• No results found

H1145 grote modderkruiper

3.3 Natura 2000-doelen

3.3.8 H1145 grote modderkruiper

Opgaven en landelijke staat van instandhouding

Instandhoudingdoelstelling: uitbreiding omvang en verbetering kwaliteit leefgebied ten behoeve van uitbreiding populatie.

De landelijke staat van instandhouding van H1145 is matig ongunstig.

Algemene kenmerken

De grote modderkruiper leeft solitair, maar van nature wel in grote aantallen

betrekkelijk dicht bij elkaar. De grote modderkruiper is vooral tijdens de schemering en ’s nachts actief. Overdag verblijven de grote modderkruipers in de dichte

vegetatie of ze bevinden zich in de modder.

De grote modderkruiper is zeer honkvast en brengt zijn hele leven op een beperkte oppervlakte door.

De grote modderkruiper kent twee periodes in het seizoen waarin de soort een grote activiteit vertoont, namelijk in het voorjaar in de maanden maart tot en met mei en in de nazomer in de maanden augustus en september. De winterperiode wordt veelal doorgebracht in de modderlaag. Dit kan in zowel de diepere als de ondiepe delen van de watergang zijn, bijvoorbeeld bij duikers. Vanaf maart / april begint een actieve periode waarin de soort zich voorbereid op de voortplanting. In de zomer treedt over het algemeen een rustperiode in, dit is afhankelijk van de

milieuomstandigheden in de watergang. Bij het opdrogen van de watergang tijdens lange droge perioden kent de soort een diapauze. Tot aan de winterrust is hij actief. De grote modderkruiper komt voor in kleinere, ondiepe stilstaande of langzaam stromende wateren, zoals sloten, vennen, plassen en meanders. De habitats van de grote modderkruiper zijn gebieden met in het algemeen een rijke oever- en

onderwatervegetatie. Vaak is er sprake van een kwelsituatie. Als de waterplanten ontbreken, is er vaak sprake van een goede modderbodem, dat wil zeggen een hardere bodem met een laag stevig slib. De wateren hebben vaak een sliblaag van 10 tot 30 centimeter dik. Plaatselijk verkeren deze sloten zich in een sterk

ontwikkelde verlandingsfase, maar de aanwezigheid van grote modderkruiper is niet beperkt tot dit soort sloten. Wateren met een dikke laag dunne bagger behoren niet tot het habitat. De dichte vegetatie wordt gebruikt als schuilplaats, maar is ook geassocieerd met een hoge voedseldichtheid in de vorm van kleine waterinsecten en andere watermacrofauna (slakken, vlokreeften, zoetwaterpissebedden). Vanwege de kwetsbaarheid van de larven en juvenielen voor predatie is naast het voedselaanbod ook de temperatuur van het water belangrijk.

Het voedsel van de grote modderkruiper bestaat uit allerlei dieren zoals wormen, slakken, mosselen, muggen- en andere insectenlarven, vlokreeftjes en

waterpissebedden. Ook aas en rottende plantendelen worden gegeten. De jonge grote modderkruipers voeden zich met micro-organismen. (tekst ontleend aan Soortenstandaard Grote Modderkruiper, DR-loket)

Voorkomen

Het Lingegebied maakt deel uit van het hoofdverspreidingsgebied van de grote modderkruiper, maar slechts een klein deel hiervan ligt binnen de begrenzing van het Natura 2000-gebied. De aanwezige populatie maakt deel uit van een grotere metapopulatie in de ruime omgeving (Ministerie van LNV (2007c)

De grote modderkruiper is op meerdere locaties in het gebied aangetroffen. Op enkele locaties in het gebied zijn meerdere exemplaren waargenomen, o.a. in de polder bij Kedichem (Zuid-Holland) en in een sloot net ten zuiden van het Wiel van Bassa. In deze sloten waren verlandingsvegetaties aanwezig. Aangezien de soort moeilijk te inventariseren is en genoeg geschikt habitat aanwezig is, lijkt het verspreidingsbeeld niet compleet. Het vangen van enkele grote Modderkruipers op een aantal locaties in het gebied duidt op de aanwezigheid van een levensvatbare populatie. Het is niet aan te geven hoe groot de populatie in het gebied is. De aanwezigheid van de soort en de geschiktheid van het gebied maakt het een belangrijk leefgebied voor deze zeldzame soort. (Van Kessel, 2009).

Kwaliteitsanalyse

Op dit moment is het inzicht in de verspreiding van grote modderkruiper in het gebied Zuider Lingedijk & Diefdijk-Zuid onvolledig. Uit het relatief grote aantal recente waarnemingen van de grote modderkruiper en zijn verspreiding over het gehele gebied, kan worden geconcludeerd dat er een levensvatbare populatie in het gebied aanwezig is. Het huidige beheer binnen het gebied kan in principe worden gehandhaafd. Aandacht voor behoud en ontwikkeling van verlandingsvegetaties is hierbij van groot belang voor de grote modderkruiper. Zeker de huidige bekende vindplaatsen binnen het gebied dienen met grote zorg voor deze soort beheerd te worden. Verregaande en volledige verlanding van de gebieden langs de Lingedijk dienen voorkomen te worden.

De grote modderkruiper zal ook gebaat zijn bij een meer natuurlijk peilverloop, met een langdurige hoge waterstand in de winter en het voorjaar. Ondergelopen oevers en verruigde percelen naast waterlopen vormen zo een geschikt

voortplantingsbiotoop en opgroeigebied voor juvenielen (Van Kessel, 2009).

Knelpunten voor behalen Instandhoudingsdoelstellingen

Mogelijke knelpunten voor deze soort zijn:

 Intensief beheer (schonen) van wateren (kennisleemte)

 Volledige verlanding van wateren (kennisleemte)

Het is de verwachting dat deze knelpunten in dit Natura 2000-gebied niet spelen, maar dat dient nog te worden uitgezocht (zie leemten in kennis). Ook moet worden bepaald wat het reguliere beheer voor deze soort is en of dat voldoende is voor het behalen van de Natura 2000-doelstellingen.

Perspectief bij ongewijzigde omgeving

Waarschijnlijk gunstig, afhankelijk van de mate waarin de knelpunten spelen van (verwachting is dat deze niet spelen). De grote modderkruiper weet zich onder de huidige omstandigheden in het gebied te handhaven. Er is voldoende geschikt leefgebied aanwezig voor instandhouding van een levensvatbare populatie.

Leemten in kennis

De hier aangehaalde conclusies uit de literatuur zijn gebaseerd op expert judgement aan de hand van incidentele waarnemingen van de grote modderkruiper. Langjarige monitoringgegevens voor de grote modderkruiper over het hele Natura 2000-gebied ontbreken. Voor de komende beheerplanperiode(n) is nodig dat een

monitoringprogramma naar de populatie grote modderkruipers in Lingegebied & Diefdijk-Zuid wordt uitgevoerd om vast te kunnen stellen of de doelstelling uit het Beheerplan wordt gehaald.