• No results found

Goederen en diensten van ecosystemen

5 Vergroot de baten van biodiversiteit

5.2 Goederen en diensten van ecosystemen

Op mondiaal, Europees, nationaal én provinciaal niveau zijn doelstellingen geformuleerd voor het behoud en herstel en duurzaam gebruik van ecosysteemdiensten. De CBD heeft als doel in de biodiversiteitsstrategie: Tegen 2020 worden ecosystemen die essentiële diensten leveren, waaronder diensten die verband houden met water, en bijdragen aan gezondheid, middelen van bestaan en welzijn, hersteld en beschermd (Aichi­doel 14). De Europese Commissie heeft een vergelijkbare doelstelling: Tegen 2020 zullen ecosystemen en ecosysteemdiensten worden gehandhaafd en verbeterd door groene infrastructuur op te zetten en ten minste 15 procent van de aangetaste ecosystemen te herstellen. In Nederland streeft het Rijk samen met de provincies naar een sterke en veerkrachtige natuur die bijdraagt aan het versterken van de brede welvaart. Het gaat daarbij, naast het realiseren van robuuste natuurgebieden van een goede kwaliteit, om de opgave om natuurlijke hulpbronnen, het natuurlijk kapitaal, op een duurzame manier te benutten. Gebruikers van natuur dienen niet langer de negatieve effecten af te wentelen op de natuur, maar een bijdrage te leveren aan natuur en biodiversiteit (BZK 2019). Buiten de natuurgebie­ den is bescherming via ruimtelijke ordening belangrijk voor het behoud van de Nederlandse landschappen met bijbehorende landschapselementen, voor de ecosysteemdiensten die zij leveren en het duurzaam benutten daarvan, maar ook voor het behoud van de eigenheid van een streek waar de bewoners mede hun identiteit aan ontlenen (zie ook paragraaf 4.4).

Het aanbod van ecosysteemdiensten voorziet niet in de vraag en is veelal afgenomen

Natuur en landschap leveren (veelal ongemerkt) goederen en diensten aan de maatschappij en economie. Voorbeelden hiervan zijn kustbescherming door de duinen, bestuiving van voedselgewassen door insecten en de levering van schoon drinkwater door de bodem. Deze diensten zijn belangrijk voor welzijn en welvaart (Dirkx & De Knegt 2014). Zo is schone lucht belangrijk ter preventie van luchtwegaandoeningen, en stimuleert een groene omgeving om meer te bewegen. Naast gunstige effecten op de gezondheid dient het behoud van natuurlijk kapitaal ook een economisch belang. Het genereert opbrengsten zoals de verkoop van hout en vis en creëert meerwaarde voor toerisme en de huizenmarkt. Daarnaast levert het besparingen op in de ziektekosten.

Met de verzamelnaam ‘ecosysteemdiensten’ bedoelen we het vermogen van ecosystemen om goederen en diensten te leveren. Het is gebruikelijk dit vermogen van ecosystemen onder te verdelen in: (1) het voorzien in goederen, zoals hout; (2) het reguleren van processen, zoals het zuiveren van water; en (3) het leveren van culturele diensten, zoals openluchtrecreatie. De Nederlandse samenleving gebruikt verschillende goederen en diensten die worden geleverd door ecosystemen. Alhoewel Nederlandse ecosystemen een belangrijke bijdrage leveren aan een duurzame voorziening van goederen en diensten, voorzien ze niet in de totale

vraag. Voor de meerderheid van de ecosysteemdiensten neemt de vraag ernaar in de afgelopen twintig jaar sneller toe dan het aanbod (De Knegt et al. te verschijnen). De levering van goederen en diensten uit Nederlandse ecosystemen en de ontwikkeling daarvan in de afgelopen twintig jaar verschillen per ecosysteemdienst, maar in geen enkele situatie wordt voorzien in de totale vraag (figuur 5.1). Soms wordt slechts voorzien in een klein deel van de vraag, zoals bij biomassa voor energie en bij koolstofvastlegging. Voor de ecosysteemdiensten niet­drinkwater (dat onder andere voor huishoudelijk gebruik, in de industrie en in de landbouw wordt gebruikt), bodemvruchtbaarheid, groene recreatie en natuurlijk erfgoed voorzien Nederlandse ecosystemen in meer dan de helft van de vraag. Voor de meerderheid van de ecosysteemdiensten (10 van de 17) is de netto trend sinds het jaar 2000 jaar negatief; de vraag neemt sneller toe dan het aanbod van deze diensten. Bij één dienst (natuurlijk erfgoed) blijft de discrepantie tussen vraag en aanbod gelijk, bij 6 diensten (houtproductie, biomassa voor energie, waterzuivering, regulatie luchtkwaliteit, koolstofvastlegging, symboolwaarde natuur) wordt de discrepantie kleiner (figuur 5.1). Bij 8 ecosysteemdiensten is de vraag toegenomen (figuur 5.1). Klimaatverandering is een van de belangrijkste oorzaken voor de toenemende vraag naar (niet­)drinkwater, waterberging, kustbescherming, verkoeling in de stad en erosiebestrijding. De vraag naar erosiebestrijding nam ook toe door de intensiverende landbouw. De vraag naar groene recreatie is gestegen omdat vooral de stedelijke bevolking is toegenomen en meer vrije tijd tot haar beschikking kreeg als gevolg van vergrijzing. Een afname in de vraag geldt voor de diensten houtproductie, plaagonderdrukking, waterzuivering, regulatie luchtkwaliteit en koolstofvastlegging. In het geval van de laatste drie diensten is dat het gevolg van lagere emissies van vervuilende stoffen en CO2.

Naast de vraag verandert ook het aanbod van ecosysteemdiensten. Zo nam het aanbod van de levering van energie uit biomassa en hout toe (figuur 5.1). Ook het aanbod van waterberging, verkoeling in de stad, regulatie van de luchtkwaliteit en de mogelijkheden voor recreatie is toegenomen doordat er een kleine stijging is in de hoeveelheid groen in steden. Afnames in het aanbod zien we bij de levering van niet­drinkwater en bij bodemvruchtbaarheid, bestuiving en plaagonderdrukking. Deze afnames worden voornamelijk veroorzaakt door de intensivering van de landbouw.

Figuur 5.1

Bron: Wageningen Environmental Research 2020 Afkomstig uit Nederlandse ecosystemen Niet afkomstig uit Nederlandse ecosystemen (import/technisch alternatief/onvervuld)

Verandering van aanbod sinds 2000

Toename Stabiel Afname

Verandering van vraag sinds 2000 Toename Stabiel Afname Productiediensten Niet-drinkwater Drinkwater Houtproductie Biomassa voor energie Regulerende diensten Bestuiving Bodemvruchtbaarheid Erosiebestrijding Waterberging Verkoeling in stad Waterzuivering Kustbescherming Plaagonderdrukking Regulatie luchtkwaliteit Koolstofvastlegging Culturele diensten Groene recreatie Natuurlijk erfgoed Symboolwaarde natuur 0 20 40 60 80 100 Index (vraag 2020 = 100) pb l.n l

Levering van goederen en diensten uit ecosystemen, 2020

Geen enkele ecosysteemdienst voorziet in de totale vraag; de vraag neemt sneller toe dan het aanbod van deze diensten.

Als de vraag niet geheel is vervuld, zijn er drie mogelijkheden (De Knegt et al. te verschijnen). Ten eerste kan een aantal ecosysteemdiensten worden geïmporteerd om alsnog in de Nederlandse vraag te voorzien. Dat is bijvoorbeeld het geval bij hout. Het gevolg van import is wel dat daarmee de ecologische voetafdruk in het buitenland groter wordt (zie paragraaf 4.3). Ten tweede kunnen technische alternatieven worden ingezet. Bijvoorbeeld bij een tekort aan voldoende hoge bodemvruchtbaarheid kunnen middelen als kunstmest of beregening de gewasproductie op peil houden en kunnen pesticiden worden gebruikt bij een tekort aan natuurlijke plaagonderdrukking. Nadeel hiervan is dat de inzet van deze technische alternatieven leidt tot een hogere milieudruk op natuur en milieu, en daarmee de levering van andere ecosysteemdiensten in gevaar kan brengen. Ten derde zal in het geval

dat een technisch alternatief of import niet mogelijk is of tekortschiet, de levering van de ecosysteemdienst onvervuld blijven. Dit is bijvoorbeeld het geval bij waterzuivering, waardoor het grootste deel van de Nederlandse wateren niet voldoen aan de waterkwaliteits­ normen. En door het niet voldoen aan de vraag naar voldoende vastlegging van koolstof, neemt de CO2­concentratie in de atmosfeer toe, met klimaatverandering en het mogelijk uitsterven van soorten als gevolg.

Uit het hier weergegeven overzicht van ecosysteemdiensten blijkt dat er in Nederland nog geen duurzaam gebruik van natuur is. Er is een discrepantie tussen vraag en aanbod van ecosysteemdiensten en deze discrepantie wordt voor de meerderheid van de diensten groter. Import en technische alternatieven om toch aan de vraag te voldoen, hebben veelal negatieve effecten op ecosystemen buiten of binnen Nederland (zie paragraaf 4.3).

Ecosystemen in natuurgebieden vervullen vele diensten

Veel natuurgebieden zijn in het verleden niet ontgonnen, omdat ze toen ook andere functies hadden en omdat ze voor de landbouw minder geschikt waren. Zo worden moerasgebieden gebruikt als boezem voor omringende polders, voor wateropvang, voor rietteelt en voor visvangst. Militaire oefenterreinen bevonden en bevinden zich vaak in bos, heide en duin­ gebieden. Deze duingebieden worden ook gebruikt voor waterzuivering en ­winning en als kustbescherming. Bossen hebben een functie voor de houtteelt en veel van de open terreinen werden en worden begraasd door landbouwhuisdieren. Bos en open natuurgebieden worden bovenal ook veelvuldig gebruikt voor recreatie. Natuurcombinaties met ander landgebruik zijn voor natuurgebieden meer regel dan uitzondering. Van functiescheiding in natuurgebieden is geen sprake. In de loop van de tijd is bij het gebruik van de ecosysteemdiensten in natuur­ gebieden steeds meer rekening gehouden met de aanwezige natuurwaarden. Er is bijvoorbeeld overgestapt op een andere wijze van waterwinning, een meer dynamisch kustbeheer, of het ontzien van leefgebieden van kwetsbare soorten.

Functiescheiding heeft vooral plaatsgevonden in het agrarisch gebied en de stad. Daar zijn essentiële diensten vervangen door technische alternatieven. Herstel van ecosystemen in relatie tot de essentiële diensten heeft in Nederland het meeste effect in de stad of in het agrarisch gebied. In het agrarisch gebied kunnen aanleg en herstel van groene landschaps­ elementen, zoals bloemrijke akkerranden, slootkanten, heggen en houtwallen bijdragen aan plaagbestrijding, bestuiving, koolstofvastlegging, biomassa voor energie, aantrekkelijk­ heid voor recreatie en symboolwaarde (identiteit). Herstel van de hoeveelheid organische stof in de bodem draagt bij aan bodemvruchtbaarheid, erosiebestrijding, watervasthoudend vermogen en waterberging. Herstel van groene elementen in de stad, zoals groene daken, bomenlanen, waterpartijen, groene tuinen en parken, kan een bijdrage leveren aan wateropvang bij stortbuien, verkoeling in hete zomers, aantrekkelijkheid om te wonen, koolstofvastlegging, en een schonere lucht. Vooral in relatie met klimaatverandering worden deze diensten steeds essentiëler (zie paragraaf. 5.3).

Groen-blauwe recreatie geliefd en gezond

Buitenrecreatie is bij Nederlanders de meest geliefde vrijetijdsbesteding (NRIT Media et al. 2015). Het gaat daarbij onder andere om wandelen, fietsen, vissen, varen, paardrijden, en genieten van natuur en landschap. De beleving van mensen wordt beïnvloed door de aanwezigheid van positief gewaardeerde landschapskenmerken zoals natuurlijkheid, historische landschapselementen en patronen in verkaveling en eigenheid, maar ook door negatief gewaardeerde kenmerken zoals horizonvervuiling. Op basis van de antwoorden van 36.500 Nederlanders op een vragenlijst van de website www.daarmoetikzijn.nl blijkt dat de aantrekkelijkheid van het landschap rond de woonomgeving voor 61 procent wordt verklaard door landschapskenmerken, waarbij bepaalde groene elementen als natuurlijk grasland, bossen en heidevelden een positieve werking hebben en veel ‘rode’ elementen, zoals industrieterreinen en bebouwing een negatieve (De Vries et al. 2014). Uit eerder belevingsonderzoek is bekend dat het publiek agrarisch gebied als minder aantrekkelijk beoordeelt dan bos of natuurgebied. Door ruilverkavelingen is het agrarisch gebied na de Tweede Wereldoorlog veel homogener en eentoniger geworden en zijn de historische landschapselementen en patronen in verkaveling en daarmee de eigenheid van veel gebieden bijna volledig verdwenen.

Heterogeniteit (variatie) en een rijke biodiversiteit worden in het algemeen hoog gewaar­ deerd en lijken tevens bij te dragen aan de gezondheid (Lindemann­Mathies et al. 2010; De Vries et al. 2000, 2008). Gezondheidseffecten doen zich al voor bij uitzicht op groen, maar het meeste effect treedt uiteraard op bij een verblijf ín dat landschap: de openluchtrecreatie. Tijdens de coronacrisis is dit nog duidelijker geworden. Mensen die tijdens de crisis voorjaar 2020 (meer) de natuur opzochten, voelden zich daarna fitter, positiever, meer ontspannen, minder angstig en gelukkiger.5 ‘Natuurlijk landschap’ draagt bij aan de fysieke en geestelijke gezondheid van mensen (Ekkel & De Vries 2016, Gezondheidsraad & RMNO 2004; Hartig et al. 2014; Opdam 2018). Er is in de laatste jaren ook steeds meer aandacht voor groen en gezondheid in stedelijke gebieden. In de GezondOntwerpWijzer en op de website ‘Beter in het groen’ staan bijvoorbeeld veel praktijkvoorbeelden van waar natuur wordt benut voor de gezondheid van mensen.6 Daarbij gaat het niet alleen om de aanwezigheid van natuur, maar vooral ook om het gebruik van of contact met de natuur (Kruize et al. 2017).

De vraag naar ruimte voor recreatie in het groen is groot en met de bevolkingsgroei en stedelijke verdichting is het de verwachting dat die vraag in de toekomst verder gaat toenemen.7 Hoewel het agrarisch gebied een lagere belevingswaarde (aantrekkelijkheid) heeft dan natuurgebieden, kunnen ze een belangrijke functie hebben als recreatieve bestemming vanwege nabijheid: voor veel mensen zijn deze gebieden vanuit huis, al wandelend of met de fiets bereikbaar. En daarmee bieden ze ook gelegenheid om ze op doordeweekse dagen te bezoeken, even tussendoor en voor relatief kortere uitstapjes.

5 Zie: https://www.uantwerpen.be/nl/leerstoelen/zorg-en-natuurlijke-leefomgeving/het-corona-natuuron- derzoek/meer-specifieke-resu/#.

6 Zie: www.gezondontwerpwijzer.nl; www.beterinhetgroen.nl.

Op momenten dat mensen minder tijd hebben, moeten ze het veelal doen met wat hun omgeving te bieden heeft aan groen, maar dat groen zorgt er wel voor dat ze naar buiten gaan (CLO).

5.3 Natuur als bijdrage aan de oplossing voor de