2009/html/sp090713.en.html, geraadpleegd op 25 juni 2015.

128

Idem.

129

Stefan Eichler en Kai Hielscher, ‘Does the ECB act as a lender of last resort during the subprime lending crisis?: Evidence from monetary policy reaction models’, Journal of International Money and Finance, nr. 3 (2012), p. 556.

34 volgde na het faillissement van de Lehman Brothers, illustreert dit.130 Deze rol mocht ze ook innemen, omdat dit niet in strijd was met de Europese wetgeving. Jean Claude Trichet, de toenmalige president van de ECB, stelde tevens dat het ‘enhanced credit support’ programma, naast het feit dat het noodzakelijk was om het vertrouwen in de Europese financiële markt te herstellen, werd uitgevoerd met volledige inachtneming van de belangrijkste doelstelling van de ECB: prijsstabiliteit.131 Volgens hem heeft de beperkte looptijd van 6 tot 12 maanden van de kapitaalinjecties ervoor gezorgd dat prijsstabiliteit alsnog gerealiseerd werd. Tevens bouwde de ECB het programma geleidelijk af vanaf het moment dat de Europese financiële markt stabiliseerde in de laatste maanden van 2009 om zo inflatie te voorkomen.132